Essay landbouw in verleden en heden tot en met met de stikstofcrisis

De Essay gaat over de geschiedenis en ontwikkeling van de landbouw van 1400 tot en met 2024 in Nederland met de komst van kunstmest en de invoer van veevoer uit andere werelddelen voor de enorme groei van de veehouderij, en de schaalvergroting en intensivering in de landbouw gericht op export, leidend tot de Stikstofcrisis* en de benodigde transitie naar een duurzame en volhoudbare landbouw met het herstel van de natuur, het landschap en de biodiversiteit.

Historische schets

In deze Essay wordt een historische schets gegeven van de landbouw in Nederland met een analyse van de problematiek van schaalvergroting en de intensivering, en van het enorm toegenomen gebruik van mineralen, energie en bestrijdingsmiddelen en antibiotica in de landbouw. De Essay heeft door het bijhouden van de actuele politiek aangaande Landbouw en Stikstof inmiddels het karakter van een blog gekregen. De Nederlandse resp. Europese landbouw is meegezogen in de ontwikkeling van handel in landbouwprodukten over de hele wereld. De handelsbalans is bepalend gebleken en is politiek blijkbaar belangrijker dan het duurzame landbouwverdienmodel. Een duidelijke Visie op de landbouw in Nederland en West-Europa als voedselproductie- en voedselconsumptiegebied van de toekomst ontbreekt. De duurzaamheid of volhoudbaarheid schiet tekort. De huidige Stikstofcrisis is een Stikstof- en Fosfaatcrisis als gevolg van schaalvergroring en kostprijsbesparing met overmatig gebruik van grondstoffen en energie in de vorm van veevoer/krachtvoer en mineralen in kunstmest in de landbouw, in een vicieuze cirkel met sterke mechanisatie/automatiserng en forse financiering. Door emissie, depositie en bemesting komt er teveel mineraal N en P per ha in de bodem terecht. Vandaar dat we met minder kunstmest en minder import veevoer toe moeten naar minder vee en minder mineralen in de Kringlooplandbouw en de extensivering van de bestaande landbouw. Extensivering, natuurinclusieve landbouw en aanpassing van de bedrijfsvoering is nodig: Minder koeien/dieren per ha grond en meer eigen ruwvoerproduktie in Nederland. Minder hoge kosten voor grondstoffen (krachtvoer) en energie met minder financiering maar meer batig bedrijfssaldo. Meer plantenteelt en minder veehouderij of vanuit voedseloogpunt bekeken: meer plantaardig eiwit en minder dierlijk eiwit. We weten de weg: Nu de uitvoering nog en dat vraagt aanpassing van gedrag van boer en burger en ons allemaal. Dat gedrag is nog niet zo gemakkelijk te beinvloeden omdat het gevoel van “inleveren’ (auto, vliegtuig en vlees) ontstaat en ‘culturele en culinaire waarden en gewoonten’ worden aangetast. Het is politiek gezien vuurwerk.

Met de komst van de kunstmest* en vooral de N-kunstmest, P-kunstmest en K- en Mg-kunstmest in de landbouw, en de import van grote hoeveelheden veevoer en krachtvoer* uit andere werelddelen voor de sterk gegroeide intensieve veehouderij en de melkvee- en vleesveehouderij, nam het gebruik van mineralen per ha steeds meer toe en ontstond de Stikstofcrisis*. De productiviteit van akkerbouw resp. tuinbouw en vlees en melkproducten steeg enorm. De waterhuishouding van de bodem werd verbeterd en de techniek zorgde ervoor dat automatisering gewoon werd. De productie nam na verbetering in de teeltmethoden uiteindelijk met een factor 3 tot 10 toe en de prijzen van voedsel daalden spectaculair. Dat ging niet van zelf en betekende een grote omschakeling van veel kleine boeren met weinig techniek, naar industriële bedrijven doorspeend van techniek/ICT en externe financiering. Nieuwe rassen planten en vee werden veredeld en gefokt. Het landbouwsysteem werd intensiever en grootschaliger. De Nederlande boer was zeer succesvol maar de schaduwen van dit nieuwe landbouwmodel met veel veehouderij en intensieve veehouderij en het veroorzaakte mineralenoverschot werden langzamerhand duidelijk. De boer produceerde steeds goedkoper voedsel maar hoe staat het met het verdienmodel van duurzame landbouw?. De tuinder teelde inmiddels in de vollegrond resp. hightech in kassen en tunnels met potgrond en substraten zoals steenwol en veen met gebruikmaking van gesloten water- en mestsystemen.

Einde middeleeuwen

Na 1550 waren de meeste bossen in Nederland en in Vlaanderen al gekapt. Tweederde van het bos was verdwenen en het bosbeheer was verwaarloosd. Door de Tachtigjarige oorlog waren grote delen van de Nederlanden economisch geraakt en waren verarmd buiten Holland en Zeeland. Hout was bouwsteen en brandstof. Het laagveen en het hoogveen werd rond 1600 en na 1800 langzamerhand ontgonnen voor de nieuwe brandstof: turfstrooisel. Het landschap veranderde landzamerhand naar grootschaliger omdat vele landschapselementen, bomen en struiken werden afgebroken omdat de nieuwe landbouw efficienter moest.

Na 1800 Na 1850 werden de ontginningen verder doorgevoerd en nam het landbouwareaal verder toe. Wat wij nu natuur noemen zag men toen vaak als woest en nutteloos landschap. Pas na 1860 ging men weer bos planten omdat er mijnhout nodig was in de Zuid-Limburgse kolenmijnen. Het grootschalige gebruik van kunstmest (mineralen) en de import van veevoer en krachtvoer (met mineralen) voor de veehouderij en intensieve veehouderij heeft uiteindelijk geleid tot een periode van overmaat: De Melkplas, de Boterberg en daarna de Melkquota en de Stikstof- en de Fosfaatproblematiek. De natuur en het milieu wordt overbelast tussen 1950 en 2024 met een piek veertig jaar geleden voor het ingrijpen van de overheid. Zwaveldioxide uit brandstoffen, ammoniak uit de veehouderij en NOx uit de industrie, verkeer en vliegtuigen veroorzaakten zure regen en de problemen van zwarte gebouwen en verzuurde heide vroegen om oplossingen. Dat duurde wel nog even en de overheid begon met regels over zwaveldioxide.

Bedrijfsvorm landbouw

Het gemengde landbouwbedrijf was voor 1950 in West Europa leidend op zand-. löss- en veengrond en vaak ook langs de rivieren met stroomruggen met akkerbouw en fruittelt en de komgronden met weiden en beemden. Ook in het klei- en veenweidegebied kwamen gemengde landbouwbedrijven voor. Het mineralentekort met weinig vee resp. met veel werk en een groot aantal werkzame personen op het bedrijf, en weinig mensen in de totale maatschappij, komt aan de orde. Dan volgt uiteindelijk de overgang naar de periode met mineralenovermaat in de intensieve veehouderij miljoenen dieren en de import van scheepsladingen veevoer en krachtvoer en het gebruik van kunstmest. Er is een technologisch hoogstaande akkerbouw, veehouderij en tuinbouw, met veel export van akkerbouwprodukten, groenten, bloemen, vlees resp. zuivel en kaas naar het buitenland. De veranderingen in de landbouw gaan gepaard met sterke mechanisatie en externe financiering, met weinig mensen in de landbouw in een sterk gegroeide bevolking in het land. Er is een toegenomen eenzaamheid van de ondernemer op het landbouwbedrijf. Het beeld van de burger over de boer en het geromantiseerde boerenbedrijf is en blijft positief, zelfs onder de Stikstofcrisis en het Boerenprotest. Boeren hebben krediet bij de burger. Snapt de burger echt dat het niet goed gaat met de boeren?. En wil de burger daar als consument de consequentie van dragen? Het beeld van veel boeren over de burger en de stad is echter minder rooskleurig, zoals blijkt uit onderzoek. De invloed van de overheid en de banken op het landbouwsysteem leidt tot schaalvergroting en efficiencyvergroting. De overheid probeert met wetten, regels, vergunningen en boetes, met het doel de huidige problemenen op te lossen, en met falende handhaving, er niet in efficiënt en effectief in te grijpen.

Het mineralenoverschot in de landbouw (met name fosfaat en stikstof) met als gevolg de stikstofcrisis* en de duurzaamheids-, de klimaat- en milieuproblemen, en de gezondheidsproblematiek van de landbouw en de andere economische sektoren, zijn in de politiek genoegzaam bekend maar nog niet opgelost. De handhaving van de vele regels en milieuwetten en de vergunningverlening, toezicht en handhaving, is in Nederland een probleem zoals de Commissie van Aartsen aantoonde. Niemand is tevreden over de milieuvergunningen en iedereen wordt boos en er gebeurt niets, zo ervaart de teleurgestelde burger dat. De stikstofcrisis* is eigenlijk geen crisis maar een langdurig verwaarloosd mineralen- en milieuprobleem in lucht, bodem en water (in landbouw, bedrijven, verkeer en industrie) dat inmiddels een slepende crisis in de vergunningverlening van de bouw en problemen met de natuurvergunning veroorzaakt na een aantal rechterlijke uitspraken over stikstofreductie en vergunningverlening. De Natuur/Natura2000 gebeiden en de Landbouw/Veehouderij zitten elkaar in de weg en de overheid en de rechter zijn niet echt gericht op probleemoplossingen.

De gerezen milieuproblemen en de problematiek van mineralenoverschot in de veehouderij resp. het gebrek aan diversiteit in plant- en dier- en insectensoorten in de natuur (en in de landbouw) eist na 35 jaar getouwtrek, uitstelgedrag en gedraai, en complexe regels die slecht waren te handhaven, echte oplossingen. Productiebeperking (Quota) en Fosfaatregels met drijfmestinjectie met mestregels, en stalaanpassingen waren:

Stap 1. Reductie van stikstof met minder mest en minder vee (en schonere industrie en verkeer) is

Stap 2. Dan komt reductie van bemesting, schoon grondwater, en

Stap 3. Minder bestrijdingsmiddelen en minder antibiotica, in schone bodem, water en lucht als er nog aan. Inmiddels wordt de natuur en de biodiversiteit voor 2030 volgens het kabinetsplan flink hersteld. We waren in Nederland zo goed in landbouw dat we de natuur hebben ‘teruggedrongen en zijn vergeten’. Een dure les voor ons allen. De landbouw is te belangrijk om alleen aan de boeren en de markt over te laten. Net als : Defensie is te belangrijk om alleen aan de militairen en aan de markt en waan van de dagelijks politiek over te laten. Dat geldt ook voor Water en het waterschap.

We verkeren in Nederland momenteel in een overgangspositie van kostenminimalisatie in de landbouw (landbouwprodukten zijn te goedkoop) op weg naar een nieuw en volhoudbaar verdienmodel voor landbouw en voedsel (duurzaam voedsel moet duurder worden). De veehouderij/het dierlijk eiwit in ons voedsel wordt in de toekomst minder en het plantardig eiwit/de plantenteelt/akkerbouw /tuinbouw wordt belangrijker in het voedsel. De onderliggende overgang in de energietransitie resp. de klimaatcrisis, en de bewustwording van de CO2-voetafdruk/energietransitie, de fosfaatregelgeving en de stikstofcrisis en de andere milieuvervuilingen, de natuurcrisis en de achteruitgang van de soorten planten, insecten en dieren (biodiversiteit) hoort daarbij. De forse inflatie als gevolg van tekorten in grondstoffen, bouwstoffen, energie en chips, en effecten van de oorlog in Oekraïne, hakt erin. En dan hebben we ook nog te weinig arbeidskrachten in vele sectoren van de maatschappij. Het functioneren van de Nederlandse overheid/van Nederland piept en kraakt aan alle kanten en de bereidheid van burgers, politiek partijen, boeren en organisaties en instanties, om de handen uit de mouwen te steken, is nog onvoldoende. Wijzen naar de overheid is wijzen naar jezelf. Blijkbaar is de druk nog niet hoog genoeg om de transitie vloeibaar te maken.

Probleem oplosssen?.

Oplossingen zijn in belang van boer en burger want van de huidige onzekerheid resp. de gegroeide bureaucratie en de eindeloze politieke besluiteloosheid en het gekief, wordt de boer als ondernemer wanhopig en de burger vanwege uitblijvend resultaat en onmeetbare prestaties, ontevreden. Een fatsoenlijk inkomen voor boeren met gezond en duurzaam voedsel wil iedreen. Wetten en regels zijn of zullen in de EU en in Nederland inclusief de buurlanden worden gewijzigd onder andere het onlangs vastgestelde Gemeenschappelijk Landbouw Beleid van de EU. Oplossingen gaan richting verduurzaming landbouw, hogere prijzen landbouwprodukten, kringlooplandbouw resp. grondgebonden veehouderij, gemengde bedrijven/samenwerkende bedrijven dier en plant, extensivering landbouw, diversificatie van produkten en diensten, regionale vermarkting en aanpassing verhouding markt en winkelbedrijven, minder antibiotica en minder bestrijdingsmiddelen, meer bio- en eco-landbouw, meer akkerbouw/plantenteelt en minder veehouderij, en innovaties op alle gebieden. De houding en waardering van de burger voor duurzaam voedsel en voor de taak van boeren in de voedselvoorziening, is goed maar de bereidheid om daar voor te betalen moet veranderen. Nederland iss verwend met goed voedsel, nu de prijs nog, Voedsel maakt na de Tweede Wereldoorlog een te klein % uit van de bestedingen van het gezinsbudget. Het huidige ongebreideld gebruik van grondstoffen en energie wordt beperkt. De beperking van verspilling van voedsel en het consumentiegedrag vergt een slimme aanpak. Het smijten met reclame over goedkoop vlees om klanten naar de winkel te lokken is onwenselijk en onverantwoord in een tijd van transitie in de landbouw. Toch gebeurt het steeds weer ondanks afspraken. De gewenste aanpassing van het gedrag van consumenten om minder vlees en meer plantaardig voedsel te kopen, is duidelijk. De landbouw verdient als producent van duurzaam voedsel met de vele landbouwproducten een nieuw verdienmodel. Dat is een taak van de overheid en de maatschappelijk betrokken bedrijven, winkelbedrijven en de boeren, en van de consumenten en hun organisaties. Noem het een landbouwakkoord of een aanpak van een maatschappelijk probleem met burgerraden, de mensen (boeren en burgers) die het aangaat. De bestuurlijke en beheersmatige taken en rollen van het Ministerie van Landbouw moeten worden versterkt nadat ze jarenlang zijn teruggebracht. De Voorlichtingsdienst met beheersfuncties zoals onafhanklijke voorlichting is verdwenen en het Landbouwonderwijs op VMBO- en MBO-niveau inclusief cursusonderwijs voor beroepsbeoefenaars moest na 100 jaar naar OCenW. Daar ging het cursusonderwijs volwassenen en het profiel en de binding met het Ministerie van Landbouw met de groene- en boerenscholen ter ziele. Diepgaande veranderingen vragen om extra overleg met betrokkenen bovenop het wetgevingstraject van Regering en Kamer. Het vraagt tevens veel aanpassing en inleving van de burger en de boer. We gaan deze verandering of transitie ondanks jarenlang getreuzel, de komende 2-8 jaar (zeg maar 10) gefaseerd realiseren in grote en kleine stappen en wel samen met boer en burger met de plannen in de coalitieakkoorden in Nederland, België en Duitsland. en de afspraken in de EU. Ook het wereldvoedselvraagstuk staat weer op de agenda als gevolg van de klimaatverandering resp. de energiecrisis (afbouw kolen, olie en gas uit Rusland), en de gevolgen van de oorlog in Oekraïne op de energie- en voedselprijzen.

Essay op internet

Het Essay Landbouw in verleden en heden met de stikstofcrisis, is op internet geplaatst op hubvanpol.com waar ook de Familiegeschiedenis van Pol in het Ambt Montfort van het Overkwartier van Gelre is opgenomen. Het Essay staat los van de Familiegeschiedenis en is separaat met een klik in de linkerbalk te raadplegen. Dat geldt ook voor de Essay Oorlog Oekraïne. De Essay Landbouw schetst de historische ontwikkeling van de landbouw en de politieke situatie (de intensivering in de veehouderij) rondom de reductie van mineralengebruik (fosfaat en stikstof) en het de ontstane problemen met het milieu (bestrijdingsmiddelen, antibiotica en zoönosen) en het herstel van de natuur, het landschap en de biodiversiteit.

Een Visie op de aanpak van de problemen en de oplossingsrichtingen uit de imPASse, versie 5 dd. 10-11-2019, van de hand van de auteur, is evenals een Powerpoint: Presentatie over het schrapen van mineralen in het oude gemengde bedrijf, opgenomen in de tekst van het Essay.

In de Familiegeschiedenis van Willem van Pol in Ambt Montfort wordt in enkele hoofdstukken aandacht besteed aan de toestand van de landbouw in de loop van de tijd en de werkzaamheden van familieleden als boer en schepen met achtergronden en werkzaamheden van landbouwbedrijven. De positie van leengoederen, pachtboerderijen en eigen landbouwbedrijven komt in de geschiedenis van de familie Pol aan de orde.

In de tekst van het Essay wordt de historie van de landbouw van 1400 (einde Middeleeuwen) tot 1950 (de grote omslag in mineralengebruik) met mineralentekorten geschetst. Onomkomelijk stoten we dan op de mineralenovermaat van de landbouw na de golven van intensivering en schaalvergrotingen met het Mansholtplan in het tijdbestek van 1960-2024. De frusterende situatie van ruwweg 50 jaar dralen (1970-2020) met gebrek aan effectief ingrijpen op het mineralengebruik en het achteruitgaan van de natuur, het landschap en en de biodiversiteit, duurde voort. Vele ministers van Landbouw kregen de veranderingen onvoldoende op de rails. De tegenwerking van het groene front en van de boeren was bij gebrek aan concrete uitkoopregelingen te groot. Omdat het voedsel steeds goedkoper werd haalde de burger/ de klant er lange tijd de schouders bij op. Waar maak je je druk om?. Het beleidsvacuum van het (deels demissionaire) kabinet gedurende bijna 2 jaar met de PAS-impasse, kennen we allemaal. Daarna krijgen we de moeizame kabinetsformatie en de aarzelingen en onhandige manier van handelen van het nieuwe kabinet om in te grijpen na Corona, met het eindrapport Stikstof van de Commisie Remkes: Niet alles kan overal. Het onbeholpen ingrijpen van het nieuwe kabinet Rutte/Kaag. heeft de auteur in 2019 geprikkeld tot het opstellen van een Visie op de gerezen problematiek, en het (continueren van de) Essay over de geschiedenis van de landbouw en de kritische situatie waarin de landbouw verkeert, met het benoemen van kritiekpunten en het aangeven van enkele oplossingsrichtingen. Met het aantreden van de nieuwe Ministers van Landbouw Natuur en Voedselveiligheid (Staghouwer) en Landbouw Natuur en Stikstof (van der Wal) zijn de problemen voor het kabinet en de boeren echter niet opgelost, zoals we dagelijks vernemen uit de media. Inmiddels is na de rechterlijke uitspraak van de PAS-melders alweer 2 jaar verstreken zonder gebruikersvergunning. Die boeren die dachten juist te handelen in de (gekritiseerde en aangevochten) PAS-regeling, zijn inmiddels wanhopig en de burger en de natuurorganisaties blijven ondanks toezeggingen aan de PAS-melders, die niet gerealiseerd zijn, ontevreden. De vergunningen voor de bouw van woningen en bedrijven worden aangehouden in verband met Stikstof.


Landbouw in verleden en heden.

De oude tijd.

Vanaf de Bandkeramiekcultuur ( -5000 voor Chr. in Zuid Limburg), Hallstattcultuur/Kelten -500 voor Chr.), Eburonen/Germanen en/Franken resp. Romeinen/Byzantijnen (-300 v Chr tot +400 na Chr., +1496 val Byzantium) en de Karolingen (+700 na Chr) wordt er in de Nederlanden en NordRheinWestfalen op de vruchtbare gronden geboerd vooral op de löss en langs de rivieren Maas, Rijn, Waal, IJssel en Schelde en op de gronden van de talrijke zijrivieren. De oudste bewoners van de Nederlanden creërden akkers op de löss en langs de rivieren van Zuid-Limburg en in de Haspengouw, en de rest van Nederland, in NRW en in Vlaanderen. De cultuur stagneert mogelijk als gevolg van ziekten zoals de pest. Ervaringen en methoden van het boeren en van de jager verzamelaars zijn in de loop van 1500 jaar doorgegeven van generatie op generatie. Toch is maar 25% van de genen bij de mensen overgeleverd. Er kwamen dus steeds nieuwe mensen als nomaden bij. Na de komst van de Yamnaya uit Oektaïne naar Noord-Europa, bereikten de Anatolische boeren uiteindelijk ook het Noorden van Europa. De Nederlanders hebben DNA van jagers, oude boerenculturen uit Anatolië, en grafheuvelbouwers van de Jandaja- of Yamnayacultuur uit Oekraïne en Rusland, de zogenaame Kaukasische jager-verzamelaars met vee en paarden die 8000-5000 jaar geleden Europa gingen bevolken en hun IndoEuropese taal meebrachten. Uit de analyse van Eske Willerslev, geneticus aan de Universiteit van Kopenhaven, blijkt dat door de opkomst van de landbouw het aantal besmettelijkd ziekten toenam omdat zij dichter bij elkaar leefden en omdat ziekten van het vee oversloegen naar de mens. Door goede voeding nam de lengte van de mans toe maar een deel van de verklaring is de afstamming van de Yamnaya. Ook mutaties in de genen van de herkomstvolkeren waren verantwoordelijk voor ziekten zoals MS, diabetes, en Alzheimer, maar tevens voor meer weerstand tegen herpes simplex en het epstein-barr-virus. Het vermogen om melk te verteren blijkt tevens van zijlijnen van de Yamnaya af te stammen samenhangend met kritische perioden van hongersnood 6000 jaar geleden. Volgens Eske Willerslev geneticus in Kopenhagen. en andere medische wetenschappers, is ongeveer 50% van ons DNA afkomstig van de volkeren van Yamnaya, en 45% van de Anatolosche boeren met nog een beetje 3-5% DNA van de Neanderthalers. Bron: Nature januari artikel 2024 van Eske Willerslev, en NRC 11 januari 2024: De genetische mix van de Europeanen, redacteur Hendrik Spiering . Bron: NRC 24-02-2024, Een ziekte van oeroude jagers-verzamelaars, van redacteur Hendrik Spiering.

De Etrusken (-700 voor Chr.) in Italië zijn akkerbouwers en veenontginners en hun kennis komt bij de Romeinen terecht net als de kennis van de volkeren rond de Middenlandse Zee, die de Romeinen veroveren. Iets opschrijven over de landbouw deden de Romeinen al. Mest van dieren, compost, gier, en vuuras/potas en mergel zijn bekend en worden toegepast als mesttof. Men teelde dus zonder moderne mineralen en zonder bestrijdingsmiddelen maar met gebruik van dierlijke mest, vuuras, compost en veen of turtfstrooisel. Dat was dus een vorm van biologische landbouw. Die kennis opgeschreven in het Latijn lag opgeslagen in bibliotheken maar die informatie leest een eenvoudige boer niet. Geleerden die dit kunnen lezen, boeren niet. De Arabieren in Klein Azië/Noord Afrika en de Moren in Spanje domineren de kennis en de wetenschap van 800-1400 rond de Middenlandse Zee en Spanje en zij zijn meesters in ontginnen van grond, vermeerderen van planten, irrigatie, fermentatie, en in tuinbouw en tuinkunst. Van die kennis en kunde is in de praktijk veel overgeleverd in Spanje en Italië en via het Ottomaanse Rijk. De kennis en praktische ervaring om te boeren is echter eeuwenlang thuis op het bedrijf mondeling overgedragen en dat gebeurt in de verschillende regio’s op aangepaste wijze. goed voor de broodnoduge verschillen.

In de periode 1400-1800 verandert de landbouw maar weinig omdat er geen extra mineralen (meststoffen) en geen nieuwe machines en technieken (of bestrijdingsmiddelen) ter beschikking komen om het waterbeheer en de bouwvoor te verbeteren. Oude werkmethoden zoals bos platbranden voor roofbouwlandbouw en het tweeslagstelsel, half land braak en half land akkerbouw, zijn rond 1000 verlaten voor het drieslagstelsel. Er zijn dan in Europa nog maar weinig mensen en de fysieke ruimte om voedsel te telen is groot. Er is nog veel bos in Nederland. Iedere regio zorgt voor de eigen voedselproduktie maar bij de opkomst van de steden ontstaat de vraag naar meer voedsel zoals graan, brood, melk, kaas. eieren, groenten, fruit, en vlees, vis en gevogelte. drinkwater, bier en wijn. De boeren, vissers en jagers beginnen te leveren aan de stad. Er is handel. Er ontstaat een markt. Karren gaan rijden en schepen gaan varen. Voorheen leverde men alleen aan de plaatselijke heer, het dorp en de familie/het eigen gezin. De voedselregio wordt opgerekt en de regio van handel met houdbare producten is sterk vergroot. Zo ontstaat ook de handel resp. het transport en de scheepvaart buiten de eigen regio en men leert de eerste stappen van conserveren (zout en vis, zout en kaas, zout en vlees, drogen etc.). Energie levert de mens, resp. het dier (paard en rund en hond), het gestuwde water (watermolen en viswater), de wind (windmolen op heuvel of dijk) en het bos met hout en houtskool, en het veen (turfstrooisel) en in de omgeving Kerkrade ‘de koale’ (de steenkool.) Dijkenbouw en aanleg van weteringen (gegraven sloten in polderland) vindt gestaag en regionaal plaats in het rivierengebied, dat regelmatig van vorm verandert. Ook zeedijken komen plaatselijk tot stand in Vlaanderen en in Holland/Zeeland en Friesland. De dijk bezwijkt wel eens als gevolg van hoog water of bij gebrek aan collectief dijkonderhoud. Dan dringt de zee diep het land en de polders in als dijken bewijken en grote stukken landbouwgrond en veen in zee verdwijnen. Het regenwater in de rivieren en de kwel geeft gedoe tussen de hertogdommen en graafschappen met name tussen hertogdom Gelre en graafschap Holland. Dat Gelres/Gelders water moest worden tegengehouden in het rivierengebied!. Je kunt wel een extra dijk bouwen in Holland maar waar blijft het Gelders water dan?. Weer een andere overstroming. Op de Veluwe en op het zand van Oost- en Zuid-Nederland is het heel anders. Droogte geeft problemen en remt de groei van gewassen. Veen, moeras en natuurgebied blijven lange tijd onontgonnen. Ontginnen kost geld. Een greppel, gracht of afwatering graven op het platteland is al een hele onderneming. Het bos blijft gestaag krimpen zeker als er flink werd gebouwd. Steden werken aan havens en waterwegen, de adel en de vermogenden hebben vooral aandacht voor hun kasteel of landhuis met of zonder waterpartijen en een buitengebied. Steden worden rijker en verkrijgen meer macht. Stadsmuren en verdedigingstorens verrijzen. We heffen tol op rivieren en knooppunten van wegen. De stadhuizen resp. gildehuizen en herbergen concurreren in schoonheid met de woningen en paleizen van de adel en de kerken en kloosters van de katholieke kerk. Machines zijn er niet veel behalve werktuigen zoals hijsinstallaties, tredmolens en paardenmolens, molens op waterkracht of wind, zaagmachines om hout te zagen, pletmolens om granen te malen en persmolens om plantaardige olie te winnen. Er zijn houten kranen en liften (mijn schachten) op waterkracht of windkracht paardenkracht of mensenkracht. En de stad heeft een tol (brug/veer of haven), een waag (gecertificeerd wegen) en een munt (gecertificeerd geld) en de geijkte inhoudsmaten. We vergeten de handel in wijn, het zout, de gruit en het bier niet. We stoken op houtskool (duur en makkelijk) en steenkool (steden per schip), en op het platteland en in de stad ook op hout en turf. Steden hebben volmolens voor de wolindustrie maar die vragen veel waterkracht. De smid beheerst de kunst van ijzer en vuur en de timmerman bouwt met hout onder andere vakwerkhuizen, boerderijen en molens, en timmerde het gebint, ramen en deuren, vloeren, poorten en bruggen. Het schip heeft zeilen en op rivieren is er trekkracht van paarden en of mensen vanaf de wal. Het enige ‘werktuig en techniek’ op de boerderij is de mens met het vuur, de kachel, de schoffel, de zeis en zicht, de schop, de hak, de bezem, de waterput met hevel, de bijl en hiep, de voerketel, de hakselbok met mes, de eg en een houten ploeg met een simpele schaar. Een os, een koe of een paard levert trekkracht. Een paard vraagt gras, hooi en meer graan dan een koe of os , die met gras, stro en hooi uit de voeten kunnen, Een paard is sterker en sneller in het werk. De stijgbeugel (Romeinen), de haam, de tandem en het hoefijzer behoren tot de vernieuwingen. Een houten grondkar/mestkar of een graanwagen met houten wielen en ijzeren velgen vormen de vervoermiddelen. Rijke boeren en welvarende burgers hebben een rijpaard of een rijtuig evenals burgemeesters, handelaren, geestelijken, drosten en rentmeesters, Ridders en soldaten met hun wapentuig hebben een paard. De rest moet vooruit met de benenwagen. Er zijn in 1400 nog maar weinig mensen in Nederland omdat er rond 1350 een pestepedemie is geweest en die zou zich vele malen herhalen tussen 1620 en 1660. In beide perioden vinden 40% van de inwoners de dood.

Boerenwerk op het bedrijf uitgebeeld, Daneel van Heyst

De Oostzeehandel en en de Noordzeehandel, ooit begonnen met Noormannen, Denen en Vikingen uit Zweden, die steden stichten aan de kusten, en de mediteraine handel van de Romeinen resp. de Byzantijnen en Ottomanen, gaan een rol spelen, Dat gebeurde ronde de Oostzee en Noordzee als gevolg van de vraag naar wol en linnen, resp. graan, vis, zout, hout, meubels, en zuivel, kaas en olie, groenten en fruit in de opkomende steden, die de produkten gaan verhandelen. Graanprijzen van koren en tarwe en de boekweit spelen een dominante rol. Aanhoudende hogere graanprijzen stimuleren regionaal de landbouweconomie en het onder de ploeg nemen van nieuwe grond of het uitvoeren van een kleine ontginning. Lage prijzen stimuleren braaklegging. En de boer, hij trouwt later. Het landbouwsysteem gaat langzamerhand over van het drieslagstelsel naar het vierslagstelsel d.w.z. intensivering van het grondgebruik omdat de braak wordt verminderd. Na de afschaffing van de braaklegging rond 1850, wordt het grondgebruik nog intensiever. Zomer- en wintergewassen worden geteeld. Als nieuwe gewassen komen klaver, resp. mais, aardappelen, grassen en een aantal nieuwe groenten in beeld, aanvankelijk via de Middenlandse Zee en later vanuit alle werelddelen: de koloniën. Er ontstaat aandacht voor het drogen, schonen en selectie van zaden en de kwaliteit van zaaigoed neemt toe. Het vee krijgt meer aandacht en het selecteren en kruisen vandieren wordt belangrijker waardoor allerlei veerassen ontstaan.

Gemengd bedrijf: alles in een bedrijf

De boeren telen op het gemengde bedrijf met planten en dieren in de loop van de tijd stapsgewijs intensiever. Gemengd betekent akker, vee, mest, stro, granen, voer, melk, boter, hooi en de zaai en oogst van de gewassen op een bedrijf. Meer eigen veevoer produceren, leidt tot meer vee. Meer aandacht voor het vee levert beter vee. Omdat boeren nog geen bestrijdingsmiddelen en geen kunstmest of andere hulpstoffen gebruiken, zouden we hun teeltmethode tegenwoordig biologisch noemen of biologisch dynamisch als men rekening hield met seizoenen, maanstand en enige hokuspokus bij het bereiden van compostpreparaten en het toepassen van koehoornstraling. Het gebruik van perskoeken van oliehoudende zaden en de import van granen, mais en soja als veevoer in Europa na 1850, en de introductie van kunstmest verhogen het verbruik van mineralen per ha. De gewassen groeien beter. De intensieve veehouderij met gebruikmaking van veevoer en krachtvoer uit het buitenland, stamt van na 1950 en verhoogt nogmaals het mineralenverbruik.

Vrije boeren

Voor 1400 zijn de boeren en burgers niet vrij op het platteland maar zijn zij horigen of laaten van heren op leengoederen. Boeren en heren behoren bij elkaar op een leengoed/boerderij en vormen een leefgemeenschap van een heer met instemming van elkaar om taken en plichten te vervullen: Een evenwicht als alles goed gaat. In Limburg waren er na ontginning van het boslandschap honderden leengoederen groot en klein. Leengoederen hebben in Limburg op of in als opgen en ingen voor hun bedrijfsnaam bijv. opgen Hoes of ingen Lyllaer, Als heer lever je de spullen voor de boerderij inclusief het perceel akkergrond en het gebruik van de woning van de horige, de horige levert de arbeid. Een deel van de tijd werkt de horige op zijn eigen perceel. Vrij worden betekent rechten en plichten afkopen en inlossen. Dan betaal je een bedrag, waarna je als horige vrij bent. Zo was het ooit bedoeld. Lijfeigenen, die nog minder rechten en meer plichten hadden, kwamen in West-Europa weinig voor, Maar des te meer in Oost -Europa zoals in Polen, Oekraïne, Hongarije en Rusland. Dat leek op slavernij en het afschaffen verliep vanaf 1750 tot 1900 uiterst moeizaam. Zo moest de vrijzinnige Maria Theresia en Frans Josef als keizerin en keizer van Oostenrijk-Hongarije in hun ‘VielVölkerStaat’ ervaren toen zij de boeren gingen vrij maken in Groot-Hongarije, Galicië etc. De adel en de grote landeigenaren verzetten zich met hand en tand tegen afschaffing van lijfeigenschap, en Maria Theresia en haar Habsburgse opvolgers) waren populair bij boeren, lijfeigenen en Joden omdat ze de handel resp. de godsdienstvrijheid en de boerenstand wilden verbeteren. In Rusland en Oekraïne schaffen de communisten de lijfeigenschap en het eigenaarschap van de grond af, maar dat gaat gepaard met boerenopstanden, hongersnood, en verbanning naar Siberië.

Er zijn tussen 800 en 1400 honderden leengoederen in Nederland ontstaan in navolging van de grote leengoederen van de Karolingische tijd, aanvankelijk langs de vruchtbare rivieren en beken, en op de löss of op leemgronden. Met name Zuid-Limburg is er rijk aan. De grote leengoederen werden in de loop van de tijd opgesplitst in kleinere eenheden. In Ambt Montfort/Huys Montfort zijn er rond 1400-1500 wel 65-100 leengoederen en bij Huis Schinnen/Huys Terborg in Schinnen, dat in 1403 nog Gelders was, rond de 80. Steden zijn klein en mensen wonen aan de kust, langs rivieren, en op het platteland in kleine dorpen en in gehuchten van een aantal boerderijen en enkele herenhuizen/landgoederen/leengoederen. Horigen werken op een leengoed. Er geldt leenrecht met verplichtingen tot werk, wonen, bescherming, kleding en voedsel over en weer van horige en heer. De horige werkt enkele dagen voor de heer en de rest voor zichzelf op een ‘eigen akkertje” van het leengoed. Die horigheid wordt in het Ambt Montfort afgeschaft resp. afgekocht rond 1350 (een schatting). De mensen worden vrij burger en vrije boer met als rudiment van de eerdere verplichtingen leveren zij nog enkele dagen per jaar herendiensten aan de Heer/Hertog/Graaf/Drost. De mensen gaan in gehuchten/dorpen wonen die ontstaan als verzameling van huizen en boerderijen, veelal in de nabijheid van enkele leengoederen op het platteland. Er komen steeds meer vrije boeren en keuterboeren en dagloners. Boeren bouwen hun eigen vakwerkboerderijen en keuterboerderijen met een houten geraamte op een provisorische stenen fundering resp. met stro, leem en wilgenhout, en planken en deuren en ramen. Aanvankelijk zijn deze gebouwen stro-gedekt of riet-gedekt, en later na 1600 pannen-gedekt. In Noord-Limburg zijn er naast vakwerkboerderijen van hout, leem en stro ook Saksische, en in Midden- en Zuid-Limburg, Frankische boerderijen gebouwd, deels of geheel uit steen. Die boerderijen zijn veel duurder maar wel duurzaam. In Vlaanderen resp. Zeeland en in Friesland komen andere bouwtypen voor omdat de bedrijfsvoering meer op weidebouw en melkvee is gericht.

Vanaf 1200 bouwen ridders resp. adelijke heren, bisschoppen en graven of hertogen versterkte kasteelboerderijen met een motte (een houten en later stenen toren), en vakwerkboerderij, later een bakstenen of mergelstenen boerderij of voorhof, omgeven door water met poorten en bruggen. Dit soort gebouwen was zeer kostbaar. De motte is later meestal na 1650 gesloopt of omgebouwd tot woonkasteel met een opgehoogde donjon toren. Dat was in de tijd van de ridders voldoende als verdediging. Kanonnen schoten gaten in kasteelmuren dus de tijd van ridderkastelen was rond 1550 voorbij. In het woonkasteel woonde de heer, die tevens betuurder was. Op de boerderij woonde de boer: de halfe of halfepachter. De boerderij was er voor de productie van voedsel en diensten, en tevens speelde zij een rol in de verdediging met eigen poorten, versterkingen en waterpartijen. De boerderij is vaak bewaard gebleven als pachthof of als een verbouwd semi-woon-kasteel. Het type boerderij dat wordt gebouwd, verschilt in vorm variërend van Langgevelboerderij (huis en stal met koeien en paarden achter elkaar) en Halleboerderij met hallenhuis en de stal inpandig erachter (in Noord Limburg, Noord-Brabant, Drenthe en Friesland), naar versies met aanbouw en uitbouw van boerderijvleugels: Het L-model (een vleugel haaks op het hoofdgebouw) en het U-model (front open) tot het gesloten of Carre-model met het Voorgeveldwarshuis. Rond de boerderij treft men allerlei andere gebouwen en bouwsels : de waterput, resp. de kippen- of eendenstal, de wagenloods, het bakhuis, de mestvaalt en de moestuin of fruittuin. Na een aantal renovaties en vele reparaties aan het dak en de muren, waren de lemen vakwerkboerderijen aan vernieuwing toe waarbij allerlei bouwstenen van de vuurhaard en de schoorsteen en het balkenhout werden hergebruikt. Vanwege brandgevaar is de vakwerkboerderij na 1750 minder in trek. Een aantal boerderijgebouwen van leengoederen is toen niet meer vernieuwd en de grond ging na het abandoneren in de verkoop. Stenen boerderijen met allerlei bouwsels zoals graan-, hooi- en stroschuren resp. koeien- en varkensstallingen, en werktuigen (de schop), stammen veelal van na 1750/1800 en zijn inmiddels aan hun vijfde renovatie toe. Er ontstaan ambachten met ambachtlieden, gildes resp. havens en markten met overslag. Vissers zijn naast schipper ook boer, Boeren schippers uit Friesland, Holland en Gelre gaan steeds verder langs kusten en rivieren handeldrijven. Het recht- en financieringssysteem in de landbouw verandert rond 1550 van leenstelsel naar halfepacht (inzet kapitaal en vee van eigenaar en pachter, de halfe, half) en keuterboeren en dagloners tot uiteindelijk na de Franse overheersing (1794-1814) naar pacht en vrije bedrijven. Het leenstelsel resp. de gilden en een deel van het kloosterbezit van kloosters met te weinig maatschappelijke meerwaarde, worden afgeschaft door keizerin Maria Theresia rond 1750 en ten gevolge van de Franse revolutie in 1794. Een stroomlijning van het burgelijk bestuur begint onder Karel de Vijfde en verschilt tussen de Nederlanden en het Heilige Roomsche Rijk (HRR) en de Duitse Landen. De godsdientvrijheid is nog ver weg maar in het HRR geldt de keuze van Katholiek of Protestants per hertogdom/graafschap, te kiezen door de plaatselijke Heer.

Het oude gemengde bedrijf tot ongeveer 1800 In Nederland komen in de Middeleeuwen vooral gemengde landbouwbedrijven voor met een areaal akkerland met, met graanteelt, weide- en hooiland en met groentetuin en een boomgaard met fruit. Het areaal akkerland met rogge, de kern van het gemengde landbouwbedrijf op zandgrond, veengrond en löss, dat de boer kan bemesten, is beperkt. Op zeeklei-en rivierklei- en zavelgrond stroomruggen teelt men allerlei granen terwijl de komgronden dienden als hooiland en graasland. Het pallet van geteelde gewassen veranderen langzamerhand door de komst van nieuwe gewassen en plantenselectie zoals leguminosen (klaver en lupinen), andere granen, mais, weidegras, groenvoer zoals stoppelgewassen, en aardappelen. Aardappelen die een grote opbrengst hebben, vullen na 1850 koren als broodgraan aan als voedsel voor de mens. De hoeveelheid vee neemt langzamerhand toe evenals de hoeveelheid dierlijke mest. Je moet als boer verstand hebben van planten telen en van vee houden. Bij steden wordt langzamerhand meer zuivel, groente en vlees geproduceerd en het akkerland met graan werd minder. Melk en verse vis kun je nabij afzetten: boter, kaas en zoute vis zelfs verderweg. Vanaf 1800 vindt er wetenschappelijk onderzoek en voorlichting plaats met name in Duitsland/Pruissen waar in de de landbouw en in het leger wordt geinvesteerd. Via publicaties en lezingen, proefvelden en voorlichting werd de kennis (zichtbaar)uitgedragen aan de boeren, Een aantal landbouwonderzoekers uit die tijd, kennen we nu nog: Albercht Thaer, Carl Sprengel en en Justus Von Liebig.

Munnichshof en Cleyn Ouwen waren eeuwenlang gemengde landbouw bedrijven nabij Vloatbeek en Engenouwerbosch in Sint Odiliënberg en Montfort. De huidige uitvoering is in baksteen en met pannen gedekt, Foto Henk Kusters 2021

In 500 jaar gaat de laagproductieve middeleeuwse landbouw als gemengd bedrijf over naar high tech en high finance landbouw zonder gemengd bedrijf. Anders geformuleerd: van mineralentekort en veel mensenwerk en regionale zelfvoorziening, naar mechanisatie en mineralenovermaat bij intensieve veehouderij met import van veevoer en krachtvoer, met weinig mensenarbeid en veel export van Nederlandse landbouwproducten (vlees, zuivel en kaas, groenten en bloemen ) terwijl de mineralen uit veevoer en kunstmest gedeeltelijk in Nederland blijven in het riool en de bodem en in het oppervlaktewater en het grondwater. Boerderijen en stadsboerderijen recirkelen de mineralen omdat mest en urine/beer in tonnen wordt ingezameld voor de tuinbouw/warmoezerij of de voor akkerbouw. Tot 1800 en soms tot 1900 was vee in de stad normaal in stedelijke huisstallen en in de stadsweide. De produktiviteit van de grond neemt tussen 1400 en 2000 steeds meer toe. Bij graanteelt verbetert de opbrenst tussen 1400 en 2000 van 1500 kg rogge op zand resp. 2500 kg op löss en 3000 kg op kleigrond in de loop van de tijd naar 6000 kg en 10.000 kg met uitschieters op kleigrond/zavelgrond van 12.000 kg graan per ha. De contradictie van het ‘bijeenschrapen’ van mineralen in het verleden tot en met de overmaat aan mineralen in de landbouw in de huidige tijd, wordt in deze tekst nader toegelicht. Na 400 jaar schrapen door het gemengde landbouwbedrijf, is er een langzame verhoging van het mineralenverbruik door toename van dierlijke mest en kunstmest, en na de brede inzet van kunstmest na 1930, en na de import van granen en de inzet van krachtvoer in de veehouderij. Na 1960 zijn in 30 jaar tijd zoveel mineralen met drijfmest in de (melk)veehouderij en de explosief groeiende intensieve veehouderij toegevoegd, dat de normen van voldoende stikstof en fosfaat op landbouwgrond en natuurgebied per ha regionaal fors en langdurig worden overschreden bij gebrek aan beschikbare ha’s weideland en akkerland. Dat gebeurt tussen 1965 en 1985. De bodem kan het niet meer aan en de mineralen lekken weg. Er komt via uitspoeling in de winter veel nitraat in het grondwater en oppervalkte terecht. Fosfaat kan afspoelen of langzamerhand uitspoelen naar het oppervlaktewater. Ingrijpen is nodig maar dat gaat even duren. En en de boeren en burgers zijn er niet bewust mee bezig. De milieubeweging en de natuurorganisaties roeren zich steeds indringender. Goedkoop telen voor de markt is het motto. De wetgever moet ingrijpen maar de politieke partijen en het landbouwbedrijfsleven willen het probleem niet aanpakken. Het gaat geld kosten.

Andere knelpunten

Dit staat los van de huidige problematiek van diergebonden ziekten in de intensieve veehouderijn de verlorengegane biodiversiteit van het boerenland resp. de achteruitgang van het kleinschalige landschap en de plaatselijke natuur, door ammoniakvervluchtiging uit stallen, en het verdwijnen van kleine landschapselementen zoals het beekdal, resp. het moerasland, het ven, de woeste grond, de graften, de lanen, het bos en de bosschages, bloeiende bermen en een aantal natuurgebieden. Het bos is na 1500 sterk gekrompen als gevolg van kap en door bestuurlijke verwaarlozing en de roof van hout door burgers. Het herbebossen kwam in het gedrang toen hertogen en graven het bostoezicht en bosbeheer lieten versloffen mede als gevolg van de vele oorlogen. Het bebossingsproject van de werkverschaffing in de jaren dertig (1930) heeft wel bos opgeleverd maar dan wel productiebos onder ander voor de mijnen en de houtindustrie. Het landschap is als gevolg van ruilverkavelingen grootschaliger want bomen en struiken en moeras zijn lastig voor de boer. Het wordt eentoniger maar ook ecologisch verarmd in soorten planten, insecten en vogels etc. mede als gevolg van de bestrijdingsmiddelen. Met name de huidige intensieve veehouderij met de antibiotica en de bloementeelt en de akkerbouw met het gebruik van bestrijdingsmiddelen zoals insecticiden zijn, ondanks het verdwijnen van een aantal persistente en giftige middelen, een probleem voor de natuur en het milieu. Waar zijn de insecten en de bijen gebleven? Een aantal projecten van akkerbouwers met braak, akkerranden en insecten- en kruidenpercelen laten (soms collectief) zien dat die boeren andere keuzen maken, of biologisch gaan telen. Monoculturen van mais en Engels raaigras, en grote percelen akkerland en weide leiden tot verarming van het aantal soorten planten en dieren: de biodiversiteit. De intensieve veehouderij lijkt, als je kijkt naar de dierziekten en strenge hygiëne- en bezoekersprotocollen, permanent in quarantaine. Sommige gevaarlijke dierziekten slaan over op de mens (boer en buur) zoals MRSA bij varkens en Q- koorts bij geiten (boer en buurt). Obesitas is het gevolg van te veel eten van suiker, vlees en vet en het snoepen met frisdrank bij weinig lichamelijk werk en weinig bewegen. Ook plofkippen horen in die categorie.

Het intensieve veehouderijbedrijf heeft geen grond of te weinig grond voor kringlopen van mineralen uit de mest in de cyclus van bemesten en planten oogsten, Die bedrijven hebben dus een overschot aan mineralen, die ergens naar toe moeten. Alle grond in Nederland is in gebruik bij boer en burger en bij wegen, vaarwegen, bermen, bos, natuurgebieden, bouwplaatsen en de industrie. De mineralen moeten eigenlijk het bedrijf uit en soms het land uit zoals is gelukt voor gedroogde kippenmest. Of er moeten minder mineralen met veevoer of kunstmest het land in. Blijf je teveel drijfmest van varkens of koeien uitrijden op te weinig ha’s grond, bijv. 4 keer drijfmest rijden i.p.v. 2 keer in totaal 40 ton drijfmest per ha, dan komen er meer dan honderd kilogram N (stikstof) , P (fosfaat) en K (kalium) in de bodem en dan verpest je de grond en het grond- en oppervlaktewater zoals in de jaren zeventig van de vorige eeuw regelmatig gebeurde. Dat was een milieudelict en iedereen wist dat dit gedrag niet deugde, en keek weg.

Het debacle van de mestfabriek voor buitenlandse afzet is hier debet aan behalve bij kippenmest, die hog geconcentreerd is aan mineralen, en makkelijk droogt en naar het buitenland wordt vervoerd. In tegenstelling tot de hooi-en weidelanden van vroeger, hebben we nu strakke weilanden met Engels raaigras en de vennen, greppels, hagen, graften en bosschages zijn verdweneen. Kruidenrijke weilanden zijn er weinig behalve bij biologische boeren, Een bloemrijke berm of akkerrand met (on)kruiden, insecten en vogels, moet concurreren met het gebruik van een effectief bestrijdingsmiddel dat nuttige insecten doodt, of met een effectief herbicide zoals Roundup, dat inmiddels behalve de berm ook Bayer/Monsanto de das omdoet in verband met de verdenking en claims op het mogelijk veroorzaken van kanker. De randen van percelen ter bevordering van de soortenrijkdom van planten en dieren/de biodiversiteit blijven al 40 jaar een discussiepunt tussen boeren, burgers en biologen, ook in de andere EU-landen. Een aantal akkerbouwers zorgt in overleg met elkaar en met de overheid in agrarische natuurverenigingen inmiddels voor extensieve akkerranden en kruiden-, insecten-, en vogelstroken als onderdeel van hun bedrijfsvoering. Die vrijwilligheid en natuuropbrengst wordt door de overheid beloond met EU-subsidie.

Betaalbaar voedsel

De bestudering van 600 jaar landbouw maakt duidelijk dat er na 1800 en vooral na 1900 veel technische en landbouwkundige oplossingen zijn gevonden voor de boeren en burgers om voldoende voedsel gezond en betaalbaat te produceren. Dat was voor 1800 onmogelijk en voedsel was dan ook relatief duur. Belegerde steden kregen uiteindelijk te kampen met hongersnood en veel legers moesten ook hun belegering of oorlog staken omdat het geld opraakte en er in de wijde omgeving geen voedsel meer beschikbaar was. Opstanden in het leger bij een gebrek aan voedsel waren gewoon, evenals strooptochten op de terugweg naar huis. Dat was vaste prik als de soldij niet werd betaald. Die feiten kent de huidige burger en de consument nauwelijks en soms de moderne boer ook niet. De twee perioden met hongersnoden, zelfs nog vrij recent in de 19e eeuw, zijn inmiddels vergeten. De kennis over en ervaring met het verschijnsel honger bestaat niet meer echt in Nederland. Na 1800 groeit het aantal mensen en de grote bevolkingsgroei gebeurt na 1900. De trek van de burger naar de stad neemt toe. In of nabij de stad is werk: veel werk. Maar er zijn weinig woningen en veel mensen in de stad verpauteren bij de eerste industriële revoluttie: 1800-1850 met de verstedeljking. Sociale voorzieningen en zorg voor arbeiders bestond nog niet want de regeing was conservatief en liberaal. De sociale zorg moets wachten op de opkomst van de vakbonden en de sociale zorg en ziekenzorg vanuit de Kerk. Er wordt na 1880 veel geld gestoken in de ontwikkeling van de landbouw en coöperaties en na 1960 in de vermindering van arbeidsuren en in sociale zorg. Dat proces vindt geleidelijk en gestaag plaats, maar gaat deels uiteindelijk ook ten koste van de duurzaamheid van de landbouwproduktie. De boer en de arme burger profiteren maar weinig van de vooruitgang. Het aantal boeren vermindert automatisch omdat er voor de kinderen werk elders is. In de stad wordt het steds drukker onder soms bizarre omstandigheden met slechte hygiene in miserabele huisvesting (tien mensen in een kamer) en een slecht milieu (geen waterleiding, geen toiletten, geen riolering).

Vakwerkboerderij Schweiberg Gronsveld, in oude tijden met lemen vlechtwerk panelen binnen houtconstructie met en strooiendak of rietendak, Foto Schweiberg vakantiehuis internet

De hoeveelheid voedsel en voeders neemt toe en voedsel komt beter beschikbaar. De prijs van voedsel en veevoer daalt en blijft dalen. De verspilling van voedsel neemt na 1960 echter ook toe. We worden slordiger in ons eetgedrag en minder bewust van wat eten eigenlijk waard is. Om boereninkomens in de EU te stimuleren stelt Mansholt minimumprijzen in. Dat leidt tot overschotten van melk en boter, en zelfs tabak en wijn. Die overschotten worden met veel subsidiegeld uit de markt genomen en buiten de EU met korting afgezet. Dat leidt uiteindelijk tot de instelling van melkquota. Die ontaarden fiscaal tot een productierecht waar we nog steeds last van hebben. Zelfs bij het instellen van mestquota per land. Landbouwinkomen middels subsidies worden na Mansholt een pleister op de wonde en ze werken vooral schaalvergrotend. Maar ook aan schaalvergroting en perceelsvergroting zijn grenzen als het landschap geweld wordt aangedaan. Kritische geluiden over verlies van natuur, landschapselementen en afname biodiversiteit worden genegeerd en zelfs tegengewerkt. Biologische landbouw is/wordt in Nederland niet voldoende serieus genomen. Het aantal boeren daalt nog steeds. Extensivering van de produktie of beperking van export van voedsel is lange tijd taboe bij alle betrokkenen. Het rendementsdenken en de ratrace naar de bodemprijzen gaat gestaag door en de politiek speelt blindeman. Winkelbedrijven krijgen steeds meer invloed en macht maar hebben weinig binding en compassie met boeren. Boeren en boereninkomsten komen in de knel. Innoveren wordt het motto maar welke kant moet het op?. Wat kan de boer doen waar kan de boer reclameren als de toegepaste, en goedgekeurde dure stalsystemen met milieuvloeren en ammoniak-afvang, in de praktijk minder effectief blijkt te zijn?.

Het boereninkomen bestaat in de EU deels uit de verkoop van produkten en voor een deel uit directe subsidies aan de boer op basis van het aantal hectares landbouwgrond. Dat is een hoeveelheidscriterium en geen kwaliteiscriterium. Dat zegt niets over duurzaamheid of volhoudbaarheid van het landbouwsysteem. Criteria voor bedrijven landbouw nieuwe stijl ontbreken. De overheid eist op onderdelen van het bedrijf nieuwe duurzame investeringen en verleent daartoe nieuwe vergunningen. De bank wil rente en aflossing van de hypotheken voor de gepleegde investeringen. Banken willen mogelijk nieuw geld uitlenen ?. En wie zal dat kunnen afschrijven en zal dat betalen of aflossen?. Niet iedere boer profiteert van tijdelijk hoge melkprijzen in 2022.

Tot 1900 is ongeveer de helft van de bevolking direct of indirect betrokken bij de landbouw. Nu is dat nog 3 %. In Limburg, Brabant, Overijssel en Drente en delen van Gelderland, is dan ongeveer 50% van de boerenbedrijven kleiner dan 5 ha en de percelen waren zeer versnipperd. Het aantal kinderen neemt gestaag toe en de bedrijven werden steeds kleiner. De verpaupering neemt toe. Het schilderij ‘De aardappeleters’ van Vincent van Gogh geeft dit treffend weer: de wanhoop en de armoede. De fiscale belasting voor boerenbedrijven is in Nederland in die tijd hoog en de investeringsruimte blijft laag. De boeren in de landbouw en de arbeiders in de industrie hebben in Nederland tussen 1800 en 1900 niet de aandacht van de liberale, koloniale en conservatieve overheid. Landbouwbeleid en sociaal beleid worden niet gevoerd in het handelsland en koloniaal land Nederland.

Gebruik van mineralen

Tot 1850 zit het landbouwsysteem gevangen in het mineralentekort en het braakleggen van de grond. Ook conservatief gedachtengoed en kortzichtigheid belemmert de vooruitgang. De overheid heeft geen intersse in boeren en in de landbouw wel in handel en koloniën. De belssting op bezit (boerderij en grond ) is hoog , de belasting op handel (nu BTW) is laag. De relevante mineralen in de landbouw zijn stikstof, fosfor, kalium en magnesium met daarnaast kalk en spoorelementen. Ontbrekende scholing en gebrek aan wetenschappelijk onderzoek onderzoek in de landbouw vormen een probleem. Boeren zijn conservatief en het boerenvak kun je zogenaamd alleen thuis leren. Als je scholing volgt, word je ongeschikt om op de boerderij te werken, stellen de conservatieven onder de boeren. Het drieslagstelsel betekent een jaar braak per 3 jaar en het vierslagstelsel een jaar braak om de 4 jaar. Na het braakjaar komen er nog kleine hoeveelheden mineralen beschikbaar van het kruidengewas en de luchtneerslag met stikstof voor de hoofdteelt rogge. Grondbewerking wordt mogelijk door nieuwe ploegen en de cultivator. Andere kleine verbeteringen zijn bekalken met mergel of schelpen (vanaf de middeleeuwen) en het gebruik van vuuras waardoor de grond minder zuur werd. Nieuwe gewassen zoals klaver en andere leguminosen, resp. de jaarrondteelt van gras en klaver voor veevoer zorgen voor vernieuwing en een betere bodemvruchtbaarheid. Het introduceren van de aardappel als voedsel, en de mais als veevoer, resp. een verbetering van de zaadselectie door boeren, gekoppeld aan incidenteel onderzoek naar dierziekten, zorgen voor vooruitgang, In de Middeleeuwen en lang daarna is de kwaliteit van zaaizaad resp. pootgoed en de opfok van jongvee onder de maat. Toezicht vanuit de overheid ontbrak. Menig conservatieve boer heeft de houding dat akkerbouw boven veehouderij staat waardoor het vee te weinig aandacht krijgt. Meer veevoer en meer vee betekent meer beschikbare mineralen. Meer machines en tractie met paarden betekent minder mensenwerk. Tot 1870 doet de overheid in Nederland niets aan verbeteringen van het landbouwsysteem. Het handelgedreven Nederland kenmerkt zich in Europa door een ouderwetse landbouw en in Indië een koloniale landbouw. De verpaupering van boeren en arbeiders in Nederland en Indië is groot. Schoorvoetend gaan de boeren zich verenigen in cooperaties maar hoe doe je dat?. Hoe ga je als boeren samen geld op tafel leggen een een coöperatie op zetten. Het antwoord wordt met vallen en opstaan geleerd: Organiseren en onderwijs en voorlichting op zetten, proefvelden en demonstratievelden inrichten met kunstmest en de inzet van wandelleraren regelen. En kijken hoe ze het in Pruissen/Duitsland al 50 jaar aanpakken. Maatschappijen voor de landbouw (herenboeren en bestuurders) ontstaan rond 1800, en Boerenbonden (boeren en keuters) rond 1900. De verzuiling van alle organisaties gaat de gehele maatschappij in Nederland beheersen en dat werkte aanvankelijk positief omdat achterstelling wordt bestreden. En arbeiders verenigen zich na 1880 in vakbonden tegen de verdrukking van conservatieven, nationalisten en liberalen in. Ook dat kost veel moeite. En dan volgen het Wetje op de kinderarbeid en het Stemrecht voor vrouwen. Scholing komt uiteindelijk van de grond. Boeren eisen dan zelfs landbouwscholen!. Het wordt uiteindelijk na veel kibbelen en langdurig overleg een succes voor het hele gezin en voor de boerenstand.

Er zijn echter na een eeuw (1880-1980) van enorme verbeteringen ook knelpunten in het economisch systeem geslopen die lang slepen en het bestaansrecht van de landbouw ondermijnen. De macht van organisaties en de kracht van de sterk ontwikkelde verzuiling verhinderen het tijdig bijstellen van het beleid. Groter/meer volume lijkt belangrijker dan beter/kwaliteit. De prijs van duurzaam geproduceerd voedsel, is door de huidige productiemethoden en het marktdenken in 50 jaar te laag geworden voor de boer. De advisering met bestrijdingsmiddelen en antibiotica en het gebruik van de inzet van krachtvoer en veevoer en kunstmest gebeurt door de handel en niet meer door de landbouwvoorlichtingsdienst, die om bezuinigingsredenen door de neoliberale overheid is opgeheven. De winstmarge voor landbouwproductie vermindert terwijl er steeds meer regels en duurzaamheidseisen bij komen. Gezinnen van consumnten besteden sind 1920 steeds minder budget aan voedsel. De scheepvaart en het vliegverkeer betalen tegenwoordig nauwelijks belasting en hun CO2-uitsttoot en luchtvervuiling. Ze worden lange tijd niet meegeteld en belast zoals wel bij de auto, trein en tractor gebeurt. Kunstmestfabrieken, cementfabrieken, de chemie en de industrie verbruiken veel energie en stoten CO2 uit maar zij worden fiscaal ontzien en betalen daardoor minder voor energie. Boer en burger betalen de volle mep. Overigens bindt cement op den duur bij het hard worden van de specie en beton evenveel CO2 uit de lucht als bij de productie van cement in de cementfabriek, is vrijgekomen toen CO2 en CaO werden losgewrikt/heetgestookt uit kalk CaCO3. Maar dat is een doordenkertje voor de discussie over CO2- voetafdruk van het product cement.

Tussen 1970 en 2022 zit de Nederlandse landbouw gevangen tussen teveel vee en het overschot mineralen in de veehouderij en de verdwenen natuurgebieden en de achteruitgang in biodiversiteit en de verdwenen landschappelijke elementen zoals landschapsparken, vennen, bossages, graften, lanen en de rechtgetrokken beken en rivieren. Klimaat-, milieu- en gezondheidsproblemen sluipen in het systeem. Voedsel en voeding werd steeds goedkoper. De laagste kostprijs regeert in het verdienmodel en niet de kwaliteit en de duurzaamheid of volhoudbaarheid. Boeren, banken en betrokkenen denken/dachten dat het niet anders kan/kon. Hoe duurzaam is de landbouw en de rest van de economie?. Grote veranderingen staan momenteel voor de deur bij klimaatverandering met de CO2-heffing resp. de circulaire landbouw met kringlooplandbouw, de circulaire industrie, en de stand van ons milieu in Nederland resp. in de EU, in België en Noord-Duitsland met vergelijkbare problemen en regio’s in Spanje en Italie met industrie en intensieve landbouw en tuinbouw de visserij in de zee het milieu bedreigen. Droogte en wateroverlast, bosbranden en ontbossing, milieuproblematiek en verloedering van grond komt in elk land voor maar het gebeurt steeds vaker.

Het gemengde bedrijf verdwijnt

Het bijvoeglijk naamwoord gemengd betekent dat op een landbouwbedrijf gewerkt wordt met allerlei soorten planten en allerlei soorten dieren in een samenhangende bedrijfsvoering. Allerlei soorten planten slaat op granen (koren, tarwe, haver en gerst) grassen en weideplanten, en vaak ook op beemden en vennen met moerasplanten en planten van bos en heidevelden, en niet te vergeten de moestuin en de fruittuin, De dieren zijn het vee: koeien, paarden, varkens, kippen, geiten, schapen, ganzen, eenden, konijnen en duiven, en de jacht op wild in bossen, velden, weiden en in eendekooien. Soms wortd er ook gevist. Het gemengd karakter vraagt van de ondernemers/het landbouwgezin een brede kennis. kunde en vaardigheid over alle onderdelen van het bedrijf. Dat vergt een bepaalde attitude of houding van het boerengezin met een verdeling vann=het werk over de generaties en over de man en de vrouw. Het gemengd landbouwbedrijf is voor 1950 de norm voor het familiebedrijf in Nederland, België en Duitsland, vooral op zandgrond, rivierklei en löss. Maar, zelfs ook op veengrond, en op overslaggronden langs rivieren met komgrond, met akkerbouw en rundveehouderij. In Holland wordt op het gemengde bedrijf het akkergedeelte omgezet in weide omdat er veel vraag ontstaat naar vlees en zuivel.

Er bestaat tot 1850 een complexe relatie van de boer met zijn gezin met akkers, het vee en de woeste grond, het bos en de heide. Het had te maken met een tekort aan de mineralen. Dat betekent zoeken naar mineralen voor de boer in de nabije omgeving, met veel handwerk en transport van heide- en bladstrooisels, kruiden, graspollen/risch, hooi en stro met restproducten, en de mest. Het mineralenniveau in het bedrijf is tot 1800 laag en de mestproductie werd de kern van het bedrijf. Zandgrond is van nature arm aan mineralen/voedingsstoffen. Alleen leem en organische stof/mest zorgen voor het vasthouden van water en voedingsstoffen. Ook van nature vruchtbare kleihoudende gronden langs de rivieren raken na eeuwen landbouw uitgeput met als gevolg uitputting van het voedingselement kalium.

Het teeltplan en de bedrijfsvoering van het gemengde landbouwbedrijf zijn complex. Het systeem is statisch: je kunt er weinig aan veranderen zonder extra mineralen. Rogge is eeuwenlang het belangrijkste akkergewas op zand. Pas na 1850 wordt de aardappel volksvoedsel. Rogge is tevens belangrijk als broodgraan en voor stro, dat lange tijd tevens diende als veevoer. (Over eiwitarm veevoer gesproken). Daarnaast teelt men spelt, gerst en haver en menggranen resp. boekweit, oliegewassen, knollen en vlas. Een groenten- en moestuin en een fruittuin vormen de welkome aanvulling voor gezond voedsel voor het gezin. Er is rundvee op het bedrijf: een aantal koeien met enkele varkens, een aantal schapen, pluimvee, eenden en ganzen, konijnen en een aanzienlijk aantal bijenvolken. De hoeveelheid vee neemt langzamerhand toe. Op grotere bedrijven zijn er werkpaarden, op kleinere een os of koe in de (houten) kar of aan de (houten)ploeg met een metalen schaar. Handwerk met schop en riek wordt niet geschuwd, zeker niet door kleine boeren, tuinders en landarbeiders. Met de hand, de schoffel en de eg gaat men het onkruid te lijf, steeds weer. Kweekgras, melde en distel zijn hardnekkig te bestrijden onkruiden.

Sinds de tijd van de Romeinen weten we dat de inheemse bewoners in onze streken huizen en boerderijen bouwen met hoge gevels, overstekende daken tegen slagregens, daken van stro, en lemen wanden. Vakwerkbouw vond plaats op een stenen funderingslaag om verrotting van hout en leemwanden tegen te gaan. Boeren leveren zelf de bouwmaterialen hout, leem en stro, en als bindmiddel bloed en rundermest. Leem isoleeert 3,5 keer beter dan stenen muren. Boerderijen en woonhuizen zijn strogedekt en in vakwerk gebouwd door een raammaker en timmerman, met houten balken en lemen tussenvakken met gevlochten wilgentenen, en met stro en soms koeienmest aangemaakt door de ‘leemplekker’. Zulke gebouwen zijn onderhoudgevoelig resp. stootgevoelig (door vee), vorstgevoelig en brandgevaarlijk. Elk jaar in de herst werkt men aan het strodak. Na 1650 komt de stenen bouw in de stad op gang met dakpannen. Dat gebeurde vanwege de vele stadsbranden. In de dorpen wordt die urgentie minder gevoeld. Stenen huizen zijn veel duurder en de aannemer is dan verantwoordelijk voor metselwerk en timmerwerken. Leemvakken worden later baksteenvakken. De stukadoor komt op het platteland als de ‘leemplekker’ verdwijnt.

Boerderij van 1628 in vakwerk origineel in carrevorm in Puth/Schinnen zoals in Midden en Zuid Limburg gebruikelijk, Foto Henk Kusters 2021

Plantenvoedende mineralen en de mest van dieren zijn in verhouding schaars. Het bijeenschrapen van mineralen uit de omgeving gebeurt het hele jaar door. Het voeren van het vee met groenvoer en stro en het maken van de mest in de “mestfabriek” op het bedrijf voor het akkerland en de groententuin, is dagelijks werk. Het verzamelen van de grondstoffen zoals maaisel van heide en bermen, bladeren van bomen en ‘risch” (gestoken graszoden) in de buurt en op de heide, op de woeste grond en het moeras/hooiland, vormen de basis van de bemesting van het boerenbedrijf. Een vergelijkbaar systeem van ophalen van mineralen met hooi uit de komgronden en akkerbouw op de stroomruggronden leverde een stroom van mineralen voor de akkerbouw en het fruit. Kringlopen staan voorop en het mineralenverbruik per ha is voor 1800 nog laag. De organische mest en de mineralen worden uit de omgeving bijengeschraapt. Die beschikbaarheid van mineralen, bepalen met het beschikbare water de opbrengst. ‘Men’ dacht in deze conservatieve tijd dat het systeem van boeren ook niet anders kon worden uitgevoerd want men had het eeuwenlang zo gedaan en dan had je tenminste een opbrengst. Wetenschap en regering bemoeien zich tot 1800 niet echt met de landbouw behalve als het gaat over rivieren, dijken en polders. De vraag is of je de braak wel kunt afschaffen?. Wie betaalt de ontginning van woeste grond?. Hoe kom ik aan extra mineralen?. Dat levert heel veel discussie op. “Men” liep vast op het tekort aan mineralen. Er komt langzamerhand meer vee omdat men meer groenvoer gaat produceren en minder rogge teelt. Er wordt meer dieren. Er komt meer melk en boter en vlees geproduceerd. Organische mest/stalmest geeft de grond voeding en ‘oude kracht’ en werkt jaren door. N-bindende leguminosen zoals klaver vinden na 1750 voorzichtig ingang. Gebrek aan water of juist een overmaat, te weinig vee en steeds maar weer opkomend onkruid beperken de productie. De periodiek terugkerende veeziekten en de ziekten onder de bevolking zoals ondervoeding, de pest, de tering en de kinderziekten spelen een belangrijke rol. De eerste toepassingen van vaccinatie tegen virussen en het antibioticum penicilline tegen bacterien en schimmels. stammen pas van rond 1900 (Koch en Behrens) en 1940 (Fleming).

De enorme ontwikkeling van de landbouw 1840-2020 Rond 1840 maakt de landbouw in samenhang met de industriele revolutie en de landbouwwetenschap in Duitsland, (Thaer, Sprengel, von Liebig en anderen) in de ontginningen kennis met allerlei soorten natuurlijke minerale meststoffen vooral uit de mijnbouw afkomstig. Met dierlijke mest en met de nieuwe ‘kunstmatig bereide’ mest gaat men aan de slag. De meeste kunstmeststoffen zijn natuurproducten of chemisch gezuiverde of oplosbaar gemaakte natuurprodukten met Kalium, Magnesium of Fosfaat, of kalken/gemalen kalksteen met zuurbindende bestanddelen (Ca- en Mg-carbonaat). In Zuid Amerika is er caliche gevonden: een grondstof met natuurlijk nitraat. Met het schip kwam guano (vogelpoep en vogelresten etc.) en chilisalpeter (Natriumnitraat etc.) naar Europa. Men kan met kunstmest extra mineralen toevoegen aan het landbouwsysteem. En dat geeft ook discussie die wordt aangezwengeld door Albert Thaer (planten voeden zich met humus) en Justus von Liebig (planten voeden zich met mineralen). Dat vergt anders denken. Men kan leren van deze Pruisische wetenschappelijke aanpak zoals door Dominicus van Ophoven, mijn oud-dorpsgenoot en eerste voorzitter van de NCB, die leert kennen en op grote schaal gebruiken bij ontginningen in o.a. in Duitsland en in de Echter Peel. Dus graag stalmest en kunstmest gebruiken voor een duurzame landbouw. In Engeland gaan industriebonzen ook boeren op landgoederen en zij gebruikten alleen kunstmest en geen organische mest: Men slaat door en wel zo erg dat zelfs von Liebig protesteert tegen eenzijdig kunstmestgebruik. Hij pleit voor kunstmest en organische mest (eventueel alleen bestaande uit plantenresten zoals in Japan) samen en op maat. Kunstmest vraagt van de boer veel geld maar weinig arbeid en dat was verleidelijk.

Voorheen gebruiken boeren alleen kalk of mergel en vuuras uit de haard om de grond minder zuur te maken. In vuuras van hout resp. veen en steenkool zitten mineralen zoals kwarts (zand) en basisch werkende oxiden met K, Na, Mg en Ca. In de stad en het dorp stookt men vooral veen dat goedkoop is. In steden zoals Venlo en Roermond stookt men ook kool oftewel houtskool: een duur product. Vuuras wordt per boot uit de stad aangevoerd naar het akkerland op het platteland of naar de ontginning van veengrond of het droogleggen van sterk verzurende klei: de katteklei. Dicht bij de stad heb je mogelijk stadsafval/straatvuil of compost uit de steden ter beschikking. Soms teelt men veevoer zoals klaver, lucerne, spurrie of gras jaarrond op aparte velden. Meer groenvoer is goed voor meer vee. Grond ontginnen, sloten graven en bekalken met kalk en of Thomasslakkenmeel, en dan inzaaien van haver. Het lukt na een aantal keren experimenteren bijv. met ploegen, kunstmest strooien en haver zaaien. En dan komt er na 1900 ook nog stikstofkunstmest uit de ammoniakfabriek bij, bovenop de N-binding door leguminosen en de natuurproducten chilisalpeter en guano. Met gebruikmaking van energie uit kolen, gas of olie wordt luchtstikstof gebonden tot stikstofkunstmest. Dat is pas kunst: kunst(ig) en kunstmatig en fabrieksmatig. Een pallet aan organische mest- en (kunst)meststoffen met de belangrijkste mineralen, is na vallen en opstaan na 1900 beschikbaar en betaalbaar geworden. Kunstmest is voor veel burgers en consumenten ten onrechte een beladen woord geworden omdat men dit associeert met bovenmatig veelal N-kunstmest gebruik ten koste van de kwaliteit van het produkt en het milieu (grondwater). Zoals we dat ook zien bij bovenmatig drijfmest gebruik ( N en P overmaat in grondwater, oppervlaktewater en in de bodem).

Krachtvoer wordt bijgevoerd aan koeien resp. varkens en kippen terwijl bestanddelen zoals mais en soya ook voedsel voor de mens zijn. Koeien kunnen minder rijk voer uitstekend verteren en veel krachtvoer is eigenlijk te eiwit- en koolhydraatrijk voor koeien.

geimporteerd krachtvoer voor melkvee

Geimporteerd krachtvoer voor melkvee dat naast ruwvoer en groenvoer en hooi/silage wordt gevoerd

Transport van voedsel en voer over grote afstand wordt steeds goedkoper Grote aantallen stoomschepen en stoomlocomotieen en de aanleg van duizenden km spoor in Amerika en Oekraine maken het transport van graan naar Europa goedkoop. Dat is een klap is voor de kleinschalige graanteelt van kleine boeren in Europa na 1870. Er is een overschot aan jonge boeren en veel boeren moeten stoppen omdat ze verder verarmen. De belastingheffing op boerenbedrijven is in Nederland erg hoog. De jonge boeren trekken voor werk naar de stad of zij emigreren. De grootschalige import van voedsel en veevoer naar Europa (en over de hele wereld) is begonnen. Het gesleep van voedsel, voer, granen, ertsen, minerale olie en gas, en minerale stoffen/kunstmest zal grote omvang gaan aannemen. We drukken het bijbehorende energieverbruik uit in de CO2-voetafdruk. Dat gaan we ook doen met de prijs van het gesleep en het milieueffect van pakketjes en busjes om zodoende de internetbubbel van E-commerce impliciet te maken.

Het gebruik van olie en gas groeit sinds 1900 spectaculair ten koste van stoom uit veen en steenkool. Verbrandingsmotoren doen hun intrede en veroveren de markt. Al in 1898 waarschuwt de Zweedse chemicus Svante Arhenius, dat dit leidt tot een hogere CO2-concentratie in de lucht en mogelijke opwarming van de atmosfeer maar dit soort denkbeelden wordt tot de jaren zestig van de vorige eeuw weggelachen. Opwarming van moleculen CO2 (koolstofdioxide) en CH4 (methaan) door infrarood licht, is al bekend zoals we weten van Joseph Fourrier 1824, en Eunice Foote, een Amerikaanse vrouwelijke natuurkundige (1856) en van John Tyndall (1859).

Ontmenging van het gemengd bedrijf met gevolg doorbreking van de mineralenkringloop. Een eeuw later raken de bedrijfstakken veehouderij en akkerbouw/plantenteelt en daarmee de mineralenkringloop ontmengd, vooral na 1950. De kringlopen van mineralen worden doorbroken. Het Ministerie van Landbouw en de EU besluiten tot versnelling van de agrarische ontwikkelingen en schaalvergroting om de voedselvoorziening veili te stellen. Specialisatie en intensivering van landbouwbedrijven en een beter inkomen vormen de motto’s van het plan Mansholt. Dat dit na eeuwen gemengd bedrijf een enorme syteemverandering is, is helder. Maar zijn er er alleen voordelen of misschien ook nadelen?. Dat complexe vraagstuk ligt dan voor. Vanuit de NCB maakt Jan Wellen er zich druk over. Ontmenging van bedrijven kan op korte termijn meer zekerheid bieden. Op de lange termijn zal de boer zijn vrijheid, zelfstandigheid en zekerheid verliezen. De zorgen van Jan Wellen raken in die tijd ondergesneeuwd. Het gaat toch goed?. De schouders eronder en het vliegwiel komt op gang. En wat gebeurde er toen?. De knelpunten van het succesvolle nieuwe systeem met veel intensieve veehouderij zullen in een aantal regio’s in de landbouw pas 40-50 jaar later helemaal duidelijk worden. De landbouw- en voedselproblemen waar we ons nu druk over maken, komen bloot te liggen: landschap, milieuveronreiniging, biodiversiteit, energieverbruik en voetafdruk CO2, ondernemerschap, vrijheid , zekerheid, financiering, opvolging en van wie is het bedrijf nog in 2030?.

Van een tekort aan mineralen gaat de landbouw in Nederland en andere landbouwgebieden naar uiteindelijk in de zeventiger jaren (1970) een overschot aan mineralen in de intensieve veehouderij met weinig grond. De import van eiwitrijk soja en graanrijk veevoer (krachtvoer) neemt verder toe en het gebruik van drijfmest (gier en mest gemengd) neemt toe, en het gebruik van stro neemt verder af. Ondanks het minderen van kunstmest leidt dit in het geheel tot milieuschade in een aantal regio’s. De landbouwbedrijfstakken plantenteelt (akkerbouw en groenteteelt) en veehouderij (melkveehouderij en intensieve dierhouderij) maken een verschillende en spectaculaire ontwikkeling door en groeien qua verantwoordelijkheid voor mineralen uit elkaar. Het gemengd bedrijf als standaard in de landbouw verdwijnt. Akkerbouw en veehouderij worden gescheiden landbouwsystemen. Het aantal boeren neemt verder af. De productie in de landbouw blijft toenemen. Machines en tractors vervangen paarden en mensen. De smid wordt ingeruild voor het landbouwmechanisatiebedrijf. De intensieve veehouderij heeft vaak weinig of geen grond en produceert zelf weinig of geen veevoer. Koolhydraat- en eiwitrijk veevoer wordt vanuit het buitenland aangevoerd inclusief de mineralen. Die mineralen komen er sluipenderwijs bij terwijl het aantal ha’s landbouwgrond gelijk blijft of daalt. Dat zijn de twee bronnen van het overmaat aan mineralen per ha grond: de kunstmest en het geïmporteerde veevoer. Akkerbouw gebruikt inmiddels relatief veel kunstmest, die je precies op maat kunt doseren, en heeft geen eigen produktie van organische mest/stalmest meer omdat vee veelal ontbreekt. Ze zijn ontmengd van vee. Akkerbouw en veehouderij komen in regionaal verschillende regio’s voor en nu de gemengde bedrijven zijn verdwenen voelen zich niet alle boeren collectief verantwoordelijk voor die mineralenbalans in het systeem.

Wie is verantwoordelijk voor de kringloop van mineralen van het geheel (de gehele landbouw, de gehele economie en bevolking) en de gevolgen voor het milieu?. Niemand lijkt het wel. Of iedereen?. Wie heeft de verantwoordelijkheid voor het gemengd bedrijf op regioniveau? (kringloop in het echt of virtueel tussen bedrijven). De overheid, de boeren, de burgers, de handel en de wetenschap zijn verantwoordelijk. Zeg dus maar: De overheid in de betekenis van wij allen samen van de voedseletende burger tot en met de boer met de mest. Er is veel discussie en emotie over dit vraagstuk maar de echte oplossing blijft lang uit: Boeren, burgers en politieke partijen en milieubeschermers komen tegenover elkaar te staan.

Intermezzo Stadsvorming en de beerton, mineralen in de stad

Uit onderzoek van beenderen en skeletten van kerkhoven is gebleken dat de gezondheid van mensen in Nederland sinds het jaar 800 in orde was. Perioden met oorlog, hongersnood en de pest zijn de uitzonderingen, Het leven in de Middeleeuwen was niet vies en ongezond zoals vele films suggereren. Dat primitieve beeld geldt zeker niet voor de stad. De stad regelde bijna alles zelf binnen de poorten zoals veiligheid van burgers en zorg voor weduwen en wezen en voor paupers, en het drinkwater, de kwaliteit van brood en graan en levensmiddelen zoals van bier en wijn, en er was markttoezicht. De lengte van mannen nam sindsdien (800) of van 1,74 m naar 1,66 m in 1800. Het dieptepunt wordt bereikt rond tussen 1830 en 1930 toen de snel groeiende steden in arme wijken verpauperden omdat de stad minder lette op zorg, duurzaamheid en hygiene. Het verschil van arm en rijk nam sterk toe. Arbeidersgezinnen van het platteland werden met hun kinderen in kamers van slechte huizen gepropt (huisjesmelkers) tegen woekerprijzen bij de ontstane woningnood. De overheid en het liberale stadsbestuur grepen niet in bij gebrek aan sociaal bewustzijn. Dat was het dieptepunt van liberale politiek die zich niet stoorde aan ellende van paupers en hun verwaarloosde wijken. Kindersterfte was in die slechte omstandigheden schering en inslag. In de Middeleeuwen waren er veel voorschriften om de menselijke poep en plas op te vangen en in beertonnen op te slaan. Die beer werd opgehaals en als mest gebruikt in de warmoezerijen en tuinderijen in en buiten de stad. Vee (koeien, varkens en kippen) werden gehouden op de stadsweide en in stallen in de stad en de mest werd maar wat graag gebruikt in de tuinderijen en in de volkstuinen. Paardenmest werd op straat ingezameld en verkocht. Er waren verboden om afval (bloed en slachtafval) en andere restprodukten zoals leerlooiereijen in de grachten te lozen en er was toezicht in de stad van vakorganisaties, gilden en burgers en schepenen. Rene de Kam, conservator stadsgeschiedenis in Utrecht heeft het in zijn tentoonstelling en zijn boek ‘De Ommuurde stad’ in 2020 helder gemaakt. Duurzaamheid met schone grachten en en stenen bestrating met het schoonvegen van de stadswegen, was de standaard. Pas bij de grote en snelle groei van de steden tussen 1800 en 19000 werden de regels voor duurzaamheid en hygiene losgelaten door de steden en werd er goedkoper gebouwd zonder voorzieningen. Massa’s mensen trokken naar de steden met industrie onder miserabele woon- en hygiene omstandigheden. Daarbij gingen de opkomende industrieën en fabrieken en levensmiddelbedrijven afvalwater met onder andere chemicaliën lozen op de grachten en de rivieren. De tijdperken van de eerste industrialisering van 1830-1880 en de tweede van 1900-1940 waren de boosdoener: Alle troep en afval kwam in die wijken in de grachten terecht voordat er na 1920 werd begonnen met riolering. De liberale overheid deed aanvankelijk niets totdat de stank en de ziekten ondraaglijks werden. De stelling dat er tot 1830 duurzaam met mineralen werd omgegaan in de steden en er aprake was van ‘een gedeeltelijke mineralenkringloop’ is dus correct. Einde Stadsgeschiedenis, Rene de Kam, Utrecht.

Import en export De landbouwproduktie en de export van landbouwproducten neemt in Nederland spectaculair toe: mais, kaas, boter, melk(produkten), eieren, aardappelen, groenten, bloemen, ‘boomkwekerijprodukten’ , biggen, vlees van gevogelte, koe, schaap en varken. Het enorme succes van de export heeft ook een keerzijde in dat intensieve bodemgebruik. De meeste mineralen uit ingevoerd veevoer in mest, en uit kunstmest op het land, blijven achter in Nederland en komen in de bodem resp. in het grond-en oppervlaktewater en via het menselijk voedsel uiteindelijk in het riool terecht met alle gevolgen vandien. Dat betekent een enorme belasting voor het milieu. En hoe nu verder?. Watervervuiling door het riool en de industrie en luchtvervuiling met SO2 worden aangepakt maar de andere vervuilingen gaan sluimerend verder. Kringlopen hebben plaats gemaakt voor import van veevoer met overschotten boter, melk en vlees, die geëxporteerd worden. De hoeveelheid mest neemt bij intensievere veehouderij met meer dieren verder toe. De melkveehouderij gaat meer mais telen want dat past goed bij krachtvoergebruik in de dierhouderij en bij het huidige systeem van drijfmest.

Eenmansbedrijven landbouw Gezinsbedrijven zijn vaak eenmansbedrijven geworden met veel machines en tractoren, met computers en automatisering en externe financiering. Kinderen van oeren en de partners werken minder op het bedrijf dan vroeger. Loonwerk neemt de boeren veel werk uit handen en zorgt voor een efficiënte bedrijfsvoering, Het wordt eenzamer op het bedrijf. Het aantal boeren, meiden/knechten en dagloners nemen fors af en er is na 1950 veel werk buiten de landbouw. Dit proces zien we nu nog terug in Hongarije, Roemenië en Bulgarije onder de EU. Import van veevoer en krachtvoer is de tegenbeweging ten opzichte van het verdwijnen van het gemengd bedrijf. Goedkope energie zoals minerale olie en gas verdringen de kolen en het hout, en maken transport en mechanisatie goedkoop. Rond 1965 is de gedachte: Misschien gaan we wel kernenergie gebruiken?. Het energieverbruik in de landbouw neemt toe en de factor menselijke arbeid neemt steeds verder af. De trekpaarden verdwijnen en de tractoren en oogstmachines nemen het werk over. Het boerenbedrijf wordt voor het eerst in de geschiedenis een eenmansbedrijf. Dat heeft gevolgen voor de eenzaamheid van bestaan die een aantal ondernemers voelt en die mede veranwoordelijk is voor het aantal zelfdodingen op het boerenbedrijf. Er zijn nogal wat boeren die in geestelijke of financiële nood raken en die geen hulp zoeken of durven te zoeken.

foto Kasteel Montfort naast de moderne melkveehouderij Kurstjens, voorheen de voorhof van het kasteel, Foto Henk Kusters 2021

De ontwikkeling van intensieve veehouderij bedrijven met veel vee, veel krachtvoergebruik en (te)veel mest op te weinig ha's grond, zijn dus sluipenderwijs een probleem gaan vormen. Dat is onvoorstelbaar voor onze voorouders. Omwonenden van intensieve veehouderij krijgen plaatselijk last van stank en stof resp. ammoniak en ziekten als gevolg van intensieve veehouderij (luchtwegen en Q-koorts). De intensieve veehouderij groeit verder door en de bedrijven worden steeds groter. Het aantal boeren neemt af maar dat geldt niet voor het aantal dieren in Nederland. Overname van een bedrijf wordt financieel moeilijker voor een zoon/ dochter of een boer/zijinstomer. Is het bedrijf straks nog van de boer of is het van de bank?. Saillant is de grap van de melkveehouder die de bank belt en mededeelt dat hij op vakantie gaat. Om het melken te regelen stelt hij de bank voor: Mijn zoon zal onze 40 koeien melken, daarna is de bank aan de beurt voor haar 100 koeien. De intensivering leidt plaatselijk tot overbemesting, luchtvervuiling en milieuschade zoals grondwatervervuiling met nitraat en eutrofiering van oppervlaktewater. De vervuiling van oppervaktewater en lucht neemt toe voordat er maatregelen worden genomen en rioolwaterzuivering en het opschonen van rivieren wordt landelijk gerealiseerd. Ook de andere vormen van vervuiling door burgers en industrie nam toe: luchtvervuiling, watervervuiling, bodemvervuiling en de afvalbergen werden aangepakt. Hoe zit het met de bodem?. Overbemesting en bodembederf zie je niet direct behalve bij eutrofiering oppervlaktewater en/of vissterfte in meren en zeëen.

Natura2000-intermezzo

Natura2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden in de EU. In Natura2000-gebieden worden plant- en diersoorten, die bedreigd zijn, in hun natuurlijke leefomgeving beschermd, om de biodiversiteit/soortenrijkdom te beschermen. In Nederland zijn er 160 Natura 2000-gebieden. De Wetgeving achter Natura2000 bestaat uit de Wet Natuurbescherming en de gebieden staan in de Vogelrichtlijn en in de Habitatrichtlijn. Het aanwijzen van Natura2000-gebied geschiedt via een procedure van de EU door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De bescherming gaat in op het moment van de erkenning van een Natura2000 gebied. De provincie of een natuurorganisatie stelt daarna een beheersplan op dat wordt vastgesteld door de provincie, resp. het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, Defensie en/of LNV. De vermindering van stikstof in Natura2000-gebieden is vaak urgent vanwege de N-belasting door landbouw (ammoniak) en stikstofoxiden (alle soorten verkeer en de industrie). Niet elk natuurgebied is stikstofgevoelig afhankelijk van de habitat of de eb en vloed in het Waddengebied. Er is een natuurvergunning of een ander toestemmingsbesluit nodig, voor activiteiten waar stikstof bij vrij komt. Tot 29 mei 2019 stonden richtlijnen in het Programma Aanpak Stikstof, dat door de rechter onderuit is gehaald door een minimale en onbegrijpelijk lage hoeveelheid N toe te staan als N-depositie in Natura2000 gebieden. (max 0,07 gram N als depositie per ha per jaar; in Duitsland 300 gram en in Denemarken 700 gram). Inmiddels werkt het kabinet aan een nieuwe aanpak stikstof met als eerste resultaat de Stikstofwet. De waterkwaliteit in Natura2000-gebieden staat in de Kaderrichtlijn Water, die prioriteert tussen direct ingrijpen en ingrijpen op termijn. De Nitraatrichtlijn, die bedoeld is ter bescherming van het oppervlaktewater en het grondwater, beperkt de bemesting van akkerland op löss- en zandgrond om hoge nitraatgehalten te voorkomen of terug te dringen. Er zijn verboden op bemesting in de herfst en winter uitgevaardigd en het voorschrijven van stoppelgewas/N-vanggewas. De 7e versie Nitraatrichtlijn van LNV is inmiddes van toepassing in 2022. Bron: www.rijksoverheid.nl Natura2000 met kaarten Natura 2000-gebieden en beheersplannen per provincie.

Het loopt vast De overheid, de politiek, de banken, het winkelbedrijf en de klanten (wij dus) spelen in dit landbouwmodel als maatschappelijek partners een rol: goedkoop voedsel tegen bodemprijzen en deels niet direct zichtbare milieuschade op kosten van de overheid/van allen. Dat ziet niemand. Dat gaat jaren voort. De burger/consument  (wij en de politiek) vinden het lange tijd prima zo: Lekker goedkoop. Schaduwzijden zijn resp. een hoge CO2-voetafdruk en te veel mineralen in veevoer naar Nederland. Er komt teveel stikstof en fosfaat op een ha grond terecht. Problemen ontstaan met biodiversiteit in landbouwpercelen, in bermen en in de natuurgebieden. En de volksgezondheid raakt in gebieden met veel intensieve veehouderij in de knel met ammoniak, fijnstof en ziektekiemen in de lucht. Naast het fosfaatprobleem wordt het stikstofprobleem manifest. Verder verandert door het broeikasteffect ook het klimaat steeds sneller. Het weer wordt grilliger. Te droge en te natte jaren wisselen elkaar af als gevolg van klimaatverandering. Twee jaar achter elkaar staat de Vloatbeek (lees alle beken in Zuid- en Oost-Nederland) s’zomers droog na langdurige zonneschijn. In het andere jaar (2021) treden de Maas en de Roer/Wurm, Geul en Gulp, (en de Vloatbeek bijna) obuiten hun overs in juli 2021 als gevolg van regenbuien die blijven hangen en in enkele dagen meer dan 100 mm regen laten vallen. De kale lössgrond zonder voldoende organische stof in de bouwvoor en zonder landschapselementen zoals graften, kan het vocht niet verwerken en dus stroomt er oppervlakkig water van de helling af. Gevolg: erosie en overstroming. Het water bereikt de beken en de rivieren, zonder voldoende retentiebassins, en zonder tweede of derde rivierloop. De rivier de Geul in Valkenburg lijkt wel een goot i.p.v. een bedding met rivierarmen. Massale bosbranden terroriseren in 2021 landen rond de Middenlandse Zee en Rusland en Canada. Orkanen en stormen vernielen hele kustgebieden en windhozen vernielen huizen en gebouwen op het platteland. Gletschers van ijs smelten en permafrostgebieden ontdooien en leveren grote heoveelheden smeltwater.

Nadat Nederland sinds 1300 in een aantal eeuwen het bos, het pakket veen en de steenkolen heeft opgestookt, verbranden we na 1900 de olie en het gas. Na het opstoken van het hout hebben we weinig bos meer over. Na het eeuwenland afgraven van meters veen blijven we zitten met land onder de zeespiegel (veenweidegronden) en met vuile lucht. Na het winnen van kolen en het oppompen van gas ontstaan er aardbevingen. Kolenstook leidt/leidde tot vervuilde lucht en veel CO2. Na het gebruik van de olie en gas hebben we de CO2/klimaatproblematiek met als gevolg de droogte resulterend in bosbranden. Zelfs onze veenweidegronden en natuurgebieden worden bedreigd. Steeds weer zijn we aan het potverteren met enorme onomkeerbare gevolgen. Leren uit het verleden is lastig als de volgende generaties het al niet meer weten of willen weten. Hoe nu verder?.

Oplossingsrichting duurzame landbouw 2021-2025 en 2030 en 2035 Milieuproblemen en partijpolitiek verkrampen de Nederlandse politiek vanaf 1980 maar fundamentele en effectieve maatregelen over gezondheid, dierziekten, voer, mineralen, mest, energie en grondgebruik blijven uit. Dan maar de Noordzee inpolderen?. Het feit dat we momenteel 3 tot 10 keer zoveel opbrengst per ha halen bij gebruik van alle hulpmiddelen en 3 tot 10 keer zoveel mineralen/meststoffen en energie t.o.v. 1600, verblindt ons. Het feit dat we veevoer importeren en produceren voor de wereldhandel, lijkt logisch. Het verdienmodel is echter niet duurzaam en op onderdelen milieuvervuilend en energieverslindend. Zijn onze economische berekeningen wel inclusief de ontstane milieuschade?. Vandaar dat we nadenken over de toekomst van de landbouw nu: 2021-2025 en straks 2030-2035.

De mestfabrieken en mestexportplannen van (ex-)Minister Braks en het boerenbedrijfsleven, die nodig waren, om de mestmineralen in het buitenlamd af te zetten, waren weinig succesvol en/of ze gingen failliet, en de import van veevoer en krachtvoer ging gewoon voort. Het stro, dat met zijn hoge C/N quotient stikstof bindt, is uit het mestsyteem met roosters verdwenen en het ammoniakprobleem groeit door de toename van geïmporteed voer en eiwitrijk krachtvoer. Het probleem wordt door het ontwikkelde systeem met drijfmest alleen maar groter; als gier/urine en mest/poep bij elkaar in aanrakning komen vervluchtigt ammoniak.

Kaasschaven met wetten en meer ad-hoc milieuregels uitstrooien over Nederland, lossen het probleem niet duurzaam op. De administratieve lasten nemen verder toe. De controle door (een onderbezette) NVWA en de andere Overheden en de wrevel nemen over en weer toe. Het ontstane systeem werkt verstikkend en het wordt een kat en muis spel. Iedereen wordt boos en gefrustreerd: de boer, de ambtenaar en de burger. Er wordt veelvoudig fraude met mest, mestmonsters en mestfabrieken vastgesteld. Dan toch maar weer meer regels en controle?. Wie moet dat allemaal controleren en beheren?. De situatie wordt onhoudbaar omdat de handhaafbaarheid van het controlesysteem onvoldoende is. De media staan vol met schandalen en een evenwichtige diepgaande totaalanalyse ontbreekt. Is meer toezicht de oplossing?. Of moet het hele systeem over de schop?. De reductie van vee of de invoerbeperking van veevoer/krachtvoer lijkt zelfs tot diep in 2021 taboe bij veel politieken partijen. Veel boeren sluiten zich af van de discussie en van het debat. Niet praten leidt tot een verdieping van de frustratie en vergroot de woede en de kans op geweld. Er is altijd een oplossing….ook al is die niet ideaal.

De intensieve veehouderij met eiwitrijk (dus N-rijk) en koolhydraat houdend voer voor varkens en kippen, en minder bij geiten, is regionaal een probleem geworden zeker in veeconcentratiegebieden op zandgronden. Melkveehouderij met (te)veel koeien en te weinig hectares stoot met eiwitrijk krachtvoer en met drijfmest (en zonder het gebruik van voldoende stro) teveel ammoniak uit. Veel stikstof en fosfaat bereikt de bodem en uiteindelijk het grondwater en het oppervlaktewater. De regelgeving voor het gebruik van mineralen zoals in drijfmest en kunstmest was strak gericht op minder fosfaat, en stikstof glipte er deels doorheen. Meer wetten en regels met gebruikersvergunningen en meer administratie en meer controles leiden dan niet meer tot de oplossing. Het is niet effectief en niet efficïent en de handhaving is een probleem. Juridisering van de problemen leidt niet tot de oplossing. De politiek aarzelt na 40 jaar nog steeds om fundamentele keuzen te maken voor en over de landbouw. Nederland (de puur op rendement gerichte landbouw) is verstrikt geraakt in een regionaal overschot aan mineralen, ammoniak en stof, methaan en overdraagbare veeziekten. Is regionaal ingrijpen dan een voor de hand liggende oplossing?.

Voor 1800 na Chr. moet er meer vee komen en nu in 2000 (1970-2022) moet er minder vee komen. We zijn doorgeschoten in de consumptie van luxe producten zoals vlees, reizen en energie. We gaan sturen op hoeveelheid vee resp. teelt van ruwvoer in eigen regio, beperking import krachtvoer, export mestmineralen, en aan de andere kant de beschikbare ha’s van een landbouwbedrijf. Dan kunnen vele regels en wetten aan de kant want dan stuur je op een evenwichtig gebruik van mineralen en op kringloop op bedrijfsniveau: Kringlooplandbouw. Kan dat volgens boeren, burgers en overheid?. De emoties lopen tot nu toe hoog op en er treedt verharding op in de maatschappij resp. bij boeren, burgers, politieke partijen, belangenbehartigers en actiegroepen. Kennisuitwisseling en communicatie is gebrekkig ondanks vele rapporten, die blijkbaar slecht gelezen worden of in de lade verdwijnen. Willen we de boodschap liever niet horen?. De emotie overheerst al gauw en er wordt slecht geluisterd over en weer. Daar komt na het gevoerde halfslachtige mineralenbeleid resp. de PAS en het Stikstof-dossier nog bij. De rechter grijpt in. Iedereen (elke bedrijvensektor en de burger) moet zijn N-uitstoot minderen en de woning- en wegenbouw valt bijna stil. We rijden iets langzamer op de snelweg maar de bovenmatige uitstoot door schepen, vliegtuigen en de industrie, gaat door. Er komt een integrale Stikstof-wet (en Fosfaat- en Mestwet) komen. Gaat zelfs Schiphol (vliegtuigen) en de haven van Rotterdam (schepen) buigen in Nederland?.

Ingrijpen door de politiek Dan verschijnt op 8 juni 2020 het rapport van de Commissie Remkes: ‘Niet alles kan overal’. Het rapport is door gezaghebbende personen opgesteld in opdracht van Landbouwminister Carola Schouten. Het rapport wordt in grote lijn overgenomen door de Minister maar enkele hoofdzaken zoals sturen op richtlijnen voor het bedrijf, drijfmest en mestroosters, en de kern van de intensieve veehouderij (de ontbrekende grond voor duurzame mestafzet) worden geparkeerd. In september 2020 accepteert de Minister van Landbouw uiteindelijk de grondgebondenheid als basisprincipe van veehouderij formeel als uitgangspunt van de Kringlooplandbouw. Per ha landbouwgrond een maximaal aantal toegestane dieren en een maximum aan het gebbruik van veevoer/krachtvoer, vormen de kern. Doen we dat consequent voor alle vormen van dierhouderij?. En het adagium wordt minder import van mineralen middels geimporteerd veevoer en het produceren van meer eigen veevoer in Nederland. Dat vergt samenwerking tussen akkerbouwers en veehouders in de kringloop en dat moet je opnieuw leren. Dat vraagt echter inzet en bereidheid tot compromis met de daarbij behorende en emoties. Het gaat niet vanzelf. Het beperken van eiwitrijk krachtvoer staat ook ter discussie en veevoerfabikanten zijn bang voor omzetverlies. De emotie in de media laait op over eiwitrijk veevoer alsof het de 100 km snelheidsbeperking van auto’s of het vuurwerkverbod betreft. Sommige boeren, veeartsen en veevoerhandelaren doen alsof het veevoer voor koeien extra eiwitrijk voor melkproductie (die laatste 10% eiwit ) moet zijn, hetgeen in strijd is met de ervaring van eeuwenlang koeienvoeren. Minder krachtvoer is minder melk en meer kosten maar hoeveel levert dat op via de melk en de reductie ammoniakemissie?. De keuze voor een ander stalsyteem (strooiselstal) met minder ammoniakvervluchtiging en het gebruik van stro en strooisel om stikstof te binden blijft onderbelicht. Drijfmest of vaste mest met stro en de gier scheiden, zijn de keuzen. Waar blijft het besluit?. Er komt een (halfslachtig) tweesporenbeleid: rundveehouderij met grondgebondenheid en anderzijds intensieve veehouderij met mestafvoer naar mestfabrieken als er te weinig grond is om als duurzaam rondgebonden bedrijf te kunnen werken. De overgangsperiode duurt 10 jaar en begeleidend beleid komt spoedig. Krijgen we zo de Stikstof in bedwang?.

En dan volgt de Stikstofwet in 2020 en is de Tweede Kamer aan zet qua uitvoering en het opheffen van overbodige regelgeving. Wat doen de EU, Zuid Amerika, India, China, Indonesië en de USA in 2021-2030 aan CO2 en aan Klimaatverandering?. Het aantal landbouwbedrijven blijft dalen en de helft van de boeren boven 55 jaar heeft geen opvolger. Inmiddels is het kabinet een jaar demissionair en rommelt het flink in de politiek (in het kabinet,in de Tweede Kamer, en in de media) over menselijke relaties en een nieuw elan maar men komt amper tot een duurzame oplossing. En wordt er na anderhalf jaar verloren tijd ingegrepen op alle fronten?. Hoe gaat het verder met boeren in Nederland en met al die andere zaken zoals energie/CO2, klimaat en vastgelopen regelgeving en de toeslagenellende?.

Er moet een einde komen aan de bodemprijzen voor voedsel en de reclame met het stunten middels vlees. De winkelbedrijven ontlopen hun verantwoordelijkheid als ketenpartij ondanks de indringende gesprekken met minister Carla Schouten en de inzet van aktie- en milieugroepen. Vlees belast het milieu en het klimaat maar in ernstige mate maar die schade is nog niet in de prijs verwerkt. We hebben allemaal en overal op de pof geleefd maar het schadebedrag aan het landschap, de landbouw en het milieu is in het oude economische model (bewust) niet zichtbaar gemaakt. Vlees wordt duurder of moet duurder worden, middels de kostprijs bij de producent: de boer. We zullen ons gedrag moeten aanpassen op alle continenten te beginnen met de EU. Minder vlees en meer plantaardige producten is het devies. Vlees kost veel energie, transport resp. water en dus ook CO2. Het heeft een hoge CO2-voetafdruk. Vlees vinden veel mensen lekker, maar kan het ook een onsje minder?. Op vlees moeten we dus zuinig zijn. Minder vlees en meer groenten en kruiden in het menu?. Helaas smijten de winkelbedrijven in de reclamefolders nog dagelijks met aanbiedingen van goedkoop vlees. Winkels hebben veel invloed op het koopgedrag van burgers/klanten en ze doen allemaal fors aan marketing. Zij nemen hun verantwoordelijkheid niet op maar plaatsen wel (net als banken) advertenties duurzaam voedsel over boeren en tuinders die ze structureel veelal te weinig betalen. Vlees en voedsel, dat duurzaam is, kan per definitie niet goedkoop zijn. Duurzame landbouw en circulaire economie leveren een hogere kostprijs op. Klanten moeten meer gaan betalen maar zijn daar blijkbaar nog onvoldoende van doordrongen resp. toe bereid. AH maakt reclame met projecten zoals Beter voor Koe, en Natuur en Boer, en betaalt dan een fooi van 5 eurocent bovenop de weidemelkprijs. Kan en moet dat niet beter voor duurzaam voedsel voor en door het winkelbedrijf en de klant?. Winkelbedrijven weigeren boeren die duurzaam telen gegarandeerd en systematisch meer te betalen ondanks hun reclamencampagnes. Een oproep tot daden van winkelbedrijven van de Minister van Landbouw, wordt genegeerd. De Minister denkt bovendien aan de instelling van een egalisatiefonds duurzaam. Uit onderzoek van onderzoeksbureau Questionmark blijkt in december 2021 dat de supermarkten te weinig sturen op dierenwelzijn en zich verschuilen achter de ‘Klant’, die zelf beslist. Alleen Ekoplaza scoort goed als winkel voor biologisch voedsel. Ongeveer de helft van het vlees in de reclamefolders, voldoet aan dierenwelzijnseisen. Coop, Plus en AH hadden het meest dergelijk vlees in de aanbieding. Bron: NRC dinsdag 14 december 2021, ‘Supermarkt stuurt te weinig op dierwelzijn’: Martine Kamsma.

Voedselregio’s in de EU

Regionale voedselvoorziening op hoofdlijnen is nodig in regio’s van mogelijk 350 km doorsnede in de wereld met een beperking van import en export daarbuiten. Een voorbeeld van zulk een voedselregio is binnen Europa is: de regio Berlijn-Parijs-Brussel-Amsterdam-Kopenhagen of de regio Zuid-Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en TrentoTrentino/Süd Tirol of de regio Midden en Zuid Italië met o.a. Toscane, Rome, Napels en de Zuid-Italiaaanse laars. Het gedachtengoed van voedselregio’s, markt en rendabele landbouw stamt van van de econoom Johann. H. von Thünen onder andere een rol als we kijken naar de kosten van transport en de versheid/houdbaarheid/kwaliteit van het voedsel.

Hoe gaat het nieuw beleid er uitzien?

De klant (wij dus) moet veranderen in zijn gedrag als koper. (Volgens Derk Boswijk van het CDA praat de klant over duurzaam en diervriendelijk in 2022 maar koopt kiloknallers). Minder praten en meer doen bijv. minder vlees, meer groenten en kruiden en meer biologisch eten. Minder bulk. Dus minder reageren op reclames voor vlees en voor drank. Iets meer (Bijv. 35%) betalen aan de boer is de oplossing. De prijs is de winkel is vele malen hoger dan de prijs bij de boer. De klant kan meer naar de boer resp. slager en de bakker en de speciaal zaak gaan. Het wachten is op een akkoord van partijen in grote lijn bij een nieuw kabinet, De dossiers over Klimaatverandering, Energietransmissie, Stikstof, CO2 en de milieuproblematiek worden dan eindelijk omgezet in concreet beleid?. Inmiddels heeft de Overheid na forse bezuinigingen op overheidstaken in het verleden, en een overmaat aan slecht uitvoerbare en handhaafbare wetten en complexe uitvoeringsprocessen, veel vertrouwen bij de burgers en boeren verspeeld. De miskleunen in de zorg voor ouderen en de jeugdzorg resp. bij werk voor gehandicapten en de valse verdenking van fraude en de behandeling door de Belastingdienst als gevolg van slechte wetten en bange ambtenaren, spreken voor zich. Veel amandementen op een nieuwe wet, die de Tweede Kamer accepteert,, betekent bij uitvoering en handhaving veelal dat de uitvoering eindigt in broddelwerk. Er is werk aan de winkel voor ons allemaal na een impasse van twee jaar. Dat geldt ook voor Klimaat zoals we kunnen begrijpen uit het IPCC-tapport van het klimaatpanel van de VN in augustus 2021, dat de eis op tafel legt dat iedereen er een schep bovenop doet,

Het wordt tijd dat de overheid vaststelt wat qua beleid in grote lijn in de landbouw en in de industrie wel kan en mag (prestaties) in plaats van wat allemaal niet kan en mag (verboden). Beleid formuleren bijv. in de melkveehouderij voor kwaliteitsmelk met max. aantal koeien per ha en weiderecht met max. gebruik van importkrachtvoer en veebezetting bijv. 2,5 GrootVeeEenheden (GVE) koe per ha grond en maximaal eiwit (N en P) gebruik per koe. Het argument dat melkkoeien, bij het huidige melkproduktieniveua alleen op eiwit- en koolhydraatrijk voedsel met krachtvoer gezond blijven, lijkt alleen ingegeven door het streven naar die topproductie. Eiwitrijk voer leidt tot stikstofrijke mest en diarree (eiwit versus vezel) en daar hadden we toch een probleem mee?. En als je gezondheid en de levensverwachting van de koe voorop stelt?. Mag het ook 5 % of 15 % minder produktie zijn als je eiwit bespaart?. Gezondheid was reeds voor 1960 van beland voor het voeren van koeien. Is er iets mis met iets minder melk en een langer gezonde koe. Boeren schroomden vroeger niet om gesneden stro met daarnaast bieten, rapen, hooi etc te voeren. Obese voeding zonder voldoende beweging levert bij slachtkuikens geen gezond vlees en de topmelkproduktie strijdt met de levensduur van de koe.

Een modern en licht en open staltype melkveehouderij met strooisel van stro ter beperking van ammoniakverliezen.

Staltypen en stalsystemen

Er zijn een twaalftal typen stal melkveehouderij zoals we zien in de Brochure Toekomstbestendige stallen melkveehouderij, van Paul Balemans, adviseur omgeving van ZLTO 2022. Het betreft moderne ligboxenstallen of in- en uitloopstallen met systemen van scheiding van mest en urine met bijzondere vloeren met sleuven doorlatend voor urine en schuifsystemen voor de af te schuiven vaste mest met of zonder waterspoeling van de roosters. Het verminderen van stof en stank is een bonus. De 12 staltypen worden vaak geduid in reclame-of slogan namen: Groene vlag roosters, ECO-vloer, Welzijnvloer W4, Profielvloer C6, Berkel Beton, Qwinpro welzijnsvoer, Emissiearme sleuvenvloer G6, V17Agro, Meadowfloor, Emissiearme plaatvloer G6, Ergo-vloer, Lely Spere etc. Soms zegt de naam alleen iets over het werkingsprincipe. Het rendement van ammoniakreductie (of stof of stank) is doorslaggevend voor de keuze staltype in het kader van de Stikstof wetgeving en de vergunningverlening. Een classificatie als Prestatienorm ammoniakvervluchtiging is subliem bij N3 resp. goed is N4, redelijk N5, minder goed N6 en N7, en slecht is N8 of zeer slecht N10, zou duidelijk zijn waarbij N staat voor Stikstofverliezen en 4 voor 4 kg NH3 per ligplaats koe per jaar. Paul Balemans ZLTO en de Provincie Noord-Brabant geven dat rendement aan in hun brochures als dat rendement is gemeten/vastgesteld. Daarnaast zijn er volgens Balemans formeel een 6 tal typen stallen in ontwikkeling zoals Kwatrijnstal, Jumpstart. High Welfare Floor, Cowtoilet, Filterfloor en Dairy Welfare vloer. Initiatieven zijn in een proeffase zoals Hanscamp Cow Toilet, een koeientoilet dat voorkomt dat urine bij mest komt, door de koe te stimuleren om te plassen en de plas in een bak op te vangen en af te voeren. De Kwatrijn conceptstal is een open stal ingepast in het landschap, waar de koeien in stro-eilanden kunnen liggen en weidegang hebben. Stro is de (net als in de biologische landbouw, en de gewone landbouw tot 1960) basis van het concept net als dierwelzijn en de lage ammoniakuitstoot. Stro heeft een hoog C/N-quotient en bindt ammoniak/ammonia in de stal. . De Kwatrijnstal claimt slechts 4,6 kg ammoniak per dierplaats per jaar uit te stoten, en de moderne ligboxenstal met speciale roosters urinesleuven 6-7 , en 7-8 zonder sleuven en speciale roosters, en de oude loopstal 7-11 kg ammoniak. Ook verdunnen van mest met water beperkt enigszins de ammoniak uitstoot, en het afzuigen van de lucht in de drijfmestput met een chemische wasser erbij beperkt de uitstoot. Wroetstallen voor varkens resp. stro in de stal, en mestscheiding bij varkens is aan de orde net als plasplaatsen in de stal waar urine separaat wordt opgevangen. Koeien en varkens zijn slim genoeg met enige stimulering (plaatselijk strijken zenuwen bij koeien) of een toetje of snoepje (varkens ) mee te werken om urine op te vangen. Kippenstallen met luchtfilters tegen stof en luchtwassers tegen ammoniakuitstoot zijn er al lang maar de efficiency van ammoniakreductie en stank is minder dan de reclame vertelt. Kippen scheiden urinezuur uit terwijl varkens en koeien vooral ureum uitscheiden. Kippenmest is geconcentreerde in mineralen en droger en verder aandrogen en koelen helpt om de ammoniak vervluchtiging tegen te gaan. Urinezuur geeft moeilijker ammoniak vrij dan ureum. Kippenmest gaat vooral naar de verwerker om in het buitenland verkochr te worden bij akkerbouwers. Reductie met ammoniak op de boerderij begint bij het bemesten met minder kunstmest N (en de eigen koeienurine gebruiken), resp. het minder eiwitrijk voeren van het vee, het scheiden van mest en gier met een cowtoilet of plasplaatsen bij varkens, of het gebruik van stro of strooisel om vaste mest te maken, en de invloed van de vloer- en roostersystemen (met of zonder beweiding/uitloop) die ammoniak uitwaseming beperken. De verwachting is hooggespannen bij systemen die urine bij het dier/de bron opvangen (koetoilet en varkensplasplaat), dan volgt scheiden van mest en urine in de stal of het gebruik van stro in de stal met een gierput. Scheiden van meste en urine zorgt ook voor minder methaaanproductie. Zie Innovatieoverzicht stalsystemen van de Provincie Brabant op internet, en verder: Bas en Bart Combee in Helvoirt over natuurinclusief boeren , Artikel van Hans Runhaar UU en WUR: de Melkveehouderij is een drama voor milieu en boer, NRC 18/19 juni 2022. Sjaak Sprangers heeft sinds 2015 een biologische melkveehouderij in Kaatsheuvel bij de Drunense en Loonse duinen, met het staltype Kwatrijnstal met stro, en 70 Jersey koeien, een licht koetype. Het bedrijf omvat 91 ha grasland voor de eigen veevoerproductie voor de koeien en het jongvee, en verder 65 ha natuurgrond, die extensief wordt gebruikt en niet wordt bemest. De uitstoot van ammoniak die werd verwacht schommelt qua emissiereductie tot 4,6 kg NH3 per ligplaats (geschat 2015) en 5,5 (gemeten in de afgelopen winter). Gezien het aantal GVE koeien Jersey met dit het staltype en het strogebruik, en de hectares grasland (minder ongeveer 0,8 GVE Jerseykoe per ha grasland ) een verwacht gunstig resultaat, Bij grondgebonden melkveehouderij blijf je onder de 2,3 GVE melkkoe, zonder kleinvee. Sprangers levert de melk voor de ijsproduktie en de kaasproduktie. Met 130 zonnepanelen op de stal zorgt het bedrijf voor de eigen stroom en bij 25 gezinnen voor elektra. Bron; De Kwatrijnstal van Sprangers staat in de natuur, Artikel op internet. Einde staltypen.

Grondgebonden veehouderij moet er dus komen. Voor andere diersoorten zijn ook GrootVeeEenheden of KleinVeeEenheden vast te stellen door de overheid.

Vragen en mogelijke veranderingen?

  • Boeren kunnen in de stal vaste mest van gier scheiden en stro/strooisel inzetten i.p.v. de huidige drijfmestsystemen.

  • Het vaststellen van de CO2-voetafdruk produkten en prijs CO2, evenals het doorrekenen in de prijs/fiscale heffing.

  • Vaststellen van regio’s duurzaamheid voedsel is mogelijk en we kunnen voeding in een straal van 250 km bevorderen om zelfvoorziening te stimuleren.

  • Groenten en fruit BTW-vrij, maar vlees en minerale olie gaan we om klimaat- en duurzaamheidsredenen zwaarder belasten.

  • Uitfaseren van ecologisch onacceptabele bestrijdingmiddelen.

  • Milieuzones natuurgebieden en woonwijken concreet maken en boeren uitkopen.

  • Een maximum bedrijfsgrootte diersoorten bij intensieve veehouderij in de regio’s vaststellen in verband met uitstoot van ammoniak etc.

  • Compartimentering varkensstallen i.v.m. brandgevaar.

  • Inkoopregister en produktiecontracten actueel houden veevoer en krachtvoer van veevoerhandel.

  • Contracten opstellen van veehouder en meewerkende akkerbouwer als producent van veevoer in de regio: een zogenaamd virtueel gemengd bedrijf, zoals dat nu al functioneert tussen biologische boeren.

  • De discussie over zonnepanelendaken en panelen op landbouwgrond vraagt om een centrale gedragslijn.

  • Dat geldt ook voor regionale accuvul- of wisselstations tractoren en machines.

  • De facilitering van stations voor regionale waterstofelectrolyse.

Het vraagstuk waterstof of stroom/accu is nog onbeslist. Of krijgen we een duaal systeem?. De lichtere accu voor lichte machines en waterstofmoter (hoge druk waterstof voor zware machines, tractor en vrachtwagen)?. Electrische bestelbussen en kleine stadsvrachtwagens zijn er in 2021 al evenals de waterstofbussen en zware vrachtwagens, die duidelijk gaan maken waar de keuze valt (accu bij minder dan 50 kW? en bij machines boven 100 kW?. Kunnen zonnepanelen, die soms zoveel stroom maken en de afvoer van stroom door een te lichte landelijk stroomnet onmogelijk is, bij een groot dak of een combi van daken, een waterstof analyser of een accuvulstation voeden?.

Harde ingreep verwacht

De veestapel wordt verkleind. Dat gebeurde al na de afschaffing melkquota toen bijna elke veeehouder had uitgebreid. Hoe gebeurt dat nu in de regio?. En welke dieren en diersoorten vallen onder de krimp?. Mogelijk ingrijpen op de veestapel lijkt met de inzet van vele miljarden Euro’s bij verschillende scenario’s in september 2021 mogelijk zoals de interne rapporten van de Ministeries van Financiën en van Landbouw met het PBL-advies aangeven. Inmiddels koopt de overheid varkensboeren vrijwillig uit bij urgente situaties bij natuurgebieden. Varkensboeren verdwijnen maar het aantal varkens in Nederland blijft bijna gelijk?. Dat is niet te verkopen aan de bevolking want de maximaal geproduceerde hoeveelheden mest per dierstoort moeten omlaag. Dus geen productierechten meer. Intrekken van vergunningen en gedwongen verkoop van landbouwbedrijven in urgentieregio’s is onderwerp van studie bij de Ministeries van Financiën en het Ministerie van Landbouw. In de mist van Corona en het tijdperk van het demissionaire kabinet Rutte-III gaan de voorbereidingen van de mogelijke ingrepen in de landbouw en de klimaatmaatregelen door.

Helaas ontkennen veel veeboeren (75%) de problemen rond stikstof als probleem en daarom hoeft de veestapel volgens veeboeren niet te krimpen. Zij denken dat de burgers achter deze visie staan. Dat komt mede door de redelijk positieve reacties van het publiek op de boerendemonstraties (38% van de burgers). Dat delen van die visie is maar voor 30% het geval. De burgers kiezen voor krimp, en 22% is neutraal en 25% weet het niet. Burgers weten verder inhoudelijk weinig van landbouw. Burgers in het algemeen en specifiek kinderen krijgen er in Nederland ook geen les over landbouw. De discrepantie tussen de visie van veeboeren en van burgers is dus groot en het nieuwe kabinet en het Parlement krijgen er een hele kluif aan. Helaas is het vertrouwen van boeren in de politiek en in de overheid in het algemeen resp. in het RIVM, het Ministerie van Landbouw, en de huidige coalitie van politieke partijen op een dieptepunt aangekomen. Mogelijk hangt dat samen met de tijdgeest. Binnen het CDA vindt 40% krimp redelijk resp VVD 42%, CU 43% en D66 78%. Tweederde van de veeboeren zou nu bij verkiezing de stem uit brengen op het BBB: een wanhoopsdaad. Dat baart grote zorgen. Rechtse partijen geven nog de meeste steun aan de boeren (driekwart) of twijfelen nog (een kwart), terwijl meer linkse partijen en sociaal democraten en de dierenpartij het voor 60-90% eens zijn met krimp van de veestapel. Daarbij valt op dat er weinig twijfelaars zijn. Toch zullen we er met boeren en burgers samen uit moeten komen. Dit is maatschappelijk en sociaal nodig omdat we het in 50 jaar (1970-2020) in de landbouw zover hebben laten komen. Het gaat volgens meerdere rapporten 20-30 miljard Euro kosten om een nieuw verdienmodel voor de landbouw in te voeren. Waarschijnlijk is volgens de auteur een aanvullend budget van 50 miljoen Euro voor Crisisverwerking middels een training tot nieuw ondernemer nodig om boeren ( 50.000 bedrijven in 2021) onder de 45 jaar in een nieuw systeem van afschrijven en investeren, en een training tot nieuw ondernemer te helpen het voortouw te nemen. Een derde van de boeren heeft nu al geen opvolger en mogelijk wordt dat nog groter. De ontwikkeling van de training kan gebeuren via de gemengde commissie van landbouworganisaties en het Ministerie van Landbouw. Bron Onderzoek Volkskrant I&O Research okt. 2021: Onbegrepen veeboeren wantrouwen overheid, door Peter Kanne en Asher van der Velde.

En dan nu de moeizame transitie naar minder intensief produceren in de landbouw en de industrie om grondstoffen te sparen en te laten circuleren. Daarbij gaat het ook om fossiele brandstoffen te vervangen door duurzame energie. Extensiever produceren vergt behalve visie en leiderschap van de ondernemer een intensieve vernieuwing van de bedrijfsprocessen en gekoppeld aan vergroting van de betrokkenheid, bijscholing en training van het personeel. De transitie in stappen vraagt perspectief voor 5 en 25 jaar waarbij een doelstelling van 100% score alleen maar kan frustreren. De laatste 10% van de doelstelling naar 0 uitstoot, kost verhoudingsgewijs de meeste inspanning en zal in de practijk contraproduktief werken,

Maatregelen en ingrepen 2022-2026

Maatregelen en ingrepen van overheden zullen worden genomen om de landbouw duurzaam te maken. De maaatregelen zijn breder dan de landbouw van toepassing en zullen integraal van toepassing zijn op alle sektoren van de economie. Op dit moment zijn het beleidsvoornemens van de EU en van nieuwe kabinetten in Nederland, Duitsland en België. De uitwerking van het beleid volgt in overleg met de parlementen. Opvallend is de prominente rol die provincies en Bundesländer krijgen/hebben om regionale problemen aan te pakken. Het vertrekpunt is de situatie in Nederland in 2019 toen de impasse rond Siikstof zich aandiende.

We gaan nu nader in op:

  1. Visiedocument in verband met de bredere context klimaat en duurzaamheid.

  2. Vijf eeuwen schuiven met mineralen, voor degenen die dieper in de kringlopen mineralen geïnteresseerd zijn.

  3. Green Deal van de EU.

  4. Aanscherpingen landbouwbeleid en klimaatbeleid EU en Nederland en buurlanden.

1. Visiedocument: Aanpak problemen en oplossingsrichtingen uit de imPASse uit Stikstof en Fosfaat, Energietransitie en Klimaat, versie 5, dd. 10-11-2019, via de button Visiedocument.

De Visie in het document is tekstueel door de auteur Hub van Pol vastgesteld op 10 november 2019 toen de politiek in de Tweede Kamer na het PAS-besluit van de rechter aan zet kwam. Een Visie wordt soms bijgesteld maar met dit document wordt mijn foto van het inzicht van dat moment vastgelegd. Sindsdien is er weinig concreets besloten op het gebied van de randvoorwaarden voor duurzame landbouw resp. de invulling van de energietransitie, minder vervuiling en meer biologische landbouw. In de Visie wordt een beeld geschetst van de richting van verandering die wordt voorgestaan in de landbouw. Verder wordt een inschatting gedaan van de ingrepen op Stikstof resp. anders vee voeren en meer produktie van groenvoer in Nederland, en op het beheer van stikstof door inzetten van stro in de mest resp. andere staltypen en of roostertypen en het kernpunt: het aantal dieren als Groot Vee Eenheden (of Klein Vee Eenheden ) en de ha’s beschikbare grond. Als de norm voor GVE per ha is vastgesteld op bijv. 2,3 GVE voor melkveehouderij, is het Stikstof probleem al grotendeels opgelost. Superintensieve bedrijven vallen af. Met gescheiden mest resp. stro en ander voer en een ander staltype kun je dan finetunen. Excessen van bedrijven met meer dan 3 tot wel 5 GVE per ha worden dan als N-(ammoniak en nitraat) en P-probleembedrijf voorkomen. Voor varkens en kippen of kalkoenen etc. kunnen ook GVE’s of Groot Varken Eenheden en Groot Kip Eenheden etc. worden uitgerekend of genormeerd, zodat je weet hoeveel ha grond past bij die veebezetting om een gesloten mineralensyteem te bereiken. De Natura 2000 gebieden worden als een bij Wet geregeld gegeven beschouwd. Einde Visiedocument.

De Minister van Landbouw Carola Schouten heeft ondanks haar goede intenties en voorstellen haar goodwill bij boeren op het spel gezet. Dat zat er dik in vanwege het chaotische mijnenveld van sterk uiteenlopende politieke meningen en verdeeld acterende belangenbehartigers. Het lukte haar nog niet om Kringlooplandbouw snel praktisch concreet te maken en te implementeren. Gebrek aan inbreng en bestuurskracht vanuit de boeren en hun organisaties blijkt funest. De politieke partijen speelden hun eigen mediaspel of ze deden niets om de knelpunten op te lossen. De boerenbonden en met hen het CDA, CU en VVD vrezen de radicale boeren. Het is de vraag of dat verstandig is. Innovatieve boeren en oplossingsgericht boeren, moeten zich ermee bemoeien. Het compromis moet gemaakt worden en dat vergt meer dan een handjeklap over minder vee. We hebben na de opheffing melkquota maar weinig bereikt behalve weer meer regels en repressie.

Minder regels komen er niet als er geen randvoorwaarden voor landbouw komen, zoals bijv. maximum GVE per ha grond en maximum import veevoer en krachtvoer resp. invoering CO2-voetafdruk, het perceelrandbeheer en de maatregelen ter versterking van de biodiversiteit. Het verbod op een aantal insecticiden is voorspelbaar evenals de aanbevelingen voor strokenteelt resp. extensivering percelen, akker-weiderandbeheer, en de aanscherping van de nitraatrichtlijn en het verplicht inzaaien van vang-/stoppelgewas. Voor elke maatregel weer tien uitzonderinge toestaanmmaakt het pakket onuitvoerbaar. De erkenning van een gecertificeerde NIRS fysische meettechniek om mineralen (N, P, K en Ammonium) te meten in de mestinjecteur van de loonwerker, is noodzakelijk. Zo weet je precies hoeveel kg’en mineralen worden geinjecteerd en de administratie is sluitend. Deze en andere instrumente voor precisiebemesting zijn onmisbaar. Duidelijke normen voor uitstoot van ammoniak, stank en stof, en zoönosen bij natuurgebieden en woonwijken als regiobeleid zijn onmisbaar om schoon schip te maken.

Het politieke formatiespel is/was bij de kabinetsformatie in Nederland resp. bij de formatie in Duitsland aan zet. De Groenen halen het Ministerie van Economie en Klimaat, resp. van Landbouw en van Milieu, voorheen CDU bolwerken, evenals het Ministerie van Buitenlandse zaken en van Gezin naar zich toe. Dat zal inhoudelijk verschil gaan maken.

Vormalige wetenschappers en bestuurders Rabbinga en Winsemius waarschuwen in november 2021 in NRC voor het smijten met miljarden als er niet effectief, efficiënt en eerlijk wordt ingegrepen, Ook een star streven naar de reductie van een exact aantal procenten minder vee ( bijv. 25 of 50%), middels het uitkopen en opkopen van landbouwbedrijven, lijkt hen discutabel, qua uitvoering. Het advies rapport van Remkes: Niet alles kan overal, biedt concrete handvatten om in te grijpen. Ze pleiten voor het afrekenen van elke boer op het MINAS/Mineralenresultaat: Hoeveel mineralen komen het bedrijf binnen, en hoeveel mineralen verlaten het bedrijf resp. stoot het bedrijf uit? Bron: Opinie NRC 25 november 2021.

Zulk een MINAS-systeem is een Afrekenbare Stoffenbalans, die veel lijkt op de Kringloopwijzer van Frans Aarts en collega’s van de WUR. Ondanks de zuiverheid van die methodiek, blijft het als instrument erg complex: Veel boeren, agrarisch adviseurs en belastingambtenaren krijgen het systeem met zeer veel variabelen niet echt onder de pet. Meer rekenen maakt soms niet meer duidelijk. De mogelijkheid van een aangiftemodule Kringloopmeter mineralen, die de Overheid ontwerpt en onderhoudt, zou een deeloplossing zijn afgezien van de juridische en belastingtechnische vragen. De vraag is of zulk een beheersinstrument, dat gebaseerd is op administratieve gegevens en metingen/schattingen, wel voldoende mogelijkheden biedt voor de randvoorwaarden van operationele beslissingen, die een duurzaam/volhoudbaar landbouwbedrijf behoeft?. Met Kringloopmeter kun je finetunen, ingrijpen en bijstellen, Een boer moet echter beslissingen vooraf nemen die 10 of 20 jaar consequenties hebben door milieu-investeringen, veranderend klimaatbeleid, en de energietransitie en de mogelijke fiscale afschrijvingen.

Dan zijn we weer terug bij de vraag hoe je als overheid de landbouw aanstuurt op duurzaamheid, veiligheid, milieu en diervriendelijkheid etc. Via gedetailleerde verbodsregels of gebodsregels met wat wel kan?. Op hoofdlijn kun je de boer vragen om hoofdzaken voor de bedrijfsvoering actueel beschikbaar te hebben in de administratie:

  • Veebezetting en ha’s land, grondgebondenheid,

  • Weideloop en schaduwregeling

  • Contracten met akkerbouwers als leverancier van geproduceerd veevoer,

  • Afzetcontracten mest,

  • Ecologische maatregelen GLB en POP,

  • Gekocht ruwvoer handel, gekocht krachtvoer handel,

  • Gebruik kunstmest,

  • Melkproduktie,

  • Vleesproduktie,

  • Leveringen vanaf bedrijf,

  • Antibioticaverbruik,

  • Bestrijdingsmiddelenverbruik,

  • Ammoniak aanpak, methaanaanpak, stalsysteem met gescheiden mest en strogebruik,

  • Bemestingsplan, registratie van het N (stikstof) en P (fosfor/fosfaat) gebruik

  • Aanpak nitraatrichtlijn, en

  • Aanpak akkerranden met extensivering produktie met een diversiteit in kruiden, in bermen, insecten en vogels en tot slot

  • Veiligheid op het bedrijf voor mens en dier.

    Als je zo acteert, hoef je als boer niet meer te bewijzen dat je het goed doet, want je kunt het laten zien. Je hebt dan een soort Mineraal, Milieu en Ecologie/Ethologie verantwoording ingebouwd. De bedrijfsinput is volledig, transparant en controleerbaar.

2. Vijf eeuwen schuiven met mineralen in de landbouw, PowerPoint uit 2019 over Kringlopen, de hyperlink: POWERPOINT. De eindconclusie is dat de landbouw momenteel in Nederland in intensieve landbouwproductie van Duitsland, België, Frankrijk, Spanje en Italië op te weinig akkerland en weideland, plaatselijk en regionaal veel water en teveel mineralen gebruikt uit geimporteerd veevoer (via de drijfmest) van de intensieve veehouderij en uit kunstmest/minerale meststoffen, waardoor grondwater en oppervlaktewater en bij rivieren zeewater wordt vervuild en planten en dieren/vissen afsterven.


3. De Green Deal van de EU over klimaat, energietransitie, circulaire economie en aanpassing van de landbouw, die onderwerp zijn in het Europees gesprek 2020-2021 en die als doelstelling heeft;

-De netto uitstoot van broeikasgassen terug te brengen tot nul tegen 2050,

-Economische groei zonder uitputting van grondstoffen,

-Geen mens of regio, die aan zijn lot wordt overgelaten.

We zullen het Europees gesprek nodig hebben nu gebleken is dat het echte Nederlandse gesprek al langer dan een jaar uitblijft. Zowel het Kabinet als de politieke partijen en de belangenbehartigers LTO en de Boerenbonden, Rabobank, Coöperaties, Vakbonden, Verzekeraars zitten nog op hun handen. Inbreng van constructieve voorstellen van praktische wetenschappers en verandering gerichte boeren zijn nu broodnodig om aan de slag te gaan als het politieke compromis eindelijk wordt geformuleerd en omgezet wordt in nieuw landbouw beleid.

4. De aanscherpingen van landbouw- en milieubeleid door de EU resp. door ministeries, provincies en gemeenten,

De aanscherpingen van het klimaat- resp. landbouw- en natuur- en milieubeleid zet door. Openheid over vervuiling en vervuilers wordt jurisdisch afgedwongen. Op de lijst van grootste uitstoters van CO2 in 2021 in Nederland prijken staalbedrijven resp. oliemaatschappijen en de chemische industrie. Wie veel energie gebruikt, stoot vaak veel CO2 uit in miljoenen tonnen. Dat loopt bij de grootste 10 uitstoters af van 5,9 megaton CO2 per jaar . Een megaton of Mton is een miljoen ton. De grotste industriële vervuilers zijn: Tata Steel Velsen Noord, via RWE Eemshaven, Chemelot Sittard Geleen, Shell Raffinaderij Rotterdam, Vattenfall Velsen Noord, Uniper Maasvlakte, Dow Benelux Hoek, Yara Sluiskil, Schell Chemie Moerdijk, naar 2,3 megaton bij Esso Botlek. Anders uitgedrukt 2,3 maal een miljoen ton CO2 of 2,3 x 10 tot de negende kg CO2.

Behalve de grote CO2-uitstoters zijn er talloze kleinere: Miljarden mensen en dieren die voedsel verteren en CO2 uitademen. En al die activiteiten, die door mensen en dieren worden uitgevoerd. Van voedsel- en voedingconsumptie tot aan sanitair, riolering en waterzuivering. En allemaal CO2 uitstoten in de lucht en mineralen toevoegen aan het riool en de mest. Gelukkig zijn in Nederland de waterzuiveringsbedrijven zeer actief om het rioolwater te zuiveren. In het boek: De verborgen impact: Alles voor een ecopositief leven, van Babette Porcelijn geeft zij de Zwaarste vervuilers TOP10 in CO2-verbruik van activiteiten van de mens aan. Op kop staan:

  1. Spullen die de mens gebruikt van complexe electonica tot ICT en productie en gebruik gsm met apparaten energie en transportkosten.

  2. Op de 2e plaats volgt Vlees met voerkosten, ruwvoer, krachtvoer, verzorging, milieukosten en transportkosten.

  3. Dan volgt op 3 Wonen en energie,

  4. Op 4 gevolgd door Auto, CO2, stof, NOx etc. en

  5. Op 5 volgt Eten met de wens van meer plantaardig voedsel, minder suiker en minder zout en minder verspilling, gevolgd door

  6. Vliegen en vervoer en zeevaart, met perdonen, goederen en containers

  7. Kleding en textiel die zeer vervuilend zijn bij productie en wassen in energie, chemicaliën en waterverbruik, en op

  8. Volgt Zuivel en eieren, die veel ruwvoer en krachtvoer vergen met hoge transportkosten en energie

  9. De Badkamer met sanitair en het gebruik

  10. Dan volgt nog Openbaar vervoer Trein, bus en taxi. Bron: Boek van Babette Porceleijn in NRC 20-12-2017.

Behalve de waterzuivering en de rioolzuiveringsbedrijven besteden we in Nederland ook steeds meer op de vervuilende uitstoot van de industrie en de chemie etc. Er zijn ook aanpassingen in de industrie/chemie en de energiebedrijven die mede worden afgedwongen door belangenbehartigers met juridische wapenen zoals de milieuorganisatie MOB en de vereniging Leefmilieu. door het indienen van handhavingsverzoeken in verband met de stikstofuitstoot van bedrijven, omdat een nieuwe vergunning nodig is of zou moeten zijn. Het is een teken aan de wand voor de bestaande politiek en het vastgelopen beleid en stroperige overleg van de laatste 40 jaar.

Tegenover de CO2-vervuilers staan de CO2-binders zoals de Natuur op land in bossen, natuurterreinen, bermen etc. en in oceanen (de helft van alle CO2) en de Landbouw en de boeren in de wereld (de andere helft) die ook CO2 uitstoten met energie- en voedsel- en voerconsumptie (vooral in de veehouderij en nog meer in de intensieve veehouderij), en de CO2-binders zoals de plantentelers akkerbouw, tuinbouw, bosbouw en weidebouw/grasland. Hoe meer plantenteelt in een bedrijf des te meer metto CO2-binding. Overigens is de binding van CO2 via fotosynthese (30 ton CO2 per ha grond per jaar) veel groter dan de productie van CO2 als energieverbruik in de boerderij (enkele tonnen, tot 10 a 20 ton per ha per jaar in akkerbouw versus de melkveehouderij met of zonder veel veevoerimport, en 20-200 ton CO2 in intensieve veehouderij (veel dieren en veel veevoer uit akkerbouw in buitenland en krachtvoer op weinig ha grond). Die bedrijven binden netto geen extra CO2 via fotosynthese in Nederland: Vooral Intensieve Veehouderij doet de binding van CO2 door plantenteelt weer teniet door na het opeten van het veevoer en het krachtvoer de CO2 bij vertering uit te ademen bij de produktie van vlees. (en de mineralen uit het voer achter te laten in de mest, en ammoniak en methaan uit de stal uit te scheiden of te laten vervluchtigen). Plantentelers zijn dus netto CO2-binders, en akkerbouwers en groentetelers proberen ook te bezuinigen op diesel vanwege CO2 (en op kunstmest en bestrijdingsmiddelen). Boeren met kippen-. varkens. kalkoenen etc. in de stal zonder grond en zonder plantenteelt (geen eigen ruwvoerproduktie) verbruiken veel veevoer, krachtvoet, water en lucht en stoten veel CO2, CH4 en Ammoniakemissie uit, maar dragen niet bij aan de CO2-binding door plantenteelt op grond in Nederland. Melkveehouder en Vleesveehouders nemen een middenpositie in als CO2 -binder en CO2-producent. Behalve dat boeren als plantentelers met hun grond veel CO2 binden, stoten ze via tractoren, machines, shovels, vervoer, installaties, auto’s , melkinstallaties, koelinstallaties, computers, verwarming en ventilatiesystemen ook CO2 uit. Naarmate ze meer techniek en installaties en transport/vervoer gebruiken (energieintensief) en minder menskracht op het landbouwbedrijf (eenmansbedrijven), des te lager hun CO2 rendement als binder van CO2 versus uitstoter van CO2. Conclusie; Plantentelers binden met plantenteelt netto veel CO2.

Sinds het Rapport: Our Common Future van de VN-commissie Brundtland in 1987 is duidelijk dat voor de voedselproduktie plantenteelt duurzamer is dan veehouderij. Armoede is een belemmering voor duurzame en natuurvriendelijke landbouw. De rijkere wereld kent overconsumptie, mineralen- en metalenhonger, voedselverspilling, hoge vleesconsumptie, milieuvervuiling, ammoniak en NOx uitsoort, bovenmatig energiegebruik/CO2 uitstoot, slepen met voedsel en veevoeders etc. met grote gevolgen voor de natuur en het milieu.

Je kunt zeggen: Hoe minder GVE (GrootVeeEenheden) per ha des te (vee)extensiever is het bedrijf en des te meer wordt netto CO2 per ha per jaar gebonden cq resteert uiteindelijk meer gebonden CO2. In Kringlooplandboue en grondgebonden veehouderij speelt grond, ruwvoer en vee en de mest (mineralen) een hoofdrol. Een evenwicht van vee (ruwvoer en krachtvoer en mest en gier) en grond (de mineralenbalans) is de basis van een duurzaam/volhoudbaar landbouwbedrijf. Volhoudbaar duidt bij dit criterium op CO2-binding landbouw, CO2 voetafdruk produkten, afgewogen gebruik van mest en kunstmest, het % organische stuf en humus in de buffernde grond, beperking N en P in de bemesting, beperking pesticiden, beperking antibiotica, beperking verspilling voer en voedsel, biodiversiteit en akkerranden, natuurbescherming, en teeltwisseling, Ook begrippen als Kringlooplandbouw, natuurinclusieve landbouw, extensivering bedrijfsvoering en terugdringen ammoniakemissie en methaanemissie, reductie stof, reductie ziektekiemen, reductie gebruik fossiel brandstoffen, beperking waterverbruik etc. horen in dit rijtje van begrippen thuis evenals plantaardig voedsel en minder vleesconsumptie bij de consument. Minister Staghouwer van Landbouw, Natuur en voedselkwaliteit, werkt in zijn onderhanden Perspectievennota het toekomstig landbouwbeleid nader uit.

Plantenteelt en veehouderij: plant-eiwit versus dier-eiwit Bij 0,1 GVE heb je een akkerbouw- of tuinbouwbedrijf met een paard en hobbyvee, en zeer veel CO2-binding per ha, bij 1 GVE koe is het melkveehouderijbedrijf extensief ingericht en bindt veel CO2, bij 1,5 GVE per ha heb je een gemengd bedrijf of een biologisch bedrijf, en bij 2,3 GVE is het bedrijf redelijk intensief en bindt nog wel CO2, bij meer dan 4 GVE per ha is het bedrijf een consument van veevoer en krachtvoer (van plantenteelt elders of in een nader werelddeel) en bindt zelf netto geen CO2 maar stoot via het vee en de stal als producent vooral CO2, ammoniak, methaan, stof en mineralen uit. Een hectare landbouwgrond bindt in Nederland per hectare en per jaar ongeveer 38,5 ton CO2 of 38.500 kg CO2. Een hectare landbouwgrond produceert in Nederland per hectare en per jaar ongeveer 28 ton O2 of 28.000 kg zuurstof. Gerekend tegen een waarde/verrekenprijs of beprijzing van (de aanname) 50 € per ton CO2 in 2022 en een waarde van 10 € per ton O2 levert dat een opbrengst van 50 x 38,5 is 1825 € op voor CO2-binding en 280 € voor zuurstofproduktie. Samen wortd dit 2105 Euro per ha per jaar.

Een van de criteria voor de beoordeling van duurzaamheid van een landbouwbedrijf kan de CO2-binding (CO2-balans) zijn. Duurzaamheid/volhoudbaarheid speelt gedeeltelijk al een rol in een nieuw subsidiesysteem van de EU. Boeren leveren in dat systeem toenemend Prestaties duurzaamheid en natuur. Hoe pakt dat uit?. Laten we dit modelmatig bekijken. In een landbouwbedrijf met 80 ha plantenteelt zou een nieuwe subsidie van de EU van 50 € voor een ton CO2 binding per ha per jaar kunnen zorgen voor inkomsten van 50 keer 80 € per jaar of te wel 40.000 Euro per jaar, in plaats van het huidige EU-areaalsubsidieregeling. Boven 50 ha wordt de subsidie verminderd, bijv. bij 75 ha gehalveerd en bij 100 ha nul omdat we af moeten van de kostprijsrace naar beneden gestimuleerd door de huidige EU-areaalsubsidie waardoor de grote bedrijven met veel subsidie alsmaar groter worden. Boeren met vee krijgen afhankelijk van de intensiteit (en minder netto CO2-binding) minder subsidie per ha. Boeren met een gemiddeld intensief bedrijf 2,3 GVE melkkoe per ha (grondgebonden bedrijf) ontvangen de helft van het subsidieberadg per ha in de areaal regeling. daarnaast kunnen ze via Prestaties Natuur en Biodiversiteit etc. andere subsidies scoren. Boeren met een super intensief bedrijf ( 4 GVE koe per ha) of boerderijven zonder grond en zonder plantenteelt of eigen ruwvoer ontvangen niets en worden vanwege stikstof, methaan, stof, ziekten en mineralen om milieuredenen gesloten. Het systeem van subsidie naar extra Prestatie plantenteelt/CO2 of Prestatie Natuurinclusief of Prestatie Extensivering, of Prestatie biologisch, Akker- en weidelandranden met kruiden en bloemen voor vlinders en vogels voor Biodiversiteit, en een (neerwaartswerkende ) correctie op de intensiteit in de veehouderij en intensieve veehouderij, kan ingebouwd worden als intrument in het verdienmodel van boeren voor de toekomst. Grote bedrijven zonder bijzondere Prestaties (zoals CO2-binding, Natuurproduktie, Natuurinclusieve landbouw, Samenwerkingscontarcten met veehouderijbedrijven) krijgen dus geen subsidie meer. Ook gemengde bedrijven kunnen zo worden gestimuleerd in de regio door akkerbouw en veehouderij te combineren in regio en in de markt. In de ene regio zijn er teveel veehouders en te weinig akkerbouwers en vice versa. Dat kan anders worden ingericht in de regio als Stikstof het toelaat. In de toekomst wordt de beprijzing van CO2 in de EU hoger en wel van 50 € nu naar minimaal 100 in 2030. Een O2-beprijzing is er nu nog niet in de EU maar wie weet wat er gebeurt is als de lucht, het water en de bodem t.z.t. weer op orde zijn. Zelfs een gegarandeerde bestrijdingsmiddelenvrij of antibioticavrije toeslag op een produkt of een biologisch certificaat is niet uitgesloten als de EU de aangekondigde nieuwe regels van Farm to Fork en 50% minder bestrijdingsmiddelen/pesticiden in 2030 invoert en een aantal middelen, die insecten en vogels treffen, verbiedt. Ook het gebruik van antibiotica blijft een zorgpunt. Enkele landen en een aantal boeren blijft bijv. Glyfosaat verdedigen terwijl andere boeren en onderzoekers of machinefabrikanten nieuwe machines tegen onkruid ontwikkelen evt. met strokenteelt) of met ICT- en lasertechnologie zoals in machines en in drones. Enkele neonicotinoïden worden verdacht van een dodelijk effect op vogels, bijen en insecten. De EU trekt de toelating na nieuw onderzoek van een pesticide dan in voor gebruik in de EU terwijl de export en het gebruik van die middelen buiten de EU helaas nog vele jaren kan voortgaan. Met als gevolg vervuiling en biodiversiteitkaalslag buiten de EU bij de produkten die als export naar de consumenten en het vee in EU gaan. Ook de biologische bestrijding in de EU staat gelukkig niet stil bij een aantal teelten, en de strokenbouw in de vollegrond is in opkomst wat plagen en ziekten remt.

Plannen EU en Timmermans

In oktober 2021 heeft het EU-parlement in zeer grote meerderheid de plannen van Farm to Fork van Frans Timmermans goedgekeurd op voordracht van de rapporteurs en Europarlementariërs Herbert Dorfmann (Christen Democraten Süd Tyrol/Italië) en Anja Hazekamp (PvdD Nederland). De teleurstellende afspraken van de klimaatconferentie in Glasgow laten de weerstand zien :

  • Tegen de afbouw van steenkool en olie, of subsidie op oliewinning,

  • Half zachte afspraken over het tegengaan van ontbossing en bosdegradatie.

  • De EU-commissie Klimaat wil prompt daarop produkten ontbossing weren en of gaan belasten bij import in de EU: Palmolie, soja, rundvlees, hout en koffie/cacao. Andere produkten worden mogelijk nog toegevogd aan deze lijst.

  • Een bewijs van herkomst moet opgeleverd worden en naast lokatiecoördinaten produktie worden lokale vergunningen getoetst en/of afgewezen. Het Green Deal plan van Frans Timmermans is in behandeling bij het Europaparlement.

Eindelijk een kabinet

We hebben in Nederland de wapenfeiten van de Kabinetsformatie nieuwe stijl o.l.v. Johan Remkes en Wouter Koolmees met spanning afgewacht. Veel tijd ging verloren met gedoe, gedraai en het elkaar vermijden. Verwacht werd dat het nieuwe kabinet in Duitsland voor 1-0-2022 vergelijkbare maatregelen gaat nemen als het kabinet in Nederland, om uit de impasse te komen. De verwachting is dat het EU-beleid stimulerend kan werken. Uit de berichten van het Ampel/Stoplicht kabinet van de BRD lijkt begin december 2021 een frisse sociaal ecologische en groene wind te waaien in het beleid, voor Landbouw en Voeding (Cem Ozdemir), Economie en Klimaat (Robert Habeck) en Milieu (Steffi Lemke), Buitenlandse zaken (Annalena Baerbock) en ook voor de EU en het GLB/Gemeenschappelijk Landbouw Beleid. Het aantal koeien is in Duitsland na 10 jaar op zijn laagste niveau aangekomen en het aantal varkens en varkensboeren daalt al jaren enkele % in NRW en Niedersachsen, twee Bundesländer met nogal wat varkens. De ‘Schweinestau’, als gevolg van Corona gerelateerde personele problemen in slachthuizen, is ingelopen. De dreiging van Afrikaanse Varkens Pest geldt nog steeds net als in Nederland. Omdat Duitsland veel meer landbouwareaal heeft is het nijpende probleem van te veel dieren met mest t.o.v. hectares grond minder behalve in enkele concentratiegebieden NRW en Niedersachsen. Een bijzonder probleem vormt de grupstal in Bayern, die vroeger in Nederland ook gebruikelijk was in de melkveehouderij. De overheid in Bayern, een Bundesland met veel melkvee, beoordeelt de veiligheid van die stallen voor koeien met weidegang, als onvoldoende. De koeien moeten in Duitsland naar buiten kunnen op wens van burger en boer, net als in Nederland. Een korting op grupstalmelk dreigt aldaar. Wordt het de keuze tussen potstal/strooisselstal of drijfmest op roosters, waar Nederland vanaf wil, of toch een grupstal?.

Vlaanderen heeft haar visie op Landbouw en Visserij vastgelegd voor 2019-2024 in een beleidsnota van minisiter Hilde Crevits van Economie en Landbouw. Het ziet er in de nota qua milieubelasting minder dreigend uit dan in Nederland maar het is de vraag of dat in sommige regio’s wel terecht is. Vergelijk maar de uitbreidingen van de intensieve veebedrijven langs de Vlaams-Nederlandse/Brabantse grens, België gebruikt ongeveer 45 % van de Vlaamse oppervlak voor landbouw. België vraagt in Vlaanderen binnen het GLB een vrijwillige milieubijdrage van de boer in te dienen, met verder het bijhouden van de Bodembalans (kringloop mineralen). De omvang van de veestapel tendeert naar een groei van de kippenhouderij gedurende de laatste jaren. Er is een kwart minder runderen sinds 1990 en er is een beperkte krimp van de de problematiek m.b.t. varkenshouderij sinds 2013. De lokale milieudruk is plaatselijk te hoog en de eco-efficiency stagneert. Welke maatregelen Vlaanderen gaat treffen is nog onduidelijk maar dat zal spoedig (april 2022) veranderen nu Minister Zuhal Demir het Stikstofdossier in Vlaanderen overneemt en een straffe centrale aanpak afkondigt. Haar aanpak als Minister van Justitie, Handhaving en Stikstof is minder vrijwillig en betekent een trendbreuk met het overleg van de Minister van Landbouw (en Stikstof) van voorheen. Ook een Vlaanderen is er een lijst met de meest vervuilende landbouwbedrijven opgesteld. De biologisch landbouw is in België inmiddels gestegen tot 6% van het areaal. Gewaserosiegevoeligheid speelt in Vlaanderen met zijn hoogteverschillen/hellingen in het landschap en lössleemgronden een grotere rol. Onder akkerbouw kan de löss, zonder voldoende organische stof of stro en gewasresten, afspoelen als de bodem s’winters niet bedekt is. Graften en beplantingen zijn op löss flink achteruitgegaan als gevolg van de schaalvergroting en de aantasting van het landschap. Ook Zuid-Limburg kent het erosieprobleem bij lössgrond en dat speelde ook een rol in de waterroverlast van de Geul in Valkenburg bovenop het probleem van die lang durende regenbui. Het Waterschap Limburg geeft subsidies in 2022 voor een tiental maatregelen tegen bodemerosie.

Inmiddels is op 2 december 2021 in Vlaanderen een akkoord Stikstofkader tussen de minister Zukel Demir van Milieu en minister Hilde Crevits bereikt over het Stikstofdossier nadat 14 modellen m.b.t. stikstof zijn doorgerekend. Het duurde wel erg lang, gaven de Ministers toe omdat er al vanaf 2002 door kabinetten wordt gepraat. De demonstraties van boeren met tractoren en de kritiek van de Boerenbond was vooral gericht tegen de Minisiter van Milieu en Klimaat die diende als kop van jut. Er komt flankerend beleid en een financiële begeleiding voor bedrijven met de inzet van 4 instrumenten: versterken, verdienmodel, verplaatsen en vertrekken. Er wordt dus t.z.t. ingegrepen bij landbouwbedrijven in de regio. In Vlaanderen is de rol van de provincies bij Stikstof beperkter. Het aan de provincies overlaten zoals in Nederland vindt Minister Demir lekker makkelijk, en haat takenpakket ( Justitie, Handhaving, Omgeving, Stikstof, Energie en Toerisme etc ) is loodzwaar in vergelijking met de Nederlandse minister voor Natuur en Stikstof.

EU-besluit Landbouw GLB 2023-2027 Op dinsdag 23-11-2021 heeft het EU-parlement besloten op voordracht van EU-landbouwcommissaris Janusz Wojciekowski, om het voorstel om “het best bruikbare onderhandelingsresultaat”, met 452 stemmen voor, en 178 tegen. met 53 onthoudingen, goed te keuren. Dat betekent dat er van 2023 tot 2027 nog 387 miljard Euro voor landbouw wordt uitgegeven. Een groot gedeelte van dit bedrag (70%) wordt direct zoals gebruikelijk aan de boeren uitgekeerd naar bedrijfsgrootte/ha’s, met de nieuwe restrictie dat er voor 25% van dat bedrag, milieu- en klimaatmaatregelen worden genomen op het bedrijf. Zulk een subsidiesysteem houdt verandering tegen waar de grote boeren en collectieven met veel hectares van blijven profiteren. Deze subsidieregeling werkt averechts en bevoordeelt grfote boeren zonder dat er iets tegenovers staat. De rest van het budget (30% van het totaal) is bedoeld voor de regionale ontwikkeling en de vergroening. Dit krijgt vorm in het Plattelands Ontwikkel Programma, waarvan minstens 35 % besteed moet worden aan milieu- en klimaatdoelen en aan het bio- en ecobeleid. Die 30% wordt beleidsmatig per land ingevuld op voorstel van de regering. Braaklegging, akkerrandenbeheer, precisielandbouw, en boslandbouw worden genoemd als maatregel biodiversiteit. Extra sociale maatregelen om veilig werken met o.a. buitenlandse (en EU-) arbeiders in de landbouw zijn nu nodig en zijn over 2 jaar verplicht. Het vraagstuk van EU-arbeiders die niet sociaal worden behandeld en betaald, en soms zelfs worden uitgebuit, is een schandvlek voor de EU en voor Nederland. Er is bijna 0,45 miljard Euro voor boeren in nood en 3% van het totale landbouwbudget is bestemd voor het beleid rond jonge ondernemende boeren.

Grote boeren en industriële bedrijven en landbouworganisaties zijn tevreden. Boeren krijgen dus na 5 jaar discussie welliswaar minder directe subsidie uit de EU-begroting maar ontvangen meer dan is verwacht. Kleine boeren, biologische boeren en de grote groep boeren die wil omschakelen naar duurzame landbouw resp. de milieu- en de klimaatbehartigers, zijn zeer ontevreden. In de media lezen we: Onbegrijpelijk, een gemiste kans resp. een luchtbel, het momentum gemist, massa i.p.v. klasse, peanuts, een krachtig landbouwbeleid gericht op klimaat en duurzaamheid van voedsel is verkeken, grote boeren en industriele bedrijven krijgen nog jaren lang de meeste subsidie, en de broodnodige benodigde transities landbouw en energie blijven uit. (Het betreft commentaren uit de media). Linkse partijen, dierenpartijen, ecopartijen en vernieuwende middenpartijen zijn verontwaardigd en stemmen dus in het EU-parlement tegen omdat het subsidiesysteem leidt tot schaalvergroting en kleinere boeren niet helpt. Over enkele weken stemmen alle lidstaten afzonderlijk in hun parlement over het plan, waarna het in 2023 zou moeten ingaan na het slotoverleg van de Ministers van Landbouw. We wachten af of er nog politiek spectakel van komt. Wachten lijkt een werkwoord te worden voor kabinetten.

Nieuw beleid in Nederland en de uitvoering

Behalve het Natuurnetwerk (NNN), vroeger Ecologische Hoofdstructuur genaamd, dat alleen planologisch wordt beschermd, om natuur en biodiversiteit te beschermen, zijn er in Nederland en de EU Natura2000 gebieden ingesteld om natuurgebeiden te beschermen. De regelgeving rond Natura2000 is streng maar werd via vergunningen slecht toegepast of onvoldoende gehandhaafd. Vandaar dat in Natura2000 gebieden teveel stikstof is terechtgekomen waardoor de biodiversiteit sterk is afgenomen. Verder blijkt dat de planten-, insecten- en vogelwereld sterk onder druk staat en de soortenrijkdom fors achteruit is gegaan. Dat heeft allemaal te maken met de manier waarop we als boer en burger omgaan met ons leefmilieu. Dat wil het kabinet veranderen en grijpt in. Een regionale en zonale benadering van de landbouw (akkerbouwgebieden op klei- en zavelgrond versus veehouderijgebieden op zand en veen) in Nederland wordt ingevoerd. In de weidegebeiden van Holland en Friesland moet het grondwater omhoog omdat het veel veen verteert wat weer CO2 oplevert. Er komen forse ingrepen vanwege de Stikstofcrisis met de inmiddels bekende ammoniakuitstoot van de veehouderij met stikstofdeposito variërend van 4-5 kg (natuurlijke achtergrond) tot 20 kg in 2018 (na invoering strengere mest- en ammoniakregels) en 40 kg N in 1990 (in de vuile tijd) als ammoniak per ha per jaar rond natuurgebieden en of woongebieden, De CO2-vermindering is urgent vanwege het klimaat, en de waterkwaliteit/nitraatrichtlijn wordt regionaal ernstig bedreigd. Dat betekent dat sommige provincies beperkte maatregelen opgelegd krijgen en andere provincies/regio’s forse maatregelen van beperking akkerbouw of veehouderij tot uitkopen van landbouwbedrijven. De media berichten in de ruis over kabinetvorming dat de formerende partijen inmiddels bereid zouden zijn, over ingrepen in de landbouw van 20-30 miljard (15-11-2021 AD/Parool). Pas na behandeling van de plannen van het nieuwe kabinet in het Parlement en het passende overleg bedrijfsleven en milieuorganisaties, is duidelijk geworden wat de eventuele consequenties zijn voor de invulling van Kringlooplandbouw resp. inkrimping veestapel in zwaarbelaste regio’s. Daar gaan de provincies dus over onder inhoudelijke regie van LNV. Onduidelijk blijft of de overheid aanstuurt op systeemwijziging mest door drijfmest en stalroosters en putten in de ban te doen zoals de Commissie Remkes adviseert en om het system van vaste mest met dunne mest/gier te verkiezen gebruikmakend van extre subsidiemogelijkheden en of tijdelijke fiscale afschrijvingregels om van de drijfmest en drijfmestputten met rooster af te komen.

Dan wordt bij de uitvoering van nieuw beleid ook duidelijk hoe het precieis staat met de volgende onderwerpen:

  • Samenwerking akkerbouw en veehouderij voerproduktie, en vruchtwisseling

  • Produktie groenvoer in de EU en in Nederland of omgeving,

  • Beperking invoer veevoer en krachtvoer,

  • Stalvloeren standpunt en Mestscheiding, inzet van stro of strooisels

  • Ammoniakuitstoot,

  • Methaanuitstoot,

  • Extensivering bedrijven,

  • Luchtfilters, luchtwassers en stof en ziektekiemen,

  • Beperking schadelijke herbiciden en insecticiden,

  • Natuurinclusieve landbouw, Ecologische akkerranden en beekdalen,

  • Nitraatrichtlijn en zo lang mogelijk vanggewassen of groenbemesters

  • Invoering CO2-voetafdruk produkten en e-commercepakketten,

  • Energieheffing olieprodukten,

  • Energieopwekking wind en zon en keuzen, en

  • Aanpassing infrastructuur electra, accu’s etc.

    De provincies zullen het beleid concreet uitwerken en toepassen zoals uitkopen, extensiveren en grond uit gebruiknemen of extensiveren van de landbouw bij natuurgebieden en woonkernen.

Klimaatoverleg Glasgow

Het internationale Glasgow overleg over Klimaat 2021 vraagt extra aandacht voor mindering van het gebruik en de afbouw van minerale olie, en later van gas. Maar er zijn ook nieuwe afspraken gemaakt over ontbossing en het herstel van het bosareaal. Het nieuwe kabinet houdt hier rekening mee. Ontbossing vindt grootschalig en industrieël plaats bij boskap voor plantenteelt zoals soja, granen, mais en oliehoudende zaden voor de export, en kleinschaliger voor ontginning voor veehouderij met aanleg van weiden voor keuterboeren die een bestaan proberen op te bouwen. De ontbossing in Brazilië en Indonesië etc. voor de teelt van soja resp palmolie zijn voorbeelden van de huidige gang van zaken. 44% van de soja in veevoer in Nederland komt uit Brazilië, en een ander deel uit USA. Een keur soja zoals RTRS, Round Table of Responsible Soy, van Silodaridad en Wereld Natuur Fonds, die van toepassing is op 33% import van soja. is nog geen garantie dat er niet wordt gekapt voor soja. Milieudefensie en de Nederlamdse regering willen dat de grote winkelbedrijven en de veevoerimporteurs de ontbossing en sojateelt in verre werelddelen tegen gaan. (bron o.a. NRC 25 november 2021). Zulk een ontwikkeling geldt voor aktiegroepen die de palmolie in de ban willen doen.

Toetsingsmodel

Grensoverschrijdend overleg met België/Vlaanderen en Duitsland NordRhein,Westfalen en Niedersachsen, is nog nodig om de maatregelen regionaal of per provincie af te stemmen. Aan de andere kant dreigden milieugroeperingen de voormalige Minister van Landbouw Carola Schouten in het kader van openheid te verplichten de geschatte stikstof/ammoniak-uitstoot van de landbouwbedrijven te publiceren. Belanghebbende vervuilers waren tegen. Openheid en vertrouwen moet ontstaan evenals een toetsingsmodel voor de schatting met de uitstoot aan de hand van objectieve bedrijfvariabelen.

Veel variabelen spelen een rol:

  • Vee- of diersoort,

  • Voersysteem,

  • Ventilatie,

  • Vloersysteem,

  • GVE (GrootVeeEenheden) per ha,

  • Stro/strooisel,

  • Kunstmest- en veevoer- en krachtvoeraankoop,

  • Staltype,

  • Beweiding huiskavel/buiten lopen,

  • Afstand natuurgebied en

  • Afstand dorp/stad/woonwijk (geur en stof en dierziekten) etc.

    Als iedere boer, burger of actiegroep naar de rechter moet/gaat, bereiken we niets met openheid. Wantrouwen, argwaan en desinformatie blijken op de huidige voedingsbodem welig te tieren. Vertrouwen wederzijds kun je geven ondanks de crisis maar dat vergt durf, uithoudingsvermogen en leiderschap. NRC meldt op 24-11-2021 dat volgens ingewijden een formatieakkoord van VVD , D66, CDA en CU in de maak is van 50 miljard € voor een Klimaatfonds. Het plan van een Stikstoffonds landbouw van 20-30 miljard was al uitgelekt en het zogenaamde Wopke Wiebes fonds/Nationaal Groeifonds omvat al 20 miljard. Over durf en leiderschap gesproken. Nu geld lenen goedkoop is, lijken Euro’s het paardenmiddel te zijn.

Nitraatrichtlijn Minister van Landbouw In de brief aan de Tweede en Eerste Kamer met bijlagen van 26 november 2021 informeert minister Carola Schouten het Parlement over het doel van de regeling en de maatregelen ter vermindering van nitraatuitspoeling, die al 50 jaar te hoog is. Dit geldt voor percelen zandgrond en lössgrond met akkerbouw en groenteteelt en fruitteelt, waar overgebleven nitraat in de winter naar het grondwater en het oppervlaktewater spoelt. Grasland en akkerbouw op veen en op kleigrond en zavelgrond verliezen in de winter nauwelijks nitraat omdat de mineralen zijn opgenomen door het zomergewas en de bufferende bodem (met hoge adsorptiecapaciteit) of door het permanente grasland. De fysische metingen met NIRS-apparatuur op om N en P (en evt. K en Mg) te meten, worden volgens de bijlage in 2020 voortgezet met de bedoeling om ze in 2023 wettelijk te erkennen als gelijkwaardig aan de chemische analyse. Dan weet je precies en direct wat je inbrengt aan kg meststof per ha akkerland of weiland. En de administartie is direct op orde. Nederland is onnodig laat met deze erkenning die extra onderzoekskosten voorkomt en direct bewijsmiddel voor de gift van N en P vastlegt: precieziebemesting dus. In de bijlagen Nitraatrichtlijn is ook een tabel opgenomen met max. gebruiksnormen voor N en P per 2022 naar gewas en naar grondsoort. In een tabel in een bijlage van de richtlijn is aangegeven hoeveel miljoen kg N en kg P/P2O5 Nederland volgens de Meststoffenwet maximaal mag inzetten in de huidige landbouw resp. in de rundveehouderij, varkenshouderij en pluimveehouderij in 2020.

Het productieplatform P2O5 en N zijn in miljoenen kg meststof als volgt vastgesteld voor 2020: Totaal 172,9 resp. 504,4, varkens 39,7 en 99,1, pluimvee 27,4 en 60, 3 en melkvee 84,9 en 281,8. Zo exact als het hier lijkt (504,4) zijn die cijfers niet (mogelijk 10% marge vanwege de foutenrekening) maar we rekenen ermee omdat we niks beters hebben. De overige miljoen kg zijn voor vleesveehouderij en kleine diersoorten samen.

Als aanvulling het volgende.

Die maxima per categorie vee noemt men produktieplatforms, welke leiden tot zogenaamde productierechten. Een vreemd begrip van recht, in het landbouwsysteem tot heden. Een recht dat deels vervuiling tot gevolg heeft, in plaats van Normering die vervuiling voorkomt. In december 2021 houdt de EU de derogatie van komend jaar tegen omdat men niet tevreden is over de hardheid van maatregelen aangaande de N-richtlijn. Onvoldoende om nitraat te minderen in het grondwater, zoals de Minister de regeling nu heeft ingediend. Voorgaande biedt geen perspectief want de hoeveelheden mineralen moet naar beneden. In een duurzame landbouw zullen deze plafonds moeten worden verlaagd de komende jaren met een krimp van de hoeveelheid vee en de extensivering van de landbouw en de invoering van kringlooplandbouw en grondgebondenheid van vee, te beginnen met alleen rundvee/melkvee.

De hoofdlijnen van beleid zijn in overleg met bedrijfsleven gemaakt en daarna is het beleid bijgesteld en luidt inhoudelijk als volgt:

1. Inzaai volggewas op zand en löss en enkele verbijzonderingen, en aandeel rustgewas op graasdierbedrijven.

2. Teeltvrije zones van 2 meter waar geen mest en geen bestrijdingsmidelen mogen worden gebruikt met de variant van 1 meter voor grasland kruidenrijk gras. Dit wordt nog afgestemd met het nieuwe GLB-beleid van de EU, en met Watermaatregelen grondwaterwinning en herstel ecologische beken.

Ecologisch beekbeheer door Waterschap van Pepinusbeek en Putbeek (en de Vloatbeek) met in de verte Pepinusbrug in Diergaaarde/Echt met ecologische stroken als talud bij de beek, vrij van bemesting en herbiciden, Foto van auteur en het beekdal Pepinusbeek door Henk Kusters 2021.

De casus ecologisch beekdal

Het voedingsgebied van de beken in Midden-Limburg is net als een kom. Van alle kanten kan het water erin en de Vlootbeek liep tot rond 1250 dood in het moeras van de Boartmoar. De graaf/hertog van Gelre maakte een dam in de Vlootbeek om het water rond het kasteel op te stuwen. Dat had na 1550 minder zin omdat het kasteel zijn verdedigingsfunctie verloor. De Vlootbeek is door het Midden-terras bij het Reigersbroek gegraven naar de Maas in Linne. De Pepinusbek is gegraven bij de ontginning van de Echterpeel en de doorsteek van de Putbeek is in de Vlootveestraat door het Midden-terras gegraven naar de Vlootbeek toe. Er was dus altijd wateroverlast. Pas na de grote ontginningen na 1860 en de ruilverkaveling in de jaren zestig van de twintigste eeuw, stroomde het water vlot naar de Maas. Met de droogte als gevolg van de klimaatverandering en het groeien van het bewustzijn van soortendiversiteit planten, insecten en dieren, gaan we beken laten meanderen en taluds aanleggen om langer water vast te houden. Het beekdal van de beken in Midden-Limburg is tegenwoordig prachtig en biodivers en zou als wandelgebied opengesteld moeten zijn. Ondanks de extensivering van grondgebruik en het ecologische beekbeheer groeit het riet in de beek krachtig. Het nitraatgehalte in de beken en in het grondwater in Midden-Limburg momenteel (soms ver) boven de natuurlijke achtergrondwaarde van 5-15 mg nitraat per liter en periodiek en plaatselijk wel boven de 50 mg of meer in beekwater. Dichter bij de Maas loopt het nitraat langzaam iets op in beekwater. In grondwater van sommige meetputten zit wel 150-200 mg nitraat per liter grondwater in Nederland en NRW. De droge jaren met droogvallende beken, hebben het nitraatgehalte bij gebrek aan verdunning verhoogd. Honderd jaar bemesten en nitraatuitspoeling in de winter op lössgrond zonder vanggewas in NRW op het Hoogterras, levert grondwater met nitraat of plaatselijk zelfs veel nitraat. De kwel van nitraatrijk grondwater uit het Duitse Hoogterras (Rote Gebiete) met akkerbouw, en het nitraat uit de 50 jaar drijfmestgebruik op de akkers en de weiden van de Middenterras-percelen in Nederland zijn de oorzaak. Voordat de Mestwetgeving en de Nitraatrichtlijn in werking zijn getreden, is er met drijfmest en kunstmest jarenlang overbemest vooral met fosfaat en stikstof. Beide historische bronnen van nitraat spelen een rol. Jaren met veel regen zou een zegen zijn voor de beken en het grondwater. Het kan in dit gebied plaatsvinden zonder Valkenburgse toestanden. Vanggewassen op het akkerland in de winter reduceren de toename met meer nitraat naar het grondwater. Precisiebemesting en bemesting op maat voorkomt meer nitraat in grondwater en in beekwater. Ook plaatselijke extensivering van landbouwgrond kan overwogen worden als de oorzaak/herkomst van nitraat wordt achterhaald en kan worden beperkt. De Vlootbeek komt als Flutgraben uit het achterland in NordRheinWestfalen Nederland binnen. De kwel van het Hoogterras reikt tot Eerselen, Esbroek (bron Putbeek) en Bolven/Echterpeel (bron Pepinusbeek). Het kwelwater bereikt grondwater en de bronnen van de beken. Het kwelwater uit het Hoogterras bevat plaatselijk veel ijzer resp. bicarbonaat en blijkbaar dus ook nitraat. Bron: Geschiedenis van Ambt Montfort en dorp Montfort Hoofdstuk 7 en 8 hubvanpol.com, en Deltares KWR: Herkomst stikstof in beken in Midden-Limburg, Rozemeyer en van der Grift, 02-03-2021.

3. Uitrijperiode drijfmest en dunne fractie vanaf 15 februari en uitrijden drijfmest en dunne fractie akkerland vanaf 15 maart. Er komen nog nadere aanwijzingen voor sommige teelten. Najaarsbemesting wordt beperkt tot 1 september en vanaf 1 augustus mag maximaal 60 kg N worden toegepast uit dunne fractie van dierlijke mest of drijfmest. Vaste strorijke mest mag worden uitgereden op grasland en bouwland vanaf 1 januari ingaande 01-01-2023. Er wordt nog gewerkt aan een voorstel Maatwerkaanpak door het bedrijfsleven om zowel de kwaliteit van grond- als oppervalktewater te verbeteren.

4. Aanvullende maatregelen oppervlaktewater en koppeling stikstofaanpak. Omdat wordt gevreesd dat de nitraatnorm wordt overschreden wordt extensivering van landbouwbedrijven en het inrichten van extensieve zones bij beekdalen in Zuid- en Oost- Nederland aangekondigd evenals de vernatting van veenweidegebieden. Een strook van maximaal 250 meter bij een beekdal wordt dan natuurgebied of extensief beheerd grasland. Nadere invulling gebeurt door Waterschappen en Provincies. In NRW in Duitsland neemt men maatregelen door “Rotes Gebiet” af te kondigen met een overzichtskaart NRW met nitraatcijfers in het grondwater te publiceren.(Zie internet). Het Waterschap Limburg is zeer bezorgd over de grondwaterkwaliteit onder de löss in Zuid-Limburg en onder de zandgrond van Midden- en Noord-Limburg en bereidt maatregelen voort. Nitraat in oppervlaktewater komt niet alleen van de landbouw maar ook van de industrie en vooral van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (Nitraat en Fosfaat). (Zie internet Waterschap Limburg en LNV).

5. Derogatie blijft voor de EU een heikel onderwerp en het gesprek met de EU over stikstof en fosfaat wordt voortgezet. De EU wil van derogatie afstappen wat direct milieuwinst oplevert.

6. Bestuursovereenkomst grondwaterbeschermingsgebieden wordt voorlopig voortgezet tot 1 juli 2022. Omdat wordt verwacht dat in max. 50% van de waterwingebieden het streefdoel van minder dan 50 mg Nitraat per liter grondwater wordt gehaald, middels de voorgestane aanpak en mede gelet op de jaren van extreme droogte, zal door het nieuwe kabinet een nieuw besluit moeten genomen.

Bron: brief Minister van Landbouw Carola Schouten aan het Parlement van 26 november 2021: Zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn.

Beleid nieuw kabinet in Nederland resp. de BRD, België en in de EU

Uit de toelichtingen op het coalitieakkoord van de onderhandelaars van het aanstaande kabinet op 16-12-2021 in de Tweede Kamer blijkt dat de onderhandelaars goed geluisterd hebben naar de kritiek van betrokkenen en belangenbehartigers in de afgelopen 2 jaar. Een deel van de oppositie (PvdA, GroenLinks) was nog emotioneel aangeslagen omdat hun deelname aan het kabinet zonder inhoudelijke motivatie geweigerd is, terwijl het gepresenteerde programma (onder inzet van D66 en CU) deels instemming kan opleveren. Enkele partijen kijken de kat uit de boom en willen hun belang veilig stellen in de onderhandelingen in het parlement. Andere oppositiepartijen komen niet verder dan zonder een inhoudelijke visie alles afwijzen zonder een alternatief te bieden. Europa krijgt meer aandacht en Europees beleid krijgt meer steun. Er komen in Nederland fondsen met wel 50 miljard € voor Nieuwbouw, resp. Klimaat en energie, Stikstof en milieu, Isolatie woningen en gebouwen, Infrastructuur, Waterbeheer etc., en investeringen in onderwijs en defensie, technologie en milieu resp. kinderopvang en veiligheid. Suikertaks en BTW op groenten en fruit afschaffen, wat voorheeen niet haalbaar was, komen er aan. Zelfs 2 Kerncentrales worden overwogen/voorbereid omdat ze geen CO2 uitstoten en ze maken Nederland naast de zon- en windenergie minder afhankelijk te zijn van olie en gas. Dan is er wel bij gangbare kerncentrales kernafval. De CO2-doelen (60% reductie in 2030) en N-doelen (50% minder N in 2030) worden aangescherpt conform eerdere adviezen zoals van de Commissie Remkes.

In de EU is de regionale of gebiedsgerichte aanpak in de landbouw met de intensieve veehouderij en de natuurgebieden gekozen. (Natura 2000). In de 162 Natura2000 gebieden gelden strenge regels voor biodiversiteit(planten, dieren/vogels en insecten), In de NNN NatuurNetwerk Nederland, vroeger Ecologische Hoofdstuctuur, worden planologisch beschermd. Beschermde natuur in Nederland omvat 26% van het areaal land en binnenwateren incl. het IJsselmeer. Voor Natura2000 gebieden is dit 16% inclusief de Waddenzee. De verschillen in beperkingen voor intensieve veehouderij van de provincies op zandgrond en lössgrond, t.o.v. gronden met zeeklei, rivierklei en veengrond, worden groot. Een nationale financiering is de basis waarbij de provincies beoordelen welke landbouwbedrijven teveel Stikstof (en ammoniak, methaan, stank, stof en ziektekiemen etc.) uitstoten en welke boeren worden benaderd om te stoppen of de uitstoot te minderen. Minder N-kunsmeste en N in organische mest zal conform de Nitraatrichtlijn worden overwogen voor akkerbouw, groenteteelt en fruitteelt. Dat gaat pijn doen voor de bedrijven zeker als ze de milieuproblematiek onvoldoende onderkennen. De Nitraatrichtlijn wordt steviger toegepast bij zandgrond en lössgrond en de N-bemesting wordt teruggeschroefd. Ook de extensiveringen van landbouw bij ecologisch beekbeheer resp. braakleggen land en kruidenrijke akkerranden en weideranden krijgen inhoud. In het GLB wordt ruimte voor projecten ecologie en soortenrijkdom/biodiversiteit nationaal ingevuld. De industrie gaat meer CO2-belasting betalen maar krijgt ook subsidie voor innovaties zoals aanpasssing naar groenere productie, met energiebesparing en circulaire processen. Landbouwbedrijven kunnen worden uitgekocht met vee, varkens of pluimvee, resp. gebouwen, grond, afwaardering grond (melkvee), en kosten voor nitraatrichtlijn water resp. uitbreiding natuurareaal, kaderrichtlijn water, natuur-inclusieve landbouw, en uitvoeringskosten kosten globaal 13,8 miljard Euro. Wat die je met een bedrijf dat het vee en de stallen opruimt, en overstapt op akkerbouw/plantenteelt en of bosbouw?. Valt die buiten de boot bij een opkoopregeling?. Voor verduurzaming landbouw en innovatiemanagement en ondernemerschap landbouw komt 4,3 miljard € beschikbaar. De korting op fossiel gas, die de glastuinbouw geniet tot 2026, wordt afgeschaft. De vrijstelling voor WarmteKrachtKoppeling wordt tot het aardgas beperkt, dat wordt aangewend voor de productie van elektriciteit. De soortenrijkdom planten, insecten en vogels en andere dieren krijgt een plek en de braaklegging, kruidenranden, bloemenvelden en de extensivering van het gebruik van landbouwgrond wordt ingezet. Ecologisch beekbeheer kan zich uitstrekken tot max. 250 meter breedte bij de beek op zandgrond. Het initiatief is aan de Provincie en het Waterschap. Evenals het gebruik van P-mest wordt N-mest strenger aan banden gelegd op löss- en zandgrond vanwege nitraatvervuild grondwater, zoals dat ook in Duitsland en België geldt. Over ziekten zoals Corona resp. vogelgriep en varkensgriep, en zoönosen, zijn wel adviezen door experts uitgebracht onder andere inenting, maar nieuw beleid wordt onderzocht maar is niet opgenomen in het coalitieakkoord. De nadere invulling en uitwerking van het beleid door de nieuwe ministersploeg zal in overleg met de Tweede Kamer en Eerste Kamer, en de betrokkenheid van de oppositiepartijen, uitwijzen of de nog te maken uitvoeringsplannen ook werkelijkheid worden in de vorm van Prestaties. Een aantal plannen is nog vaag en ze lijken (te) vrijwillig. Ook provincies en waterschappen krijgen taken en prestaties over landbouw en milieu en natuurgebieden resp. de Nitraatrichtlijn water (kwaliteit grondwater en oppervlakte water), erosiebestrijding en rivierbeheer op löss en bekenbeheer op zandgronden, en subsidies voor innovaties, opgedragen. Nederland (en Duitsland) wil strenger zijn dan het Europese GLB maar we moeten afwachten wat dat betekent.

Het nieuwe Duitse kabinet is vooruitstrevend en bereid tot ingrijpen op alle dossiers. De probleemstelling(en), resp. het urgentiebesef, de winnende coalitie en een plan van aanpak met ruimte voor het vieren van succes en de gunfactor, is aanwezig. De transitie kan beginnen. Transities roepen ook enorme twijfels op bij deelnemers en die twijfels behoren bij het veranderproces en de kunst is om ze gedurende het proces als kritiek te benutten. De minister vaan Landbouw en Voeding in de BRD, Cem Özdemir, een “Realo” van de ‘Grüne Partei’ noemt in Bild am Sonntag in december, en op ARD op 26-12-2021:

  1. De gezondheid van industriële levensmiddelen is onder de maat en het overgewicht van 50% van de Duitsers zorgwekkend. Het is “Schluss” met het overleg van zelfregulering, dat zinloos is. Het gehalte aan suiker, zout en vet wordt dwingend verlaagd.

  2. “Es darf keine Ramschpreise mehr geben”. De prijzen van voeding en landbouwproducten moet omhoog. “Sie treiben Bauernhöfe in den Ruin, verhindern mehr Tierwohl, befördern das Artensterben, und belasten das Klima”. Hij ergert zich aan de houding in Duitsland om de auto een hogere status te verlenen dan goede voeding. “Lebensmittel dürften kein Luxusgut werden doch der Preis muss die ökologische Wahrheit starker asdrücken. Eerder gaf Öszdemir al aan ‘der Sortenvielfalt von Planzen und Tiere” te willen herstellen evenals het uitsterven van de boeren te voorkomen. Hij wil een fatsoenlijk inkomen voor de boeren realiseren. Met die houding stelt hij zich achter de boeren die willen veranderen op maar hij blijft kritisch zoals dat bij Realo’s van de Grüne Partei vaker het geval is.

  3. De minister streeft voor 2030 naar uitbreiding van de ecologische landbouw van 10 naar 30%. De staat (“Der Staat muss das Vorbild sein”) zal daarin het voortouw nemen en in instellingen en verpleeghuizen zullen meer “Bioprodukte” en regionale producten worden ingezet.

  4. Collega minister van Milieu Steffi Lemke van de “Grüne Partei”, zal een sterke reductie van de inzet van pesticiden in de landbouw doorvoeren. Het afschaffen van pesticiden binnen vier jaar acht zij onmogelijk. ”Wir können den Pestizideneinsatz durch finanzielle Anreize, aber auch durch Ordnungsrecht verringern”. Ze gaat ervan uit dat de Duitse boeren het herstel van insekten, planten en dieren, ook willen. De Europese Landbouwpolitiek van de laatste teintallen jaren dwong de boeren in de richting van de schaalvergroting met de focus op opbrengst. Dat Europees beleid zal zij gaan bestrijden, ondanks het feit dat het GLB inmiddels is vastgesteld voor zeven jaar.

    Opvallend is, dat het nieuwe beleid in de BRD, sterk lijkt op het voorgenomen of (door politieke partijen gedwongen) afgezwakte landbouw beleid, dat demissionair minister Carola Schouten heeft vastgesteld of als voornemen heeft aangekondigd in het Parlement. Zelfs de aanzet om verzet tegen het nieuwe GLB te plegen, en haar opstelling tegen de te lage prijs voor voedsel en landbouwprodukten, duidt hierop. Ook België gaat met het kabinet die kant op. Mogelijk maken ze samen een vuist in de EU en steunen als landenblok van Benelux en BRD op die manier het Europese parlement.

    Visie Louise O. Fresco

    Enkele overpeinzingen van Louise O. Fresco (schrijfster en Raad van Bestuur voorzitter WUR) zijn gepubiceerd in NRC van 27 december 2021 in haar column: Welke politici durven nog met kleine stapjes te komen?. Ervan uitgaande dat er bekwame en stevige bewindslieden gevonden kunnen worden in deze hectische en onzekere tijd van Corona en andere griep- en zoönosen ziekten, geeft zij een korte schets van de ontwikkelingen tijdens de pandemie, die samenvallen en die het gevoel van crisis en het verlangen naar radicale verandering aanjagen. Ze schrijft:

  1. Ten eerste is de zorg om klimaatverandering sterk toegenomen. Iedere overstroming, tornado of bosbrand van het afgelopen jaar lijkt een bewijs.

  2. Ten tweede zwelt de roep aan om grote veranderingen in de landbouw en ruimtelijke ordening; halvering van de veestapel, zoveel mogelijk lokaal, voedselbossen voor diversiteit, minder land voor boeren en gewoon minder boeren.

  3. Ten derde groeit het besef dat levensstijl doorslaggevend is: We leven en eten ongezond, obesitas en gebrek aan fitheid zijn risicofactoren bij besmetting.

    De Europese Green Deal van Frans Timmermans heeft de samenhang bevestigd, net als het nieuw coalitieakkoord. Is er nog hoop op een nieuw economisch en sociaal systeem?. Zijn de kloven in de samenleving te dichten?. En dan nog nieuw leiderschap?. Alles moet fundamenteel anders, beter, nieuwer (en nu). Haar vergelijking van transitie met de liefde geeft moed. Iedereen kan er iets mee en de conflicten zitten in de details, de schaal en de termijn. Gaan we een baanbrekende transitie aan met systeembreuk of doen we vele kleine stapjes steeds maar weer?. Een grote zak geld (het transitiefonds van 25 miljard Euro tot 2030) duidt op rigoureus ingrijpen. Ervaringen leren dat voor en na transitietijden niet bestaan. Sommige oplossingen ontstaan onderweg in het veranderproces. De conclusie van Fresco is een combinatie van beide manieren van aanpakken: De Continue transitie als het nieuwe normaal.

Over de grenzen heen

Opvallend is dat de politici en parlementen in Nederland, Duitsland en België het op alle belangrijke punten eens zijn over wat er moet gebeuren en waar oplossingen naartoe moeten leiden. Grensprovincies kunnen daarvan profiteren door samen met de buren om de tafel te gaan en het beleid af te stemmen. Je ziet dat bij de prijzen van voedsel en landbouwproducten, het mestprobleem en de Nitraatrichtlijn, de biologische soortenrijkdom, en de beperking van pesticiden etc. Dat pleit voor het ingrijpen op enkele grote fundamentele systeemfouten in de randvoorwaarden om landbouw (in de landen en in de EU) door te voeren om te kunnen blijven boeren, en planmatig en gefaseerd ( in 1, 4 of 8 jaar) een einde maken aan de samenhangende en belemmerende factoren, die de steun genieten van de burgers in de maatschappijen, zoals de N-uitstoot van bedrijven, resp. eindelijk het mestprobleem oplossen, en de import van veevoer reduceren dus de milieuproblematiek oplossen (zoals boeren en burgers willen), en de soortenrijkdom van planten, insecten en andere dieren actief herstellen zoals (veel boeren en burgers) willen, en het landbouw-verdienmodel inclusief de prijs van voedsel te restaureren (zoals boeren verdienen en burgers gaan begrijpen). Dan kan de burger de boer weer in de ogen zien en visa versa. We zien met de plannen van de regeringen de toekomst van de boeren en burgers in Nederland, Duitsland en België ondanks alle onzekerheid, met positieve houding tegemoet. Dat voert ons in de toekomst nu in de ‘Essay over de Geschiedenis van de landbouw en de stand van de hedendaagse landbouw’.

Stikstofruimte en milieuvergunningen

Een extra alinea van dit ‘Essay’ wordt gegund aan Carola Schouten, demissionair minister Landbouw en coördinerend minister Stikstof, die latente stikstofruimte van vergunningen wil doorhalen en overleg gaat voeren met de provincies. Om de stikstofemissie terug te dringen, wil ze de latente N-ruimte in gebruikersvergunningen intrekken bij zowel landbouwbedrijven (milieuvergunningen) als industriële bedrijven (natuurvergunningen). Provincies en bedrijven proberen deze ruimte te verzilveren door verkoop van “rechten”. De minister vond dit ongepast en ongewenst en tikte de provincie Noord Brabant al op de vingers. De provincie had bedrijven meer N-ruimte in de vergunning toegekend dan strikt noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering. Die bedrijven dachten deze “rechten” te gaan verhandelen maar veel mensen, organisaties en politieke partijen vinden die handel zwendel. Minister Schouten antwoordt op vragen van Leonie Vestering van de PvdD. Schouten haalt de N- en de mineralenproblematiek en de ontstane juridische scheefgroei van “rechten” uit elkaar. “Rechten is in dit geval synoniem met recht op vervuiling. Bron Redactie Foodlog, 28 december 2021.

MOB (Mobilisation for the Environment) blijft de Natuurvergunningen van de Amercentrale resp. Sabic in Bergen op Zoom etc. met juridische procedures bij de rechtbank achtervolgen om duidelijk te maken dat blijven vervuilen ook bij Stikstof afgelopen moet zijn. Het gelijk van MOB lijkt ook bij de natuurvergunning van Schiphol aan de orde zodat 100.000 vluchten per jaar (een vijfde) ter discussie staan. Het intrekken van ongebruikte stikstofrechten ligt voor de hand volgens de Rechtbank Oost Brabant en MOB en Vereniging Leefmilieu, en vergt een wijziging in de Wet Natuurbescherming zoals de Brabantse Milieufedratie voorstelt. Bron NRC: Plots ook stikstofzorg in industrie, 30 december 2021. En: Trek stikstofrechten in die niet gebruikt worden, van Femke Dingemans, BMF, NRC dinsdag 1 febr-2022. Blijkbaar wordt de politieke druk bij de regering en het Parlement inmiddels zo hoog dat onder druk alle problemen vloeibaar worden en heilige koeien worden geslacht. De intrekking van PAS-vergunningen door de rechter hebben nog niet geleid tot een oplossing of aanpassing van de vergunning omdat het Ministerie van LNV en de Provincies nog worstelen met het Stikstofdossier en de door LNV aan RIVM opgedragen aanpasingen in Aerius (Vergunning software).

Tekstversie Essay

De tekst: ‘Essay over verleden en heden van de landbouw van 1500 tot nu, was door de auteur (op de latere aanvulling na) vastgesteld op 02-02-2022, het moment dat van de nieuwe bewindslieden Henk Staghouwer, Landbouw en Voedselkwaliteit en Christianne van der Wal-Zeggelink, Natuur en Stikstof, nog geen eigen en nieuw beleid bekend was. De discussie over vrijwillige bedrijfsbeëindiging in Nederland loopt dan nog steeds en de duidelijkheid voor boeren blijft uit. Harde boodschappen worden verwacht maar onzekerheid zorgt voor stress. Dat zal de opkoopprijs doen stijgen. Lopend onderzoek en lopende rechtzaken gaan gewoon door en milieuaktiegroepen en belangenbehartigers zitten niet stil. Achter de schermen werkt het Ministerie van LNV verder aan het beleid in wording.

In Maart 2022 is het advies ‘Natuurinclusief Nederland’ verschenen. De focus Natuurbeleid is te smal, en er is onvoldoende verbinding tussen natuurbeleid en ander beleid van het kabinet. Gebiedsgerichte aanpak van het stikstofprobleem en een aanpak met andere nationale en regionale opgaven onder andere met waterschappen, gemeenten en provincies, schieten tekort. De normen die voortvloeien uit de gezondheidsgerelateerde ecologische opgaven moeten voor de landbouwsektor duidelijk worden gemaakt. De bouwsektor verwacht een bestuurlijk accoord over natuurinclusieve inrichting van woonwijken, natuurinclusieve nieuwbouw en renovatie, inclusief gebruik bouwmaterialen. De voorwaarden voor Europese landbouwsubsidies aan de gebiedsspecifieke minimumvereisten voor basiskwaliteit natuur, moeten worden vastgesteld. Het voorkomen van natuurschade middels een stikstofheffing (na de dure stikstofkunstmest en energie van dit moment) en een prijs voor de onttrekking van grondwater door de industrie wordt aanbevolen. Overheden en private partijen hebben elkaar nodig om voortgang te boeken in natuurkwaliteit. De grafieken “Beoordeling ecologische kwaliteit van Kaderrichtlijn Water 2019 en “Emissiedichtheid van stikstof in de EU-lidstaten en de EU als geheel”, laten zien hoe groot de zorgen voor de landbouw en de natuur zijn. (Zie internet).

Van de nieuwe Ministers voor Landbouw en Voedselkwaliteit en voor Natuur en Stikstof waren inhoudelijk nog geen nieuwe ideeën, voornemens en concrete beleidsmaatregelen vernomen. De 162 Natura2000 gebieden wachten gespannen af evenals de boeren en de landbouwketen, de burger en de bouw. Volgens CBS vormt de landbouw en de landbouwketen, het agrocomplex 7,9 % van de nationale werkgelegenheid. Minister Henk Staghouwer wil een onderzoek laten doen naar een belasting op vlees en suiker om plantaardig voedsel te stimuleren en de opbrengst te bestemmen voor de boeren. Een belasting op suiker in voeding/voedsel dient de gezondheid van de consument evenals een vrijstelling van BTW op groenten en fruit.

Aarzelingen?

De Tweede Kamer aarzelt over zulk een belasting en is voorlopig tegen. De Tweede Kamer blijft ondanks twee jaar nadenken, hangen in het gedachtengoed van VVD resp. CDA, PVV, JA21, SGP, SP en BBB. Mogelijke bezwaren en gewenste gedragsverandering van boeren en burgers (de consument en de gevestigde orde van belangenbehartigers) verlammen de besluitvorming op dit moment. Kostbare tijd gaat verloren om duidelijkheid aan de boeren te verschaffen over de uitstoot van ammoniak per regio/natuurgebied en de keuze van het mestsysteem (drijf- of vaste mest systeem, het stalsysteem) en de toegestane hoeveelheid N per ha in het kader van de Nitraatrichtlijn, ook met kunstmest.

Voortgang Ministerie LNV

Op 1 april 2022 is de Minister van Natuur en Stikstof Christianne van der Wal gekomen met een ‘Hoofdlijnenbrief’ om de zwaarst vervuilende boeren bij een natuurgebied uit te kopen en andere maatregelen aan te kondigen, met de stimulans, hoe eerder de uitkoop des te hoger, de vergoeding. Ook gedwongen uitkoop sluit ze niet uit. De tekst van de Hoofdlijnenbrief is erg algemeen gesteld en als boer en burger krijg je nog geen houvast om besluiten te kunnen nemen omdat Prestaties (te realiseren doelen concrete Natura gebieden) en Normering (hoeveel minder ammoniak en nitraat) uitblijven. De Prestaties en Normen hadden er al 2 jaar moeten zijn. Het uitblijven wekt de indruk dat er geen urgentie is. Dat versterkt de valse hoop dat het allemaal wel zal overwaaien?.

De uitkoopregeling tot en met 2035 is begroot op 7,5 miljard Euro. Het uitkopen is onafwendbaar maar zal verschillend uitpakken per regio, afhankelijk van het Natura2000 gebeid, en de soort en hoeveelheid uitstoot en de nabijheid van een Natuurgebied en of woongebied. De keuze van het systeem voor vaste mest en gier apart middels scheidingssystemen versus drijfmest, samenhangend met mestputten, mestroosters, opslag en ventilatiesystemen, wordt niet gemaakt. Een keuze voor gerichte innovaties blijft uit. Ook de beperking van uitstoot van ammoniak van bedrijven bij natuurgebieden Natura2000 (de Prestatie mindering en de Normering in kilomol of kg ammoniak per bedrijf) en van de beperking bemesting met stikstof in verband met nitraat in grondwater en oppervlaktewater (de Normering in kg N per ha voor grasland en voor akkerland) wordt nog niet ingevuld. Concrete nieuwe maatregelen beperking bemesting met stikstof voor de boer ontbreken.

Grootste NH3 en NOx vervuilers

Inmiddels is door het Ministerie van LNV ook de lijst bedrijven als grootste vervuilers NH3 en de lijst vervuilers NOx gepubliceerd voor het jaar 2019. De lijst van ammoniak is nog gecorrigeerd voor fouten door het RIVM.

In de bijlage 1 Top 100 van stikstofoxiden bronnen in 2019, voert Tata resp. Schiphol, Dow Benelux, Chemelot Site Permit, Shell Nederland en RWE Eemshaven etc. t/m Eneco Lage Weide de lijst aan met 6034 ton aflopend tot 247 ton NOx op plaats 40 (en 183 ton bij Rockwool Roermond op plaats 50).

De bijlage 2 met Top 100 van ammoniakbronnen, wordt aangevoerd door Rockwool Roermond, een producent van steenwol, bij Natura2000 Meinweg, met 259 ton NH3 en op plaats 2 Yara Sluiskil (N-kunstmest en chemicaliën) met 254 ton ammoniak in 2019. Bij Rockwool wordt ammoniak toegevoegd om het giftige fenol en formaldehyde in de schoorsteen te verminderen. Daarna volgt op plaats 3 de uitstoter Chemelot Site Permit met 114 ton NH3, en op plaats 4 een veehouderijbedrijf met 101 ton in Venray, en op plaats 5 een veehouderij Boxmeer met 91,4 ton. De lijst gaf nog aanleiding tot discussie in de Tweede Kamer en de gegevens van RIVM blijken deels niet te kloppen. In een vernieuwde lijst komt het meest vervuilende veehouderijbedrijf met 49,5 ton ammoniak in Maasdriel voor, en dan volgen de bijna 100 veehouderijen (melkvee- en kippenhouderijen) met tussen de 49,5 en de 18,8 ton ammoniak in de lijst van top-uitstoters. Het gepruts met de lijsten met fouten schaadt de reputatie van het RIVM en van de Minister.

Nederland stoot veel NH3 en veel NOx uit in Europa, ongeveer 3 keer zoveel als gemiddeld. De uitstoot van NOx in tonnen is in Nederland in absolute zin vele malen groter dan de ammoniakuitstoot. NOx wordt in regenwater opgelost nitraat. Nitraten komen als vaste stoffen Ammoniumnitraat etc.) en met regenwater op landbouwgrond, natuurterreinen en wegbermen en dijken terecht. Dat nitraat nemen gewassen en begroeingen op in hun stofwisseling. Een ander deel van de neerslag komt op wegen, daken, bestratingen en regelrecht in oppervlaktewater terecht, waar de waterzuiveringsinstallatie en de industrie ook afvalwater met nitraat lozen.

De chemische industrie omvat een beperkt aantal bedrijven met hoge schoorstenen, die de vervuiling op grotere hoogte en afstand verspreiden. Het aantal boerenbedrijven is met 50-duizend hoog in verhouding en een deel van die bedrijven wasemen in hun regio de ammoniak uit. De veehouderijbedrijven zijn vooral in Zuid- en Oost-Nederland te vinden, gespreid in vele gemeenten. De industrie en energiebedrijven zijn geconcentreerd in havens aan de kust en bij rivieren resp. op grote industriebedrijven bij steden met Chemelot in een aparte positie in Sittard-Geleen. Alleen al Tata stoot per jaar 240 keer meer tonnen NOx (6034 ton) uit dan Rockwool in tonnen NH3 (259 ton) doet. Als alle vervuiling NOx in tonnen wordt vergeleken met alle NH3-uistoot, dan schrik je van de hoeveelheid NOx en vraag je je af waarom we in Nederland al 100 jaar de industrie (energie, chemie, verkeer en luchtvaart) ondanks alle vervuiling en de vele milieuwetten zo sterk ontzien. Een deel van die NOx is uiteindelijk als nitraat terechtgekomen in grondwater en oppervlaktewater. Er was blijkbaar veel mis met de handhaving en het effectief optreden door de overheid bij gebrek aan politieke wil om echt schoon schip te maken. Overigens werd tussen 1960 en 2000 de lucht veel meer vervuild dan nu en dat gold ook voor de vervuiling van drijfmest uit de veehouderij met Stikstof en Fosfaat in bodem, grondwater en oppervlaktewater. De berekening/schatting van de uitstoot per bedrijf wordt overigens opgegeven in kg NH3 en kg NOx in de lijsten van TOP100 met getallen tot 2 decimalen achter de komma, dat is misleidend ‘nauwkeurig’ in de gebruikte systematiek van meten en berekenen vandaar dat we in deze tekst afronden op tonnen. Als we de uitstootcijfers van een aantal grote vervuilers NH3 en van NOx leggen naast de grafiek Presentatie BWO 6 maart 2020 van RIVM, wordt duidelijk wat de effectiviteit in reductie mol N per kton NH3 en per kton NOx oplevert. Daarbij moeten we rekening houden met het feit dat de vele landbouwbedrijven met melkveehouderij (de meeste en gespreid gelegen), en varkenshouderij, kippenhouders etc. (geconcentreerder gelegen) op ongeveer 30.000 plekken in het land als puntbronnen op de grond, kleinere hoeveelheden ammoniak uitstoten. Het produkt van veel bedrijven maal kleinere hoeveelheden in tonnen ammoniak is toch heel veel ammoniak. Bij chemische en industriële bedrijven stoten een beperkt aantal bedrijven heel veel ammoniak en of NOx in tonnen uit. Dat verdwijnt in de lucht naar het buitenland of valt als depositie ergens in Nederland. Om een indruk te krijgen van de effecten van Ammoniak en NOx op stikstof in de lucht, kijken we met een eenvoudige benadering naar het effect van de grotere vervuilers NH3 en NOx. Daarbij verwijzen we naar “Grafiek RIVM Presentatie BWO 6 maart 2020 blz 11. De grafiek is opgenomen met cijfers uit 2019. In de grafiek is het effect van de reductie van NH3 en van NOx aangegeven in mol N per kton vervuiling N-verbinding.

RIVM Stikstofreductie opties effectiviteit en streefwaarden vrijdag 6 maart 2020

Bij ammoniak is de effectiviteit reductie bij stallen pluimvee het hoogst met 9 mol per kton NH3, gevolgd door wegverkeer met 8 mol pet kton NH3, en dan volgt consumenten met 7,25 mol en stallen rundvee (de meeste stallen) met 7,25 mol en stallen varkens met 7,25 mol, en dan volgt mestaanwending 4,6 mol en industrie met 4,1 mol NH3 per kton.

Bij NOx is de effectiviteit reductie per kton NOx veel lager maar er zijn veel meer kton die worden uitgestoten. Bij wegverkeer is de effectiviteit 1,0 mol , gevolgd door 0,8 bij binnenvaart, en 0,7 consumenten, en 0,4 voor vliegverkeer en 0,4 voor industrie, en 0,2 voor zeescheepvaart. De zeescheepvaart verstookt grote hoeveelheden zware olie en restprodukten. De vliegtuigen stoken kerosine BTW- vrij. Zowel scheepvaart als vliegtuigen vervuilen met de meeste kton NOx in het buitenland. Ondanks het feit dat de meeste kton NOx van scheepvaart resp. vliegverkeer en industrie hoog in de lucht wordt geloosd, en de NOx in het buitenland terecht komt, is de vervuiling in de wereld er niet minder op. Vanuit het buitenland komt er ook weer NOx terecht in Nederland.

Effecten uitstoot NH3 en NOx

De grootste 10 vervuilers ammoniak 2019 bestaande uit industriële bedrijven en veehouderijen vervuilen samen meer dan 1150 ton ammoniak, of wel 1,15 kton ammoniak. De eerste 4 vervuilers industrie stoten alleen al meer dan 650 ton ammoniak uit of wel 0,65 kton ammoniak met een rendement effectiviteit reductie van 4 mol industrie ammoniak per kton NH3: dus 2,6 mol N effect. De veehouderij bedrijven stoten onder de eerste tien vervuilers 390 ton ammoniak uit tegen een effectiviteits reductie van gemiddeld over rundvee, varkens, pluimvee en mestaanwending van 7 mol N per kton ammoniak: 2,7 mol effect. Deze 2 categoriën onder de 10 vervuilers veroorzaken een vergelijkbaat effect in mol N. En dan volgt die lange reeks van 30.000 veehouderijbedrijven waarvan de eerste honderd een aflopende uitstoot van 95 ton tot ongeveer 19 ton ammoniak uitstoten. De ammoniak emissie, is in de periode 1990 en 2000 gehalveerd tot 155 miljoen kg (155.000 ton), is al jaren dalende vanwege stalmaatregelen en het emissiearm aanwenden van mest, tot 106 miljoen kg ( 106.000 ton) in totaal. Het aantal veehouderijen incl. gemengd bedrijf was ongeveer 30.000 in 2020. De rundveehouderij nam in 2019 57.000 ton NH3 voor zijn rekening en de varkenshouderij met 18.000 ton en de pluimveehouderij met 12.000 ton. Bron: Harry Leusink WUR, Agrimatie, Ammoniakemissie Land en tuinbouw, internet. De cijfers van Leusink worden globaal bevestigd door het CBS. De stikstofemissie naar lucht van vooral rundveehouderij en intensieve veehouderij was in 2020 124 miljoen kg NH3 (124.000 ton) en 177 miljoen kg NOx ( 177.000 ton), vooral van verkeer en industrie. Uitgedrukt in element N bedraagt dit 156 miljoen kg N met 65% ammoniak-N en 54% NOx-N. De stikstofuitstoot verontreinigende stoffen wordt berekend volgens NEC-richtlijnen (National Emission Ceilings). Bron: CBS internet.

De eerste 10 NOx-uitstoters, allemaal industrie, stoten samen 19.394 ton NOx: dus 19,4 kton NOx met een effect van 0,4 is 7,7 mol N. Het betreft dus een aanzienlijk effect en dan moeten we wegverkeer, binnenvaart, consumenten, vliegverkeer en zeescheepvaart nog uitrekenen. De uitstoters van NOx dalen na de eerste 10 in uitstoot van 806 ton naar 458 ton voor no 25, en 183 ton voor no 50, en 83 ton voor no 75 en 43 ton NOx voor no 100.

We zullen deze cijfers t.z.t. leggen naast de cijfers die minister van der Wal over 5 maanden in 2022 publiceert over de uitstoot van NOx door de andere vervuilers dan de landbouw in haar rapportage aan de Tweede Kamer over uitstoot NOx. Zij geeft aan generieke maatregelen NOx te treffen of maatregelen jegens industriebedrijven om een evenredige reductie bij bedrijven resp. verkeer (weg, scheepvaart, luchtvaart), industrie, grote werktuigen en consumenten te bereiken.

IPCC-klimaatrapport

Het verschijnen van het IPCC-klimaatrapport van maandag 4 april 2022, dat constateert dat de beperking van de opwarming tot 1,5 graad Celsius niet wordt gehaald met de huidige maatregelen, waarschuwt met de voorspelling dat de opwarming van de aarde aan het eind van de eeuw ruim 3 graden zal bedragen. Op 31 maart 2022 oordeelt de Europese Commissie in een brief “Observations”, dat het GLB als nationaal strategisch plan 2023-2027 als onderdeel van het Europese Landbouwaccoord, inhoudelijk nog onvoldoende is. Het plan is volgens de EU onzorgvuldig, matig onderbouwd en op sommige punten tegenstrijdig. De maatregelen tegen de uitstoot van broeikasgassen en (vervuilende) gassen in de veehouderij ontbreken. De Minister van LNV antwoordt in zijn brief aan de Tweede Kamer en verzuimt te verwijzen naar reeds vastgesteld Klimaatbeleid en Energietransitiebeleid. De bijlage bij ‘Observations’ over tekortkomingen in het GLB ontbreekt bij Publicaties Ministerie LNV. De EU-kritiek sluit aan bij de nationale kritiek in de Tweede Kamer en in overleggremia Landbouw en Klimaat over gebrek aan duidelijkheid en samenhang. In een extra brief planning wetgevingsagenda 2022 kondigen de Ministers aan dat in lopend jaar Toezicht slachthuizen wordt aangepast, en dat voor 2023 een nieuwe Meststoffenverordening staat gepland in het kader van de nieuwste Nitraatrichtlijn en de aanstaande Omgevingswet, en de Transitie landelijk gebied met regionaal beleid ammoniak etc. Prestaties en Normeringen van de doelen blijven nog steeds uit. Inmiddels heeft de hoge energieprijs en de N-kunstmestprijs van 2022 ervoor gezorgd dat akkerbouwers in Nederland meer drijfmest zijn gaan gebruiken hetgeen gunstig is voor de kringloop van mineralen. Tevens is er vanwege de oorlog en de tarweprijs prijs 10% meer tarwe gezaaid in Nederland, die vooral wordt gebruikt voor veevoer omdat Nederlandse tarwe geen echte baktarwe is.

Besluiten?.

De hete aardappel om in Nederland (en andere Westerse Landen) in te grijpen in de intensieve veehouderij en de melkveehouderij en de andere milieumaatregelen in de landbouw en de tuinbouw wordt al vele jaren, waaronder de afgelopen 3 jaar, vooruit geschoven. Dat heeft een aantal boeren en burgers de indruk gegeven dat het ingrijpen wel zal meevallen. Ondanks de vele miljarden die zijn gereserveerd door LNV gaat het allemaal misschien niet door?. Kijk maar naar de oorlogen en de honger in de wereld. Sommigen zeggen: Nu kan het niet!. Die contradictie is: Wij produceren teveel maar niet duurzaam en elders produceert men te weinig en leidt men honger. Of is het een distributie en transportprobleem van voedsel vanwege droogten en oorlogen?. En hoe staat het met de corruptie en en koopkracht in die landen?.

Volgens NRC van 03-06-2022 heeft het Ministerie van LNV met de provincies een concept Regiostrategie Stikstof (Ammoniak etc.) besproken en zal het kabinet op vrijdag 10 juni 2022 een besluit nemen over dit deel van het Stikstofdossier. De Minister Christianne van der Wal, staat volgens eigen zeggen met de rug tegen de muur. De muur die de rechter heeft bepaald. We hebben jarenlang onvoldoende ingegrepen en onze beloften voor Natuur niet waargemaakt. Het is vreselijk. Een andere boodschap heb ik helemaal niet, zegt Minister van der Wal in het Vragenuurtje in de Tweede Kamer op 8 juni 2022. Afhankelijk van de regio Natura2000 zal de uitstoot van ammoniak etc. door een aantal veehouderijbedrijven met 10 tot 20% moeten dalen terwijl dat elders 20 tot 40 % of 40 tot 80 % of meer moeten worden teruggebracht. Voor heel Nederland betekent dat globaal 40 -50% reductie van de stikstofuitstoot. Na het kabinetsbesluit van 10 juni 2022 zal de Minister van Stikstof en Natuur en de Minister van Landbouw en Voedsel, een informatieve brief sturen aan de Tweede Kamer. We wachten met spanning op ‘het zwaard van Damocles’ en het vervolg.

Kopzorgen, keuzen en emoties

Het overleg van het Ministerie en de Provincies met de boeren, die in enkele provincies dreigen af te haken, moet worden hersteld. Dat wordt nog een hele krachttoer. Omdat het veel te lang onzeker is gebleven wat er concreet op de landbouwbedrijven moet gebeuren, is de stemming bedorven. Het worden heftige weken voor de betrokken boeren(gezinnen) en hun belangenbehartigers en voor de politie en de politiek (regeringspartijen, provincies en de Ministers) in het Stikstofdossier. Hoe valt het resultaat uit?. En de keuze: Acceptatie of ontkenning?. Stakingen en verzet?. Meedenken en de knopen tellen of dwarsliggen en geweld gebruiken?. Een bedrijf beëindigen is een beslissing voor het leven, die gepaard gaat met veel emotie bij de boer en zijn omgeving. Geld kan emotie verzachten maar niet wegnemen.






Besluiten en de regioaanpak

Inmiddels heeft het Kabinet de knoop doorgehakt. In de persconferentie na het kabinetsberaad van 10-06-2022 heeft premier Mark Rutte en Christianne van der Wal, Minister voor Natuur en Stikstof, en Henk Staghouwer, Minister voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, korte toelichtingen gegeven op de besluiten en de aanpak met de Provincies etc. De boodschap is hard maar ik sta met de rug tegen de muur (van der Wal), en ik sta klaar om de boeren in Nederland verder te helpen (Staghouwer). De boodschap is na jarenlang dralen van kabinetten Rutte en de voorgangers, hard en zwaar en de regioaanpak met de Provincies en het tijdpad van een jaar is redelijk helder. De kaart met emissiereductiedoelstellingen per gebied zaait onrust omdat je niet precies weet wat ze betekent voor een inividueel boerenbedrijf. De manier van behandelen van een boerenbedrijf dat stikstof etc. uitstoot is echter niet duidelijk en leidt tot onnodige emoties en tot speculaties.

In de TweedeKamerbrieven;

1. Startnotitie Nationaal Programma Landelijk Beleid van 10-06-2022 van van der Wal in 9 blz. Dat is kort en beknopt en wil je graag meer weten, dus ga je vragen stellen. Een echte toelichting op de emissiereductiedoelstellingen kaart(en) ontbreekt en de legenda roept vragen op. Het doel moet bereikt zijn in 2030 en 75% van de Natura2000 gebieden moet dan op orde zijn gebracht. De tijdfasering van de Minister en de Provincies. is geduid. De inhoudelijke wijze van de behandeling een landbouwbedrijf in het Stikstofafwegingsproces ontbreekt evenals de bijdrage van niet-landbouw sektoren van de economie in de emisiereductie. Dat wordt als pijnlijk ervaren door de boeren en degene die het beleid mogen uitleggen.

2. Perspectieven voor agrarische ondernemers van 10-06-2022 van Staghouwer in 49 blz., wordt de Tweede Kamer en het volk nader geïnformeerd. In de uitgebreide teksten van de Perpectievennota laat de Minister zien op welke thema’s en op welke beleidsterreinen hij probeert de Nederlandse landbouw ook in de toekomst te ondersteunen. Ondanks de uitvoerige teksten, is van een Visie op de toekomstige duurzame landbouw met kringlooplandbouw, en een nieuw verdienmodel, nog geen sprake. Een beknopte Visie (van 10 blz) met de uitwerking van de Visie door een Commissie, met enkele bijlagen of nog te zenden brieven, was mogelijk beter te verteren.

In de brief Startprogramma NPLG is een kaart van Nederland opgenomen: Richtinggevende emissiereductiedoelstellingen per gebied. Met kleuren is de reductieboodschap van de provincies aangegeven variërend van 12 tot en met 95 % reductie: corresponderend met enige reductie in akkerbouwgebieden en extensieve landbouw 12%, vernatting veenweidegebieden 42 %, en transitiegebieden vooral op zand 47%, reductie depositegebieden Gelderland 58%, en reductie Natura2000 gebieden 70 en 95%. Op aanpakstikstof.nl zal LNV de kaarten van de afzonderlijke provincies op 16 juni 2022 plaatsen. Op 10 juni 2022 is op aanpakstikstof.nl ook opgenomen;

3. Startnotitie Nationaal Programma Landelijk gebied geplaatst met 78 blz. toelichting en een bijlage. De provinciale kaarten emissiereductie zijn er inmiddels.

Over enkele maanden worden de regioplannen nog bijgesteld door de Provincie en de Minister. Over een jaar worden de definitieve plannen vastgesteld door de Stikstof- en Natuur-Minister. Minister van der Wal geeft aan dat Transport (auto, schip en vliegtuig) en havens en vliegvelden, en de industiebedrijven, energie- en chemische bedrijven, en grote werktuigen, binnen een half jaar allemaal de normen van reductie Stikstof krijgen opgelegd want zij moet 50% reductie halen op termijn. Iederen moet meedoen niet alleen de boeren en de automobilist. In de uitvoerige brief Perspectieven van Staghouwer zijn de meeste knelpunten, thema’s en oplossingsrichtingen en de ondersteuning voor boeren opgenomen. Het kost moeite om die gehele tekst door te worstelen. De compacte Visie Landbouw 2023-2033, met de transitie naar een nieuw verdienmodel van de landbouw, ontbreekt nog. Het opstellen van zulk een compacte Visie voor landbouwsectoren en voor een nieuw bedrijfsmodel is eerder gezegd dan gedaan zoals LTO, regionale boerenorganisaties, universiteiten en kennisinstellingen, en overheden zoals provincies en het Rijk hebben ervaren. Dat geldt ook voor de politieke partijen die zich daar het hoofd over breken, en veelal een echte landbouwvisie ontberen.






Vijf onderwerpen of thema’s vragen om opheldering:

  1. Stalsysteem en mestsysteem, drijfmest of vaste mest met stro

    De keuze voor het mestsysteem/mestroosters en de keuze drijfmest/vaste mest met stro etc. is relevant voor de uitstoot van stikstof etc. dus voor het milieu en voor de boer. Stallen moeten minder ammoniak etc uitstoten. Duidelijkheid over het mestsysteem voor de toekomst ontbreekt. Wordt scheiding van mest en gier een eis en gebruik van stro/strooisel?. De werking van ventilatiesystemen en luchtwassers bij intensieve veehouderij (varkens en kippen) etc. is minder dan bij de vergunningaanvraag is gemeld. Ook het onderzoek van de uitstoot van integrale stalsystemen loopt jaren achter. De meeste onderzoeksresultaten van stallen zijn 10 of 20 jaar oud (Commissie Hordijk), dus ontberen ze een aantal innovaties. Een goedgekeurde nieuwe stal met mestroosters na 2-5 jaar achteraf afkeuren zoals de Provincie Brabant doet, drijft boeren tot waanzin en faillissement. De keuze en de afschrijving/herfinanciering voor de aanpassing van de stal ontbreekt evenals hulp van de overheid. (Provincie en Ministerie LNV waren medeverantwoordelijk). En hoe zijn de nieuwe innovatieve stallen en stalsystemen met en zonder stro opgenomen in de (aangepaste versie n.a.v. de kritiek en aanbevelingen van de commissie Hordijk) Aerius-softwareversie i.v.m. de bouw-en gebruikersvergunning?.

    Het Ministerie van Landbouw ontkomt niet aan het nemen van een duidelijk mestbesluit over stalsystmen en mestsystemen en een besluit over een verbod op drijfmest versus scheiding vaste mest en gier, met het gebruik van stro/strooisel, en een financiële overgangsregeling voor bestaande roosters en mestputten.






    2. Overleg en afstemming met buurlanden over beleid en maatregelen

    Het overleg op korte termijn met de Bundesländer NRW en Niedersachsen, en België/Vlaanderen over een brede afstemming van emissies en maatregelen in de grensregio’s zoals Ammoniak en stof etc. resp. Nitraatrichtlijn, oppervlaktewater, pesticiden en bijv. waterontrekkingen. Hoe gaan we om met KDW’s voor Natura2000 gebieden in de verschillende landen?. Het buitenland is voor enkele provincies zeer belangrijk i.v.m. de emissies van stoffen uit landbouw en industrie en verkeer van over de grans. Bedrijven over de grens moeten gelijkwaardig EU -beleid voelen voor Stikstof en Natuur in Nederland, BRD en België ervaren. De emissie aangegeven in NH3 en de NOx, evenals de gemeten Nitraatcijfers grondwater, van de provincies/Bundesländer,moeten meegenomen worden in het beleid aan de grens. België grijpt generiek in, en sluit de grootste vervuilers, Nederland grijpt voor ammoniak regionaal in per gebied in, en laat grote vervuilers zoals inustie en luchtvaart etc. nog even buiten schot?. Het kan niet zijn dat landbouwbedrijven die grondgebonden zijn, kringlooplandbouw hebben of biologisch zijn worden gesloten omdat de emissiereductie van de vervuilende industrie en luchtvaart is vastgeteld (Amoniak en NOx). Het overleg en de afstemming met de buurlanden/ Bundesländer is dringend gewenst om de gesprekken in de provincies te kunnen voeren.

    Behandeling en gesprek over individueel landbouwbedrijf met de provincie: De procedure van behandeling ontbreekt evenals de stikstofreductie door vervuilers in industrie, verkeer, grote werktuigen en energiebedrijven etc.

    3. Elke boer (en burger) vraagt zich af hoe de procedure van afhandeling door provincie en boer eruit ziet.

    Hoe wordt een landbouwbedrijf behandeld in de procedure?. Hoe wordt de kaart stikstof emissiedoelstellingen geinterpreteerd per provincie/per regio?. De interpretatie van de emissiedoelstellingen kaarten voor 2030 van de provincies roept veel vragen op. Niet alle provincies zijn gelijk behandeld. De Waddenzee en de waddeneilanden en mogelijk Zeeland zijn foutief weergegeven. Hoe worden fouten afgehandeld?. Er zijn mogelijk nog meer correcties omdat de kaart nu te gedetailleerd is. E zijn veel vragen over de interpretatie:

    Is meer dan 95% reductie in sommige Natura2000 gebieden absoluut noodzakelijk?.

    Is 70% reductie: Ring rondom stikstofgevoelige Natura2000 gebieden heilig?

    Hoe gaan we om met NNN-gebieden? (het NatuurNetwerkNederland, de vroegere Ecologische Hoofdstuctuur)?

    Is de KritischeDepositeWaarde-toetsing (KDW in mol per ha per jaar) voor 74% van de Natura2000-gebieden in 2030 in Nederland inmiddels duidelijk voor alle betrokkenen?.

    Het woord ‘transitiegebied’ slaat op ingrijpende aanpassingen in het landelijk gebied en de agrarische sektor (Staghouwer wil kringlooplandbouw, grondgebonden veehouderij, koppelbedrijven, extensivering, ecologisch beekbeheer, eigen ruwvoerproductie, beperking import voer (krachtvoer en verre import veevoer), biodiversiteit en dierwaardige veehouderij etc.

    Hoe interpereert je als boer (bijv. in de Provincie Limburg met allerlei industrie, energiebedrijven etc, en landbouwbedrijfstakken en grondsoorten) een emissiereductie van bijv. 52% stikstof?. Er is in Limburg Natura2000 en er is flink wat vee. Hoe interpreteer je een gebied als melkveehouder of varkensshouders en kippenhouders in een gemengd gebied met akkerbouw?.

    Conclusie Er is iets mis met gelijktijdig en gelijkwaardig behandelen van boeren en andere vervuilers in het stikstofdosssier. Het lijkt nu alsof de boeren (eerst en alleen) moeten bloeden terwijl de andere vervuilers (schijnbaar) de dans ontspringen resp. nog maanden (bedrijven onder EZ en VWS) vrijuit gaan. Tactisch is dat niet handig en het wekt woede op. Het evenredig bijdragen van alle sektoren lijkt in eerste instantie ver weg.

    Gemiddeld levert landbouw 60% van de ammoniak-N. De industrie en bedrijven, bouw en vervoer (auto, schip, vliegtuig), werktuigen etc. en andere sektoren 40%. De bijdrage NOx- N van de landbouw is beperkt omdat de bulk van de industie, de energiebedrijven, de havens, verkeer en de vliegtuigen komt.

    Hoe boeken we alle vervuilers op hetzelfde moment en gelijkwaardig in voor de reductie?. Generiek of Regionaal per gebied? De andere sektoren krijgen hun reductietaken NOx binnen 5 maanden opgelegd.

    Chaos en paniek Globaal/gemiddeld moet in Nederland gemiddeld 30% minder vee komen (zeg koeien/varkens/kippen etc.) verdwijnen vooral dicht bij Natura2000, de binnenring. In Midden-Limburg zit Rockwool Lapinus in Roermond als grote ammoniakvervuiler bij Mijnweg en bij de Roer- en Maas-Natura2000 gebieden. Verder is er Chemelot bij Sittard Geleen in Zuid Limburg , als grote ammoniak- en NOx-vervuiler. De NOx vervuiling was in het verleden hoog in heel Midden- en Zuid-Nederland maar is sinds 1990 ongeveer een derde gedaald in een trend tot 2020, met op drukke verkeerslocaties en weinig wind de hoogste waarden. (RUD Zuid-Limburg 2020). Wordt deze vervuiling door de industrie (en de andere vervuilers) bijv. in Midden-Limburg eerst ingeboekt (bijvoorbeeld een derde samen met mogelijk correctie i.v.m. Rockwool en Chemelot?) voordat je gaat rekenen aan reductie vee zoals melkkoeien en varkens en kippen, rekening houdend met Nitraatmaatregelen akkerbouw? En hoe ga je om met de binnen- en buitenring rond Natura2000 gebieden zoals Mijnweg, het Roerdal, het Maasdal, en de mini Natura2000 gebieden Abdij Lilbosch en Abdij MariaHoop?.

    Bij 52% reductie van N moet je meer vee inleveren dan gemiddeld in Nederland. En wat betekent dat voor het emissiedeel voor akkerbouw en groenteteelt en fruitteelt en voor de N-bemesting met de Nitraatrichtlijn? (Nederlands Limburg, Belgisch Limburg en NRW). De Prestaties (natuurverbetering ) en de Normering ( hoeveelheid vervuilende stoffen minder) volgen nog.

    Lichtpuntje?

    Het is mogelijk dat als alle grote vervuilers (industrie en energiebedrijven, verkeer etc.) hun aandeel leveren in de stikstofreducties, in het licht van vernieuwde vergunningen en de klimaatdoelen van de overheid, en het regeeraccoord, dat de stikstofreductie voor de landbouw minder zwaar uitpakt. Die medeveratwoordelijkheid en de gesprekken van de provincie met de boeren biedt mogelijk nog soelaas.

    4. Onteigening en bestemming grond en gebouwen Betekent uitkopen van bedrijven met een te hoge ammoniakuitstoot bij Natura2220 gebeieden etc. dat alle activiteiten met vee resp. gebouwen en de grond worden onteigend voor een nader te bepalen geldbedrag?. of blijven de woning en de grond buiten de opkoopregeling?. Uitkopen is een, een ander verdienmodel realiseren is twee. Sommige boeren willen stoppen en vragen om een regeling. Interne berekeningen van het Ministerie van Financiën om uit te kopen voor half geld, laten de Ministers van Landbouw in de steek voor de realisatie van een nieuw verdienmodel landbouw. De overheid spreekt met een mond?. De grond wordt na onteigening nadien door de provincie of overheidsdiensten toegekend of verkochten//verpacht aan boeren of waterschappen die de grond extensiever gebruiken en/of niet meer mogen bemesten. De bestemming van de grond wijzigt dus. Onduidelijk is of de boer die na het afstoten van zijn vee (melkveehouderij, mestvarken) het bedrijf extensiveert de grond ook mag gebruiken als graasland voor een biologisch gemengd bedrijf of als akkerbouwgrond of tuinbouwgrond?.

    5. Eigen verantwoordelijkheid ondernemer

    Hoe zouden we ervoor staan als we (boeren, boerenorganisaties en adviseurs) zelf gedurende de laatste 40 jaar hadden ingegrepen en eigen verantwoordelijkheid hadden betracht met het boerenverstand?. In gesprekken met boeren over hun bedrijf herken je deze worsteling bij de boer.

    Maatregelen en resultaten van kleine stappen die we hadden moeten nemen bij het ingegrepen gedurende de afgelopen 50 jaar (mineralenoverschot landbouw) en ammoniak/NOx-vervuiling sinds 2000 (industrie en chemie etc.) in plaats van al dat praten, debatteren, vertragen, ontduiken traineren en tegenhouden?. Dat gebeurde door de industrie en door boeren, beleidsmedewerkers, ambtenaren, kamerleden en ministers. Of is dat te naïef?. Vanaf 1970 waarschuwden ambtenaren en wetenschappers al voor een mestoverschot (en mineralenoverschot op bedrijfsniveau en op ha-niveau) en de negatieve gevolgen voor landbouw en natuur (bijv. artikelen en proefschrift C. Henkens, Consulent bemesting landbouw van LNV, en van de mestexpert L. de la Lande Cremer). Er werd toen al op gewezen dat de hoeveelheid mineralen die als veevoer/krachtvoer en als kunstmest het bedrijf binnenkomen, zich moet verhouden tot het aantal ha grond dat de boer ter beschikking staat om de mest/drijfmest uit te rijden. Het gaat over een kringloop van mineralen, die in evenwicht moet zijn/blijven. Het principe van grondgebonden landbouw, dat we al in de middeleeuwen kennen, werd in 1970 al genoemd om te toetsen dat het niet uit de klauwen loopt. Sinds Minister Carola Schouten noemen we het bewaken van het mineralenevenwicht in het veehouderijbedrijf Kringlooplandbouw. Daar kunnen naast veehouderijbedrijven ook akkerbouwbedrijven bij betrokken worden net als vroeger in een gemengd landbouwbedrijf gebeurde of in de toekomst in een virtueel gemengd bedrijf zoals in de biologische bedrijven nu al gebeurt. Met MINAS en Kringloopwijzer is fundamenteel geoefend met deze problematiek. Het principe van grondgebonden veehouderij is een uitwerking van dit principe van hoeveelheid GVE (2,3-2,5 GrootVeeEenheden koe per ha grond, die wordt bemest) met restricties m.b.t. inrekenen van jongvee, inkoop veevoer en krachtvoer en beperkingen op kunstmest, en afspraken over uitloop en beweiding en het bieden van schaduw etc. Het komt nog regelmatig voor dat door journalisten en politici aan de vigerende Minister van Landbouw wordt gevraagd: Wat is dan Kringlooplandbouw?. Weten wij het niet of willen we de nieuwe minister na jaren discussie nog laten struikelen over de precieze formulering van dit begrip?.

    Indien we de laatste 20 jaar effectief met zijn allen hadden gewerkt aan echte innovaties en bedrijfsaanpassingen dan waren we nu niet zo diep in de milieu-, natuur- en vergunningenproblemen geraakt. Dan waren ver op weg naar duurzame of handhaafbare landbouw samen met de consument. We hadden meer werk gemaakt van allerlei verbeteringen van het systeem soms proactief en op eigen initiatief. Mestwetgeving tegenwerken en Natura2000 ontkennen werd funest. Duurzaamheid en volhoudbaarheid werd een probleem voor de landbouw evenals extensivering en de creatie van meerwaarde. De financiele positie van boeren op eigen benen is er onvoldoende. Schaalvergroten en kostenbesparing was het motto. De boer werd steeds meer subsidieafhankelijk en bankafhankelijk (spreadsheet management). Samenwerking van boeren in echte of virtuele gemengde bedrijven en in kringlooplandbouw kwam niet van de grond behalve bij biologische boeren.






    Het vijfde onderwerp uitgediept

    We vatten de mogelijke alternatieven die we in kleine stappen de afgelopen 20 jaar hebben kunnen doen samen:

    -Diversificatie bedrijfstakken, meervoudige activiteiten, verbreding bedrijven met nieuwe activiteiten, stallen en loodsen volleggen met zonnepanelen, energieopwekking, akkerbouw en bosteelten, gewassen voor bioplastic, verbeteren en verhogen grondwaterpeil op zand en op veen, extensivering beekdalen en herziening gebruik grond als extensieve graasweiden, perceelsranden met kruiden en bloemen voor insecten, bermen en dijken waar mogelijk extensief inzetten voor boeren, boerderijen, industriegebouwen en kantoren met zonnepanelen, dijken met zonnepanelen en autowegen met windmolens en zonnepanelen.

    -Het systeem van landbouw inrekenen CO2-voetafdruk, duurzaamheids eisen voedsel met nieuw verdienmodel voor de boeren. Afstappen van drijfmest met regeling vervanging drijfmestputten en rooster, verplicht stro of houthaksel inzetten bij mest tegen ammoniak vervluchtiging, strohandel in het nieuw systeem, beëindigen van de derogatie, terugschroeven toegestane hoeveelheid N/ha/jaar weiland met 10 kg, Nitraatrichtlijn met beperking N-bemesting met 10 kg per ha op zand en löss, beperking invoer veevoer en krachtvoer, beperking import van seizoen groenten en fruit uit verre buitenland, aangepast eiwitarmer voer, leguminozen teelt bevorderen i.p.v. kunstmets-N, akkerbouw gaat 10-20% extra veevoer produceren voor veehouders.

    - BTW op groenten en fruit afschaffen, 30%BTW op vlees naar nationaal fonds voor boeren, grondgebonden melkveehouderij 2,3 GVE per ha, grondgebonden varkenshouderij evt. met akkerbouwcontracten, kippenbedrijven met mestcontracten, superbedrijven intensieve veehouderij met meer 2.5 keer de grootte gezinsbedrijf tegengaan, maximum grootte intensieve veehouderij varkens, kippen, eenden, kalkoenen en konijnen vanwege mest, stank, stof, genesmidelen en zoönosen. Ook het minderen van het gebruik van herbicieden, fungiciden en insecticiden moet minderen, waarbij gelijktijdig moet worden geinvesteerd in nieuwe technieken om onkruid te bestrijden resp. biologische ziektenbestrijding nodig is evenals aanpassingen in het teeltplan. - EU subsidies per ha halveren en afkappen boven een normatiev bedrijfgrootte. Bijzondere taken/prestaties landbouw leveren bijzonder subsidies. Wind- en zonneenergie. Boerderijen met laadstations e-auto’s en e-machines. Stroomovermaat panelen omzetten in H2-opslag. Zo kunnen we nog even doorgaan als het motto is samen: bijv. door burgerdaken en zonnepanelen voor te schrijven en woningen en bedrijven versneld te isoleren. De industrie en de vliegtuigen kunnen energiearmer produceren en veel minder vervuiling uitstoten. En materialen en grondstoffen recyclen en hergebruiken i.p.v. de beperkte voorraden opsouperen.

    Hoeveel zouden we als boer en burger aan veranderingen hebben kunnen bijdragen aan de oplossingen?. Misschien 15-30% ?. Misschien niet genoeg maar wel al veel. En de consument bijscholen/heropvoeden gelijktijdig?. En de boer een fatsoenlijk inkomen laten verdienen zonder EU- subsidies. Een bailout voor banken wordt nu al genoemd als de miljarden leningen van Rabobank alleen (40 miljard € leningen agro en food) en andere banken via uitkoop van boeren worden afgelost. De medeveroorzakers van de schaalvergroting en kostenminimalisatie, de banken, worden beloond. NRC, 13 juni 2022, Karin van Boxtel en Casper van der Kool.






    Veranderingen en bemoeïenis De bemoeïenis van enkele vermogende families zoals Anker van Royal A-ware en De Heus van Royal De Heus, met van Drie van VanDriegroep wordt als belemmerend gezien in het proces van benodigde aanpassingen in de Nederlandse landbouw. Hun directe belangen worden geschaad bij minder vee resp minder voer en vlees. En dat accepteren zij niet zomaar: ‘Wij staan pal naast de boer’, en ‘we komen voor onze belangen op’. Vandaar dat zij de Stikstofplannen proberen te dwarsbomen. Met hun PR en Sponsoring oefenen zij druk uit. Gelden vloeien naar de Stichting Agrifacts, die gezien wordt als deel van ‘de Twijfelbrigade’ om propaganda en soms foutieve informatie te verspreiden. Organisaties en kamerleden (gekozen zonder last of ruggenspraak) laten zich verleiden tot dubieuse kamervragen en hard verzet met instrumenten zoals: stimuleer twijfel, zaai verwarring, en pak critici aan, of dreig met van alles zoals tribunalen etc. Vermogende families met belangen gaan op de stoel van de boerenorganisaties zoals LTO zitten, die primair de belangen van de boer dienen en het boerenvak en de sektor promoten met PR, Communicatie en Rapportages. bron: De bedrijven van Quote 500-families die het boerenprotest aanwakkeren, Tom Jan Meeus, NRC zaterdag 18 juni 2022.






    Voortbestaan boeren bedreigd Dat de nood hoog is, blijkt ook uit een in mei 2022 verschenen onderzoek van de ZLTO onder leden: Voortbestaan agrarische ondernemers op het spel, van Rianne Wonnink en Heleen van Pol. Het onderzoek is afgenomen onder leden in Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Gelderland. 13% van de akkerbouwers resp. 31% van de kippenhouders, 45% van de melkveehouders en 46 van de varkensboeren voelt zich bedreigd. Het rapport (de beknopte versie) geeft aan dat 25 % van de boeren, ook jonge boeren, sterk twijfelt over de toekomst. De dreiging voelen de boeren van alle kanten met de opstapeling van de gevolgen van de oorlog Oekraïne resp. gevolgen GLB, stalaanpassingen Brabant, gevolgen Natura 2000, en aktieplan Nitraatrichtlijn. De opgelegde stalaanpassing van bijna nieuwe stallen in Brabant, heeft volgens de ZLTO-leden nipt de grootste impact. Jonge en jongere boeren en zittende en oudere boeren overwegen te stoppen: in de leeftijdcategorie 19-35, 13 % en 36-45, 19%, 46-55, 34% en 56-65, 28 % en tot slot 65+, 23%. In de laatste groep 65+ zitten ook boeren met beperkte aktiviteiten, en boeren zonder bedrijfsopvolging.






    Dreiging en protest

    Ook de persoonlijk ‘bedreiging’ van minister van der Wal en haar gezin en de aangekondigde stakingen en demonstraties door boze boerengroeperingen getuigt van sterke emoties, spanning, intimidatie en soms weinig respectvol optreden. Stakingen, akties en protesten zijn geoorloofd zoals LTO Nederland en heel Nederland aangeven maar geweld en intimidatie niet. De politieke partijen staan onder grote druk vanwege gebrek aan eigen visie en inbreng in het beleid, en de ontstane tumult en de onrust, die zij mede hebben veroorzaakt. Verdachtmakingen, suggestieve vragen jegens collega-Kamerleden, insinuaties jegens de wetenschap en de wetenschappers, twijfels zaaien over integriteit, en bijdragen tot nepnieuw, vlogen over de toonbank. De eerste peilingen over verschuivingen in Kamerzetels van de politieke partijen verschenen al op internet. En wat doen de VVD en het CDA en de nee-zeg-partijen na jaren afremmen van beleid en het tegenhouden van aanpassingen?. Enkele Kamerleden, ook van regeringspartijen, proberen zich te distanciëren van de Ministers resp. van hun eigen partij/fractie en of van het Stikstofbeleid. De meeste fractievoorzitters hebben zich afgekeerd van Mark van den Oever, die met Farmers Force Defense met ferme woorden en omstreden uitspraken, oproept tot forse akties op de protestdag woensdag 22 juni 2022 zoals het afsluiten van snelwegen door Natura2000 gebieden en naar Schiphol, het lastigvallen van bewindslieden thuis en het lamleggen van de voedselvoorziening etc. De stikstofplannen moeten van tafel. Het gematigde Agractie met woordvoerder Bart Kemp wil een waardig en massaal protest in het dorp Stroe bij Barneveld. De organisatie LTO Nederland met de voorzitter Sjaak van der Tak, en zijn regionale onderliggende organisaties voor alle takken/sectoren van de landbouw, willen een sympathiek protest laten horen en willen acties tegen kaalslag op het platteland ondersteunen als reguliere overlegpartij met de overheid en de politiek. LTO is teleurgesteld dat het kabinet Rutte niets heeft gedaan met het gezamenlijk voorstel van een jaar geleden, opgesteld door LTO, werkgevers, natuurorganisaties en de bouwers, om de stikstofemissie met 40% te reduceren in 2030. (De Minister wil 50% minder stikstof in 2030). Bij de demonstratie van de boeren in Stroe bij Barneveld, waar alleen al 20.000 tot 30.000 boeren met trekkers naar toe gingen, zijn financieel en promotioneel zoals gewoonlijk ook veevoerbedrijven en huidige en voormalige coöperaties van boeren, als sponsor betrokken: Voorbeelden zijn For Farmers, Agrifirm, de Heus etc. Die bedrijven vrezen net als de handel in landbouwwerktuigen en loonwerkers en transporteurs voor hun omzet en personeel als de hoeveelheid vee in verband met Stikstof met 30-40% moet krimpen.

    In België werkt de overheid op dit moment na teruggefloten te zijn door de rechter, met generieke maatregelen van Minister Zuhai Demir van N-VA, en niet zoals in Nederland met regio- en gebiedsgerichte aanpak in de provincies. Belgische provincies hebben minder bevoegdheden dan Nederlandse provincies. Iedere veehouder moet de emissie met 15% terugbrengen, en kippen- en varkenshouders zelfs met 60%. 41 ’rode bedrijven’ moeten tegen 2025 sluiten omdat ze tegen natuurgebieden aanliggen. Enkele generieke maatregelen zouden in Nederland niet misstaan. België trekt minder geld (4,5 miljard Euro) uit voor de operatie. Ook Minister Demir is bedreigd o.a. met een pop ‘Demir aan de strop’ in Merksplas en zij is later die avond door agenten in burger weggebracht. Zij doet aangifte bij de politie. De Minister van Landbouw, Werk en Economie in Vlaanderen Jo Brouns, blijft evenals de voorganger Hilde Crevits onterecht op de achtergrond en pleit voor innovatie, de bekende truc. De klassieke boerenpartij CD&V ligt dwars en verspreidt desinformatie volgens Demir, Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.

    Op de snelwegen A7 en A6 waren er op de protestdag verstoppingen op de snelweg met tractoren en de politie had de handen vol. Files leidden tot irritatie van weggebruikers. Zware voertuigen en tractoren waren niet tegen te houden. Als boeren slechts een rijstrook op de snelweg gebruiken op zulk een dag dan doet de politie niet moeilijk ondanks het feit dat het niet mag. Boeren die het kenteken van de tractor demonteren, zijn strafbaar. Kamerleden van D66, GroenLinks, VVD en CDA is afgeraden naar Stroe te gaan omdat de veiligheid niet kon worden gegarandeerd door NCTV/politie. Toespraken van Caroline van der Plas BBB en Geert Wilders PVV en Roelof Bisschop SGP etc. noemen de stikstofplannen onhaalbaar, onuitvoerbaar, onnodig en ongewenst. Bij gebrek aan een eigen verandervisie zijn er geen oplossingen genoemd, behalve het intrekken van de Natuurwet of onderdelen daaruit, en de roep om innovaties. De protesten van de boeren in Stroe vielen positief uit en er was bij de boeren ook nuchterheid en nuance waar te nemen. De sprekers van de politieke oppositie waren minder genuanceerd. Na enkele incidenten, verbalen en aangiften bij de politie, kon een goed georganiseerde en gemoedelijk verlopen demonstratie worden afgesloten.






    Tweede Kamerdebat

    Een dag na de boerendemonstratie van 22 juni 2022 wordt in Nederland in de Tweede Kamer het landbouwdebat gehouden, dat bepalend is voor de toekomst van de landbouw en de agrosector in Nederland de komende tien jaar. De behandeling in de Kamer met 17 sprekers duurde van 10 uur s’ochtends tot 24 uur s ‘avonds. Veel tijd ging verloren aan voorspelbare scenes en spelletjes van Kamerleden en partijen die voor de camera iets in de groep gooien en elkaar in de haren zitten. Allerlei insinuaties, beweringen zonder bewijs, beschuldigingen en verdachtmakingen zien we voorbij komen met metingen en modellen doodpraten, en steeds dezelfde zogenaamd informatieve vragen, en tot slot na ellenlange vragen en onderbrekingen, vragen naar bekende wegen om emoties te genereren. Wat hebben we een hekel aan dat ‘politieke spel’, dat gedoe. Dat was voor de toeschouwer een dieptepunt van dit debat. Hoogtepunten waren de positieve uitspreken en intenties van veel partijen jegens de boeren en de landbouw. Opvallend opbouwend en positief kritisch jegens het Stikstofvraagstuk waren de partijen D66 (het beleid en het verdienmodel), VVD (haalbaarheid) en CDA (redelijkheid) en CU (sociaal verantwoord beleid) met constructieve en opstellingen van GroenLinks, SP, PvdD, en de PvdA. De SGP is niet tegen maar ook niet voor. De kritiek richtte zich minder op het strenge Stikstofbeleid dan op de uitvoering en toepassing daarvan. De banken en de toeleveranciers van de landbouw hadden volgens enkele politieke partijen in het oude landbouwmodel genoeg verdiend om mee te betalen aan de transitie die nu moet plaatsvinden.

    Het gebrek aan een “Visie op de landbouw de komende tien jaar’ werd Minister Staghouwer aangewreven. Zijn nota Perspectieven landbouw etc. die met 49 blz. stug leeswerk vraagt, werd denigrerend door SGP ‘een stencil met nietjes aan elkaar’, en door GroenLinks ‘Broddelwerk’ genoemd. Dat is overdreven maar aan een korte en beknopte versie “Visie voor de landbouw 2023-2033” van max 8-10 blz. met inzicht in de sectoren veehouderij en plantenteelt (akkerbouw en tuinbouw) en de invloed van de ingrepen emissiereductie stikstof etc., reductie bestrijdingsmiddelen en herstel natuur met ingrijpen in de markt en het verdienmodel, moet flink gesleuteld worden. Die ambtenaren met landbouwkennis zijn wegbezuinigd bij de opheffing van de vroegere Produktschappen, Consulentschappen en de Landbouwvoorlichtingsdienst. Dat zou nu een mooie klus voor een Commisie van deskundigen op het gebied van landbouw zijn. De nota Perspectieven van Staghouwer omvat thans vernieuwingen resp. ideeën, innovaties en andere manieren van denken en werken. Het is geen handboek voor de boer. En geen handboek voor de politiek. Eerder een brochure waar je als ondernemer met een winkelmandje in de hand, ideeën opdoet, en daarna zelf invult en aanvult. Een bedrijfssector zoals de Industrie, de Chemie of de Landbouw kan een sectorvisie hebben. De sector zelf formuleert een visie. Een Minister faciliteert en gaat niet op de stoel van de ondernemer zitten (?). Een Landbouwvisie (op Veehouderij en Plantenteelt) bestaat nog niet in verband met al die verschillende takken van melkveehouderij, akkerbouw, groenteteelt, bloementeelt, boomteelt, vleesveehouderij, varkenshouderij, kippenhouderij, visserij en bosbouw en de biologische landbouw etc. Dat worden deelvisies met verschillende ontwikkelingen en ‘een nietje erdoor’ en een aantal generieke regels over natuur en biodiversiteit, en visies op kringlooplandbouw, grondgebonden veehouderij, extensivering, prijsmaatregelen en markt etc., volksgezondheid, mest/mineralen/grond en oppervlaktewater, ammoniak en NOx, en bestrijdingsmiddelen resp. klimaat en energie. Er was in de Tweede Kamer en in de media nog steeds gehaspel over de definitie en interpretatie van Kringlooplandbouw: een beschamende toestand. Minister Staghouwer kwam niet uit zijn woorden en wist zich slecht te verdedigen. Zijn bescheidenheid en toegeeflijkheid werkte tegen hem en hij leek aangeschoten wild. De Minister komt voor Prinsjesdag 2022 met een reactie en mogelijk zet hij nog een Commissie Transitie naar duurzame en volhoudbare landbouw, aan het werk om de Perspectievennota in te lossen. De inbreng van de partijen PVV, FVD, BVNL, JA 21, BBB, etc. in het debat was afwijzend en een helpende hand voor een oplossing is niet geboden om de Natuur en de Boeren/Landbouw te helpen. Veel vragen en beweringen over meten stikstof en het stikstofrekenmodel Aerius en over KDW’s in Natura2000 gebieden, werden gesteld en beantwoord. Veel tijd trok het Kamerlid van der Plas van BBB naar zich toe. Haar betrokken maar chaotische manier van redeneren en de vele ‘informatieve vragen’, zonder een eigen tegenverhaal, soms met een schijnbaar dubbele bodem, vertroebelden het debat. Van der Plas en haar mogelijke ‘relatie met’ de toeleverende bedrijven in de agrosector, werd er ook bij gesleept. Haar aanhang onder de boeren blijft echter stijgen volgens de media.

    Antwoorden Ministers

    De Minister van der Wal antwoordt in het debat dat 50% reductie in 2030 gebiedsgericht wordt aangepakt voor bodem en lucht en dat er gewerkt wordt met richtinggevende doelen zodat de provincies met hun werk beginnen. De Minister behandelt NH3 en NOx op verschillende wijzen gezien de verschillen in stoffen, de bronnen en de verspreiding. Voor ammoniak werken we regionaal en voor NOx generiek voor het hele land door reducties op te leggen en of bedrijven te sluiten die NOx uitstoten. Op die manier worden de sectoren integraal aangepakt. We werken als een overheid met de Ministeries. Met motivering van de provincie kan later zelfs na het sluiten bijv. van een fabriek die ammoniak uitstoot, leiden tot stikstofruimte voor de bouw of voor boerenbedrijven: uitwisselbaarheid dus met motivering aan de Minister. Van de Wal zal in overleg met Jetten, de Minister voor Klimaat en Energie, en Adriaansens, Minister van Economische zaken en Klimaat, de NOx reducties en de bedrijven zonder Natuurvergunning, generiek vaststellen en de zogenaamde latente ruimte bij vergunningen, bevriezen. Het is wel onbegrijpelijk dat er in Nederland zoveel bedrijven zijn zonder Natuurvergunning hetgeen duidt op slechte handhaving door de overheid. Irene Bekkering vraagt wat de Minister eraan doet dat in het Waddengebied Natura2000 de Nuon centrale zoveel ammoniak ( en ..) uitstoot, en dat nu de natuurinklusieve boerenbedrijven op Vlieland in de problemen komen terwijl ze niet echt ammoniak uitstoten?. Volgens van der Wal kan ze dat nu niet direct oplossen maar ze overlegt met ministers Jetten en Adriaansens hierover en doet de suggestie dat de Provincie Friesland mogelijk regionaal in Friesland via compensatie een oplossing ziet. Beckering ziet het antwoord niet zitten omdat ze al jaren tegen de uitstoot van ammoniak door de Nuon centrale (zonder Natuurvergunning) vecht maar geen gehoor vindt. Minister van der Wal geeft aan over de grenzen heen overleg te voeren met Vlaanderen en met de BRD. Onlangs had ze in Vlaanderen overleg met Minister Handhaving en Justitie Crevitz en werken ze op beleid samen. Vlaanderen heeft een ander beleidsmix van reductie stikstof etc. sluiting en uitkopen. Ook met de Duitse minister is er weer overleg op kortere termijn ondanks het feit dat Duitsland enkele andere keuzen heeft gemaakt. Het overleg wordt voortgezet. De vragen van Omtzigt over de afstemming van beleid langs de 350 km grens met Duitsland, impliceren dat Duitsland veel soepeler is met ingrijpen op stikstof in de landbouw. Je zal maar boer zijn aan de grens. Het oude beleid Landbouw* in de BRD onder Julia Klöckner CDU is echter inmiddels ingewisseld voor beleid van Cem Özdemir, Landbouw en Voeding en Steffi Lemken voor Milieu. We wachten het overleg van de Nederlandse ministers met de Duitse ministers af om te zien of en hoe de Groenen daadwerkelijk hun stempel op het nieuwe beleid van Landbouw en voedsel en Milieu drukken in de Ampel (SPD, Groenen en Liberalen). Overleg van provincies met de Bundesländer Niedersachsen en NRW is tevens gewenst.

    Minister Staghouwer gaf een korte toelichting op zijn brief Perspectief nota. Zijn Perspectievenbrief kreeg kritiek en negatieve reacties met name van PvdA, GroenLinks en SGP. Zijn toezeggingen om nadere duidelijkheid te geven in nieuwe brieven viel slecht. Zijn onzekerheid en toegeeflijkheid werkte averechts en de kritiek van GroenLinks was grievend.

    Minister Mark Harbers van Infrastructuur kondigt op 24 juni aan dat de luchthaven Schiphol in verband met geluid en fijnstof 12% minder vluchten kan uitvoeren volgend jaar in het kader van het Luchthavenverkeersbesluit. Na overleg met van der Wal zal de stikstofemissiereductie van Schiphol (en andere vliegvelden) met 50% in juni 2023 worden vastgesteld. De vliegvelden hebben nu geen Natuurvergunning en de stikstofreductie is een voorwaarde voor de verlening. De rechter houdt Schiphol in de gaten omdat het geduld op is. Na de lopende gedoogperiode zal Schiphol net als andere bedrijven aan de wettelijke voorwaarden moeten gaan voldoen. Dan zal Schiphol opnieuw moeten inleveren. Juristen van Natuur- en Milieuactiegroepen houden dit proces in de gaten.

    Vanuit de EU vernemen we dat de vergroening van de landbouw leidt tot spanningen. Tegen de nieuwe Wetgeving over Biodiversiteit is verzet. De Europese Commissie heeft afgelopen woensdag vergaande nieuwe wetgeving gepresenteerd die het gebruik van bestrijdingsmiddelen halveert voor 2030. De lidstaten moeten een eigen bindend reductiedoel vastleggen. Kwetsbare gebieden zoals parken, speeltuinen, scholen en sportvelden moeten pesticidevrij worden. Het beleid van de ‘Boer tot Bord-strategie’ van Frans Timmermans ligt onder vuur onder andere met het argument dat we tijdens de Oekraïne oorlog niet kunnen veranderen in de EU. Dat argument wordt ook door de oppositie genoemd bij het verzet tegen Stikstof-maatregelen in Nederland, België en BRD.






    Inmiddels rollen de tractoren vanaf 12.00 uur op 27-06-2022 alweer en rukken op over wegen naar gemeentehuizen, en vooral over snelwegen naar kruisingen en verkeerspleinen en de landsgrens. Het is een zogenaamd ongecoördineerde actie van boeren in de regio. De boerenactiegroepen weten organisatorisch zogenaamd van niets maar communiceren ruimhartig, tot het mis gaat. De Tweede Kamer wil in week 26 van Staghouwer weten of de derogatieverlening door de EU doorgaat of niet, en wat de gevolgen zijn. Het is onbegrijpelijk dat de Kamerleden *Bromet, Boswijk, van der Plas, en de Kamerleden van VVD, D66, PvdA, PvdD, SGP, Volt dit precies en gedetailleerd willen weten. Zij kennen de taakstelling reductie Stikstof voor 2030. Blijven we de rand opzoeken van de stikstoftafel wetende dat de tafel overspoeld is?. De Kamerleden en de boeren kunnen in de geest van het landbouwdebat (Nederland minder vee , minder import veevoer, minder mineralen, minder bestrijdingsmiddelen, minder antibiotica) zelf het antwoord geven.






    Opinie en actualiteit

    In een opiniërend artikel in NRC van maandag 27 juni 2022 geeft Louise O. Fresco aan dat geïdealiseerde ontwikkeling in landbouwstaten sinds 1785 aan de orde zijn in VS, Canada en Engeland. Of die staten democratisch en gelijke behandeling betekenden is de vraag. Je kunt ook stellen dat ze conservatief, masculien, christelijk en militant bewapend waren. En wantrouwend jegens de overheid toen en nu. Boerenopstanden die zij noemt in Amerika, Sovjet Unie, Ierland en Filipijnen en India werden tussen 1440-en 1500 voorafgegaan door de Boerenopstanden (Bauernkriege) tegen zware belastingen en uitbuiting (door bestuur van adelijke lieden/de Staat en de Kerk) in West-Europa onder andere in het Heilige Roomsche Rijk en in Frankrijk. Alleen in Oostenrijk Hongarije werden boeren, lijfeigenen en joden vrij en werd godsdienstvrijheid ingevoerd door keizerin Maria Theresia en haar zonen. (1750-1880). De boeren en lijfeigenen en joden droegen haar/hen op handen. De meeste boeren in de Europese landen werden vooral belast met zware belastingen en hun werd niks gevraagd. Het geïdealiseerde beeld van de boer versus natuur werd door de herontdekking van de Middeleeuwen resp. de Romantiek, het opkomend Nationalisme en Liberalisme een lont in het kruitvat van de Nationaal Socialisten. Alleen Pruissen investeerde veel in innovaties in landbouw en in competentieontwikkeling van het leger. Tussen 1820-1900 waren de boeren in veel landen slecht ontwikkeld en moesten werken onder miserabele omstandigheden, ook in het in die tijd conservatieve en achterlijke Nederland. Of in Nederland de boeren nooit zo bewonderd zijn, wordt in twijfel getrokken door enquetes onder burgers over boeren. Boeren worden behalve enigszins geïdealiseerd ook gerespecteerd en bewonderd als voedselproducent en als landschapsbeheerder. Boeren hebben nog steeds krediet en vertrouwen bij burgers. In Nederland is de landbouw zeer intensief en gespecialiseerd in vergelijking met andere landen in de EU (en zeker daarbuiten). Sinds Mansholt is er veel verbeterd, maar ook veel misgegaan. De meeste boeren zijn verdwenen maar er was werk zat. De natuur kreeg te weinig aandacht en de kostprijs werd een dictaat i.p.v. het reeële inkomen van het boerengezin. Subsidies bleven de schaalvergroting opjagen, Boeren werden met hectarensubsidie subsidieverslaafd gemaakt. Boeren bleven voorzichtig en wantrouwend als de overheid iets van hen wil. Normaal houdt de subsidie na de innovatie op. Onder boeren en burgers zijn er heel veel mensen die boer/voedsel en natuur/biosystemen in evenwicht willen zien en dat met elkaar willen invullen. Landbouw is geen sta in de weg voor vele stedelingen en hoog opgeleiden, die de natuur verkiezen. Dat het stikstofprobleem het topje van de ijsberg is, wordt door Fresco teruggebracht tot de vraag naar grond, water en ruimte, de echte drijfveer. Edoch die redenering hoor je al 100 jaar bij alle generaties van boeren in Nederland en dat probleem is steeds weer met onderhandelen opgelost. Het topje van de ijsberg is dat het stikstofprobleem en het bestaande onbegrip worden vergezeld van meerdere crises in Nederland zoals tekort aan huizen, tekorten van personeel in onderwijs resp. verpleeghuizen, ziekenhuizen, bij defensie, NS, Schiphol etc. De behandeling van kindertoeslagontvangers door de belastingdienst, het vluchtelingenvraagstuk, en een energietransitie en de klimaatverandering, met dure olie en gas als gevolg van Corona en de oorlog in Oekraïne. Dat veroorzaakt stress en onbehagen. Even adem halen en de moed erin houden?. Bron; NRC 27-06-2022 Opinie, Louise O. Fresco: Een grote tuin tussen bebouwde stroken.

    In NRC van 29 juni 2022 staat een interview met Rubin Smit, ecoloog en filmmaker o.a. over de grutto: De strijd moet niet gaan over voor of tegen natuur, maar over biodiversiteit en hoe we verantwoord voedsel produceren, zegt Smit die de film over de grutto in de Tweede Kamer wil laten zien, opdat de politici beter gaan nadenken over hoe we met ons land verder moeten. Wat een verademing om de genuanceerde en dynamische visie van deze ecoloog te vernemen.

    Megabedrijven

    Het aantal megastallen is afgelopen vijf jaar met 25 procent toegenomen bij een lichte afname van vee in Nederland. In 2021 telde Nederland 999 megastallen terwijl dat aantal in 2017 nog 801 was. Het was meer dan een verdubbeling t.o.v. 2010. Daarmee werden kleinschalige boeren verdreven volgens Wakker Dier. Het aantal bedrijven daalde met 14,7 % en het aantal veedieren 4,7%. De sterkste groei in megastallen trad op in de varkenshouderij. Het aantal varkensboeren daalde fors en het aantal megastallen nam toe met 61% van 154 naar 213 (zeugenhouderij). Men noemt bij een veehouderij een stal een megastal als de boer op een locatie meer dieren houdt dan: 7.500 vleesvarkens, 1200 zeugen, 120.000 legkippen, 220.000 vleeskuikens, 250 melkkoeien, 2500 vleeskalveren of 1500 geiten. Van Os van de WUR, die de cijfers megastallen levert, is het vooral een economisch vraagstuk. Het hele systeem duwt de sector richting schaalvergroting. Als economie iets zegt over het handelen van mensen (met hun energie, hun liefde voor het vak, en het ethisch handelen) dan is dat economisch model achterhaald. Hilhorst van Wakker Dier vindt de groei wel ernstig en pleit voor een verbod op megastallen. Ondanks allerlei milieumaatregelen in de vergunning, veroorzaakt een megastal met al die dieren met de concentratie op een plek een absolute hoeveelheid uitstoot (ammoniak, methaan, stank, stof, ziekten) voor elk natuurgebied of woongebied in de buurt. Ook stalbranden zijn een groot probleem evenals de verspreiding van vogelgriep die nu weer veel voorkomt. Bron: Juliet Boogaard, Aantal megastallen afgelopen vijf jaara met 25% toegenomen, NRC 30 juni 2022.






    Protesten en demonstraties

    De protesten van de boeren in grote delen van Nederland worden op snelwegen, wegen en kruispunten, stadions, gemeentehuizen en provinciehuizen en de Tweede Kamer voortgezet. Boeren laten zich soms vergezellen van hun koeien, die goed worden verzorgd. Een enkele boer zet de mestverspreider aan op het rijweg. De meeste protesten verlopen zonder geweld en de boeren en de politie proberen incidenten en escalaties te voorkomen zoals we dagelijks in de media kunnen volgen. Een andere boer zaagt in de Krimpenerwaard met collegaboeren knotwilgen om, wat leidt tot grote verontwaardiging. Knotwilgen omzagen in het weiland en langs de openbare weg lijkt bij sommige boeren in de Krimpenerwaard al jarenlang het symbool van minachting jegens ‘de laatste snippers natuur’ te zijn. Onbegrijpelijk dat een boer met 500 melkkoeien en 200 ha grond, en nog 1200 varkens, dus intensief in mineralendruk, en tevens groot subsidieontvanger van de EU, en gemeenteraadslid, zich zo gedraagt wetende dat de taakstelling stikstofreductie 47 % is inde regio. Hoe moet de bedrijfsopvolger daarmee verder?. De Provincie Zuid Holland is met een dertigtal boeren bezig om Natuurgebied Veenweiden in te richten met 2250 ha. Natuurinklusieve landbouw is het doel met daarnaast enkele boeren die gaan stoppen. Bron: NRC Koeien en knotwilgen in de Krimpenerwaard, Pim van den Dool, 9 en 10 juli 2022.

    Op 28-06-2022 zijn de boeren actief met hinder op snelwegen en doorgaande wegen en sommigen steken hooibalen of strobalen in brand. De meeste demonstraties van boeren zijn luidruchtig en soms massaal en ze zijn gelardeerd met tractoren. Moet kunnen. Op enkele plekken is geweld in het spel en als holigans bestormen groepen relboeren en reljongeren van allerlei anti-overheidsgroeperingen, politiebusjes. Elders probeert been groep boeren een politiebureau onder druk te zetten vanwege een gearresteerde demonstrant. De politie kan het boerenprotest niet stoppen, zegt politiechef en hoofd Operatiën van de Landelijke Eenheid van de politie Willem Woelders. Dat is de taak van de politiek. Een gesprek, een waarschuwing, een verzoek, een boete, dat hoort er allemaal bij. Politiewerk is mensenwerk en maatwerk. Grof geweld en gebruik van wapens zijn uit den boze.. Ernstige bedreigingen op internet worden geuit jegens personen en jegens bedrijven. Enkele groepen jonge boeren radicaliseren en rellen. De leiding van de demonstraties is bewust onduidelijk en informele leiders duiken weg. Een oproep van boeren om op 4 juli 2022 op te trekken naar Schiphol resp. Eindhoven airport, Rotterdamse havens en de distributiecentra voor levensmiddelen, verscheen op sociale media: Het is tijd voor grote acties, en ‘Nederland dicht maar hou het netjes’ staat op internet o.a. bij Boeren in Opstand. Sjaak van der Tak, voorzitter LTO Nederland, roept de boeren op tot fatsoenlijke acties zonder geweld. Hij blijft pleiten voor overleg en dat is broodnodig. Zijn herhaald betoog dat de boeren en organisaties een jaar geleden een beter plan hebben ingediend om de Stikstofproblemen en andere problemen op te lossen, overtuigt niet omdat de betere Prestaties en Normen van dat beleid t.o.v. het Beleid van het Ministerie van Landbouw ontbreken. Ook een voorstel van LTO Nederland voor enkele generieke harde ingrepen op meest vervuilende bedrijven en minderingen van uitstoot, zoals in België gebeurt, ontbrak. Overigens gold dat ook voor het andere niet-landbouw bedrijfsleven zoals industrie, bedrijven, verkeer, chemie, etc.






    Aanpak of procedure De aanpak van minister van der Wal van Natuur en Stikstof mist nog de duidelijkheid hoe alle partijen gelijkwaardig Stikstof etc. moeten inleveren en hoe Provincies tewerkgaan met o.a. de emissiekaart en de behandeling van een boerenbedijf in de regio. De ingreep van het kabinet in het Stikstofdossier is hard maar blijft in de Tweede Kamer overeind. Het is een krachttoer van de Minister om de politieke partijen en de Tweede Kamer na 40 jaar zover te krijgen en te houden. De druk op de ketel is op dit moment echter te hoog en richt zich op de verkeerde zaken (Rechterlijke vonnis, regeeraccoord, en de persoon van Minister van der Wal). De behandelprocedure van de boeren/het boerenbedrijf vergt echt een inhaalslag waarbij Minister van der Wal aan zet in de communicatie is om met het haar toegedichte inlevingsvermogen met een mea-culpa vanwege het ontbrekende behandelplan, om met de provincies samen aan de boeren en LTO Nederland, helderheid te verschaffen door het bekendmaken van de procedures van handelen bij een landbouwbedrijf en of een niet-landbouwbedrijf (Industrie, Bedrijven, Verkeer etc.). De inhaalslag communicatie blijft nog uit.

    De politie, die de-escalerend opereert, houdt de ME paraat, en het kabinet houdt de militairen achter de hand. We herinneren aan minister Gerrit Braks van Landbouw en minister Pieter Winsemius van Milieu bij de start van de mestwetgeving (stikstof en fosfaat) in 1983-1985. Direct na dat tumult kwam de Natuurwetgeving tot stand onder Geke Faber, Natuurbeheer, voltooid onder Pieter van Geel en Cees Veerman in 2005. Brinkhorst bracht de Wet ammoniak en veehouderij tot stand om de vergunningverlening rond kwetsbare gebieden te regelen. Hij dacht de problemen met de nieuwe Meststoffenwet op te lossen en de kritiek van de EU te pareren. Er was fraude met de mestregels en het toezicht van de overheid faalde. De constatering van te hoge concentraties stikstof leidde onder Bleker tot een plan van aanpak, en onder Dijksma tot wijziging van de Natuurbeschermingswet. Ondanks kritiek van de Raad van State werden versoepelingen in de Tweede Kamer via amandementen aangenomen. Op basis van de Vogelrichtlijn in 1979 en de Habitatrichtlijn 1992 kwam onder druk van de EU Natura 2000 tot stand met 162 beschermde natuurgebieden. En dan moet uiteindelijk de Commissie Remkes en de Wet Stikstof etc. er nog komen. Van een vlotte afwikkeling van het Mineralenprobleem in de landbouw alias het Stikstofprobleem alias het Fosfaatprobleem of het Natura2000 probleem is in Nederland geen sprake sinds de stikstof- en fosfaatlawine van de mest in 1970-1980. Wetgeving bleef onderwerp van gesprek en handhaving door de overheid bleef een probleem, Er was een mestoverschot en fraude met mest en de veestapel moest krimpen.






    Situatie in Duitsland en Bundesland NRW

    Bundesländer hebben in hun regiobestuur veel bevoegdheden in het federale Duitsland. In het Bundesland NRW treedt op 29-06-2022 het kabinet Wüst en Neubaur aan bestaande uit ministers van CDU en Grünen, het eerste kabinet van die samenstelling. Het kabinet Wüst heeft als minister voor Landbouw en Consumentenzaken Silke Gorissen van de CDU en tevens vier ministers van de Grünen met (superminister) Mona Neubaur Economie, Industrie, Klimaat en Energie en Oliver Krischer voor Milieu, Natuur en Verkeer, en Benjamin Limbach voor Justitie. Een impuls voor Klimaat resp. Natuur, Energietransitie en volhoudbare Landbouw wordt verwacht. De gesprekspartners voor onze minister van Landbouw en Voedsel en de minister van Stikstof en Natuur, van de buurlanden zijn nu in functie. Het overleg voor afstemming en gelijkwaardige behandeling van de boeren in de EU-grenslanden kan worden gestart (BRD, NRW) of voortgezet (België), Bron: Nieuws Das Kabinett Wüst: Diese Ministerinnen und Minister regieren NRW, WDR internet, 29-06-2022.

    Begin juni 2022 heeft de minister van Landbouw van de BRD, Cem Özdemir Grüne Partei, aangekondigd om een dierwelzijns label in te voeren te beginnen bij de varkens en dus varkensvlees. Duitsland en Oostenrijk kennen en lange traditie op het gebied van eco- en biobedrijven en labels voor kwaliteit. De invoering van een ‘Tierhaltungskennzeichnung auf Lebensmitteln’ regelt de omstandigheden van dierwelzijn: ‘Tierwohl’. Het is de derde aanloop van de politiek voor zulk een regeling. Eerder sneuvelden voorstellen van de voorgangers bij Landbouw, Christian Schmidt CDU in 2016, en Julia Klöckner CDU in 2021. Cem Özdemir stelt: Wir machen das jetzt. Die Verbraucher wollen mehr Informationen. De varkenstallen en hun omgeving worden aangepast in een 5 punten pogramma 1.Stall, 2. Stall und Platz, 3.Frischluft, 4.Auslauf en Freilauf, met overal ruimere m2 per dier , en bij 5 Bio en meer extra Auslauf met meer m2 per dier in de stal. Het gebruik van chemicaliën en antibiotica wordt strenger gereguleerd. en beperkt. De minimumeisen van de stal worden bijgesteld evenals meer ruimte voor de dieren in de stal en de uitloop van dieren 8 uur per dag buiten in de wei, en stallen met minimaal halfopen i.v.m. de ventilatie. Ondanks verzet van de FDP in de Ampel-regering gaat Cem Özdemir ervan uit dat er financiële middelen worden vrijgemaakt in de regering om de reguliere- en bioboeren als varkenshouders te helpen met de omschakeling en de ombouw van stalinrichting, de ventilatie en de inrichting van het buitengebied. Het is afwachten of de Groenen, voorstander van Eco en Bio, zich in dit dossier ook zo breed maken als bij de Ministeries van Buitenlandse zaken, Milieu, en bij Economie en Energie. Bron Tagesschau 07-06-2022, Claudia Plass ARD.

    Visie dierenarts

    Dierenarts Jan van der Zee, schrijft in NRC van 2 juli in Opinie en Debat: Boeren zij zelf gebaat bij transitie. De leefbaarheid van ons land en de gezondheid van de bevolking staan op het spel. Het roer moet dus echt om. De landbouwsector werd het idee van de vrije markt. Concurrerende kostprijs werd omarmd. Randvoorwaarden zoals gesteld door de EU zoals melkcontigentering, mestwetgeving en fosfaatnormen werden in de Nederlands politiek en doot boerenvoormannen eerder als lastig dan als constructief ervaren. Toen de dierenarts met zijn praktijk begon, waren er in Nederland nog 96.000 melkveehouders, nu 15.000. Dat uitsterven van de boerenstand ( het zogenaamde Bauernsterben) is dus al lang gaande, evenals het opkopen van landbouwgrond. Door schaalvergroting en intensivering konden boeren met kapitaal van de banken en met grond van stoppers groeien. De banken en de agroindustrie en de landbouwmechanisatiebedrijven voeren er wel bij. De dierenartsen idem. De afname van de leefbaarheid van de dorpen, de verschraling van het platteland, de afname van de levenskwaliteit van burgers, de afname van de biodiversiteit, de afname van de waterkwaliteit en uiteindelijk het drinkwater, de afname van de kwaliteit van de ademlucht door ammoniak, fijnstof etc. , het speelt allemaal een rol. Dat moet allemaal xoncureren met de moderne productiemethoden in de landbouw. Hoe het mis kon gaan met volksgezondheid, weten we van dierenartsen, huisartsen en GGD-artsen die betrokken waren bij de patiënten en het onderzoek van de Q-koorts resp. de diergezondheid bij MKZ en de varkenspest. Tot slot stelt de dierenarts de volgende vraag: Voor wie en waarvoor demonstreren de boeren?. Is het om de stikstofmaatregelen van tafel te krijgen en om op de oude voet voort te gaan?. De verdediging van het oude verdienmodel?. Of demonstreren de boeren voor een eigen toekomst voor zichzelf, en het platteland?. Dan moet het roer dus echt om en ontkomen we niet aan ingrijpende maatregelen. Bron: NRC Boeren zijn zelf gebaat bij transitie, zaterdag 2 juli 2022.






    Vragen en werkwijze gedeputeerden provincie

    De worsteling van gedeputeerden met Stikstofproblematiek in de 12 provincies wordt geschetst in een rondgang van NRC redacteuren: Provincies eisen duidelijkheid. De overheid resp. Minister van der Wal en Minister Staghouwer moeten duidelijkheid verschaffen over de invulling en procedure van de stikstofaanpak. De Ministers beraadden zich afgelopen weekend over een proces om een bemiddelaar of gespreksleider aan te stellen en een aanpak uit te werken. De verschillen van de provincies komen goed naar voren evenals de beleving van de problematiek in de regio. Ook de verschillen in opstelling en loyaliteit van de gedeputeerden is duidelijk jegens de Minister en jegens de boeren. Er zijn nog veel vragen die moeten worden beantwoord door de Ministers. De antwoorden resp. brieven en vragen van de gedeputeerden bij de rondgang, vormen een goede inventarisatie voor een Plan van Eisen van het overleg en de procedure aanpak stikstofreductie. Volgens Minister van der Wal van Natuur en Stikstof had zij afgelopen week overleg met de gedeputeerden landbouw. Het artikel in NRC zal dus voor haar geen nieuws bevatten. Bron: NRC Provincies eisen duidelijkheid, NRC zaterdag 2 en zondag 3 juli 2022 van de redacteuren König. Adriaanse, de Wit Wijnen, blz. 4,5 en 6.






    Actualiteit overleg

    Inmiddels maakt Henk Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid op 03-07-2022 bekend dat Johan Remkes is gevraagd om gespreksleider te zijn bij het overleg tussen de organisaties van boeren en het Ministerie van Landbouw. De oud-minister en bestuurlijke crisismanager zal op 13 juli 2022 met zijn werk beginnen. Met zijn kennis en ervaring was Remkes inhoudelijk de geknipte adviseur om het kabinet op de vingers te tikken i.v.m. het falen van de kabinetten Rutte in het Stikstofdossier. Ook de slepende kabinetsformatie wist hij vlot te trekken. Dat rapport over het Stikstofdossier ‘Niet alles kan overal” en het uiteindelijk regeerakkoord staan overeind.

    Onduidelijk is of er een thans een bemiddelaar nodig is of gespreksleider/procesmanager?. De rechter resp. de minister en een eventuele bemiddelaar staan met de rug tegen een juridische muur. Veel boeren en boerenorganisaties hebben moeite met Johan Remkes vanwege zijn rol bij het Stikstofdossier in het verleden of wijzen hem daarom af. De inhoud (reductie Stikstof etc.) voor alle vervuilende bedrijven staat vast, het proces (het overleg van provincie en boeren) moet worden vormgegeven op een manier die beide partijen recht doet. Daar zit de ruimte in de toepassing en in het inboeken van generieke maatregelen van vervuilende bedrijven buiten de landbouw. Boeren en bedrijven moeten gelijkwaardig worden behandeld, en daar is op dit moment nog geen concreet zicht op. Vandaar de woede van veel boeren over het proces. maar daar kan/moet de Minister meer duidelijkheid over geven. Een aantal boeren ontkent het stikstofprobleem nog steeds. Dat probleem kan de Minister niet oplossen. De rechter heeft echter gesproken in dit dossier. Oproepen tot geweld bij de blokkade van een politiebureau met een verdachte, en oproepen tot het blokkeren van private woningen van politici, zijn juridisch over de rand. Spookverhalen en “rumors” over stikstof en over beweringen en beschuldigingen zingen te lang rond mede door de gebrekkige communicatie en de zwakke informatievoorziening van het Ministerie van LNV.

    Een indringend gesprek van de Ministers van Landbouw en Voedsel, Staghouwer en van Stikstof en Natuur, van der Wal en de landbouworganisaties is op dit moment dringend nodig om de nadere weg van overleg te banen met of zonder Remkes, en om de oplopende spanningen te kanaliseren. Wachten op Remkes of wachten tot na het Kamerreces/de grote vakantie is tactisch ongewenst. Ook het versneld beschikbaar stellen van geld (500 miljoen en 250 miljoen voor uitkopen en extensiveren) aan de provincies werkt niet echt als de communicatie van de ministers van der Wal en Staghouwers stokt.

    Dat de coördinerend Minister van Stikstof, van der Wal, tekort schiet in de communicatie en de informatievoorziening met boeren en provincies was duidelijk. Het overleg met de boeren en hun organisaties ligt stil terwijl het land zindert van de emotie en acties. Mogelijk vindt er toch achter de schermen overleg plaats met boeren en de provincies?. Coördinerend minister betekent dat Economische Zaken/Klimaat en Energie. Verkeer en Waterstaat, Financiën en Landbouw alle bedrijven en de industrie met emissies achter de broek zitten, en in overleg met der Wal overleggen mededelingen en besluiten over reducties Stikstof en vergunningen publiceren. Buiten van der Wal om publiceert het Ministerie van Financiën een berekening over (toekomstige) stikstofwinst door de Klimaatafspraken en het regeerakkoord. Als die toekomstige winst, die nog discutabel is, (PAS-wensdenken), wordt ingerekend dan zouden de boeren minder stikstofreductie hoeven leveren. Alle andere vervuilers behalen dan hun taakstellingen en dat pakt dan positief uit voor de boeren. Het is onbegrijpelijk dat de coördinerend minister van Natuur en Stikstof, van niks weet, en dat Financiën (of de media?) zulk een ambtelijke rekenexercitie met conclusies zomaar het land in slingert. Volgens Minister Kaag van Financiën is de interne ambtelijke rekenoefening niet af en niet compleet. De energiecrisis, resp. de oorlog in Oekraïne, en het heropenen van kolencentrales wijst naar een kant van extra vervuiling met CO2 en NOx etc. De betrokkenen rond de Stikstofcrisis verdienen een zorgvuldiger overheid: De overheid spreekt naar verwachting met ‘een mond’. Naar aanleiding van het artikel in NRC proberen de politieke partijen BBB en Omtzigt een Kamerdebat met het kabinet over stikstofbeleid af te dwingen, terwijl het ambtelijk rapport ‘niet afgehecht’ is door Kaag en van der Wal. Er zijn 30 TweedeKamer-leden nodig voor de schriftelijke aanvraag voor een spoeddebat tijdens zomerreces. Bron NRC: Stikstofdoel landbouw kan lager, M. Krüger en R. Rutten, maandag 11 juli 2022.

    Vervolg stikstof Het schouwspel krijgt een vervolg in NRC van 23 juli 2022 met de schreeuwende kop: Meer dan de helft van veeboeren moet stoppen of krimpen. Er zouden 11.200 boeren moeten stoppen en nog eens 17.600 boeren moeten hun veestapel inkrimpen met een derde tot bijna de helft. Er zouden 40.000 tot 50.000 bedrijven worden geraakt door de stikstofplannen, Er zou een conflict zijn tussen Financiën en Landbouw. Het kabinet/het regeeraccoord zou de Landbouwvisie delen. Volgens het rapport van Financiën kan het beter en goedkoper. Dan zouden slechts 200 (vervuilende) boerenbedrijven hoeven inkrimpen. Als je norm voor emissiereductie van stikstof verlaagt, hoef je minder in te grijpen (Financiën) en als je de Natura2000 gebieden afschaft, heb je niet eens een probleem?. (BBB, PVV). De onderbouwing ontbreekt evenals het overleg met Landbouw. De krant informeert haar publiek slecht over het rapport van Financiën. Enerzijds heeft het Ministerie van Financiën altijd de rol van rekenmeester, criticaster en controleur op het uitgeven van geld. Echter inhoudelijk zijn bij Stikstof (Natuur en Milieu) andere Ministeries aan zet. Zij bepalen hoeveel stikstofemissie de bedrijven onder Economische zaken, VWS en Landbouw moeten inleveren in overleg met de coördinerend minister voor Natuur en Stikstof. Martin Kuiper en Rik Rutten van NRC schrijven dat Financiën intern ook rekent met andere doelen stikstofreductie dan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid en de Minister van Natuur en Stikstof. Er wordt eerst gerekend met 39 of 40 kiloton stikstofreductie en later met 30 kiloton. Er wordt zelfs (zonder bewijs) gesteld dat de natuurdoelen nog steeds worden gehaald, en het niet uitmaakt voor de Natura2000 gebieden!. De ongenuanceerde bijdrage van de redacteuren van NRC is onder de maat en onjuist. Je zal maar boer zijn en dit gehannes en die grilligheid over je heen krijgen. De positief kritische aspecten van Financiën en NRC sneeuwen zo onder. Natuurlijk is het intrekken van de vergunning of sluiten of/en of uitkopen van de grootste vervuilers (in alle economische sectoren, net als in België) een goede aanpak die ook het meest rendabel is. Natuurlijk wordt ingrijpen bij de Natura2000 gebieden voor, behalve als ze zo groot zijn ‘als een postzegel’. Natuurlijk is iedere extra vermindering van de stikstofemissie duurder naarmate het meer bedrijven raakt. Hoe schoner des te duurder. Natuurlijk is Landbouw mede verantwoordelijk voor de ontstane sutuatie bij de boeren en wil het probleem fatsoenlijk oplossen. Natuurlijk wil heel Nederland van het probleem af. Natuurlijk levert elke bedrijfssectot zijn eigen emissiereductie van vervuilende stoffen: boeren, chemie, fabrieken, energiebedrijven en verkeer etc. Natuurlijk moet de overheid cq het kabinet zorgen voor eenduidige informatie van het beleid en van de uitwerking daarvan. En de coördinerend Stikstofminister van der Wal moet haar regierol niet verloren laten gaan in alle bemoeiënis en de ontstane oproer.

    Inmiddels rollen de tractoren het centrum van Enschede binnen en vullen het Ei van Ko. De gemeenteraad Enschede vergadert o.a. over moties van PVV en D66 die pleiten voor samenwerking en overleg van alle belanghebbenden in het stikstofdossier en dat krijgt veel steun in de gemeenteraad, die niet primair gaat over stikstof.

    Het huidige regeerakkoord van Rutte gaat uit van een bijgestelde stikstofreductiedoelstelling. Dan wordt normaliter de wet aangepast. De huidige Wet natuurbescherming gaat ervan uit dat in 2025 tenminste 40%, en in 2030 tenminste 50% en in 2035 ten minste 74% van het stikstofgevoelige Natura2000 geen overschrijding meet heeft van de Kritische Depositie Waarde. In het regeerakkoord is afgesproken om de doelstelling van 74% naar voren te halen naar 2030 zodat de doelstelling 5 jaar eerder wordt bereikt. Van der Wal en Staghouwer willen als Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid en van Natuur en Stikstof gelijktijdig de emissiereductie doorvoeren en de Wet natuurbescherming aanpassen voor 2023.

    Volgens prof. Paul Bovend’Eert, hoogleraar Staatsrecht van de Universiteit Nijmegen is dit tegen een kernbeginsel van de rechtstaat. Bij stagnatie van nieuwe wetgeving Natuurbescherming in 2023 kan dat problemen opleveren als er per 1 juli 2023 gebiedsprogramma’s voor stikstofreductie worden vastgesteld in het Nationaal programma Landelijk gebied, dat de gebiedsgerichte aanpak van de stikstofreductie vastlegt. Bron: NRC Opinie 12 juli 2022 van Paul Bovend’Eert. Na 40 jaar soebatten over mest en mineralen, 20 jaar strijd over milieuwetten en handhaving, en 3 jaar na de uitspraak van de rechter over stikstof en vergunningen, moet er gehandeld worden. De Minister van Natuur en Stikstof lijkt gevangen te zitten tussen de uitspraak van de rechter over PAS (Stikstof) met de bouw- en gebruikersvergunningen, en de geplande regionale stikstofemissiereductie en de benodigde wetswijzigingen Natuurbescherming. De prangende vraag is of boer en burger gebaat is bij alweer een jaar uitstel?.

    Bijdragen agrobedrijfsleven

    Het verzoek van de Tweede Kamer om een bijdrage voor de transitie van de landbouw, in verband met de stikstofcrisis en het verdienmodel van de landbouw, gericht aan de Rabobank (en andere banken) en de agro-industrie en de landbouw-toeleverende bedrijven, en de supermarkten? heeft nog weinig weerklank gevonden. De Rabobank heeft het verzoek om bijv. verlichting van de hypotheek en een storting in het transitiefonds Landbouw, afgewezen. De bank verschuilt zich ‘achter allerlei regels’: het mag niet. De Rabobank wordt mede verantwoordelijk gehouden voor de problemen van het najagen van de laagste kostprijs en de schaalvergroting (net als de overheid en het landbouwbedrijfleven) en de daarmee samenhangende milieuvervuiling zoals ammoniakvervluchtiging etc. (de Stikstofcrisis). Wel kondigt de Rabobank met FrieslandCampina aan om 96 boeren te willen helpen met de (financiering) van de innovatie met de Lely Sphere, een circulair mestverwaardingssysteem van deze agrotoeleverancier. Een typerende reactie dus voor een bank: meer lenen. Het Lely-Sphere-systeem scheidt via de mestroosters met separatiestrips mest voor de mestbak, en gier die in de put belandt, en zuigt de lucht in de mestputten af. Mestrobots vegen de vloer schoon en spoelen de vloer met water. Ureum wordt in de urine in contact met mest omgezet tot ammoniak. Met deze methode wordt de ammoniakvervluchtiging uit de stal verminderd. Volgens Lely is het mogelijk om 70% van de stikstofverliezen door emissies te gebruiken voor bemesting. De ammoniakhoudende lucht wordt in luchtwasapparaten door salpeterzuur of zwavelzuur geleid en zo wordt ammoniumnitraat of ammoniumsulfaat (bekende oplosbare N-meststoffen) geproduceerd en opgeslagen in een silo. De gier kan tevens als meststof met kalium en minerale stikstof met de drijfmestton geïnjecteerd, voor het weiland en de mais worden gebruikt door de veehouder. De vaste mest wordt met of zonder stro gemengd, en met de mestspreider als stalmest gebruikt.

    Duurzaam boeren heeft de Rabobank buikpijn bezorgd. De Rabobank worstelt met het vraagstuk van verduurzaming. Eigenlijk willen we morgen iedereen een duurzame boer laten worden, zegt hoofd voedseltransitie Bas Rüter. En daar zit het probleem. Het kan alleen als je ‘zeker’ weet dat een boer er zijn brood mee kan ‘blijven’ verdienen. ‘Zeker’ weten en ‘blijven’ verdienen is niet meer aan de orde is niet meer van toepassing voor de huidige landbouw. Duurzame boerenbedrijven leveren minder op, zegt de Rabobank. Overstappende boeren krijgen bovendien te maken met een overgangsperiode waarin ze tijdelijk minder inkomsten hebben omdat hun producten niet meteen als biologisch verkocht mogen worden. Met deze redeneringen zet de Rabobank met haar rekenmodel ‘rendement voor de bank’, de transitie klem en blokkeert financiële innovaties. De reacties op het verweer van de Rabobank in de media zijn niet mals. Het initiatief van de Rabobank met Friesland Campina en Lely, wordt gekritiseerd als oude wijn in nieuwe zaken. De idee dat de ammoniakreductie door Lelyapparatuur ‘het probleem’ oplost, is naast CO2, methaan, dierziekten, stank en stof, nitraat in grondwater etc. maar een deel van de problematiek van de landbouw. Lely lobbyt voor subsidie die de aanschaf van het systeem door boeren makkelijker maakt. Lely Sphere claimt 70% ammoniakreductie van de stal en 33% voor het bedrijf. John van der Ent van SPAR verkondigt: Dat de overheid 3 miljard Euro ‘moet’ uitgeven om voor elke melkveehouder in Nederland een Lely Sphere-machine te kunnen kopen om van koeienpoep en koeienplas vaste mest en kunstmest te maken en de stikstofuitstoot met 70% verlaagt. Volgens van der Ent kan de hypermoderne Lely Sphere de stikstofcrisis (ammoniak N) in een klap worden opgelost. De SPAR CEO heeft een vlot verkooppraatje. Sjaak van der Tak, voorzitter LTO, noemt de Sphere in interviews expliciet als alternatief voor de kabinetsplannen !?. De Stikstofprofessor Jan Willem Erisman waarschuwt voor teveel optimisme omdat veel innovaties met stikstofreductie in de praktijk tegenvallen. De Sphere moet op eigen merites beoordeeld worden. Er is meer nodig dan alleen ammoniak afvangen. Er moet langere tijd op verschillende plekken in meerdere stallen worden gemeten. Erisman: Zo geef je de boeren valse hoop. Ook het WNF heeft kritiek op de Rabobank en consorten omdat er veel meer moet gebeuren om de landbouw te verduurzamen (bodem, water en lucht, met dierenwelzijn en voedselveiligheid, en herstel biodiversiteit in de natuur) en de klimaatproblemen aan te pakken. Dat is ook de lijn van de Ministers Staghouwer en van der Wal. Bron: NRC Economie 16 juli 2022, Duurzaam boeren geeft Rabobank ‘buikpijn’ van Jorg Leyten, Eva Smal en Stefan Vermeulen. en verder NRC 23 juli 2022, Economie, Lely adviseert; onze machine lost het stikstofprobleem op, door Milo van Bokkum en Martin Kuiper m.m.v. Titia Ketelaar.

    Suggestie

    Als de overheid resp. de Rabobank (de banken) en het agrobedrijfsleven met de toeleveringsbedrijven en de supermarkten, net als de politie, weten dat het op de oude voet niet verder kan met het oude verdienmodel landbouw met de problemen met ammoniakstikstof, stof, pesticiden etc. en heet lage boereninkomen zonder de subsidies (EU subsidies voor huidige landbouwsysteem wijzigen naar systemen met prestaties in duurzame en natuurinklusieve landbouw), dan kan de Rabobank etc. een transitiehypotheek ontwerpen voor de overgangsperiode , die boeren in omschakeling resp. boeren in transitie naar duurzame, natuurinklusieve of biologische landbouw, en boeren, die van de vervuilende stallen en drijfmest etc. af willen, financiert. Deze transitiehypotheek kent overgangsperioden naar keuze van bijv. 2-3 jaar of 3-5 jaar om in te groeien, en wordt behalve door de boerenondernemer voor de komende twintig jaar gefinancierd door het Landbouwtransitiefonds met middelen van de Overheid (en via de Nederlands overheid uit Voorzieningen en Reserveringen op de begrotingen, en EU gelden uit de subsidiepot verduurzaming landbouw), de Rabobank en andere banken, en de bijdragen uit agroindustrie en de toeleveringsbedrijven. De overheid kan verder een helpende hand bieden door de (fiscale) afschrijvingssystematiek op investeringen, die ondanks positieve verwachtingen en goedkeuringen onvoldoende soelaas boden in mestsystemen, stalsystemen en reductie stikstofemissie etc. versneld af te bouwen en af te schrijven. Een nieuw verdienmodel landbouw vergt actie van de overheden en van de boeren en agroindustrie en landbouwtoeleveranciers en de supermarkten op alle fronten.

    De EU moet in het kader van Klimaatplannen en de energietransitie resp. Green Deal en Farm to Fork orde op zaken stellen met een CO2 -belasting op import van veevoer en voedsel en het beperken van import die niet aan de energie-, klimaat- en milieueisen van de EU voldoen. Elders zijn/worden de tropische bossen opgeofferd resp. de biodiversiteit om zeep geholpen, met de grootschalige methoden en bestrijdingsmiddelen (insecticiden, herbiciden en schimmelmiddelen) die in de EU allang verboden zijn, maar aldaar nog dagelijks gebruikt worden zoals Atrazin, Gramoxone en sommige nicotinoïden. De natuur, het tropische bos, de biodiversiteit en het milieu telt in die landen bijna niet (bijv. Brazilië, India, Zuid-Afrika en Indonesië. De laagste prijs voor landbouwproducten regeert zogenaamd de wereldmarkt. Handelaren en supermarkten profiteren hiervan, als de EU niet ingrijpt. En na invoering Green Deal en Farm to Fork zullen CO2-heffingen op produkten en nieuwe eisen voor voedsel en veevoer en natuur en milieu, de markt ten positieve beïnvloeden. De ingreep komt neer op een soort MarschallMansholtTimmermans (MMT) herstructureringsplan voor de Nederlandse en EU-landbouw voor een duurzame/volhoudbare landbouw met een nieuw verdienmodel.

    Minder reclame en aanbiedingen vlees supermarkten

    Op 19-07-2022 meldt NOS Nieuws en ook Trouw dat supermarkten voor het eerst minder stunten met vleesaanbiedingen, aldus Wakker Dier. Het aanbod is terug op het niveau van 2021. Van 2015 tot 2021 nam het aantal vleesaanbiedingen in de supermarkten toe van 5976 tot 10.169. Nederlanders eten meer vlees dan gezond is. De overconsumptie van vlees stoppen, kan alleen als supermarkten minder vlees in de uitverkoop zetten, zegt Anna Hilhorst van Wakker Dier. Het goede voorbeeld geven Albert Heyn, Hoogvliet en Dirk. Coöp, Plus en AH hadden het meeste vlees in de aanbieding. AH 2.5 keer zoveel als Lidl. Meer vleesaanbiedingen doen echter Plus incl. Coöp, Aldi en Vomar. In 2021 hadden zes van de tien vleesaanbiedingen van Jumbo en Lidl geen dierenwelzijnskeurmerk volgens Stichting Wakker Dier. Keurmerken die Wakker Dier meetelt zijn: Beter leven, Biologisch, Label Rouge, en Scharrelvlees. Inmiddels hebben we in Nederland volgens Milieu Centraal wel 27 keurmerken vlees in de Keurmerken wijzer. Het wordt er niet duidelijker op voor de consument. Volgens hoogleraar Arjen Wals van WUR zijn supermarkten medeverantwoordelijk voor eetpatronen: juist door aanprijzingen en aanbiedingen sturen zij keuzen van de consument. De mindering in stunten met vlees heeft te maken met het ondertekenen van het klimaatakkoord door de supermarkten waarin staat dat we meer plantaardig eiwit, en minder diereiwit moeten gaan eten. Sinds vorig jaar is het verboden wijn en bier met hoge kortingen te verkopen vanwege de schadelijke effecten. Wals vindt zo’n begrenzing op het maximale aanbiedingentarief ook wenselijk voor vlees. Veel dierlijke producten hebben echter geen keurmerk voor dierenwelzijn, Ook duurzame kip en vis blijven moeilijk in verband met dierenwelzijn. De plofkip verdwijnt in 2023 uit het schap, maar bij Aldi, Lidl en Dirk gaat het alleen om verse kip. Het plofkipdrama duurt inmiddels meer dan tien jaar en werd het woord van het jaar volgens de bedenker Wouter Klootwijk, schrijver en journalist. Van de 100 duurzaamheidskeurmerken op voedingsproducten (kweekvis t/m zuivel, eieren en vlees, en palmolie t/m rijst) blijken er 12 te voldoen aan de strenge beoordelingscriteria van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal.

    Minister Staghouwer deelt de Tweede Kamer mede dat een keurmerkwijzer is opgesteld. Er blijken dan 12 Topkeurmerken te zijn waarvoor we inhoudelijk verwijzen naar Milieu Centraal, ASC, Beter Leven 2 en 3, Demeter, EKO, EU-biologisch, Fairtrade, MSC, On the way to PlanetProof, Rainforest Alliance, Roundtable on Sustainable Palm Oil, Sustainable Rice Platform, en Climate Neutral Certified. Bron: Renkum.nieuws.nl van 20 juli 2022.

    Nader overleg?

    Op 1 augustus 2022 is duidelijk dat er toch overleg komt van LTO en enkele andere boerenactie-groepen met van der Wal, Staghouwer, premier Rutte en bemiddelaar Remkes. LTO Nederland in de persoon van voorzitter Sjaak van der Tak werd opgeroepen voor het gesprek door premier Rutte, en na toezegging voor overleg haken andere groepen boeren mogelijk aan. Je kunt er maar beter bij zijn en gehoord worden. In de media vernemen we niets over de insteek van het overleg of over de procedure van aanpak behandeling landbouwbedrijven emissiereductie stikstof bij de provincies. Informatief zijn vooral Stikstofprofessor Jan Willem Erisman en professor Duurzame ontwikkeling Rudy Rabbinge actief in de media. Met hun nuanceringen en toelichtingen vullen zij het bestaande informatie-vacuum deels op.

    Statement agrarische/boerenorganisaties In een verklaring melden de organisaties, die de Nederlandse landbouw vertegenwoordigen, dat zij na onderling overleg inmiddels op een lijn zitten om met de gespreksleider Johan Remkes en de betrokken Ministers Staghouwer van Landbouw en Voedselkwaliteit, en van der Wal van Natuur en Stikstof, en Harbers van Infrastructuur en Waterstaat, om in aanwezigheid van premier Rutte in een verkennend gesprek te gaan op vrijdag 5 augustus 2022. In een nieuwsbrief brachten zij het Statemant agrarische partijen Nederland uit. Alleen LTO gaat namens deze belangenbehartigers het gesprek aan met Remkes en de Ministers. De uitkomsten van het overleg worden teruggekoppeld, besproken en verder stappen worden afgestemd. Het Statement is opgesteld namens Agractie Nederland, Dutch Dairymen Board (Melkveehouders), Farmers Defence Force, LTO Nederland, Nederlandse Akkerbouw Vakbond, Nederlandse Melkveehouderij Vakbond, Nederlandse Vakbond Pluimveehouders en Producenten OrganisatieVarkenshouderij. Van der Tak LTO zegt: Ik breng vrijdag onze boodschap over (we wijzen de harde en ingrijpende maatregelen in de veehouderij af), en zal vervolgens de reactie van het kabinet mee terugnemen. Dat belooft weinig goeds voor het overleg en het is een slechte uitgangspositie voor de onderhandelaars. Zowel de overheid en de boeren hebben onderhandelingsruimte, tijd en vertrouwen nodig. Onderhandelingsruimte kan gecreërd worden in: Het Perspectief landbouw voor Nederland resp. het tijdpad van de N-emissie (?), in het eerst sluiten van de grootste vervuilers landbouw, industrie en verkeer (generieke en landelijke ingreep en nabij Nature2000 gebieden), en het vaststellen van de procedure afhandeling Stikstofemissiereductie met hoor en wederhoor etc., en door gelijkwaardige behandeling bij landbouwbedrijven en industrie/chemie, verkeer en energiebedrijven. Ook fiscale constructies afschrijving en innovatieruimte stallen en mestsysteem bieden perspectief.

    Waar blijven overigens de biologische boeren in het Statement?. Zijn ze door LTO uitgenodigd voor overleg?. Uit andere bronnen is bekend dat LTO en een afvaardiging van de organisaties van biologische, ecologische en biologisch dynamische landbouw (nu ongeveer 2500 boeren) willen deelnemen aan het overleg in het Provinciehuis in Utrecht. Het areaal biologische landbouw in Nederland zal van 4% nu, naar 25% groeien zoals het EU-beleid 2030 aangeeft. Volgens Rene Bouwmester in Nieuwe Oogst van 05-08-2022 nemen naast de Biologische boeren in Biohuis, Bionext, BoerenNatuur, Caring Farmers, Demeter, Federatie agro-ecologische boeren ook andere organisaties deel: Sectorraad Paarden, Transitie Coalitie Voedsel en Regie op Ruimte, en de Vereniging Agrarische Landschap Achterhoek.

    In de perspresentatie van Johan Remkes bij het einde van het overleg, blijkt dat er is gepraat zonder meel in de mond. Er is zeer kritisch gesproken over wat er allemaal mis is gegaan. De sfeer was ‘prima’, aldus Remkes maar LTO kan dat niet bevestigen. Er is sprake van een stevige vertrouwensbreuk tussen de boeren en de overheid en dat proces is al vele jaren aan de gang. Dat zit dieper dan alleen de stikstofproblematiek en het gevoerde beleid. Het zwalkend beleid van de overheid, en de stapeling van regelgeving, en ‘miskenning’ van de reeds door boeren gerealiseerde stikstofreductie, is daar mede debet aan. De ingreep op Stikstof etc. is groot en wordt na 10 jaar praten als bruusk ervaren als je naar de percentages reductie stikstof kijkt en naar het emissiereductiekaartje zonder toelichting. En dan komt de Nitraatrichtlijn met beperkingen in het gebruik van N in mest en kunstmest in de akkerbouw en vollegrond, en de reductie bestrijdingsmiddelen conform EU-beleid en ook nog aan. Volgens de procesmanager Remkes zal er een vervolg van overleg komen (van dit overleg en met andere maatschappelijke groeperingen) en een aantal aandachtpunten/eisen zoals de oplossing voor vergunningen van PAS-melders resp. de depositie in de natuur versus de emissiereductie stikstof, die de boer wel kan beïnvloeden, en de interpretatie van het gebruik van het emissiereductiekaartje, dat als bruuskerend is ervaren, en de positie van innovaties met meetbaar en houdbaar resultaat. Minister Van der Wal geeft aan dat ze in het overleg excuses heeft aangeboden aan de boeren voor het tekortschieten van de informatievoorziening en de gebrekkige communicatie. Haar gebaar kwam niet echt indringend en doorvoeld over, zoals werd verwacht. Ze geeft aan dat “een routekaart” van behandeling van de bedrijven (de procedure) in de regio/provincie er snel komt. Haar toezegging routekaart en het excuus lijken niet uit haar hart te komen. Minister Staghouwer erkent dat de mota Prespectieven landbouw, onvoldoende concreet en kort en bondig maakte welke perspectieven er zijn voor de Nederlandse landbouw. Dat droeg bij aan de onrust onder de boeren en in de politiek. Hij geeft aan dat de nieuwe versie van die nota de gevraagde duidelijkheid brengt zoals aan de Tweede Kamer is beloofd. Excuses zijn niet nodig aldus Staghouwer, maar het was handiger geweest als het gehele kabinet bij monde van Minister van der Wal deemoedig was geweest over de gekozen aanpak en de moeizame communicatie tot nu toe. De gehaaste toelichting van Sjaak van der Tak van LTO wekte de indruk dat hij onder druk staat en dat er geen verder gesprek komt. Er is volgens LTO onvoldoende resultaat geboekt in het gesprek. Voor nu ‘is het klaar’ aldus van der Tak. Hij moest direct terug naar zijn achterbannen om verslag uit te brengen. Hij wilde/kon op dat moment in zijn dubbelrol niet vooruitlopen op conclusies over het gevoerde overleg.

    De NOS meldt s’avonds dat volgens een aantal boerenorganisaties het Stikstofoverleg volledig is mislukt. Uit de woedende reacties van Jeroen van Maanen resp. Mark van den Oever, Bart Kemp en dr. Henk Bleker, blijkt dat in hun beleving het kabinet de stikstofdoelen en het tijdpad had moeten bijstellen. Bleker, voormalig staatsecretaris Landbouw, en sloper van de Ecologische Hoofdstructuur, verwijt het kabinet namens de melkveehouders ‘gemillimeter’ en gebrek aan de wil eruit te komen. De reacties van sommige groepen boeren zijn emotioneel en fel en er wordt gedreigd met ‘de hardste acties’ ooit. Boerenonderhandelaar van der Tak van LTO Nederland had van zijn boerenachterbannen onvoldoende onderhandelingsmandaat maar blijkbaar wel een dictaat op zak. In Nieuwsuur zegt van der Tak namens LTO Nederland dat het kabinet te weinig beweegt in het oriënterend gesprek. Er zijn 2,5 van de 4 eisen ingelost. LTO Nederland zal het gesprek echter niet uit de weg gaan en wil t.z.t. aan tafel als het kabinet naast haar toezeggingen van nu haar huiswerk over aanpassingen van het beleid, heeft gemaakt. De woordvoerder van Demeter Tineke van den Berg, vond het overleg in Utrecht constructief en vond het ‘schocking’ dat van der Tak zei dat het voor LTO klaar was. Demeter wil het gesprek van de 2500 bio-en ecoboeren voortzetten.

    Transities en Crises

    Als het Stikstofoverleg (als onderdeel van met Mineralenoverschot in Nederland ) van Landbouw en de Boerenorganisaties bij de grote transities Stikstofreductie wordt gelegd naast de acht stappen voor succesvolle grootschalige verandering van John Kotter, in zijn boeken over Leiderschap bij verandering, wordt duidelijk waar het aan schort. In 8 stappen worden Acties en Nieuw gedrag aangegeven die noodzakelijk zijn om te kunnen slagen in grootschalige verandering bij een crisis. Bij de stap/actie Urgentiebesef vestigen horen mensen die tegen elkaar zeggen kom op, we moeten dingen veranderen. Bij de stap Leidende coalitie, behoort een groep die voldoende krachtig is om de verandering le leiden en de leden werken samen. Bij de stap een Visie en een Strategie wordt ontwikkeld, en door de coalitie uitgedragen. Bij de stap de Veranderingsvisie wordt gecommuniceerd, en mensen gaan achter de verandering wat tot uiting komt in hun gedrag. Bij de stap Een breed draagvlak voor de verandering wordt gecreërd, en de mensen voelen zich in staat dit te doen. Bij de stap Korte termijn successen worden gegenereerd, steeds meer mensen proberen hun visie te vervullen. Ook meer mensen bieden weerstand. Bij de stap Verbeteringen worden geconsolideerd, en meer verandering tot stand gebracht. Mensen creëren steeds meer nieuwe veranderingen. Als laatste stap worden Nieuwe benaderingen verankerd in de cultuur, en nieuw succesvol gedrag duurt voort ondanks de aantrekkingskracht van traditie, personeelsverloop die het veranderingsproces hebben geleid etc.

    Het stikstofvraagstuk (en mineralenoverschot in Nederland uit de jaren 1970-nu) laat zich niet echt vatten in een managementboek of in een enkelvoudig transitiemodel. Daarvoor is het te gecompliceerd en duurt het al te lang en zijn de belangen verdeeld over vele schijven van beïnvloeding. Echter de processen en processtappen en het gedrag van mensen bij die transitie zijn herkenbaar. Elke belangenbehartiger van de overheid en van de boeren kan zien waar de oplossing werd geblokkeerd of belemmerd. Duidelijk wordt waaraan het schort bij de transitie. De huidige Stikstofonderhandelingen o.l.v. Johan Remkes hebben na de forse kabinetsingreep en de slechte communicatie door de overheid, het karakter van verbijstering en verbazing met ontkennen en dreigen met acties en stakingen (en soms geweld) en het traineren van overleg zoals dat bij CAO-overleg ook wel wordt gebezigd door de betrokken partijen. Het hoort blijkbaar allemaal bij onderhandelen. Echter: Het mestvraagstuk met mineralenoverschotten van N en P in de veehouderij (meer mest dan hectares) en de race naar de minimale kostprijs met de toenemende milieu- en natuurproblemen, beheersen al 40 jaar het politieke theater, met steeds wisselende kabinetten met beperkt urgentiebesef van de partijen, en gebrek aan visie, en een beperkte meer of mindere medewerking en lobby van de boerenorganisatie resp. de agroindustrie, de agrohandel en de banken. Dit heeft niet geleid tot een leidende coalitie van voortdurende verandering in de transitie van de Nederlandse landbouw. Minder vee en minder import van veevoer, met minder antibiotica en minder bestrijdingsmiddelen, is de kern van de duurzame oplossing voor boeren in Nederland. Onder Minister Braks was met mineralenprobleem al bekend en de oplossing zou volgens Braks in een gesprek met de premier en de minister van Financiën wel 5 miljard gulden kosten. Niemand wilde het horen en weten. Vreemd genoeg moet het ‘Land met de ínnovatiefste landbouw’ in de EU en de grootste exporteur van landbouwproducten, steeds door de EU achter de broek worden gezeten om te veranderen en duurzaam te worden in een volhoudbare en natuurinklusieve landbouw. Inmiddels kost het oplossen van het mineralenprobleem inclusief Stikstof (Ammoniak en NOx), stof en stank, Fosfaat, dierziekten, natuurherstel, versterking biodiversiteit en vermindering bestrijdingsmiddelen wel 50 miljard Euro. De gevolgen zijn na invoering van het principe van grondgebonden veehouderij minder consumptie vlees en melk en kaas (en meer plantaardig voedsel) en minder antibiotica, en voor de akkerbouw en tuinbouw meer nieuwe teeltmethodiek (strokenteelt, extensivering, toepassing akkerranden en minder vervuiling) met extra maatregelen biodiversiteit en minder gebruik van kunstmest (en mest i.v.m. de Nitraatrichtlijn) in de vollegrond en het terugdringen van de bestrijdingsmiddelen.






    Hoop of vrees

    De vogelstand en de diversiteit van de insecten- en plantenpopulatie is in Nederland (in de EU, Amerika, en Azië) zorgwekkend. Alle EU landen moeten hun natuur versterken en de landbouw duurzaam maken. Het klimaatprobleem en de verdroging is urgent en inmiddels bij iedereen bekend. De kwaliteit van het grondwater en oppervlaktewater in de rivieren, vaarten en sloten, is in Nederland inmiddels zo problematisch, dat we niet voldoen aan de EU-richtlijnen: de Waterrichtlijn. Het water is te vervuild onder andere met nitraat-N. En dat zal met de huidige de klimaatverandering en de droogte niet beter op worden. De klimaatplannen met de energietransitie en het invoeren van de belasting op CO2-voetafdruk van producten en diensten, en het gedachtenexperiment van het invoeren van een persoonlijk CO2-budget per EU-burger (zoals Barbara Baarsma en Gerrit Hiemstra onlangs, en de EU in de negentiger jaren bepleit hebben), kunnen mogelijk helpen bij verbetering van CO2-regulatie. Het gesleep met voedsel en veevoeding over de aardbol wordt beperkt en alleen regionaal in het continent of in de EU toegepast. (von Thünen optimale voedselregio’s in de EU). Ook het gesleep (transport en milieueffect) met pakketjes en containers in het land en over de wereldzeën krijgt een CO2-heffing. Gaan we ook echt minder vliegen en anders reizen?. In de EU en in de VS onder Biden gaat veel gebeuren op het gebied van Klimaat, Voedsel, Landbouw en Energie. En elders?. We weten dat persistente en insectvijandige bestrijdingsmiddelen, die we in de EU niet meer toestaan in verband met gezondheid en milieu, door de industrie nog jarenlang op grote schaal verkocht en de boeren aangestuurd door de agrohandel aldaar zonder strikte controle op het gebruik. Bestrijdingsmiddelen worden in Zuid- en Midden-Amerika, in Rusland en Oekraïne en in Afrika en Azië, nog in grote landen zoals Zuid-Afrika, Brazilië, India en Indonesië, gebruikt.

    De transitie van de Landbouw en de Natuur naar een duurzame en volhoudbare landbouw met gezond voedsel en het herstel van een biodiversiteit in de natuur met een pallet van dieren, vogels, insecten en planten, zal nog veel tijd, aandacht, weerstand, geld en energie kosten. Een nieuw verdienmodel voor boeren, die gezond en duurzaam voedsel produceren, vergt een grote ingreep in de economie om betere beprijzing van voedsel en landbouwproducten, dus een nieuw verdienmodel, waarin burgers meer gaan betalen voor gezond voedsel resp. bedrijven, banken en de agroindustrie, de agrohandel en de supermarkten in fondsen mee gaan betalen (!?). Na de presentatie op Texel van een (reeds eerder in de Tweede Kamer door BBB genoemde) alternatief Stikstofplan van em. prof. Han Lindeboom, zee-ecoloog, en em. prof. Johan Sanders, Biobased economy, geeft FDF aan de harde actie op te schorten om het kabinet een kans voor een reactie te geven. Volgens Lindeboom en Sanders is het probleem minder groot dan het RIVM beweert, en kan er zonder minder vee, met ander voer en ander gras en met beperking van (N)kunstmest, een oplossing worden gerealiseerd. De veehouderijbedrijven en de akkerbouwbedrijven moeten minder Stikstofkunstmest gebruiken. Ook de kritiek van dr. Jaap Hanekamp, chemicus, en voormalig lid van het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof, over het rapport Hordijk en het computermodel Aerius, werd opnieuw aan de orde gesteld. Over de andere problemen in de landbouw naast stikstof en over varkens, kippen, ziekten en de biodiversiteit, weten we hun inzichten nog niet. Een formele reactie van het kabinet op de genoemde kritiek wordt afgewacht. De onrust in de coalitie neemt echter al toe na de eerste ‘mislukte’ overlegronde met Remkes, de boeren en het kabinet en door de langdurige beleidsstilte vanuit het kabinet.

    In NRC van 12-08-2022 met als omslagpagina ‘Europa droogt uit’ tussen april en augustus 2022, als gevolg van neerslagtekorten van 250-350 mm tot vandaag, geeft de Rabobank bij monde van topman Wiebe Draijer aan dat geheel of deels kwijtschelding van hypotheken bij boeren niet mogelijk is omdat de sector dan een uitzonderingspositie inneemt en de overheid dan onbetrouwbaar blijkt te zijn. De Rabobank heeft al stroppenpotten risicovolle leningen gevormd en in verband met beperkte winsten op landbouwhypotheken, kan de bank geen miljarden in de nationale transitiefonds storten. Boeren nabij natuurgebieden krijgen geen uitbreiding van de leningen meer omdat onzeker is of daar nog veehouderij wordt toegestaan. Dat is gezond boerenverstand aldus de Rabobank. Overigens staat de vraag om geldelijke bijdragen van banken resp. agroindustrie, de levensmiddelenwinkels in een transitiefonds van de overheid te storten, los van de mogelijkheid om als overheid tijdens de transitie versnelde fiscale afschrijvingen toe te staan bij emissiereductiemaatregelen, bij extensivering en omschakeling naar bio- of ecoboer en investeringen bij duurzaamheids- of milieuinnovaties.

    Lukt het Nederland om onder het huidige gesternte met de huidige kennis resp. de houding en vaardigheden die beschikbaar zijn, en de persoonlijkheden die uitvoering geven, de crisis op te lossen?. Opnieuw nadenken over een deels gewijzigde of alternatieve aanpak en het heroverwegen van uitvoeringsregels kan altijd nog maar op dat front is het momenteel zowel aan de zijde van de overheid als van de boeren te stil. Ook oplossingen en ideeën van de EU resp. van België en van Duitsland worden onvoldoende overwogen in Nederland. Tornen aan afspraken over doelen in de coalite en zwichten voor geweld kan niet volgens D66 in Trouw. Sita van Keimpema van FDF geeft een draai aan de dreigementen maar kan bij OP1 onvoldoende vragen van de Tjeerd de Groot (de landbouwwoordvoerder, GLB-specialist en ’moraalridder van D66’) beantwoorden. Of zal het kabinet bezwijken onder de druk, en zullen er nieuwe verkiezingen volgen?. Met weer een lange moeizame weg naar een ander kabinet van een oppositionele signatuur? En dan?. Het ziet er dan naar uit dat de EU en de rechter als buffer moeten dienen om stikstofdoelen etc. en rechterlijke uitspraken te handhaven.

    In een opinieartikel in Trouw van Hanne Obbink, en in het Dagblad van het Noorden roepen 36 hoogleraren van 8 Universiteiten in een ingezonden brief waaronder Han Olff, ecoloog van RUG, en Wim de Vries stikstofkenner van de WUR, op om over de wetenschappelijke basis en urgentie van de stikstofaanpak geen twijfel meer te zaaien. Mede-auteur prof. Wim de Vries, hoogleraar Stikstofeffectmodellering aan de WUR, pleit in NRC van 24 augustus 2022 voor zo snel mogelijk ingrijpen. De natuur verkeert in kritieke staat. Er zijn weinig ecosystemen die jaarlijks meer dan 20 kg N per ha kunnen verdragen en vooral in de jaren tachtig liep de hoeveelheid soms op tot 50 kg N per hectare. (Het gevolg was al die jaren overmaat N in de natuur met verzuring van de bodem/pH-verlaging en nitraatuitspoeling naar het grondwater en het oppervlaktewater). Het is aan te bevelen om het politiek gekrakeel rond het zwalken van de leider van het CDA over het tijdpad na het Kamerreces in, te negeren ondanks de poging van fractieleider Pieter Heerma om een en ander vanuit zijn beleving en gesprekken met boeren uit te leggen. De uitspraken van Wopke Hoekstra als partijleider van het CDA over het mogelijk uitsmeren van de Stikstofemissiereductie over meer jaren, en het eventueel inwisselen van ‘KDW’ voor een ‘ecologische autoriteit’, leidden weer tot een storm in een glas water en een partijpolitieke show en minder tot discussie over de inhoud van de gezamenlijke stikstofaanpak waar de boeren op stuk lopen. De partijleider van het CDA steunt volgens zijn uitleg het regeerakkoord enerzijds maar zaait anderzijds verwarring met zijn opmerkingen over het N-reductietijdpad.






    Remkes gaat voort

    Blijkbaar wordt in de politiek ten eerste gewacht op het advies van Johan Remkes en ten tweede op de bijgestelde visie van Landbouwminister Staghouwer, die ingaat op de verschillende sectoren akkerbouw, veehouderij en tuinbouw maar ook op het verdienmodel en extensivering, verduurzaming met vermindering van bestrijdingsmiddelen en antibiotica veehouderij, en landbouw en natuur met o.a. perceelrandbeheer en beekdalherstel, en maatregelen tegen verdroging. Het Advies van de onafhankelijke procesmanager Remkes, dat wordt gebaseerd op gesprekken met alle bedrijven (landbouw en niet- landbouw) en organisaties, die met stikstof en andere vervuilende stoffen uitstoten, zullen we in september 2022 afwachten. De gezamenlijke bijdragen in de reductie van vervuiling die landbouw resp. de chemische industrie, de energiebedrijven en de industriële productiebedrijven etc. gaan leveren bij alle ministeries, zijn essentieel om geloofwaardig te zijn voor alle betrokkenen. En de procedure van behandeling van de landbouwbedrijven als instrumentarium door de provincies moet veel duidelijker worden gemaakt door Minister van der Wal, zoals de twaalf stikstofgedeputeerden van de provincies aangeven. Zij hebben begrip voor de kritiek van Wopke Hoekstra van het CDA op de gang van zaken. Na het advies van Remkes kan elke politieke partij evenals ‘de burger en de boer’ de conclusies en aanbevelingen van Remkes toetsen en mogelijk de stikstofvisie etc. bijstellen.






    Spanningsveld

    Het besluit van de EU om zo snel mogelijk onafhankelijk te worden van Rusland in de energievoorziening leidt tot hogere energieprijzen en enkele deels tijdelijke energiemaatregelen zoals de import van gas en de aanlevering van LPG per schip. De energietransmissie naar duurzame energie wordt fors versneld. Een aantal kerncentrales en kolencentrales blijven langer aan het net. De EU en de VS zetten gericht in op de uit de hand gelopen inflatie (gas, olie, bouwartikelen en voedsel) en op de financiële en belastingtechnische tegemoetkoming van burgers en bedrijven in inkomen en in subsidies. Dat geldt met name bij gas en bij olie (benzine en diesel). Ook de haperende economie van China met zijn na-ijlende Corona problemen, verhoogt de prijzen en zorgt voor leveringsproblemen voor de grondstoffen voor de bouw, de autoindustrie, de ICT-producten en de computerchips.

    Ook de industrie begint te haperen. Moest enkele jaren geleden de Aluminiumindustrie de productie bij Aldel Delfzijl staken vanwege hoge stroomkosten, en onlangs de Zn-fabriek in Budel de elektrolyse stilzetten vanwege de stroomprijs, dan zien we momenteel dat efficiënte N-kunstmestfabrieken, die behoren tot de grootste gasverbruikers met hun ammoniakfabrieken, de productie staken omdat de energie onbetaalbaar is geworden. Dat geldt al in landen zoals Nederland (Yara Sluiskil), Polen Grupa Azoty, Engeland en de USA CF Industries. Omdat een aantal landen geen EU- en VS-sancties tegen Rusland uitvoeren, zal de spanning op de wereldhandel toenemen. Niet alleen ‘illegale’ handel in gas, olie en kolen en wapens uit Rusland naar China, resp. India, Azië en Zuid-Amerika en Afrika neemt toe. Sinds de instemming met graantransporten etc. uit Oekraïne mag Rusland ook weer landbouwproducten en (N en K) kunstmest verhandelen aan ‘landen met honger’/Derde Wereld Landen. In het ‘zwarte’ circuit zal dure N-kunstmest uit het Westen het dan afleggen tegen goedkope N-kunstmest uit Rusland. In de spanningen tussen VS en China over de oorlog van Rusland met Oekraïne, en de zelfstandigheid van Taiwan/Formosa t.o.v. China is een ijzige sfeer ontstaan. Dan hebben we nog gesproken over de maakindustrie hightech chips van Taiwan en het risico op nog een oorlog. Daarbij is China macht en invloed aan het verliezen naar buur-productielanden (India en Vietnam) die werk overnemen en aan grote bedrijven in de VS en de EU, die werk uit China (gaan) terughalen. China staat onder deze en interne druk van zelfstandig/autonoom/macho alles kunnen maken en een globale partner te zijn met VS, EU, Rusland en Derde Wereldlanden en bouwt vooral aan defensie na het opkopen van grondstoffen over de wereld en het kopiëren van de Westerse technologie.

    Overigens: In het kleine Nederland met weinig gemengde bedrijven is er voldoende drijfmest om buiten de veehouderij de N-kunstmest te vervangen bij uitblijven van derogatie en de verwachte extensiveringen resp. verminderingen bestrijdingsmiddelen en beperkingen antibiotica, en de beperking van de N-gift bij akkerbouw, weidebouw en vollegrond tuinbouw i.v.m. de Nitraatrichtlijn. Met de aanhoudende droogte in Nederland, Duitsland, Spanje, Portugal, Frankrijk en Italië en de opgelopen achterstand in de productie van veevoer (granen, gras, mais en hooi) en groenvoer voor het vee voor de herfst en de winter, wordt de invoer van voer vanuit de regio EU een probleem. Meer boeren komen in de problemen bij gebrek aan ruwvoer en gebrek aan voer voor de winter. Dan nu maar gauw bij regen als vanggewas veel rogge , stoppelknollen, koolzaad en ramenas etc. inzaaien op de akkers als hulp-wintervoer? Bij de huidige inflatie en de dure import van veevoer en krachtvoer van verre landen met stijgende transportkosten en een driegende CO2-beprijzing /CO2-voetafdruk, helpt dan ook niet. Als alternatief rest alleen de versnelde inkrimping van de veestapel. Bron; o.a. NRC, Economie Milo van Bokkum, Deel (N)kunstmestfabriek in Sluiskil dicht om gasprijs. 26 augustus 2022. NRC, Economische grootmacht, Wat blijft er nog over van Made in China?, van Marc Hijink en Garrie van Pinxteren, idem 26 augustus 2022.






    Deelname grootwinkelbedrijven etc?.

    Na het weigeren van deelname van grootwinkelbedrijven en de agroindustrie aan het overleg Remkes, op basis van de overweging dat het conflict tussen de boeren en de overheid maar eerst vlot moet worden getrokken, blijkt dat er bij genoemde partijen onvoldoende moreel en economisch besef is aangaande de crisis in de landbouw. Marktpartijen hebben naast belangen ook maatschappelijke verantwoordelijkheid af te leggen. Als de boeren en de overheid vastlopen bij Stikstof etc. kun je een overleg met de procesmanager niet uit de weg gaan als winkelbedrijven, slachthuizen en als agroindustrie. Dienstverleners en leveranciers Cumela en Fedecom doen dat wel met als motivering dat zij geen politieke mening hebben over de door het kabinet gestelde doelen en of over de Kamerbrief perspectieven. Het is de vraag of je in deze fase van de crisis ondanks die keurig geformuleerde opstelling, de ruimte hebt of krijgt om een gesprek uit de weg te gaan, als je als loonwerker of dienstverlener en of als brancheorganisatie van fabrikanten, importeurs en dealers in de agrotechniek, zo diep betrokken bent bij het boerenwerk resp. het mineralenmanagement (stikstof, ammoniak en nitraat), stallen en mestsystemen, de geïnvesteerde mechanisatie en bestrijdingsmiddelentechniek van de landbouw in Nederland.

    Op de achtergrond ontrolt zich de campagne ‘Geef boeren toekomst’ van ZLTO en de coöperaties Voergroep Zuid en Vitelia, en FransenGerrits BV, en andere organisaties waaronder LLTB verder. Op www.geefboerentoekomst.nl en op Radio 538 en Radio 10 en via Nieuwe Oogst wordt gericht naar de burger (en de boer) gecommuniceerd, met het uitgangspunt de kwaliteit die de Nederlandse boer produceert. Iedereen kan zelf vlaggen, posters en stickers voor de campagne bestellen om actief met mensen aan de slag te gaan. De gevolgen van het voorgenomen kabinetsbeleid voor het bord/voedsel van de consument/burger worden als bedreigend gezien voor het Nederlands product en voor de toekomst van de boeren en tuinders. ZLTO e.a. rekenen er op dat de Nederlander veel waardering heeft voor de agrarische sector en voor het voedsel dat de boer en tuinder produceert, aldus marketeer Heleen van Pol van ZLTO. Het onderzoek met de enquete heeft een vervolg van het AD en NieuweOogst gekregen onder 2000 mensen (1000 boeren en 1000 burgers), dat in januari 2023 wordt gepubliceerd.

    Voortgang overleg Remkes

    Op woensdag 31-08-2022 wordt het gesprek van Remkes met boerenorganisaties voortgezet, nadat de agenda van overleg op verzoek van boerengroepen met enig gedoe is aangepast en kritieke punten zijn toegevoegd. Het gesprek van Johan Remkes, premier Rutte en de ministers van der Wal van Stikstof, resp. Staghouwer van Landbouw en Harbers van Infra, start met de biologische boeren en natuurorganisaties waarna LTO aanschuift en verder nog een hele reeks boerenbelangenbehartigers, die voor zichzelf spreken. Nu alle betrokken vervuilers (industrie, bedrijven, energiecentrales, luchtvaart, scheepvaart en verkeer etc.) in het Stikstofdossier zijn gehoord en hun bijdragen voor stikstofreductie/depositievermindering helder (moeten) worden, en de Ministers hun inzet en eisen jegens alle partijen hebben overwogen in het Stikstofdossier etc. leverde een pittig maar nuttig gesprek op. Stikstof meten en stallen innoveren kwam aan de orde evenals een mogelijk alternatief voor de KDW van natuurgebieden in de vorm van bijv. een natuurautoriteit. LTO vindt haar plannen nog steeds beter dan die van het kabinet, zei van der Tak na het overleg namens de grootste 8 landbouworganisaties. Ook is gesproken over intimidatie, demonstraties en protesten binnen de wettelijke kaders. De halvering van Stikstofreductie 2030 staat overeind. Het huiswerk van het kabinet wordt komende zes weken gemaakt en daarna volgt overleg tussen het kabinet en de boeren- en natuurorganisaties. Remkes werkt inmiddels aan het advies dat hij als onafhankelijk procesmanager zal uitbrengen: het advies dat begin oktober 2022 zal verschijnen.

    Vlees

    Op donderdag 1 september 2022 schrijft Marine Kamsma in NRC dat: “Vleeslobby wil vlees depolariseren.” De vleeslobby Centrale Organisatie Vleessectot wil vlees uit het verdomhoekje halen althans wil de consument van informatie voorzien die overtuiging bevat dat zij niet aan de verkeerd kant staan als zij vlees eten. Hoewel de vleesconsumptie al jaren stabiel is, vreest de vleessector dat de weerstand tegen vlees toeneemt als gevolg van klimaatmaatregelen (plantaardig voedsel i.p.v. vlees/ CO2-voetafdruk ) en informatie van overheden en sociale media, die vlees in een verdomhoek zouden plaatsen: het is bon ton om om te zeggen dat vlees ongezond is. Zelfs de Gezondheidsraad en het Ministerie van Landbouw zouden niet objectief zijn in hun informatievoorziening. Het Voedingscentrum geeft aan dat te veel vlees ook niet gezond is. Volgens Hans Dagevos van Wageningen Economic Research: De sector praat terug met het zogenaamde ‘eerlijke’ verhaal. Dagevos geeft aan dat de wetenschap het erover eens is dat: Nederlanders teveel vlees eten voor mens, dier en planeet. Nederlanders eten per dag gemiddeld 100 gram vlees terwijl de Gezondheidsraad maximaal 70 gram per dag adviseert. Veel Nederlanders geven aan flextariër te willen worden maar zeggen nog niet wanneer. De Minister van Landbouw Staghouwer onderzoekt momenteel de mogelijkheid voor een heffing op vlees om t.z.t. het beleid aangaande voeding onder druk van klimaat/droogte, en CO2-voetafdruk, stikstof/milieu en natuur/gezondheid te bepalen.






    Derogatie 2022 en volgende jaren

    Op 6-9-2022 is bekend gemaakt dat de EU per 2026 in de concept derogatiebeschikking geen toestemming meer geeft voor de derogatie (van afgelopen jaren, vanaf 2006 tot 2026) aan Nederland omdat de nitraatcijfers van grondwater en oppervlaktewater, conform de Nitraatrichtlijn Water, te hoog zijn opgelopen. Op de achtergrond speelt de N-bemesting met drijfmest en N-kunstmest een rol omdat de bemesting de laatste 50 jaar nog intensiever is geworden dan de toegenomen intensivering van het bedrijf. Nederland voldoet niet aan de Nitraatrichtlijn sinds 1991 en die norm werd ‘zogenaamd creatief’ omzijld. Derogatie gold onder voorwaarden in Vlaanderen, Ierland en Denemarken: dus in landen met intensieve veehouderij. Derogatie was/is van toepassing op 18.000 veehouderijbedrijven in Nederland. De regeling wordt komende jaren stapsgewijs afgebouwd van 250 kg N per ha (geen nitraatverontreinigd gebied, veen- en kleigrond) en 230 kg N (met nitraat verontreinigd gebied, zand- en lössgrond) naar uiteindelijk de EU-norm 170 kg N per ha in dierlijke mest. Dat is dus fors minder stikstof uit diermest in kg N per ha per ha. Dat betekent dat de boeren met veel mest en te weinig hectares grond, meer mest uit het bedrijf moeten gaan afvoeren naar de akkerbouw, wat leidt tot extra afvoerkosten van mest/mineralen stikstof en of fosfaat. De boer kan het veebedrijf extensiveren in beperking veevoer en krachtvoer of het aantal koeien minderen, of de beperking van de inmiddels peperdure N-kunstmest, wat anders problemen zal geven met de toekomstige nitraatrichtlijn (een maximum kg N mest en kunstmest per ha per jaar). Je moet als boer dierlijke mest (N) tegen kosten afvoeren en daarna N-kunstmest gaan kopen, wat niet goed voelt. Nederland stelt eenmalig 130 miljoen Euro ter beschikking als compensatieregeling. De EU is steeds strenger voor Nederland met betrekking tot milieu (Virginius Sinkevicius, commissaris Milieu EU) en duurzaamheid (Green Deal van de EU en het klimaat). Dat leidt tot extensiveringen in Nederland. Bron AD internet en NRC ‘Mestuitzondering vanaf 2026 weg’, van Tristan Theirlinck en Clara van der Wiel, Economie 6 september 2026.

    Een mogelijke aanscherping van N-normen als depositie voor natuurgebieden hangt ook in de lucht. Nieuw wetenschappelijk onderzoek van de VN toont aan dat de gevoeligheid van Natura-2000 gebieden (KDW) hoger is dan het oude onderzoek 10 jaar geleden had aangetoond. Dan moet de KDW voor N worden verlaagd, bijv. van 17 kg N naar 15 kg N per ha bij heideplanten in Natura-2000 gebieden, losstaande van de toegenomen droogte als gevolg van klimaatverandering.






    Perspectief Landbouw

    Minister Staghouwer van Landbouw deelt in een brief van 05-09-2022 aan de Tweede Kamer mede dat zijn visie op de toekomstige landbouw in Nederland, voorlopig getiteld ‘Keuzes voor de toekomst van de landbouw’ pas na Prinsjesdag aan deTweede Kamer wordt verzonden. Er waren al geruchten over problemen met de beleidsvisie op landbouw in wording. De Minister wil(de) de conclusies en aanbevelingen van procesmanager Johan Remkes, verwerken in zijn brief aan de Tweede Kamer. Dezelfde dag blijkt dat Minister Staghouwer van de ChristenUnie opstapt als bewindsman van Landbouw: Ik ben erachter gekomen dat de uitdagingen van landbouw nu te groot zijn voor mij. De Visie op Landbouw moet dus van zijn opvolger komen.






    Vergunningen en rechtzaken

    Op dinsdag 4 september 2022 zette de Raad van State een streep door 3 stikstofvergunningen van veehouders in Utrecht die hun bedrijf willen uitbreiden door emissiearme stalvloeren te gebruiken. De Raad van State vindt dat de emissiereductie door zulke vloeren niet bewezen is maar wel wordt voorgespiegeld. Eerst zien, dan geloven dus. Volgens Ralph Frins, docent omgevingsrecht aan de Radbouduniversiteit heeft de uitspraak ook gevolgen voor innovatieve zoals luchtwassers. Volgens stikstofprofessor Erisman laat deze zaak zien dat politiek en boeren te optimistisch zijn over nieuwe innovaties. De oprichter Johan Vollenbroek van milieuorganisatie Mobilisation for the Environment, die de rechtzaken aanspande, geeft aan het Ministerie al jaren te waarschuwen voor deze stalsystemen en dat ‘het gereken aan die stallen’ niet deugt. Dan maar een rechtzaak aldus Vollenbroek. Bron: NRC di 4 september j.l. onder Stikstof: Emissiearm, eerst zien, dan geloven, door Karlijn Kuijpers, en in NRC 4 sept. Interview met Johan Vollenbroek van MOB, over zijn drijfveren en de rechtzaken, door redacteur Freek Schravezande. Vollenbroek inmiddels 73 jaar oud, stopt pas met rechtzaken (300 van MOB, winstratio 90%) als de overheid haar traineren van de laatste 3 jaar stopt, en haar belofte in het coalitieakkoord nakomt: halvering van de emissie in industrie, landbouw en verkeer. De dikte van een vergunningaanvraag is volgens Vollenbroek “opvulling’: ‘Het openbaar bestuur weet niet precies wat er allemaal instaat. Niemand eigenlijk, en omwonenden die zulk een plan willen aanvechten, verzuipen in de materie (en milieueffectrapportages) en richten het vizier op de verkeerde dingen, die juridisch niet relevant zijn’. Vollenbroek schrijft zijn successen van zijn bureau met 5 juristen toe aan zijn jarenlange ervaring bij een adviesbureau en aan zijn kennis en kunde; chemicus en jurist. Vollenbroek werkte in het verleden samen met jurist Ton van Hoof en Valentijn Wösten, en financiert zijn bureau onder ander uit de donatieknop (giften) op zijn website. De Rotterdamse Porthoszaak, een zaak over miljoenen, die handelt over CO2-opslag, wordt komende maand verwacht. Bij winst (voor jurist Vollenbroek en MOB) legt die zaak mogelijk de hele bouw plat. Vollenbroek beweert dat zijn juridische pijlen niet zijn gericht op de individuele boer maar op de onbetrouwbare overheid. De keuze voor een individuele rechtzaak maakt de jurist op de site van provincies uit alle vergunningaanvragen en pikt er een aantal uit gebaseerd op impact voor de natuur en de haalbaarheid.






    Minister van Landbouw?

    Inmiddels is het gissen over een nieuwe minister voor Landbouw in volle gang. Een tiental namen wordt genoemd in de wandelgangen. De CU zoekt in eigen geleding maar het is de vraag of dat lukt. Carola Schouten heeft na een loodzwaar Ministerschap Landbouw en als coördinerend minister Stikstof, geen zin meer in een nieuwe termijn. Het afbreukrisico voor kandidaten is hoog en ervaren politici met visie en kennis van zaken in de Landbouw en de politiek zijn er weinig. Behalve kennis van zaken is politiek bestuurlijk vernuft met inzicht in veranderprocessen, en een dikke huid nodig om de transitie te leiden in een veld van verdeelde Tweede Kamer bij de regeringspartijen en bij de oppositiepartijen. Mogelijk biedt een bestuurder als relatieve buitenstaander resp. een praktische wetenschapper of een partijloos zwaargewicht de oplossing.






    Vergunning en stank

    Een rechtzaak van 16 burgers van advocaat Nout Verbeek tegen varkens- en pluimveehouders betreffende stankoverlast, leidt tot de verplichting om schadevergoeding te betalen omdat de vergunning onder de huidige wet niet kan worden ingetrokken. Alleen al in Brabant zijn er 1742 stallen vergund met luchtwassers. De bestaande Wet ‘Geurhinder en veehouderij’ uit 2007, voldoet volgens de rechter niet meer en de staatsecretaris van Milieu Vivianne Heijnen krijgt de oproep de wet aan te passen. Volgens jurist Wösten is de wet gemaakt om de belangen van veehouders te beschermen, en zijn burgers de dupe. De rechter hanteert een voorzichtige grens van 19,4 odeur-units als norm voor geur/stank per m3. De overheid beschermt de burgers met de huidige wet niet voldoende en handelt thans onrechtmatig volgens de rechter. De combi-luchtwassers functioneren onvoldoende en de stankreductie is onvoldoende (effect: niet 70-85% maar 35-45 % reductie stank). De overheid schiet tekort vanwege de Rechten van de Mens op schone lucht conform de huidige normen. Bron Sander van Mersbergen, AD, 16-09-2022.

    Vertrouwen in kabinet etc. en actie

    Als we de media en de kranten geloven is er op Prinsjesdag 2022 amper nog vertrouwen in het kabinet Rutte 4. Uit onderzoek onder 2684 burgers blijkt volgens I&O Research in NRC van 20-09-2022 dat de tevredenheid over premier Rutte lager is dan ooit evenals over zijn vierde kabinet. Bijna 80% geeft aan ontevreden te zijn over het huidige beleid. Rutte krijgt van kiezers een 4,5 als rapportcijfer: het laagste sinds 6 jaar. Het herstel van de band met de kiezer is dus mislukt. Na 8 maanden is het vertrouwen in de landelijke overheid nog maar drie op de tien. Het vertrouwen in de Ministers (22%) en in de Tweede Kamerleden (26%) is nog lager. De malaise van het functioneren van de Tweede Kamer krijgt als corrigerende tegenmacht weinig aandacht in de politiek en in de media. Je zou denken dat Nederland ten dode is opgeschreven. Zowel Rutte als Kaag reageren gelaten op de lage rapportcijfers. Zij gaan ervan uit dat hun noeste werk onder een ongunstig gesternte leidt tot een herwaardering als de effecten van hun beleid landen bij de burgers. \

    Energieprijzen Na het lange dralen kiest Nederland eindelijk voor ingrijpen op energieprijzen, en wel zoals de EU-lijn aangeeft. Steun als overheid de burgers de winter door en geef tot het gemiddelde gebruik van gas en elektra financieel ondersteuning door een maximumprijs voor gas en elektra in te stellen voor het gemiddeld gezin/de normale woning met 1200 M3 gas en 2400 kWh voor elektra. Het gaat eigenlijk om het totaal energieverbruik per gezin in een gewone woning met isolerende maatregelen bijv. uitgedrukt in kWh: ongeveer 12.240 kWh als gas en 2400 kWh in de vorm van elektra. 1m3 gas komt overeen met 9,7 tot 10,2 kWh afhankelijk van het type gas. De prijs van gas is bij de vaststelling van het plafond gesteld op ongeveer 1,5 Euro per m3 en 0,75 Euro per kWh. Een grote oude woning vergt meer energie, een nieuwe geïsoleerde woning met energielabel A veel minder. Wie meer verbruikt, betaalt boven het plafond het dure tarief en gaat voort met verduurzamen (zonnepanelen, zonnecollector en warmtepomp) en met volledig isoleren. De regeling wordt nog aangepast en verfijnd in verband met allerlei variabelen. Verder krijgt de armoede van gezinnen en kinderen extra aandacht van Minister Schouten. Daarnaast gaan het minimumloon resp. de AOW, de huurtoeslag en de zorgtoeslag 10% omhoog. Arme gezinnen ontvangen tevens een energiebonus via de gemeente. Aanvullend zijn steunregelingen voor het MKB (bakkers, tuinders en ambachtelijke bedrijven) en voor arme gezinnen en studenten etc. zijn in de maak. De voedselbanken voeren al een soepeler beleid. Basisscholen gaan in armoedewijken kinderen waar nodig voorzien van ontbijt. Aan de grote thema’s van deze tijd zoals de opvang van migranten resp. de krapte in woningbouw, de slechte afwikkeling van de schade van de Groninger gaswinning, de ongelukkige aanpak van de toeslagenaffaire etc., zijn allemaal verwaarloosde beleidsterreinen waar inmiddels veel middelen voor vrijgemaakt worden.






    Hoe verder met Landbouw, Klimaat, Energie en Stikstof etc. ?

    De thema’s Landbouw, Klimaat, Energie en Stikstofreductie krijgen financieel en beleidsmatig van het kabinet veel ruimte maar de aanpak staat onder druk, behalve bij zonnepanelen en windmolens. Het stroomnet kan plaatselijk en tijdelijk de stroom van nieuwe zonnepanelen niet aan omdat alternatieve opslagmedia voor energie nog onvoldoende beschikbaar zijn en de waterstofproduktie op kleine schaal nog ontbreekt. De aanpak bij Stikstofreductie is tot nu toe weinig succesvol vanwege een onduidelijke procesaanpak resp verzet door boeren, politiek gekrakeel en uitstel van keuzen. Het wachten is op het Rapport van de procesmanager Stikstof Remkes, dat wordt verwacht op 5 oktober a.s., en op het aantreden van de nieuwe Minister van Landbouw in oktober. Op Prinsjesdag 2022 blijkt dat het kabinet na veel interne discussie (en het vermijden van gedegen overleg met meedenkende oppositie) toch op het laatste nippertje naast de miljoenennota aanvullend beleidsmatig effectief handelt om burgers in nood te gaan helpen met de energierekening en de mede daardoor uit de hand gelopen inflatie. De Europese Bank en de regeringen zijn vooral schuldig aan het inflatiedebacle door het te lang gevoerde rentebeleid van de Europese Bank. De maatregelen van de EU en de regeringen om na de inval in Oekraïne minder afhankelijk te zijn van Russisch gas resp. olie en kolen zorgden door manipulaties met leveringen van gas door Rusland voor ongekende prijsstijgingen voor energie (elektra 3 tot 10 keer bij gas) en voor voedsel (10-30%) als gevolg van belemmeringen van Oekraïne havens en relevante grondstoffen. De gasmarkt mocht volgens Nederland aanvankelijk niet worden voorzien van een prijsplafond zoals de EU al langer van plan was. De noodmaatregelen energieproductie kunnen de Klimaatdoelen van de EU en de onderliggende landen in gevaar brengen waar ook de Raad van State voor waarschuwt. Opvallend is dat de kranten en de media schrijven en publiceren over de energieprijzen en de inflatie alsof Nederland een eiland is en de EU niet bestaat. Ook de naweeën van de wereldwijde Coronapandemie zorgden voor leveringsproblemen en transportbelemmeringen van gas, olie en grondstoffen en gemaakte producten waar onder computerchips. De bulk van maatregelen die het kabinet neemt, komen elders in de EU en daar buiten volgens afspraken aan de orde zoals in Duitsland, België. Oostenrijk, Frankrijk, Italië en Spanje. Mogelijk wordt in Nederland in de kranten en in de media alles dat klein is, uitvergroot. Het evenwicht in hoofdzaken en bijzaken, en in goed en slecht nieuws is zoek waardoor Nederland volgens kranten en media en sommige politieke partijen en ontregeld land en een hel lijkt te zijn. De ontwikkelingen in onze buurlanden en in de EU duiden daar niet op omdat een aantal verschijnselen ook daar voorkomen.

    De bekende onderzoeker en socioloog Stefan Mau van de Humboldt Univerität zu Berlin, schrijft in Merkur, dat de meeste Westerse maatschappijen minder zijn gepolariseerd zijn dan ‘politieke ondernemers’ en de media, ons willen laten geloven. Enige relativering van de situatie in Nederland is op zijn plaats. Bron NRC Caroline de Gruyter op 10-09-2022, en de informatie van Prinsjesdag 20-09-2022 en de Algemene Beschouwingen van 21-09-2022 door de politieke partijen. Het vertrouwen in de Tweede Kamer en de leden is ook laag en dat zou zorgen moeten baren bij de kiezers en bij het parlement. De Algemene Beschouwingen zijn structureel zo ingericht door de coalitiepartijen en de fungerende oppositie, dat de belangstellende burger afhaakt bij het schouwspel resp. steekspel en verdachtmakingen en verwijten in de Tweede Kamer, dat niet is gericht op oplossing en compromis maar getuigt van het maximaliseren van kritiek met vertoning van haantjesgedrag voor het TV-moment, zodat de keizer een hekel krijgt aan de politiek.

    Het Centraal Plan Bureau en de Raad van State moeten de adviezen over een deel van de op het laatste moment gesmede plannen nog uitbrengen wat mogelijk op de tweede dag van de algemene beschouwingen leidt tot enkele aanpassingen die met name worden verwacht bij het energieprijsplafond met de nader te specifieceren uitvoeringsregels en de beteugeling van de inflatie en allerlei vormen inkomenssteun voor gezinnen, alleenstaanden en studenten met een laag inkomen. In oktober 2022 blijkt na nieuw overleg dat 1200 m3 gas de norm wordt voor het bijgestelde plafond per gezin evenals 2900 kWh stroom tegen 1,45 Euro per m3 en 0,40 Euro per kWh. De tegemoetkoming is dan 241 Euro per gezin per maand. Arme gezinnen krijgen volgend jaar daarnaast een energietoeslag van 1300 Euro en in 2022 nog via de gemeente een bedrag van 500 Euro voor lopend jaar. Alle gezinnen krijgen volgens minister Jetten 2 keer een bedrag van 190 Euro per gezin voor de hoge energienota in 2022. de Blokverwarming van huizen en appartementen wordt nader geregeld. De tegemoetkomingen gaan de overheid niet 15 miljard maar mogelijk 25 miljard Euro kosten. Bron AD, 4 oktober 2022.

    Nogmaals derogatie

    Derogatie is sinds 2013 toegekend door de EU aan landen zoals Nederland, Vlaanderen. Duitsland, Denemarken, Ierland, Verenigd Koninkrijk en landbouwprovincies in Noord-Italië zoals Lombardije, Piemont en Emilia Romana Bij derogatie mag de veehouder onder voorwaarden zoals intensief maaien en grazen in een verlengd groeiseizoen uit dierlijke mest meer dan 170 kg N van de Nitraatrichtlijn per ha voedergrasland toepassen: namelijk 250 kg N. Het gevolg was dat deze veehouderijbedrijven vooral melkveehouderijen, nog stikstofintensief bleven. Derogatie gold voor 47% van het landbouwoppervlak in Nederland. Afbouw naar 230 kg N uit dierlijke mest per ha werd gelast in 2018 en de zorgen over mestfraude, nitraatcijfers grondwater en ammoniakproblemen bij Narura 2000 gebieden maakten de EU steeds strenger. Een zwart scenario voor kringlooplandbouw, als gevolg van afschaffing van de derogatie, zal volgens LTO-Nederland het stikstofkunstmestgebruik verhogen (?). Met de huidige extreme prijzen van stikstofkunstmest zal dat wel meevallen en gaan zelfs de akkerbouwers meer drijfmest/vaste mest gebruiken. De afschaffing van derogatie leidt tot vermindering van koeien en varkens en veroorzaakt dus ook extensivering en bevordering natuurinclusieve landbouw, ook kringlooplandbouw. De andere uitweg zou zijn meer ha weideland voor zover beschikbaar, bij een gelijkblijvend aantal koeien etc. dus schaalvergroting.

    In Boerderij schrijft Mariska Vermaas op 27-09-2022 in Boerderij dat de Europese Commissie het mestproductieplafond van de Nederlandse veestapel stapsgewijs met 22% naar 135 miljoen kg fosfaat en 440 miljoen kg stikstof verlaagt in 2025. Voor de komende jaren tot 2024 geldt een verlaging naar het niveau van 2020 dus 150,7 miljoen kg fosfaat en 489,4 miljoen kg stikstof. De plafonds liggen nu nog op het niveau van 2002, dat is 172,9 miljoen kg fosfaat en 504,4 miljoen kg stikstof. Om de norm van 2025 te halen moet de fosfaatproductie nog 10% omlaag en de stikstofproductie nog 6% van de huidige productie van de veestapel. Zoals bekend moet de derogatie vanaf 2023 afgebouwd worden naar 2026. Verder is derogatie bij Natura 2000 gebieden vanaf 2023 niet meer toegestaan. Vanaf 2024 geldt dat derogatie ook niet meer is toegestaan voor de overgangsgebieden rondom Natura2000 gebieden. Deze gebieden van ongeveer 1 km rondom Natura2000 gebieden worden aangewezen in het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Langs alle waterlopen wordt ( in Nederland per 1 maart 2023 volgens Nitraatrichtlijn en GLB) een verbod op bemesting ingevoerd op een bufferstrook van 3 meter. Als de bufferstrook van 3 meter meer dan 4% van het perceel beslaat, mag de bufferstrook worden versmald tot 1 meter. In waterrijk gebied geldt bij meer dan 4% een strook van 0,5 meter. Langs ecologisch kwetsbare waterlopen en eerder aangewezen oppervlaktewater blijft de bufferstrook 5 meter breed. Nederland moet net als België en Duitsland in het kader van de Nitraatrichtlijn gebieden aanwijzen ‘als door nitraten verontreinigde gebieden’. Daar moet de stikstofbemesting worden verminderd met 20%. Het betreft de zand- en lössgebieden. Voor fosfaatconcentraties in oppervlaktewater moeten in bijna heel Nederland beperkende maatregelen worden genomen tegen eutrofiëring. Het gebruik van meststoffen zowel kunstmest als dierlijke mest, moet elektronisch worden geregistreerd. Vanaf 2025 is dit verplicht voor alle bedrijven. Ook moet volgens de EU de controle en handhaving worden aangescherpt in Nederland en Duitsland. De gebiedsgerichte aanpak van hoogrisicogebieden mestfraude zoals die geldt in de Peel, Gelderse Vallei en Twente wordt uitgebreid naar andere risico-gebieden. Verder moet naast de controle op derogatie ook jaarlijks 5,5% van de varkensbedrijven gecontroleerd worden omdat die onvoldoende is. Het bemestingsplan op graasdierbedrijven blijft verplicht en wijzigingen moeten binnen 7 dagen worden gemeld. We zien dat het jarenlang traineren van Kringlooplandbouw en extensivering in de politiek en bij de boerenorganisaties met daarbij behorende duidelijke kringloopnormen voor vee en mest en ha’s (kringlopen en mineralenevenwicht mest en grond, de grondgebondenheid), en (uitgestelde) beperking invoer veevoer en krachtvoer, het mineralenprobleem niet heeft opgelost en dus leidt tot voortzetting van de controlebureaucratie van Nederland en van de EU.

    Bij het scheuren van grasland wordt de stikstofbemesting beperkt tot 50 kg stikstof per ha voor grasland en 60 kg stikstof voor bouwland. Boeren kunnen vanaf november 2022 derogatie aanvragen bij RVO. Voor 2022 gelden nog de bestaande voorwaarden voor derogatie en de normen van 230 kg stikstof uit dierlijke mest voor het zuidelijk zand- en lössgebied en 250 kg stikstof voor de overige regio’s. Op 1 januari 2026 moet de derogatie in Nederland geheel afgebouwd zijn om de hoeveelheid nitraat in het grondwater te dempen.

    Welke crisis is een crisis?

    Volgens prof. Beatrice de Graaf wordt in het programma OP1 op 28-09-2022 in haar boekje Crisis! bij de meer dan 10 crisissen van de laatste tijd de overheid door de slachtoffers/betrokkenen in de rol van schuldige gedreven. Bij de Overstromingen in Zeeland in 1953 was het nog gewoon om het lot of God als verklaring te geven ondanks rapporten van dijkbeheerders en adviezen van weerkundigen, dat het met de dijken mis zou gaan. Niemand zocht naar een schuldige overheid, en men sloeg de armen in elkaar. Er zijn tegenwoordig wel erg veel crisissen. Niet elke crisis is een crisis in de zin van: zij overvalt ons nu plotseling door onbekende oorzaak. Een crisis kan een verwaarloosd probleem zijn dat al lang bekend is bij de overheid en bij de burgers en de boeren. Een crisis kun je inhoudelijk bekijken en een oplossing zoeken en financiële middelen ter beschikking stellen. Zo acteert de overheid/het kabinet heden ten dage. Vroeger deed een kabinet bij crisis gewoon niks. God zou ons redden en je hoopte op genade en geluk, en daar moest je in berusten. Een andere benadering bij een crisis in onze tijd is een ‘schuldige’ zoeken en die dan verantwoordlijk te houden en om betaling na te jagen: de overheid!.

    Landschapselementen

    Naast de door toenmalig Minister Schouten gemaakte plannen voor de aanplant van grote hoeveelheden bos in Nederland zijn (bossenstrategie drie miljard bomen in de EU voor 2030) er beleidsinitiatieven voor boslandbouw en natuurherstel en -beheer die wachten op uitvoering. Minister Schouten stelde het Bosplan en het Deltaplan Biodiversiteitsherstel in 2019 op. Arjen Schreuder voegt daar in zijn artikel ‘De heg moet terug op het platteland’ in NRC van 29-09-2022, het advies aan toe om de komende dertig jaar ook een grote hoeveelheid kleine stukjes natuur zoals bossages, heggen, boomgaarden, boomlanen, poelen, kruidenrijke stroken, en natuurvriendelijk sloten toe te voegen. Die landschapselementen zijn de afgelopen 50 jaar grotendeels verdwenen ‘omdat ze bij het gebruik van machines in de weg stonden’. De ideeën zijn niet nieuw maar wel gebundeld en planmatig beschreven. De kosten bedragen globaal 7,5 miljard Euro te betalen door het Rijk (en de provincie gemeente en waterschappen etc). Het “aanvalsplan landschap’ is op verzoek van het Rijk opgesteld door een brede coalitie van ruim honderd partijen waaronder maatschappelijke organisaties, gemeenten, waterschappen, bedrijven en enkele ministeries. Het plan is aangeboden aan Minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof. Zij zal met de nieuwe minister van Landbouw, Natuur en voedselkwaliteit het voortouw nemen. Ongeveer 60 % van de landschapselementen is de laatste eeuw verdwenen en de biodiversiteit leidt daar sterk onder. Het plan is om een groenblauwe dooradering van 10% van het landelijk gebied in Nederland te creëren. De dooradering dient om het landschap met genoemde elementen te verfraaien en de biodiversiteit te vergroten en de waterkwaliteit te verbeteren etc. Grondgebruik wijzigen en grond beschikbaar stellen, moet worden vergoed evenals aanleg en onderhoud van deze landschapselementen door landschapsbeheerders, boeren, cultuurtechnische bedrijven, gemeenten en of hoveniers.

    Nieuwe Oogst artikelen

    In Nieuwe Oogst, editie Zuid, van 1 oktober 2022, schrijft John Lamers een artikel over stikstof- en methaanreductie in de veehouderij. De schreeuwerige kop: ‘Drietrapsraket lost stikstof- en klimaatprobleem veehouderij op’, geeft weer wat in het project Next Level Mestverwaarden wordt beschreven. 55 tot 90% minder ammoniak, methaanreductie van 65 tot 90% en groe gas en kunstmestvervanger, zegt de subkop bij het artikel. De hoeveelheid geproduceerde mest en de ammoniakemissie is blijkbaar een vaststaand gegeven. Met een combinatie van ‘dagontmesting’, mestvergisting, stikstofstripping en methaangasproductie zijn meerdere milieuproblemen tegelijkertijd aan te pakken. Het artikel noemt het Stikstofprobleem in absolute zin niet (Zie de kop van de tekst) en het project gelooft heilig in haar eigen innovaties zonder alle kosten (mestscheiding, stikstof strippen en methaanreductie en rendementen etc.) door te rekenen maar dat is niet het hele verhaal waar Nederland en de boeren mee worstelen. De focus ligt in het artikel op mestscheiding, stikstofstripping en op methaangasproductie van het project.






    Emissieregels EU voor grote veehouderijbedrijven

    De meeste EU -landen zijn nog tegen het voorstel van de Europeche Commisie om bedrijven met meer veehouderijbedrijven onder de Richtlijn Industriële Emissies. RIE, te brengen. Dat geldt voor bedrijven met resp.meer dan 150 runderen, 300 zeugen, 500 vleesvarkens, 10.714 leghennen of 5000 vleeskuikens. Zulk een richtlijn bestond nog niet en de gerns voor intensieve veehouderijen lag op 750 zeugen, 2000 vleesvarkens of 40.000 stuks pluimvee. Met het nieuwe voorstel krijgen ook rundveehouderijen er mee te maken. De discussie gaat eigenlijk over het onderscheid van het familiebedrijf en het industrieel bedrijf en de vergunningsnormen die daarvoor gaan gelden. Volgens EU-milieucommisaris Virginius Sinkevicius is de richtlijn in de toekomst van toepassing op hoogstens 13% van de commerciële rundvee-, varkens-, en pluimveebedrijven, die samen verantwoordelijk zijn voor 60% van de uitstoot van van ammoniak en 43% van de methaanuitstoot van de Europese Unie. Nederland als klein en intensief benut land, staat in principe achter het EU-voorstel. Bron: Nieuwe Oogst, Iede de Vries in haar artikel ‘Meeste EU-landen tegen emissieregels’.

    Een bizarre passage lezen we in in de column ‘Het bord van de boer en tuinder is vol’, van Sjaak van der Tak. voorzitter van LTO Nederland. De afbouw derogatie vindt hij net als veel veehouders maar niks, terwijl iederen weet dat we van de enorm gegroeide hoge stikstofgiften in de veehouderij af moeten. Sjaak van der Tak is geen veehouder en je verwacht dat hij als voorzitter LTO integraal zal spreken/schrijven namens de Nederlandse landbouw om het stikstofprobleem te helpen oplossen. Vreemd is de passage: De afbouw en extra voorwaarden afbouw derogatie, zijn slecht nieuws voor kringlooplandbouw(?), het verbeteren van de waterkwaliteit (?), en het verdienvermogen (doorgaan op de oude weg?).

    In Halvering middelengebruik in vijf jaar tijd, geeft akkerbouwer Peter Harry Mulder uit het Groningse Muntendam aan in vijf jaar zowel het middelenverbruik fungiciden op zijn bedrijf met zetmeelaardappelen 70%, suikerbieten 10%, wintertarwe 10% en zomergerst 107, te hebben bereikt en tevens via Niet Kerende Grondbewerking de biodiversiteit te hebben verhoogd, lichtere machines, vaste mest en groenbemester als basis te zien, plantversterkers te gebruiken zoals chitine en chelatoren zoals humine en en fulvine, en een bacteriepreparaat in aardappels, , evenals structureel de hoeveelheid de N-kunstmestgift te hebben verlaagd. Bron Nieuwe Oogst van 1 oktober 2022, Halvering middelenverbruik in vijf jaar tijd, in het artikel van Haijo Dodge.

    Op maandag 3 oktober 2022 zond de Minister van Landbouw ad-interim, Carola Schouten. de brief over het informeel akkoord dat met de Europese Commissie aan de Tweede Kamer, is bereikt over het Nationaal Strategisch Plan (NSP) voor het nieuwe gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van 2023 t/m 2027. Het plan NSP van eind december 2021 is aangepast De formele goedkeuring van de EU wordt over 6 tot 8 weken verwacht. Bij het beleid is het Ministerie van Landbouw en de provincies en de waterschappen betrokken. In deze tekst Essay Landbouw in verleden en heden etc. is het GLB eerder beschreven. De directe grondgebonden betalingen aan boeren, waarbij boeren een vast bedrag per ha ontvangen, wordt de komende jaren verlaagd. In de plaats komt meer nadruk voor maatschappelijke diensten en op duurzaamheid/volhoudbaarheid en een nieuwe eco-regeling. De discussie over Goede Landbouw- en Milieu Condities heeft een groot deel van de onderhandelingen met de EU in beslag genomen. De EU past en kritische baseline toe voor alle landen en daar moet Nederland aan wennen. De brief van Schouten met de aanpassingen NSP m.b.t. verbreding bufferstroken langs ecologisch kwetsbare waterlopen (5 en 3 m) , worden breder en de eisen van bodembedekking bouwland i.v.m de Nitraatrichtlijn en overwinterende vogels zijn zelfs op kleigrond (80% bedekking) aangescherpt, gewasrotatie en de eisen aan gewasdiversiteit is bijgesteld, bufferstroken van 1 meter langs droge sloten wordt toegevoegd, en de puntenregeling eco-regeling zijn doorgevoerd. De maatregelen jonge boeren in de transitie, zijn verbeterd en de uitbreiding areaal biologische landbouw gaat van 3,85% naar 6%, met bevordering van de omschakeling en de vergoeding van eco-activiteiten. De biologische sector wordt uitdrukkelijker dan in het verleden meegenomen in het Agrarisch Kennis en Innovatie systeem (AKIS). De samenwerking landelijk gebied krijgt meer ruimte om klimaat, lucht, water, bodem, en voor biodiversiteit. Dierenwelzijn en natuurlijk gedrag van dieren krijgt meer aandacht en specifieke knelpunten zijn de (te korte) levensduur koeien en het couperen van staarten bij biggen. Er zijn aangepaste termijnen openstelling en aanmelding voor GLB en er komt een digitale ondersteuning voor aanvragers. Op RVO staat zo spoedig mogelijk de actuele informatie over de grondgebonden regelingen. Begin november komt de basisversie van de simulatietool eco-regeling. Landschapselementen krijgen meer aandacht middels de landschapskaart, die administratieve last geeft van enkele dagen afhankelijk van het aantal percelen. Het nieuwe GLB gaat in op 1 januari 2023. Het beleid natuur en herstel biodiversiteit sluit aan bij het Nationaal Bosplan 2019 en bij het Deltaplan Biodiversiteit van 2019 van Schouten, De brief aanpassingen NSP van vervangend minister Schouten (9 blz.) staat op internet onder DGA EIA/22491447 van het Ministerie van LNV.

    Nieuwe Minister van Landbouw en advies Remkes

    Op maandag 3 oktober 2022 is de bekendmaking van de nieuwe Minister van Landbouw van of namens de ChristenUnie. Er wacht hem/haar een zware taak in een complex dossier ‘de Visie op Landbouw in Nederland’ en in een verdeeld en deels gepolariseerd veld van de politiek en de boeren en de boerenorganisaties. Piet Adema, een Fries uit Opeinde, oud -voorzitter van de CU, voorheen waarnemend burgemeester en gedeputeerde, is beëdigd als Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Als stapelaar van opleidingen MTS t/m de Open Universiteit werkte hij in bestuurlijke kringen als directielid, interimmanager en als toezichthouder RvC. Bestuurlijk werk in de branche bouwen en ontwikkelen resp. schoonmaak en glazenwassen evenals bestuurlijk werk bij VNO-NCW en MKB-Nederland, is hem vertrouwd. Kennis en kunde op het gebied van Landbouw, Natuur en Milieu, persoonlijk acteren en politieke wendbaarheid, wordt van hem verwacht als hij de Visie op Landbouw in een Perspectievennota langs de politieke klippen wil loodsen. Hij zal zowel de boeren als de burgers moeten zien te overtuigen en de politiek richting geven.

    Een nog niet gepubliceerd PBL-rapport over het uitkopen van boeren geeft aan dat de voorgaande aanpak in het verleden niet werkte. Het aantal uitgekochte boeren verminderde maar het aantal dieren niet. Dat is de kern van het huidige Stikstofprobleem: Het aantal dieren in de veehouderij moet fors omlaag en met vrijwillige uitkoop komt men er niet uit. NRC, 3 okt. 2022 van redacteur Martin Kuiper over het PBL-rapport met de titel: Vrijwillige uitkoop niet genoeg.

    Op woensdag 5 oktober 2022 komt de proces- en crisismanager Johan Remkes met zijn advies over de Stikstofproblematiek aan de regering en aan alle betrokkenen. De verwachtingen van de betrokkenenn zijn hoog maar het perspectief verschilt. Inschikkelijkheid en samenwerking wordt van alle betrokkenen (boeren en burgers) en de politieke partijen verwacht, in dit gepolariseerde dossier Stikstof. De aanbevelingen van Johan Remkes zullen een nieuw startpunt zijn voor overheid en boeren, aldus Esther de Snoo, hoofdredacteur Nieuwe Oogst, in haar Commentaar van 1 oktober 2022.

    Advies Remkes: Wat wel kan

    De presentatie van het advies Wat wel kan heeft Johan Remkes in een persconferentie gedaan: persoonlijk betrokken, inspelend op de heersende gevoelens en emotie van boeren en burgers, bondig, recht voor de raap, met kennis van zaken, en duidelijk en met gezag, zoals verwacht. Zijn aanbevelingen gaan over: Herstelvertrouwen, resp. Betere stikstofaanpak, Realiseren van perspectief, Gebiedsprocessen en transitie, Integrale aanpak en wel in drie lijnen. De lijnen handelen over 1. Korte termijn resp. 2. Het perspectief en 3. Gebiedsgerichte aanpak. Remkes gaat in begrijpelijke taal in op de stikstofproblematiek. Dan volgen het gerezen wantrouwen en het in het verleden gevoerde beleid door vorige kabinetten en de besluiteloze houding van de politieke partijen (verkiezingsangst), en de onduidelijke aanpak en slechte voortgang van de huidige regering. Dwang en uitspraken als 50% minder vee, acht Remkes polariserend. Ook de verschillen tussen de menselijke beleving op het platteland en de stad speelt cultureel mee bij verdwenen vertrouwen, niet alleen bij Ministerie van LNV. Voorzieningen verdwijnen en zorgen verschillen op het platteland (de laatste pinautomaat en het gebrek aan OV) en onbegrip is er over populaire onderwerpen van praatprogramma’s gevuld door stadse media. Daarna geeft Remkes aan dat de problematiek op het platteland dus niet alleen stikstof betreft. De hoeveelheid stikstof in Natura2000 gebieden in echt veel te hoog en dat moet voor 2030 worden verminderd volgens het kabinetsplan. Ook de Natura2000 gebieden en de wettelijke basis kunnen niet zomaar worden genegeerd. Vooralsnog is er geen alternatief voor de KDW voor stikstofdepositie in de natuur maar dat kan mogelijk in de toekomst anders. De boer wil emissie van stikstof minderen en met depositie op een m2 meter natuur kan hij niks. Ieder boer wil natuur. Een tussenevaluatie van stikstofdoelen en de weg er na toe in 2025 en 2038 wordt aanbevolen aan het kabinet. Puntgewijs worden de belangrijkste 25 adviezen toegelicht. (Zie de beschrijving in het Rapport). Een aantal adviezen stonden al in het Stikstofadvies van de Commissie Remkes van 2 jaar geleden, Opvallend is de noodzaak om bij piekbelasters binnen een jaar de bedrijfsvoering en het productieproces aan te passen of het bedrijf te stoppen of beëindigen (dus uitkopen) van de activiteiten van de 500 tot 600 piekvervuilende agrarische bedrijven (bij stikstof vooral veehouderij en de industrie, de energiecentrales en het verkeer). Er zijn lijsten van grootste uitstoters van NH3 en van NOx en industrieën etc. nabij Natura2000 gebieden. 500-600 bedrijven, dat is ongeveer 5% van alle veehouderijbedrijven in Nederland in 2022. De piekvervuilers die stoppen of worden uitgekocht moeten binnen een jaar (erg kort) stikstofruimte vrijmaken om 2500 PAS-melders en Interimmers Natuurbeschermingswet, de vergunning te kunnen verlenen en om de rest van de Nederlandse economische activiteiten qua vergunningen vlot te trekken. Remkes verwacht best nog juridische haken en ogen (hobbels) maar we moeten verder. Ook overleg over de vermeende staatssteun en concurrentievervalsing met de EU moet worden gevoerd. De andere agrarische bedrijven en verkeer en de industrie/energiebedrijven in Nederland zullen hun stikstofemissie moeten verminderen afhankelijk van de regio/provincies de op te stellen bijv. vier agrarische taakgebieden met rood (intensieve landbouw akkerbouw en tuinbouw), oranje (minder intensieve landbouw en veehouderij), geel (extensieve landbouw) en groen (Natura2000 gebieden en kleinschalige biologische/ecologische landbouw). De Visie op landbouw moet akkerbouw, melkveehouderij, intensieveveehouderij, en tuinbouw omvatten, in de verschillende landbouwgebieden. In de Perspectievennota zouden regiokeuzen landbouw moeten staan. Handreikingen voor de Visie op Landbouw worden gegeven voor de Perspectievennota Landbouw: met kansen en stimulaties en innovaties van landbouwsectoren en systemen, en Kringlooplandbouw met grondgebondenheid, grondbank, mineralenstoffenbalans, eiwit en veevoer, voedsel- en veevoerimporten, CO2-voetafdruk, en productie veevoer in Nederland/ de EU, beperking gebruik bestrijdingsmiddelen antibiotica in de EU, natuurinklusieve landbouw en natuur en biodiversiteit en het regionaal verdienmodel), en een schets van een nieuwe aanpak van de crisis door LNV (met extra uitvoeringskracht die er bij LNV niet meer is) worden gegeven. Remkes gaat het huiswerk voor Visie en Beleid van LNV niet maken. (Hij heeft ook niet alle juridische kaders om bij bedrijven in te grijpen, benut evenals dwangmaatregelen in het kader van de natuurvergunning. Dat laat hij aan de Ministers van LNV. Remkes schetst wel een denklijn naar de toekomst. Hij wijst de weg, maar het maken van een plan is aan de ministers. De Ministers van LNV moeten hun Visie op Landbouw formuleren en de aanpak meer en beter gaan communiceren (zenden en ontvangen) en de dialoog aangaan in het veld en zo nodig op de zeepkist. Remkes gaf aanbevelingen aan het kabinet en schetst een samenwerking op Visie met boeren en natuurorganisaties nodig voor een landbouwakkoord. Remkes schetst een tijdpad van 15 jaar om de landbouwtransitie te voltooien. Minister van der Wal is blij dat Remkes thans zijn uitgebreide rapport toelicht en minister Piet Adema krijgt ‘zijn grootste cadeau’ als nieuwe minister. Het stikstofplaatje van van der Wal verdwijnt en wordt vervangen door een nieuw regionaal instrument. Het integrale rapport van het advies van Remkes: Wat wel kan, staat inmiddels op internet bij het Ministerie van LNV en de Tweede Kamer.

    Het rapport verdient een grondige bestudering voordat er definitieve conclusies kunnen getrokken worden. De Ministers van LNV, die in eerste instantie positief reageren, zullen volgende week vrijdag namens het kabinet reageren op het advies Remkes. LTO Nederland zal haar 30.000 leden binnen anderhalve week raadplegen voor een beoordeling van het advies. Als eerste reactie reageren enkele polilitieke partijen en LTO Nederland grotendeels constructief op de adviezen en op de suggestie het verloren vertrouwen samen te gaan herwinnen zoals LTO Nederland, D66, CDA, VVD, CU en Caroline van der Plas laten zien. Polarisatie en anti-parlementair gedrag is niet meer gewenst, aldus Remkes.

    De vraag is of de mogelijkheid van produceren voor de wereldmarkt die Remkes noemt wel mogelijk is met de introductie met meerdere regionale markten/zones landbouw in Nederland of EU-markten. Bedoeld Remkes alleen export van akkerbouwproducten, groenten en bloemen?. Of ook zuivel en vlees?, wat zich niet verhoudt tot mindering veestapel.

    Overweging

    Enerzijds drukt de wereldmarkt de boeren in de hoek van produceren tegen de laagste prijs (het oude verdienmodel) anderzijds drukt de wereldmarkt (en de industrie, de handel en de winkelbedrijven) de regionale markten in de afgrond zonder de nieuwe EU- of wereldmarkt maatregelen zoals Farm to Fork, beperking van importen en exporten van voedsel en veevoer in met name Nederland en de EU, regionale veevoerproductie, regionale voedselregio’s in de EU, CO2-voetafdruk belasten, beperking N-bemesting in Kader Waterrichtlijn/N-nitraatrichtlijn voor teelt in de grond, beperking transport i.v.m. mineralen , energie en CO2, betere emissienormen van stallen voor stikstof, en verbod op handel in ‘stikstofrechten’, reductie bestrijdingsmiddelen, regionale vermarkting introduceren en faciliteren, duurzaamheid en volhoudbaarheid landbouw, aanpassing stalsystemen en mestsystemen (roosters, drijfmest versus gescheiden vaste mest en stro, en gier), grondgebondenheid landbouw en normen aantal vee-eenheden per ha, ecologisering en herstel natuur en biodiversiteit.






    Zorg over markt, verdienmodel en eventueel dwang

    De vraag of de Nederland kan doorgaan met produceren voor de wereldmarkt op de huidige schaal, is niet echt beantwoord door het advies Remkes. Bedoelt Remkes dat je een ‘afgeschotte’ regio landbouw, rood genoemd en intensief van karakter, kunt voortzetten als akkerbouw voor de wereldmarkt (aardappelen, suiker, granen, vollegrondgroenten) en veehouderij/intensieve veehouderij (melk en vlees, varkensvlees. kippenvlees etc.) voor de wereldmarkt?. En hoe organiseer je en richt je dan die andere regionale markten in, zonder dominantie van die wereldmarkt en de handel en de grootwinkelbedrijven? Verdient de markt van landbouwproductenen en voedsel niet een nieuwe ordening en nieuwe spelregels?

    Beperkingen van de liberale en de huidige ecologisch onverantwoorde wereldmarkt liggen deels voor de hand met het EU-beleid en Wereldhandel-beleid, de Klimaatcrisis en de Energietransitie (en de huidige energieprijzen). Met de huidige wereldmarkt worden miljoenen kleine boeren in de zich ontwikkelende regio’s economisch platgewalst door de ‘huidige industriele’ landbouw met de race naar minimumprijzen, die wij in Nederland achter ons willen laten. Door de handel en de industrie wordt het beleid van regeringen van ontwikkelingslanden bepaald, met een vertraging van 20 jaar ecologisch beleid en met verouderde voedsel en productieregelgeving, en zonder klimaatmaatregelen. Produceren voor de wereldmarkt wordt aangejaagd door internationale bedrijven en liberale handel, terwijl voedsel en veevoer resp. volksgezondheid in die landen land niet op orde zijn?. Het marktvraagstuk en het verdienmodel van de landbouw en het herstel van aandacht voor het platteland en de regionale infrastructuur, is met het advies van Remkes ‘Wat kan wel’ niet opgelost. Je kunt je niet overgeven aan de markt want dan regeert het huidige verdienmodel. Die omslag vergt zeer veel aandacht en creativiteit van de nieuwe Minister van Landbouw en het bedrijfsleven incl. de natuurorganisaties en van het gehele kabinet en de EU. Het huiswerk is duidelijk maar dan nog in een breder vlak dan Remkes vaststelt. Zonder een integrale aanpak en aansluiting bij de ontwikkelingen in Nederland en in de EU zijn grote veranderingen in Landbouw en in de Markt onmogelijk.

    Volgens Johan Vollenbroek, chemicus en jurist, mist het advies Remkes de juridische invalshoek om landbouw- en industriebedrijven die niet voldoen aan vergunningen m.b.t. milieuwetten of aan natuurregelgeving, aan te pakken en in geval van nood te sluiten: Eventueel onder dwang omdat volgens Vollenbroek de bestaande wetgeving veel meer mogelijkheden biedt, dan thans wordt benut. Vollenbroek licht ons voor. Ook industriebedrijven, verkeer en energiebedrijven moeten volgens Vollenbroek qua uitstoot van schadelijke stoffen worden aangepakt, niet alleen de boeren. Het advies Remkes schiet dus ernstig tekort aldus Vollenbroek. Vollenbroek pakt de zweep: Doorpakken! De handhaving van Milieu- en Natuurwetten door veelal gemeenschappelijke diensten namens de gemeente en de provincie is in Nederland een groot probleem zoals ook de Commissie van Aartsen over VHT (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving) vorig jaar duidelijk maakte. Staatssecretaris Heijnen van Milieu werkt aan verbeteringen zoals haat brief aan de Tweede Kamer aangeeft. Prof. Jan Willen Erisman, de stikstofprofessor, vindt in zijn plussen en minnen van het advies Remkes, het gebruik van het begrip piekbelaster (in dit geval stikstof(ammoniak)emissie bij een natuurgebied) in het advies van Remkes, niet zo gelukkig omdat het begrip niet gedefinieerd wordt en iedereen er op zijn eigen wijze mee aan de haal kan gaan. Ook de rol van de marktpartijen zoals voerleveranciers, banken, middelenleveranciers, en afnemers van landbouwproducten, die een rol spelen in het verdienmodel van de boer, krijgt te weinig aandacht. Het advies is globaal gezien een heel goede stap in de richting en het is indrukwekkend hoe Remkes dit tot stand bracht en gecommuniceerd heeft.






    Kabinet aan zet

    De lijst met 500 piekbelasters, die Remkes noemde, is er nog niet volgens minister van der Wal. In plaats van het antwoord: ‘Daar wordt op mijn Ministerie aan gewerkt’, wordt een welles nietes spel gespeeld. Een slechte start van het gezamenlijk vlot trekken van het stikstofprobleem. Een combinatie van de adressen van de 100 (en volgende 400) meest vervuilende bedrijven van de NH3(ammoniak)emissielijst en van de NOx(stikstofoxiden)emissielijst met de Natura2000 lijst en de GPS-posities, biedt een opstap naar die nog te voltooien lijsten van 500 piekbelasters. Blijkbaar moet het tijdig publiceren van volledige en gecontroleerde lijsten van vervuilers bij de coördinerende minister van Stikstof en Natuur en het RIVM, en de lijst met Natura2000 posities, worden afgedwongen door de Tweede Kamer of door juristen en milieuactivisten. Feitelijke informatie over vervuiling door bedrijven wordt in Nederland om onduidelijke redenen niet gedeeld met de burgers/de kiezers. Transparantie en duidelijkheid is er niet gedurende de afgelopen 40 jaar: Stevige handhaving blijkbaar ook niet. Het besluit van het kabinet om in Nederland 917.000 huizen te willen bouwen in de provincies, valt een dag voordat het kabinet besluiten over het advies Remkes, met de grootste aantallen te bouwen huizen in Noord- en Zuid-Holland en verder in Brabant en Gelderland etc., neemt met ingrijpende consequenties voor de ruimtelijke ordening resp. vergunningverlening en de emissiereductie van stikstof.

    Op vrijdag 14 oktober 2022 heeft het kabinet besloten om het advies van Remkes over te nemen met afzwakking van de tijdurgentie bij piekbelasters resp. de ingreep intrekken vergunning en of de eventuele onteigening. Het uit de lucht halen van polariserende spanning en dwang zoals Remkes bepleit, wordt door het kabinet overgenomen op een manier dat de kans op het verlopen van het momentum dreigt. Het streven van Remkes om na een jaar 500-600 piekbelasters aan te pakken, om PAS-melders te helpen, was ambitieus en urgent. Zelfs het gebruik van de de indicator KDW of zulk een instrument, is zonder alternatief vager dan ooit. De urgentie van ingrijpen lijkt weer op de lange baan geschoven met de kans dat de ‘zachte heelmeesters maken stinkende wonden’ omdat de rechters, de boeren, milieu- en natuurorganisatie-juristen en de vergunningverleners en de klagende burgers onder spanning blijven staan. De invulling van de door Remkes genoemde landbouwregio’s met een intensieve of extensievere landbouw (minder dieren per ha, grondgebonden landbouw met maximale hoeveelheden vee-eenheden per ha varïerend van bijv. 4 tot 0,5 GVE koe per ha bij melkvee, ontbreekt. Over ammoniakreductie, stof en stank van varkenshouderijen en pluimveehouderij, die veelal weinig of geen grond hebben, en bij woonwijken en Natura2000 gebieden kunnen liggen, wordt niet gerept. Ook een besluit over de Grondbank ontbreekt. Het lijkt bij de toon van vrijwilligheid alsof de 20% van de boeren die om leeftijdsredenen hun bedrijf gaat beëindigen het probleem vanzelf oplost zonder al die miljarden Euro’s te hoeven uitgeven? Het lijkt een sprookje.

    Het gegoochel met lijsten van vervuilers van 100, 500-600 en 3500 (boeren en industrie, verkeer en energiebedrijven) van RIVM, LNV en Remkes, en de screening aan de hand van de coördinaten van Natura2000 gebieden, lijkt zonder coördinatie te verlopen. Duidelijkheid over aanpak van piekvervuilers in de vorm van een procedure blijft uit. Vergelijkingen met uitkoopprocessen uit het verleden, zonder extensivering-randvoorwaarden zoals bij het uitkopen in de varkenshouderij, gaan mank. De invulling van een projectmatige beheersorganisatie voor LNV om de klus met de boeren en de provincies te klaren, ontbreekt. Piekbelasters zijn volgens Martijn Vink van het Planbureau voor de Leefomgeving, veelal efficiënte , rendabele bedrijven. Die zijn vaak niet geinteresseerd in vrijwillige uitkoop. Dat efficiënt is berekend volgens het huidige verdienmodel zonder doorrekening van milieuschade en natuurschade. Dat wordt onderwerp van het gesprek met piekbedrijven over extensiveren, aanpassen bedrijfsvoering of stoppen. Bron NOS en NRC 15 en 16 oktober 2022 met 2 artikelen van Martin Kuiper en Eppo König.

    Op internet zijn inmiddels brieven van de Ministers van Landbouw aan de Tweede Kamer geplaatst. De reactie van het Kabinet op het Rapport Remkes is getiteld: Appreciatie rapport Remkes “Wat wel kan”, uit de impasse en een aanzet voor perspectief, 6 blz., 14 oktober 2022 van de Ministers Piet Adema en Christine van der Wal. Verder is er een Ambtelijke conceptanalyse over mogelijk effect piekbelasters door LNV aan Minister van der Wal, toegezonden met een beslisnota van ambtenaren aan de ministers. De brief Appreciatie zet de toon van waardering voor het rapport Remkes en erkenning voor de boeren in Nederland voort. Het kabinet kiest voor het ‘oude’ overlegmodel met de sector dat tegenwoordig in andere landen burgeroverleg of burgercommitee als overleg met de betrokken burgers, wordt genoemd. Een op te richten taskforce zal de ontbrekende (wegbezuinigde voorlichting) beheersorganisatie van LNV moeten vervangen. Minister Adema komt met een nieuwe Perspectievennota om de Visie op Landbouw vast te stellen en 2-maandelijks overleg met de landbouworganisaties en de natuurorganisaties moet zorgen voor betrokkenheid en balans. Markt en verdienmodel resp. een concrete planning van stappen in de emissiereductie van stikstof, en een reactie op regio’s met landbouw van verschillende intensiteit, worden niet genoemd. De stoffenbalans (mineralenbalans van het bedrijf en de administratie van voer en eiwit) resp. piekbelasters en de PAS-vergunningen worden genoemd evenals het overleg over uitkopen boeren in overleg met de EU/Brussel. De ontwikkeling van concrete instrumenten om emissiereductie op het erf te meten, krijgt extra aandacht o.a. in het kwartiermakersrapport van Ruud Tijssens, directeur Public & Coöperative affairs van Agrifirm, en de evaluatie daarvan.

    Toelichting rapport. Het rapport:Versnellen van innovatie voor een toekomstig agrarisch Nederland. In het rapport is het advies over de aanstelling van een Innovatiegezant en het instellen van een Regieorgaan Stal- en bedrijfssystemen opgenomen. Een taakgroep mestverwerking en een taakgroep sensor- en datasystemen is opgenomen in het rapport. Per sektor worden Fieldlabs aanbevolen. Er is geen regie op de ontwikkeling van noodzakelijke doorbraakinnovaties van stal- en bedrijfssystemen. De totale innovatiecontext incl. ondersteunend instrumentarium is niet toegesneden op ‘Full empowered werkende Field Labs, die paralle resultaat leveren op vier gebieden: technisch, economisch, juridisch e maatschappelijk werkend. Contouren voor nieuw mestbeleid met grondgebondenheid, mestverwerking van alle mest van niet grondgebonden bedrijven en gebiedsgerichte aanpak ter verbetering van de waterkwaliteit wordt aan LNV overgelaten. De ontwikkeling van stalsystemen is in Nederland te beperkt en de toepassing van sensors en datastromen is stroperig in Nederland. Taakgroepen worden ingericht om dit op te lossen. Het Eindrapport kwartiemaker van 08-07-2022 staat op internet open.overheid.nl.

    De mogelijkheid van gedwongen sluiting van veehouderijbedrijven met de onteigening van piekbedrijven bij Natura-2000 gebieden, leidt voortdurend tot felle emoties bij boeren en burgers. Het uitblijven van duidelijkheid over piekbedrijven (wie en hoeveel?), en de aanpak, verhoogt de druk. Ook de mogelijk ongelijke behandeling bij het alleen aanpakken van veehouderijbedrijven terwijl de industrie, het verkeer en de energiecentrales, de Stikstofdans ontspringen of weer uitstel krijgen, leidt tot spanningen.

    Omdat chemische resp. technische en verkeersbedrijven ook moeten gaan voldoen aan hun emissiereductie van Stikstof etc, maakte de NOS een eerste rondgang om de bedrijven te polsen. Sommige bedrijven reageren alsof ze nu pas wakker worden. De aanpassingen in het productie- of bedrijfsproces zijn onvoldoende om aan de regelgeving te gaan voldoen. Enkele bedrijven doen dat af als te duur. De bedrijven kennen de milieuproblematiek al heel lang, en acteerden onvoldoende bij een weifelende handhaving door de overheid. Gedwongen aanpassing, boetes en of sluiting wordt door de bedrijven als onhaalbaar en onbetaalbaar weggezet alsof de overheid het probleem heeft veroorzaakt. Met die houding waren voorheen ook een aantal boeren behept, die eigen verantwoordelijkheid als ondernemer afwezen. Die fase is gelukking voorbij na acceptatie van het advies Stikstof van Remkes. De falende overheid, die het toezicht na het rapport van Aartsen moet versterken maar weinig voortgang boekt, en of de activisten van MOB en de natuurorganisaties etc. zullen de bedrijven aanspreken en indien nodig juridisch aanpakken.

    Bij het afscheid van prof.dr. Hans Mommaas als directeur Planbureau voor de Leefomgeving wordt hij geïnterviewd door Eppo König van NRC met het Artikel: ‘We struikelen de toekomst in’: NRC, 24 oktober 2022. Dat struikelen slaat op de grote verbouwing van Nederland die slecht verloopt: De ambitieuze herinrichting voor een klimaatneutraal en leefbaar land in 2050. Maar zowel de basis als het einddoel ontbreken nog. Er is geen samenhangend beeld van hoe Nederland er na de grote verbouwing uit moet gaan zien, We hebben beelden bij de stikstofdoel, een woningbouwdoel, een klimaatdoel, een natuurdoel en een waterdoel. Maar die doelen zijn onderling verweven en moeten in samenhang worden bereikt. We zijn te laat begonnen en we maken ook te weinig tempo. De leefomgeving is verspreid over 5 ministeries. Dat leidt tot versplintering en separate doelen in het handelen van ministers naar de Tweede Kamer toe. De samenhang ontbreekt al veel langer dan het Klimaatakkoord van Parijs. We zijn te laat begonnen en we acteren te onsamenhangend. Het stikstofprobleem kun je wel minderen met de aangekondigde maatregelen maar zonder dwang halen we de doelen niet. De kwaliteit van de natuur uit het oog verliezen en verengen tot een KDW-discussie is te simpel. Doelen stellen en vasthouden is prima maar onderweg moet je blijven evalueren om meer ruimte te hebben om samen te bewegen. De bundel bij het afscheid van Hans Mommaas “Met het oog op de leefomgeving’, tussen Kennis, beleid en maatschappij, is een aanrader. Het beeld van het Planbureau en haar ontwikkeling en haar gewijzigde strategische positie wordt in het rapport (64 blz.) duidelijk gemaakt.






    Vlaanderen en Duitsland voortgang

    In Vlaanderen heeft minister Zuhal Demir van Justitie, Omgeving en Handhaving (NVA), in vervolg op PAS Programmatische Aanpak Stikstof, nieuwe mestnormen voor stikstof en fosfaat in het vooruitzicht gesteld in haar MAP-7 (MestActie)Plan om de kwaliteit van het oppervlaktewater resp. het grondwater en de bodem, te verbeteren. Brede akkerranden van 6 meter zonder meststoffen en bestrijdingsmiddelen, en 15% mindering op stikstof-bemesting en fosfaat, worden voorgesteld om aan de nitraatrichtlijn en andere eisen tegen eutrofiering te voldoen. Na 1 augustus zou niet meer mogen worden bemest. Demir denkt onterecht dat aardappelen en groenten die pas in september worden gerooid (terwijl en dan geen grote hoeveelheden vrije stikstof meer in de bouwvoor zijn maar wel als gebonden N in het loof en de knollen/wortels), leiden tot teveel stikstofuitspoeling in september en oktober. Ook kale akkers (akkerbouw en groenteteelt) in de herfst moeten worden ingezaaid met een groenbemester of wintergewas. Tegenstanders zoals boeren en CD&V beweren dat met dit voorstel de friet in België en de aardappelteelt wordt bedreigd. Haar concept mestactieplan MAP-7 gaat zij bespreken met haar Collegaminister van Landbouw en de landbouworganisaties, die blijkbaar nog geen eigen plan hebben. In België/Vlaanderen (en Nederland en Duitsland) loopt de Minister van Landbouw (Brouns CD&V, Adema CU, Özdemir Grüne Partei) achter de feiten en de dagelijkse discussie aan zonder Visie op landbouw met perspectief met aandacht voor klimaat, energie, extensivering landbouw, biologsche landbouw en vermindering veestapel met een stikstof-, fosfaat- en bestrijdingsmiddelenplan. Ook Duitsland is (net als Nederland) te laks in maatregelen tegen Stikstof zoals de Nitraatrichtlijn van de EU met 25% meetpunten met meer dan 50 mg nitraat per liter grondwater. Al in 2017 is Duitsland door De Europese Commissie bij het Hof in Luxemburg aangeklaagd omdat het nitraatgehalte in het grondwater en het oppervlaktewater al lange tijd te hoog is. Een boete van vele miljoenen Euro stond op het spel. Een klus dus voor de Grüne Minister van Landbouw en Voeding, Cen Özdemir en de milieuminister Steffi Lemke. In april 2022 hebben zij een akkoord mestverordening bereikt met de Europese Commissie en daarna tegen de zin van de Bundesländer strengere bemestingsnormen tegen nitraatvervuiling opgelegd vooral voor de veehouderij. De gebieden waar de landbouw 20% minder mag bemesten liggen vooral in het Noord-Westen (Nieder Saksen) en Westen (NRW) van Duitsland waar de meeste veehouderij voor komt. De rode gebieden met teveel nitraat in het grondwater zijn toegenomen van 0,5 tot inmiddels 2,9 miljoen ha landbouwgrond. Duitsland moet tevens meer en fijnmaziger nitraat in grond- en oppervlaktewater gaan meten, zodat in 2028 beter gerapporteerd wordt. Bron IEDENEWS 11 juli 2022.






    Porthos en bouwvrijstelling

    Woensdag 2 november 2022 doet de hoogste bestuursrechter uitspraak in de zaak Porthos, aangespannen door Mobilisation for the Environment MOB tegen het bouwproject in de Rotterdamse haven, dat 2,5 miljoen ton CO2 per jaar in de bodem van de Noordzee zou gaan opbergen. Bij de aanleg wordt 20 km pijpleiding van Rotterdam naar de Noordzee gelegd en komt x ton CO2 vrij en 150 ton stikstof in de buurt van Natura2000 gebieden. Behalve het principe van de veilige opslag van CO2 (je moet CO2 voorkomen) staat volgens MOB ook het geitenpaadje van de vergunningverlening bouwprojecten ter discussie. Wat volgens natuurorganisaties een geitenpaadje is, is volgens de overheid een nuttige scheiding van aanleg en gebruik. Wordt alleen de stikstofuitstoot van de bouwfase beoordeeld of ook de stikstofuitstoot na de ingebruikname van het project?. (de installaties en machines, het gebouw, de weg, de (mega)stal etc.). Daarbij horen nieuwe berekeningen en schattingen van de stikstofemissie. MOB procedeert primair om de bouwvrijstelling aan te vechten omdat alle sectoren (ook industrie, bedrijven, energiebedrijven en verkeer naar rato) moeten bijdragen aan de CO2-reductie en aan de stikstofreductie etc.

    Het was een spannende uitspraak op 2 november 2022 voor de rechtspraak resp. de bouw, de bedrijven, de burgers en de boeren. Dus voor Nederland (de politiek van het kabinet, de Tweede en Eerste Kamer, en de provincies) tenzij er nog vragen zijn over het EU-recht. Die vragen heeft de Raad van State volgens de toelichting van het oordeel niet. De Raad keurt de huidige bouwvrijstelling zonder berekening stikstof af in een tussenuitspraak. Per project of bouwwerk moet voor beide fasen van de vergunning: de bouw en het gebruik of inwerkingstelling, een berekening stikstof worden ingediend bij de vergunningaanvraag in relatie met mogelijk aanwezige Natura2000 gebieden. Bij mogelijke schade moet er ook een ecologisch rapport worden opgesteld. De productie van CO2 (energieverbruik) en stikstofemissie en stofproductie en andere vervuiling, blijft voor de productie en aanvoer van bouwstoffen (beton, cement, water, zand en stenen, dakbedekking etc.) en constructiematerialen (beton, hout en metaal) en het transport naar de bouwplaats, als weging van integrale duurzaamheid volgens de huidige wet buiten beschouwing. Eigenlijk zou je voorafgaande aan de bouw, van een project qua duurzaamheid willen weten hoe zwaar de CO2-energievoetafdruk en de stikstofvoetafdruk en grondstoffen en vervuiling en stof is, van de geproduceerde bouwmaterialen. Over Porthos wordt over 6 weken de procedure voortgezet als MOB ook de te laat ingediende stikstofberekening van de bouwfase heeft bestudeerd. Er is dus geen bouwstop maar de aanvraagprocedure is aangescherpt en dat zal bij veel bouwprojecten leiden tot vertraging. Het aanleveren van stikstofcijfers voor de bouwfase is te overzien en de stikstofberekening voor woningbouw en projecten zonnepanelen en windmolens zijn niet zo moeilijk. Ook Vollenbroek waarschuwde al vooraf aan de Minister van woningbouw een aparte procedure met stikstofberekening woningbouw in de Wet op te nemen maar dat gebeurde niet. Projecten zonnepanelen en windenergie kosten bij de aanleg beperkt CO2- en stikstofemissie bij de bouw en het transport op de bouwplaats zeker als er elektrische ouwkranen worden ingezet. De lijsten met de grootste vervuilers stikstof (ammoniak en NOx) die het RIVM heeft aangeleverd, blijken weer niet te kloppen. Minister van der Wal stond in haar hemd in de Tweede Kamer ondanks excuses en een toelichting van het RIVM. Het vertrouwen in het RIVM staat alweer ter discussie en er komt een nader onderzoek. Blijkbaar is de interne controle en de kwaliteitszorg bij RIVM niet voldoende ingedaald.

    Bron: resp. Bouwsector vreest voor zijn geitenpaadje, van Sjoerd Klumpenaar en Eppo König; NRC 31 oktober 2022. En de toelichting op Porthos van de Raad van State, 2-11-2022; AD 02-11-2022 met het nieuws rond het debat in de Tweede Kamer over landbouw, en het geblunder van het RIVM.

    Uitfasering drijfmest?

    De provincie Brabant wil drijfmest uitfaseren in de nieuwe uitvoeringsagenda Mest. De Provincie wil waardevolle bestanddelen van mest behouden en gebruiken, en tegelijk overlast voor de omgeving voorkomen, De Provincie wil een driesporenbeleid voeren met het uitfaseren van drijfmest (aanpassen mestsysteem met scheiden vaste mest en gier of inrichten strooiselstallen) met kringlooplandbouw, mestbewerking (scheiding bij bron of inzet strooisel voor vaste mest) bij de bron, en het stimuleren van innovatie (voor kunstmestvervangers en bodemverbeteraars). Gedeputeerde Elies Lamkes-Straver verwacht met de invoering van kringlooplandbouw en aanpassing van het mestsysteem en aanpassingen van de staltypen de stikstofemissie op de veehouderijbedrijven te verminderen om aan de natuurvergunning te gaan voldoen. En de akkerbouw en groenteteelt krijgen een betere mest van de veehouderijbedrijven. De Provincie Brabant is de eerste die beleidsmatig reageert op de suggestie van uitfaseren drijfmest van de Commissie Stikstof van Remkes en op de adviezen van meerdere landbouwkundigen om mest te scheiden of stro in te zetten voor vaste mest. Stro bindt ammoniakstikstof omdat het een hoog C/N quotiënt heeft. Dat vergt financiële en technische hulp van de overheid om de emissie van stallen en het mestsysteem te minderen. De extensivering van de veehouderij met beperking van het aantal dieren, beperking eiwitrijk veevoer, beperking import veevoer en krachtvoer, en de extensivering van het areaal landbouwgrond (perceelranden, waterranden en beekdalbeheer) en de vermindering van de bemesting conform de Nitraatrichtlijn 7 zal de kwaliteit van water, bodem en lucht op langere termijn verbeteren. Bron: Uitvoeringsagenda Provincie Noord Brabant 11 november 2022 en Akkebouw, 10 november 2022.

    Bij de invoering van Kringlooplandbouw resp. Natuurinclusieve landbouw en Biologische landbouw is een vorm van extensivering van de bedrijfsvoering nodig en een beperking van de mineralenkringloop inclusief de beperking kunstmest en de import veevoer. Om de stikstofemissiereductie te behalen zijn deze ontwikkelingen noodzakelijk. Het vergt samenwerking van veehouderijbedrijven en akkerbouwers om kringlopen in te vullen en producten uit te wisselen (Mestsoorten en ruwvoer en andere producten).

    Intermezzo stallen

    Moderne stallen voor melkveehoudereij, vleesvee en geitenhouderij zijn veelal open stallen met natuurlijke ventilatie in de nok en aan de zijkanten van de stal. Zij ontberen verwarming en ventilatoren. Het ventilatievaud met gesloten poorten is bekend en verandert afhankelijk van de windsnelheid en windrichting. De bandbreedte van het ventilatievaud kun je niet echt meten maar wel globaal schatten De flow van stallucht naar buiten is dus variabel. De concentraties in de stal (op meerdere meetpunten meten met sensoren) zou je de hele dag kunnen meten en vastleggen in een computer. Momenteel gaat de aandacht vooral uit naar het meten van ammoniak met een sensor en het bepalen van de ammoniakemissie uit de stal. De NH3-emissie resp. de H2S-emissie, de CH4-emissie en de stankafvoer is dus ook variabel. Als je de concentraties van de stoffen in de stal zou meten, kun je de afvoer uit de stal globaal schatten. Dat is een globale geschatte monitoring. Veel moderne varkensstallen en kippenstallen zijn gesloten stallen met regelbare mechanische ventilatie en luchtwassers en evt. verwarming. De flow van de stallucht wordt geregeld en is dan bekend. De concentratie en het verloop van NH3 resp H2S, CH4 (en de stank) is te meten bij de ventilatoren in de stal (stalklimaatregeling). Dan kan de emissie van die stoffen naar de buitenlucht behoorlijk nauwkeurig worden vastgesteld/berekend altahsn als de ventilatoren werkelijk altijd aan staan. Je zou zelfs de emissieheffing voor de vervuilende stoffen in geld kunnen gaan vaststellen. Dat is realtime monitoring op basis van meten en vastleggen. In de provincie Brabant gaat een project stikstofuitstoot van start met hightech meting van vervuilende stoffen in stallen. Provinciebestuurder Elle Lemkes-Straver kondigt in dec. 2022 een proef met Connecting Agri&Food uit Uden aan bij 25 veehouders. Omdat de problematiek op vele veehouderijbedrijven in Nederland, België en Duitsland speelt is geld voor het onderzoek en de proeven momenteel het probleem niet. Als de metingen van de sensoren reproduceerbaar en betrouwbaat zijn en volgens voorschrift worden geregistreerd, kan een computer met de gegevens van de stalklimaatcomputer de emissies van NH3, H2S, CH4 en “stankstoffen” per dag, week of maand berekenen. Dat vergt een andere manier van bedrijfsvoeren, het managen van de stal en het aanleveren van gegevens aan de controlerende overheid. Einde intermezzo stallen. Bron Intermezzo Stallen. BD, Ammoniaksensoren in de stal, Frank van den Heuvel, 9 dec. 2022

    Het blijft onduidelijk hoever de Provincie Brabant wil gaan met het uitfaseren van drijfmest. De regering als overheid aarzelt. Wie gaat die ingreep betalen, financieren of fiscaal aantrekkelijk maken via extra afschrijvingen. Schaffen we het drijfmestsysteem helemaal af?. De overheid en de banken hebben de invoering altijd gestimuleerd. De boeren en loonwerkers hebben enorm geïnvesteerd in apparatuur en machines. Hoe komen we op een nette manier van die stallen met dat mestsysteem en die apparatuur en machines af?.

    Je kunt de mest van dieren scheiden in vaste mest en gier in een drijfmestputtenstal, en je kunt gaan voor vaste mest en gier door strooiselstallen in te voeren. Dat vergt scheidingsapperatuur en of forse aanpassingen van stallen. Bij drijfmestputten kun je met scheiden van vaste mest en gier de ammoniakproductie en de ammoniakemissie beperken. De vaste mest in de strooiselstal (stro of zaagsel etc.) bindt de ammoniak en er is geen anaeroob milieu zoals in een drijfmestput. De Stikstofemissie van een goed gestrooide strooiselstal (met gierafvoer of een koeientoilet) is dan ook lager dan een drijfmestputtenstal met scheiding. In putten komt onder natte en anaerobe omstandigheden zowel ammoniak NH3 als zwavelwaterstof H2S en de productie van skatolen/stankstoffen voor evenals de produktie van methaan. Methaan is tien keer zo erg in de klimaatcrisis als CO2. De veehouderij in Nederland is grotendeels verantwoordelijk voor die methaanproductie. Ook natte veenweidegronden en veengronden leveren methaan evenals de petrochemische industrie, In het buitenland zijn de vuilnisstortplaatsen en de aardolie-industrie de grootste producenten van methaan (bij niet affakkelen) en bij misdadige bombardementen op gasleidingen. Ook klimaatopgewarmde natte toendra’s sturen veel methaan de lucht in. Dat hakt erin voor het klimaat met CO2 en CH4.

    Omdat de aandacht momenteel vooral uitgaat naar stikstofuitstoot in de veehouderij lijkt de problematiek van stank en stof in de concentratiegebieden met varkenshouderij en kippenhouderij minder aandacht te krijgen. In de intensieve veehouderij wordt het meeste eiwitrijke krachtvoer gebruikt van granen en mais met allerlei restproducten. Eiwitten bevatten vooral stikstof- en zwavel- en fosforverbindingen. Die moeten ergens blijven: in de mest en in de lucht. Volgens Prof. Lidwien Smit. hoogleraar milieuepidemiologie Universiteit Utrecht, raakt gezondheid in de stikstofdiscussie op de achtergrond. Alleen kijken naar de wettelijke normen is onvoldoende. Het meten van stank en stof die een stal afgeeft, is lastig. De wettelijke normen zijn echter zeer ruim en die beschermen de volksgezondheid niet. Bij de vergunningverlening speelde stank en stof ook al een marginale rol. Het 2 jaar geleden afgesproken Schone Lucht Akkoord van gemeenten, provincies en het Rijk is niet bindend. De EU kondigde onlangs aan om strengere bindende normen voor luchtvervuiling te gaan invoeren. Bron, NRC : Stikken in het stof van de varkenshouderij, Karlijn Kuijpers en Martin Kuiper, 19 en 20 nov. 2022.






    Amendement Vestering

    Al jaren praat de Tweede Kamer (en voorgaande kabinetten) over regelgeving voor diervriendelijke huisvesting en tegen dierenmishandeling in de veehouderij. Met het aeandement van Kamerlid Vestering (PvdD) is de Minister van Landbouw gevraagd om per 1 januari 2023 een einde te maken aan het leed toebrengen om dieren te huisvesten, geen redelijk doel. Dieren moeten genoeg ruimte, daglicht, water en grond te beschikking hebben om hun natuurlijk gedrag te volgen. Het soorteigen gedrag van het dier staat centraal en niet de stal of de huisvesting. Het amendement dat leidde tot commotie, kritiek en scherpe veroordeling is onuitvoerbaar, en dan ook nog voor 1 januari 2023!. De uitvoering van het amendement stuit op grote problemen voor de boeren. Minister Piet Adema wil een aanpassing van de Wet Dieren, die hij wil veranderen op voorspraak van het Landbouwbedrijfsleven en de Dierenbescherming in de vorm van een convenant over dierwaardige veehouderij. Daarna is de Tweede Kamer weer aan de beurt. De ingangsdatum zou dan 1 januari 2024 zijn. Het amandement is onduidelijk over welke dieren allemaal zijn bedoeld resp. wat er verboden wordt en wat natuurlijk gedrag precies is. Volgens Kamerlid Vestering schoffeert Adema daarmee de Tweede Kamer. De Tweede Kamer wordt als medewetgever aan de kant geschoven. De Groot (D66) en een meerderheid van de Tweede Kamer is akkoord met een gedegen aanpak van de Minister en is voorstander om het met de Sector voor te bereiden bijv. in het Landbouwakkoord. In de huidige complexe maatschappij is vooroverleg van de wetgever met de Sector (Landbouw en Natuur) en/of met een Boeren-Burgerberaad (Boeren en Natuurorganisaties en Dierenbescherming) gewenst ter voorbereiding op beleidsvoornemens en handhaafbare wetgeving. Kamerlid Boswijk (CDA) is nog niet gerust op een goede afloop. Hij geeft aan dat de meeste mensen voor diervriendelijke landbouw zijn, maar ze kopen wel in de supermarkt een kiloknaller. Bron NRC, PvdD: Onder Dierenleed, Minister schoffeert Kamer. 11 november 2022.






    Rechterlijke uitspraak over Provincie Overijssel

    De provincie Overijssel met de gedeputeerde Tijs de Bree legt boetes op van tien tot honderdduizenden € bij 29 boeren die deels onvergund zijn. Zij behoren tot de boeren die na het PAS-drama versneld geholpen zouden worden als er stikstofruimte vrijkomt omdat ze hun bedrijfsvoering moeten aanpassen (minder stikstofemissie) of omdat andere boeren nu stoppen. De boeren moeten hun Stikstofuitstoot binnen 6 maanden drastisch verlagen of halveren. De bedrijven behoren bij de 2400 landbouwbedrijven die sinds 2019 zonder natuurvergunning hun bedrijf via de PAS-regeling (uitbreidingen veehouderijbedrijven onder Programma Aanpak Stikstof) uitbreidden met meer vee: de PAS-melders. Johan Vollenbroek van MOB en raadsman Valentijn Wösten van Vereniging Leefmilieu hebben de handhavingsprocedure bij de Provincie Overijssel afgedwongen bij de rechter. Het Stikstofprobleem bij de boeren wordt veroorzaakt door meer vee in de PAS-vergunning met zogenaamde emissiearme vloeren die mest moeten scheiden resp. het weiden van meer vee, en meer mest uitrijden, onder een niet rechtsgeldige vergunning. Dat zou volgens de rechter door de Provincie nader en preciezer moeten worden onderzocht, en dat gebeurde niet. Ondanks het juridisch gelijk van Johan Vollenbroek van MOB in het handelen jegens de Overheid, treft de bijl van de rechter de boeren als PAS-melders, die niet of nauwelijks een kant uitkunnen. Volgens de raadsman van MOB, Valentijn Wösten, hebben een aantal boeren hun bedrijf voor 2015 zonder toestemming uitgebreid. Door een PAS-melding in te dienen bij de provincie, probeerden zij dit te verhullen aldus Valentijn Wösten. De overheid kijkt van afstand passief toe vandaar dat de gedeputeerde Tijs de Bree van de Provincie Overijssel, een brief (om hulp) zond aan Minister van der Wal van Stikstof en Natuur. Bron: Stikstofboetes dreigen voor boeren, Martin Kuiper, NRC 12 en 13 november 2022.

    Stikstofrechten kopen (bij boeren, en latente rechten bij bedrijven of de overheid) is geen oplossing omdat vrije handel in stikstofrechten (vervuilingsrechten) leidt tot productierechten en de handel daarin, die gefiscaliseerd zullen worden en dan kom je er niet meer vanaf net als bij het debacle met de melkquota. Teeltrechten zoals graanrechten, veerechten, melkrechten/melkquota, mestrechten, zoals fosfaatrechten en stikstofrechten, ontwrichten het economisch verdienmodel. Partijen met veel geld gaan de markt beheersen.

    Vervolg rechterlijke uitspraak ingelast december 2022

    Aan de landsadvocaat Pels Rijken is na een motie van Thom van Gastel, VVD, door Minister van der Wal, gevraagd om een oplossing voor de PAS-melders, die zonder vergunning, verder boeren en belaagd worden door het vonnis aangespannen door MOB tegen Provincies i.v.m. boetes. Boetes voor deze boeren mogen niet vergoed worden door de overheid. Slecht 35 boeren kunnen tot nu toe rekenen op een vergunning. Rechten van stikstofuitstoot ergens opkopen en doorgeven via de overheid aan PAS-melders elders is bij Natrura2000 gebieden is vaak onmogelijk vanwege gebiedsgerichte aanpak. Garantstelling bij banken door de overheid is verboden tenzij de lening geen verschil maakt wordt voor de lening (?). Controles PAS-melders door de Provincies moeten plaatsvinden en de bedrijven moeten hun bedrijfsvoering aanpassen en eventueel hun veestapel inkrimpen. Dat betekent dat er ondanks toezeggingen van de Minster aan de Tweede Kamer en de boerenorganisaties, geen overgangsrecht bestaat voor boeren die onder PAS hebben uitgebreid. Met het vervallen van de PAS-regeling, die volgens de milieuorganisaties altijd al omstreden was, en door de rechter is vernietigd, lijkt de oplossing voor PAS-melders juridisch de pas afgesneden. Dat betekent extra druk op 2400 boeren PAS-melders. Bron NRC: Stikstofuitweg niet toegestaan, Cato Brinkhof en Martin Kuiper, vrijdag 30 december 2022.






    Maken van stikstofruimte?, 9 dec. 2022

    Op 9-12-2022 meldt de provincie Overijssel een mogelijke oplossing te hebben gevonden voor de benodigde stikstofruimte voor PAS-melders door voor de 2000 ha pachtgrond van de provincie in 2023 een bemestingsverbod uit te vaardigen. Zo zou N-ruimte ontstaan voor PAS-melders ten koste van pachters. Of de pachtcontracten met de 300-400 boeren dat in de bedrijfsvoering akkerbouw of grasland toelaten is onduidelijk. De oplossing verplaatst het probleem. De koeien mogen weiden maar bemesten van het pachtland mag niet (?). De provincie vergoedt de mestheffing voor teveel mest bij de pachters (?). Alweer een geitenpaadje?. Je kunt ook kaasschaven met de Stikstofemissie en met de botte bijl de maximale stikstofbemesting in heel Nederland voor akkerbouw en grasland met bijv. 10-15 kg N per ha in de akkerbouw of bijv. 20-30 kg N per ha grasland verlagen (verordoneren) in 2023 en later. Dat past in de trend van mindering N-bemesting met reductie stikstofemissie etc. in de veehouderij. Het besluit van de afschaffing van de derogatie veehouderij is al opgelegd, en is ten nutte van de Nitraatrichtlijn met minder stikstof bemesten, extensiveren en s’winters bodembedekken in de akkerbouw. Dat lot van minder bemesten treft niet alleen pachters maar alle boeren. Alle veehouders en akkerbouwers, die mest (drijfmest of vaste mest en gier) en of kunstmest gebruiken, gaan minderen. De veehouders met de grootste stikstofopgave worden het meest getroffen, meer dan de akkerbouwers en tuinders, die in verhouding een lagere stikstofreductie moeten leveren. Einde van maken stikstofruimte?.






    Protesten PAS-melders na het advies Remkes

    De tractoren rijden weer en protesten klinken. Op woensdagmiddag 16 november demonstreren honderden boeren uit Overijssel en omgeving voor het Provinciehuis van Overijssel in Zwolle. Ze eisen een oplossing voor de PAS-melders. die zonder natuurvergunning zitten op hun bedrijf dat is uitgebreid, en nu forse boetes opgelegd krijgen. Na een rechtzaak zijn de Provincies verplicht hen een boete op te leggen terwijl Remkes adviseerde om hun als eerste te helpen. Justitie eist van de Provincies boetes en Landbouw weet ondanks beloften nog geen oplossing omdat er nog geen Stikstofruimte is bij boeren die stoppen of de bedrijfsvoering omgooien zodat de stikstoemissie daalt. Na het voorlezen van ‘een brief met eisen’ en de weigering om in kleine groep van drie boeren binnen (in plaats van samen met de boeren buiten) verder te praten met het Provinciebestuur, gaan de boeren uiteindelijk gedisciplineerd weer naar huis. Dat getuigt van strakke organisatie en zelfbeheersing want een aantal boeren is de wanhoop nabij. Ze wachten op actie van Minister Cristine van der Wal van Stikstof en Natuur en op de Perspectievennota (Visiedocument) Landbouw van Minister Piet Adema, die op de termijn van 1 resp. 2 weken worden verwacht.

    Op 22 november 2022 heeft MOB bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit het handhavingsverzoek ingediend voor het onderhoud van start- en landingsbanen van Schiphol stil te leggen. Het onderhoud vergt een toename van de stikstofuitstoot. Volgens MOB vraagt dit om een verplichte natuurvergunning vanwege de omliggende Natura2000 gebieden. Minstens een herberekening van de extra vrijkomende Stikstof bij renovatie of nieuwbouw (de bouwfas) moet bij een vergunningaanvraag worden ingediend. Dat kan met een module van Aerius apart worden gedaan. MOB handelt jegens Schiphol net zo rechtlijnig en zonder schroom als bij de verbouwing van de Tweede Kamer en bij de vergunninguitbreiding bij boeren die gelden als PAS-melders.

    Doorbraak stikstof met nieuw uitkoopbod?

    Op dezelfde 22 november 2022 besluit het kabinet in een overleg met de betrokken ministers (Landbouw, Economie, Milieu, Verkeer en Bouw) om een oplossing voor het stikstofvraagstuk te creëren die op korte termijn werkt. Het kabinet gaat meer dan de 500-600 piekbelasters bij Natura2000 gebieden van het advies Remkes benaderen om te stoppen of de uitstoot van stikstof te verminderen: 2-3 duizend piekbelasters. Het zogenaamde woest aantrekkelijk bod van Minister van der Wal aan boeren om te stoppen bij Natura2000 gebieden, wordt gesteld op 120%: de stopbonus. Als de boer niet stopt moet hij/zij de bedrijfsvoering aanpassen aan de vergunning of succesvol innoveren om aan de eisen van de vergunning te voldoen. De boer die stopt, kan geen nieuw landbouwbedrijf beginnen in Nederland of in het buitenland. De vergunningseisen worden in de toekomst strenger door alle eisen die in bestaande en nieuwe wetten in Nederland en de EU worden gesteld. Mogelijk gaan de boetes op overschrijding van de stikstofuitstoot op de vergunning ook omhoog. De boer die niet stopt of de bedrijfsvoering niet aanpast, moet verplaatsen. Hoe dat in zijn werk gaat, is nog onduidelijk. Andere keuzen zijn er niet. Een en ander betekent dat de dwang tot stoppen verdwijnt maar de drang tot stoppen wordt verhoogd. Als je niet meewerkt volgt toch dwang. Bedrijven die veel stikstof (NOx en NH3) uitstoten zoals chemische en technische bedrijven resp. energiebedrijven en staalbedrijven en verkeer inclusief de scheepvaart en de luchtvaart, gaan een milieuheffing betalen over de vervuiling. De hoogte van de heffing is nog onderwerp van overleg. Zij behoren ook tot de piekbelasters en kunnen worden uitgekocht. Het zou voor stikstof en mogelijk in de toekomst ook voor CO2 en methaan en andere versvuilende stoffen) een goed idee zijn om de druk op innovaties bij vergunningverlening en bij gebruiksvergunning/natuurvergunning bij die bedrijven te verhogen. Tevens wordt geld geïnd om milieuschade uit te gaan drukken in geld (milieuschade ontbreekt in het huidige economiemodel) en om milieumaatregelen van de overheid te gaan bekostigen. Een nadere uitwerking vernemen we mogelijk vrijdag 25 november 2022 na de vergadering van het volledige kabinet. Het kabinet is er nog niet uit blijkt dan,

    Omdat het tijd wordt dat de boer en de burgers weet welke toekomst de Landbouw in Nederland nog heeft, beloofde de Minister van Landbouw een Visie. Deze Visie op de Landbouw, ook Perspectievennota genoemd, moet boeren duidelijk maken wat wel kan. Een uitwerking van kansrijke sectoren landbouw en de invulling van Kringlooplandbouw met extensivering van de veehouderij en het gebruik van weideland wordt verwacht, evenals de inhoud van Grond Gebonden Landbouw en de toepassing van maxima voor Groot Vee- en Klein Vee-eenheden per ha. Samenwerking van veehouders en akkerbouwers en tuinders is vereist en de import van veevoer en krachtvoer gaat aan banden. De eisen aan stallen en stikstofreductie wordt gekwantificeerd voor mineralen: stikstof en fosfaat. De keuze van wel of niet drijfmest en vaste mestscheiding en strooisel/stro in het mestsysteem van stallen met of zonder drijfmestputten moet gemaakt worden. Dit probleem wordt overgelaten aan de provincies maar die kunnen het niet oplossen. De reductie van bemesting is een vorm van extensivering en minder vee op het bedrijf. Groene akkers in zand- en lössgebied in de winter beperken de uitspoeling van nitraat, conform de Nitraatrichtlijn, en het regulier minder bemesten van het weiland en de akker, en de extensivering van de landbouw en het ecologisch beheer van beekdalen, met de vermindering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen en antibiotica maakt deel uit van de Visie Landbouw. Ook nieuwe eisen van de EU over drinkwater, grondwater en oppervlaktewater komen eraan waar de drinkwaterbedrijven resp. de zuiveringsinstallaties en de boeren en landgebruikers zich op voorbereiden. We wachten met spanning op de definitieve nota van de Landbouwministers Piet Adema om een beeld te krijgen van het toekomstig integraal beleid dat gevoerd wordt in overleg met het bedrijfsleven en natuurorganisaties. Dan wordt voor de boer en burger duidelijk wat wel mag in de Landbouw (Adema ), en wat niet mag (van der Wal als coördinerend minister Stikstof en Natuur). Voedsel en Landbouw inclusief natuur gaat alle burgers, boeren en organisities aan: Van boer, bank, toeleverancier, winkelbedrijf en de consument.






    Keuzen stikstofruimte en ruimtelijke ordening

    De verwarring over het opkopen van stikstofrechten van boeren en de handel daarin moet worden beëindigd en een grondbank moet worden ingericht door/namens de overheid. De overheid kan via een voorkeursrecht boeren en bedrijven uitkopen en de grond gaat dan naar de Grondbank. Zulk een grondbank vergt een gemengd maatschappelijk bestuur namens de overheid net als bij het Waterschap. De grondbank helpt na het opkopen van grond door de overheid/provincie bij extensivering en verduurzaming van de landbouw en bij verplaatsing van bedrijven. De coördinerend Minister van der Wal van Stikstof en Natuur moet met de andere betrokken ministers van Economie, Energie, Bouw, Verkeer en Waterstaat (met scheepvaart en luchtvaart) en Industrie/Bedrijven, de procedure en prioriteiten van de stikstofreductie (en met Jetten CO2 vermindering en methaanreductie etc.) vaststellen en de prioritering van de vrijkomende stikstofruimte door de overheid regie voeren. Gaan we in 2022 kiezen voor: Boeren first?, Bouw first? of Natuur first?. Als wetgever zal de overheid moeten zorgen voor oplossingen binnen vastgelegde of vast te leggen productiekaders Landbouw en wel op hoofdlijnen. Daarom is de Visie op Landbouw en Voedsel in een Perspectievennota onontbeerlijk. De gedetailleerde wetgeving op gebied van landbouw, voedsel, milieu en natuur, is inmiddels complex en soms tegenstrijdig. Een hoofdroute van duurzaame landbouw is niet helder. Een aanvraag gebruikersvergunning voor een landbouwbedrijf of een industrieel bedrijf is een dik pakket papier maar snijdt geen hout en is voor burgers ( juristen en ambtenaren) niet meer te volgen volgens Johan Vollenbroek. De wettelijke kern en het kader rammelen. De regelingen zijn ontaard in geitenpaadjes en juridische wirwar met het kenmerk dat alles stil valt bij vergunningverlening.

    Op 25 november 2022 heeft de Minister van Landbouw Piet Adema een Kamerbrief Toekomst Landbouw aan de Tweede Kamer gestuurd met zijn voornemen om in het voorjaar van 2023 een Landbouwakkoord te sluiten. Het akkoord is volgens hem de basis voor zijn plan om de Landbouw toekomst te bieden. Het is de vraag of de Visie van de Minister of van de Landbouworganisaties of van de Tweede Kamer, of van ons allemaal is?. De Perspectievennota van Staghouwer met 58 blz. tekst, vond de Tweede Kamer onvoldoende. De weg naar het Landbouwakkoord en de globale inhoud van het akkoord komt in de brief van Adema aan de orde. De Minister heeft de adviezen van Remkes bijna allemaal overgenomen (behalve de landbouwregio’s) en hij handelt ernaar. Het intensieve overleg met de boeren is daar een voorbeeld van. Het oude landbouwoverlegmodel met zijn voordelen en zijn tekortkomingen komt terug?. De Tweede Kamet zal kritisch zijn over dat overlegmodel voor een landbouwakkoord omdat de Kamer buitenspel lijkt evenals de natuurorganisaties en de burgers. Landbouwproductie bij boeren en het verdienmodel krijgen in een Landbouwakkoord veel aandacht maar voedselkwaliteit, natuur en de biodiversiteit en de volksgezondheid niet?. Het burgeroverleg over duurzaam voedsel (het gezinsbudget, de kopers) en consumenten (houding jegens duurzaam voedsel) ontbreekt. De rol van toeleveranciers en de agroindustrie aan boeren resp. de taken en rollen van banken, winkelbedrijven en consumentenorganisaties blijven vaag. Een fiscale regeling om leningen van boeren in omschakeling m.b.t. stalsystemen, mestsystemen en innovaties stikstofreductie en samenwerking van boeren (veehouders en akkerbouwers) te reguleren en stimuleren, ontbreekt.

    Na lezing van de 18 bladzijden brief blijkt inhoudelijk dat veel van relevante thema’s en bouwstenen van landbouwbeleid worden benoemd. Samenhang in thema’s onderling of tussen de landbouwsectoren ontbreekt. Hoezo integraal beleid?. Van Farm to Fork?. Een schets van de verschillende sectoren landbouw ontbreekt in de brief, en de verschillende kansen in de huidige situatie omdat de akkerbouwer en de tuinder heel anders in de stikstofemissie etc. zitten dan de veehouders. (Plantentelers versus Veehouders). Dat geldt ook voor thema’s zoals mest (drijfmest, vaste mest en kunstmest), stof en stank, bestrijdingsmiddelen, resp. dierziekten/zoönosen en voedselveiligheid en de volhoudbaarheid van de productie. De vleesveebedrijven en melkveehouderij resp. de varkens- en de kippenhouderij zullen een zwaardere transitie moeten doormaken dan akkerbouw en de tuinbouw of de biologische landbouw. Samenwerkingsvormen veevoer (ruwvoer, krachtvoer, met eiwit, koolhydraten en vezels) en mest en het gemengde (evt. virtueel gemengde) bedrijf ontbreken. De akkerbouwer en de veehouder moeten regionaal meer gaan samenwerken en de import van veevoer en krachtvoer uit het verre buitenland moet verminderen vanwege toenemende transportkosten en de CO2-voetafdruk. In de analyse van de intensieve landbouwbedrijven ontbreekt op dit moment het direct uitrekenen van de intensiteitsindicator vee-eenheden per ha grond en het vaststellen van het staltype met het mestsysteem. Zo schat je het evenwicht van mineralen, mest en de stikstofemissie en fosfaatlast in gerelateerd aan de ha’s/de hoeveelheid grond. Ook de aanvoer van veevoer en krachtvoer op het bedrijf is een indicator naast de aankoop van meststoffen/kunstmest. Die indicatoren bepalen de mineralenintensiteit in het veevoer met de mogelijke stikstofemissie (ammoniak) evenals de fosfaatlast, en zijn bepalend voor de stof en de stank. Bij melkvee en vleesvee rekenen we GrootVeeEenheden per ha, en bij andere diersoorten KleinVeeEenheden per ha, in de relatie met Kringlooplandbouw en het evenwicht van mineralen en ha’s grond in het bedrijf. De brief is weinig gestructureerd in Visie en de consequenties van die visie. De brief is opsommerig en verwijst veel naar Kamerleden en hun moties. De brief leest niet vlot. Het is nog niet de Landbouwvisie of Perspectievennota waar naar wordt uitgezien.

    In de Tweede Kamer was er bij de behandeling van de begroting Landbouw nogal wat kritiek op het voorstel Landbouwakkoord en wie daarbij betrokken zou moeten zijn. Veel belangenbehartigers en Kamerleden voelen zich gepasseerd. Het Landbouwakkoord onder leiding van Minister Piet Adema wordt gevoerd aan de hoofdtafel (Contouren Landbouw en verdienmodel) en aan deeltafels (sectoren en thema’s). Contouren Landbouw 2040 is het perspectief volgens Adema. Gespreksleider is Wouter de Jonge, politicus van de CU, en voormalig burgemeester van Houten en thans consultant. Uitgenodigd zijn alvast LTO, NAJK, Agractie, en Biohuis en een natuurorganisatie. Namens de Provincies neemt Elies Lemkes gedeputeerde van Brabant deel. De vakgroepen NAV Akkerbouw, POV Varkens, NVP Pluimvee, en NMV Melkvee en de sectorpartijen voor bodem, water, mest, energie, klimaat, gewasbescherming en diergezondheid kunnen bij de deeltafels worden betrokken. Varkens in Nood, Dier &Recht en de Dierenbescherming voelen zich gepasseerd.

    Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat en staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat, hebben gelijktijdig met Landbouw een brief aan de Tweede Kamer gezonden met beleidsvoornemens over landschapsinrichting, waterbeheer, grondwaterpeil, woningbouwlocaties en maatregelen opslag en gebruik van grondwater en drinkwater. De burger en de bedrijven moeten minder drinkwater gebruiken en regenwater krijgt via opslag in een ondergrondse tank/in de kruipruimte een nieuwe rol in de bouw van nieuwe woningen als bron voor spoelwater. De verzilting aan de kust en langs de riviermonden komt aan de orde in het spel van zout en zoet water. Veengebieden krijgen hoger grondwater en de hogere zandgronden gaan via de waterschappen meer water vasthouden/minder afvoeren. De rivieren en beekdalen krijgen meer ruimte en een ecologisch beheer zoals op een aantal plaatsen al is gerealiseerd. Opslag van zoet water in bestaande en nieuwe waterbassins en in het IJsselmeer (onze nationale regenton) en het Markermeer, wordt aangekondigd. Dat vergt aanpassing van de dijken en de pompgemalen, en de vele plezierjachthavens en de kaden langs het IJsselmeer. Er wordt gedacht aan een zomer-winterbandbreedte van plus 20 cm (nu) naar 50 cm (2050) verhoging waterpeil. Ook het grondwaterpeil verhogen (bodem als buffer) en het vasthouden van water tegen de droogte van klimaatverandering in de zand- en lössgebied wordt genoemd. Waterschappen en boeren hebben al een aantal initiatieven genomen met beekdalbeheer en het beheer van weilanden Dat verhogen van het waterpeil geldt ook de hoogveengebieden. Het grondwater verhogen in de veenweidegebieden en in de Hollandse en Friese en Groningse polders is noodzakelijk vanwege de vertering van het veen en het voorkomen van verrotting van houten heipalen bij oudere woningen. Het bouwen in de uiterwaarden van rivieren en aan de kust zal in verband met pieken in regenwaterafvoer en de stijging van de zeespiegel worden ontmoedigd of zal verboden worden zoals in polders 4-7 meters onder het zeeniveau. Waterberging of natuur is dan een alternatief. Het rioolwater bevat nog teveel stikstof en fosfaat, en zal in verband met EU-regels extra behandeld worden vanwege andere stoffen zoals geneesmiddelen en bestrijdingsmiddelen. Ook de normen voor drinkwater worden in EU-verband aangescherpt in verband met teveel nitraat (in grondwater), PAK’s en residuen van bestrijdingsmiddelen en geneesmiddelen. Ons oppervlaktewater, rivier- en beekwater en het grondwater voldoet niet aan de EU-richtlijn Water en de Nitraatrichtlijn. Met Kringlooplandbouw en recycling van grondstoffen en eindproducten in de industrie worden veel mineralen en materialen gereduceerd en in een kringloop gebracht. Alleen bij de mens is de verwijdering van mineralen uit het voedsel via de waterzuivering nog onvoldoende effectief om te spreken van schoon water. Extra dure waterzuiveringsstappen zijn nodig om fosfaat en stikstof evenals residuen van geneesmiddelen en bestrijdingsmiddelen uit het water te halen. De brief van de Minister en de Staatsecretaris aan de Tweede Kamer is positief ontvangen.

    In Duitsland proberen de Ministers van de ‘Ampelcoalitie’ om in 2023 de burgers opnieuw massaal in de trein en de bus te krijgen met de 49-Euro-ticket, dat door de ‘Bund en Ländern’ 50-50 via subsidie wordt mogelijk gemaakt per 1 april 2023. Je reist ‘een maand lang gratis’ in het regionaal vervoer met dit ticket. Zoals te verwachten is er nog gedoe over de kosten ondanks het grote succes van afgelopen jaar. De Duitse Landbouwminister Özdemir en een aantal natuur- en voedselorganisaties dringen er bij de EU op aan om de export vanuit Duitsland (eigenlijk vanuit de hele EU) van niet meer in de EU toegelaten bestrijdingsmiddelen, naar Afrika, Azië en Zuid-America te verbieden. Tot nu toe worden die vaak nog 10 jaar of langer met flinke winst en met schadegevolgen, in Derde Wereldlanden gesleten. In Zuid-America is het drinkwater, grondwater en het rivierwater in landbouwgebieden vervuild met bestrijdingsmiddelen. Een hoogleraar toxicologie die de vervuiling van rivierwater met oude en nieuwe bestrijdingsmiddelen (die zijn verboden in de EU) bij de overheid in Brazilië meldde, kreeg te horen dat dit niet hoeft te worden onderzocht omdat die middelen niet bij de Braziliaanse wet verboden zijn. Dus is er ook geen vervuiling?. Tevens willen natuurorganisaties in Duitsland de toelating van bestrijdingsmiddelen op de EU-markt duurder maken zodat er beter onderzoek kan worden gedaan door de instanties van de EU-landen. Met name het sterven van vogels en insecten, bij gebrek aan geschikt voedsel en als gevolg van het gebruik van insecticiden, baart grote zorgen omdat de biodiversiteit is gehalveerd. Ook het grondwater en het oppervlaktewater is in Duitsland niet op orde conform de EU-richtlijn Water. Er is momenteel ook nog verzet van landen in de EU tegen de vermindering van het bestrijdingsmiddelen en antibioticaverbuik dat de EU met 50% wil gaan reduceren. Bron Internet ARD-nieuws over politiek, en Arte-TV, documentaire bestrijdingsmiddelengebruik in de Derde Wereld.






    Zeescheepvaart en Luchtvaart CO2-heffing en stikstof etc.

    De EU en het Europese Parlement gaan met ingang van 2024 de zeescheepvaart onderbrengen in de CO2-emissierechtensysteem. Zeeschepen varen vaak op vervuilende stookolie of belastingvrije diesel. Vliegtuigen vliegen op belastingvrije kerosine. In 2024 wordt in de scheepvaart 40% belast resp. in 2025 70% en daatna in 2026 100% met restricties op zware stookolie die de lucht vervuilen met veel roetdeeltjes en N- en S- verbindingen. Beperking van de zeescheepvaart met goederen en personenvervoer per vliegtuig. wordt niet genoemd. Economen verwachten groei. Scheepsmotoren moeten uit in de havens en de schepen worden aangesloten op het elektriciteitsnet. Een deel van de heffing wordt in een fonds gestort om schepen die omschakelen op vloeibaar aardgas of waterstof, te subsidiëren. Schepen die varen in en buiten de EU bijv. Azië en Zuid-America worden aangeslagen voor 50%. Kleinere schepen onder 5000 brutoton en luxe jachten worden uitgesloten van heffingen. De maatregelen en heffingen jegens de luchtvaart en vliegvelden in de EU moeten nog volgen met beperking van vluchten (?) resp. belasting op brandstof, schonere vliegtuigen, en heffingen voor de uitstoot van CO2 resp. stikstofoxiden, fijnstof en geluid.

    0p woensdag 7 december 2022 hebben het Europees Parlement, de Europese Commissie en de Raad van Ministers een principeakkoord bereikt over de aanpassing van het Europese EmissieHandelsSysteem voor de luchtvaart. Na jaren met rechten die voor 40% gratis waren tot 2024 , gaat de luchtvaart per 2026, volledig betalen voor de uitstoot van CO2. Alleen vluchten in de EU en boven landen zoals Zwitserland, Noorwegen en VK, IJsland en Liechtenstein vallen onder de regeling. Langeafstandvluchten blijven helaas onder het CORDIA-systeem van de VN-luchtvaartorganisatie, die goedkoper is. Die uitzondering wordt in 2026 geevalueerd. 50% van de CO2 wordt geproduceerd op 6% van alle vluchten: de lange afstand vluchten. Tijdelijk buigt de EU mee met de France-KLM, Lufthansa, Britisch Airways en andere vliegmaatschappijen. De budgetmaatschappijen zoals Easy Jet, TUI, Transavia en Ryanair, die vooral binnen Europa vliegen, waren tegen: concurrentevervalsing. De beleidsmakers van de EU hebben voor het eerst besloten om de andere broeikasgassen dan CO2. ook te gaan belasten zoals NOx, SO2, roet/fijnstof, geluid/herrie, en waterdamp/condensatiestrepen in de lucht. Volgens de EU dragen deze luchtvaartemissies twee keer zoveel bij aan de opwarming van de aarde/het broeikasteffect dan CO2. Benieuwd zijn we naar de bijdragen die de luchtvaart en scheepvaart van resp. de VS, China, Rusland, Azië/India en de Árabische landen, Australië, Zuid-Amerika en Afrika vanaf 2024 gaan bijdragen om efecten van betekenis te bereiken. Het blijft onduidelijk of energieslurpende pleziervaartuigen (van niet oligarchen) en privejets van zakenlui die tonnen CO2 per dag uitstoten, onder de regeling gaan vallen. Bron: Zeevaart- en Luchtvaartartikelen van redacteuren van NRC van 7 en 8 december 2022.

    Op 13-12-2022 besluit het Europees parlement volgens de onderhandelaar Dr. Mohammed Chihan PvdA, dat na een overgangsperiode van 3 jaar in 2026 de importeurs van producten van buiten de EU voor de voetafdruk energie/emissie CO2 moeten gaan betalen, conform het EU-Klimaatbeleid Green Deal. De energievretende producten zoals staal en ijzer, aluminium, cement. kunstmest en electriciteit zijn als eerste aan de beurt. Voorstellen voor andere producten verderop in de productieketen volgen later. Bij voedsel moet rekening worden gehouden met de CO2 die wordt verbruikt bij transport over grote afstand, vooral met het vliegtuig en bij koeling, maar ook hoeveel CO2 is verbruikt bij de productie van het plantaardig voedsel bijvoorbeeld graan of groente, in vergelijking met dierlijk voedsel zoals vlees en vis, die veel meer CO2 en energie vergen. Het gaat dus om de hoeveelheid CO2 bij productie van voedsel en daarnaast over CO2 van transport en koeling. Bron: AD Nieuws internet, Hans Nijenhuis, 13-12-2022.

    Op 16-12-2022 heeft het Europees parlement tevens besloten dat met ingang van 2027 de EU-burger gaat betalen voor de CO2-uitstoot van de auto en van de woning. Om burgers te helpen omschakelen van fossiel op duurzaam, komt er in 2016 een fonds van 86,7 miljard Euro in het Sociaal Klimaatfonds met subsidies voor isolatie resp warmtepomp of electrische auto, voor de burger met een kleine beurs. Voor 2030 moet de CO2-uitstoot met 55% omlaag in de EU, gebaseerd op 15 klimaatvoorstellen van de Europese Commissie, in het ‘Fit for 55 programma’. Volgens Esther de Lange CDA, onderhandelaar, gaat het om ongeveer 100 Euro voor de gemiddelde Nederlander. Bron: AD Nieuws internet, Hans Nijenhuis 18-12-2022. Op 19 december 2022 hebben de Ministers van Energie van de EU na maanden van overleg en onderhandelen besloten om een prijsplafond bij de inkoop van aardgas bij handelaren in te voeren van 180 MWh. Nederland en Duitsland hadden lange tijd aarzelingen in verband met de beschikbaarheid van gas in de EU met name voor arme burgers. Bron: NOS TV van 19-12-2022.

    Zijn wij alleen in Nederland CO2-en Stikstofgek geworden? Emissiereductie CO2, stikstof en methaan in Nieuw Zeeland, een reflectie

    Bekend is dat bruinkool resp. steenkool en zware stookolie voor energieopwekking moet worden voorkomen vanwege de CO2-productie en de luchtvervuiling. Bij uitzondering stoken centrales in Nederland nog tijdelijk steenkool. Dan volgt olie voor de overgangsperiode en tot slot het schone gas, dat na 2030 wordt uitgefaseerd. Voorlopig kunnen we niet zonder gas en zonder kernenergie ondanks de waterkrachtcentrales, de zonnepanelen en de windenergie. Duidelijk is dat de oliemaatschappijen het gas (en de olie voorlopig) nog niet afschrijven en er momenteel schatrijk van worden. Hun ommezwaai naar duurzame energie wordt gehinderd door die hoge winsten. Daar kunnen de staten en de EU en de VS iets aan doen om die perverse prikkel te verkleinen. Het Angelsaksisch bedrijfsmodel van oliemaatschappijen heeft alleen aandacht voor aandelhouders en niet voor klanten. De maatschappelijke verantwoordelijkheid bij deze bedrijven ontbreekt kennelijk.

    Opmerkelijk is de parallele ontwikkeling van de landbouw in Nederland en in Nieuw Zeekand. Noordereiland heeft driekwart van de bevolking van Nieuw Zeeland en het Zuidereiland is groter en minder dicht bevolkt. Beide landen Nederland en Nieuw Zeeland, hebben ongeveer 50.000 boerenbedrjven en de bedrijven zijn grotendeels intensief, gemechaniseerd en kosteneffectief. Telen tegen de laagste kostprijs is het adagium. De Landbouw produceert veel voor de export. De agro-industrie, agrochemie en de machinehandel uit Amerka en de EU heeft invloed op het Angelsaksisch land. De ontginning door kolonisten van oerwoud, natuurgebieden en bossen begon op grote schaal na 1850 met een versnelling na 1900. De specialisatie en intensivering in de landbouw stamt van na de Tweede Wereldoorlog. Plaatselijk in enkele provincies is de belasting van de natuur, het milieu en de biodiversiteit door de landbouwbedrijven te hoog. De klimaatproblematiek is in Nieuw Zeeland onderkend en er is inmiddels extra aandacht voor de natuur en de natuurgebieden, die een onvoorstelbare grootte, diversiteit en schoonheid hebben variërend van tropisch oerwoud, oeroude bossen en vulkaanlandschappen. Beide landen Nederland en Nieuw Zeeland, kennen een emissiehandelssysteem voor CO2 en heffingen op vervuilende stoffen. Boeren betalen vooralsnog niets. Boeren zijn goed georganiseerd en vertragen 20 jaar de invoer van emissieheffing in de landbouw en de heffing op de emissie van stikstof (ammoniak) en het broeikasgas methaan. dat een gedwongen reductie van 10% methaan krijgt opgelegd. Zelfs de boerenprotesten met acties met handtekeningen en protesborden en tractoren op de weg, zijn vergelijkbaar. Nederlamd telt 17,5 miljoen inwoners en Nieuw Zeeland 5 miljoen. Noordereiland is 400 bij 800 km groot en Zuidereiland is nog groter. De intensieve veehouderij met melkveehouderij in enkele provincies telt 10 miljoen koeien en maakt Nieuw Zeeland de grootste zuivelexporteur ter wereld. De schapenteelt met 26 miljoen schapen zorgt voor een export van enorm veel lammeren en lammerenvlees naar Azië. Op die intensieve veehouderij bedrijven, op Noordereiland geconcentreerd in enkele provincies, is mest met lucht- en bodemvervuiling met mineralen (fosfaat en ammoniak- en nitraatstikstof), en de emissie van CO2 en methaan, onderwerp van het politieke gesprek. Ook natuurherstel, bosbouwprojecten, rivierherstel, extensivering landbouw, natuurinklusieve landbouw en biodiversiteit maken deel uit van de plannen. Na veel protest en overleg sinds 2019 in het samenwerkingsverband He Waka Eke Noa (Boeren- en burgerberaad) laat de regering van Jacinda Ardern de nieuwe emissie- en reductieregels ingaan in 2023 om voor 2030 klimaat- en milieuwinst en een reductie van methaan te bereiken. Ook in Nieuw Zeeland zijn veel boeren met een schijnbaar goed draaiend bedrijf (grootschalige productie tegen bodemprijzen en wurgcontracten) en een positieve grondhouding jegens natuur, ontevreden en hun bedrijfsvoering moet na 2 jaar praten om eventueel met boetes en dwang. Een aantal boeren zegt dan failliet te gaan. Andere boeren vrezen 15% krimp van de veehouderij. Bron: Meike Wijers, correspondent Australië en Nieuw Zeeland, NOS-nieuws 04-12-2022 resp. NRC Artikel van Meike Wijers over Emissies in Nieuw Zeeland met de kop Scheetbelasting van 05-12-2022, en Wikipedia.

    Het lijkt alsof de echte golven van druk en pressie van politiek en bestuur op industrie resp. bedrijven, verkeer en luchtvaart, over ingrepen op emissie en vervuilung, die de boeren al lange tijd ervaren, eindelijk het ingrijpen op de bedrijfsvoering van industrie en bedrijfsleven tussen 2024 en 2026 gaat afdwingen. Er is inmiddels in Nederland onnodig 2 tot 3 jaar verstreken met duwen, trekken, procederen, praten en overleggen. Nu de consument/burger nog. Met een Landbouwakkoord, een Bedrijfslevenakkoord zijn we er nog niet: Waar blijft het Burgerakkoord?, van de consumenten en kopers van voedsel in Nederland.






    Nogmaals opkopen van stikstofruimte

    In het artikel: Shoppen in stikstof is fraudegevoelig, beschrijven Milo van Bokkum en Martin Kuiper, in NRC van 10 en 11 dec. 2022 een viertal afwegingen over dit onderwerp. De eerste vraag is waarom er in stikstof wordt gehandeld?. Dan volgt de vraag over de omvang van de handel. Waarom is de stikstofhandel omstreden?. Tot slot is de vraag aan de orde: Hoe wil het kabinet stikstofhandel tegengaan?. De vraag of handel in productievervuilings‘rechten’ of productielimitering (graan, melk, fosfaat, stikstof) wettelijk (en fiscaal) formeel geregeld is, blijft hangen. Ook de vraag hoe het ingrijpen van de overheid bij de handhaving van de milieuregelgeving na het advies Aartsen geregeld wordt in ons economisch model, blijft open. De politiek blijft vaag over stikstofhandel en de Ministers van Landbouw etc. nemen geen duidelijk standpunt in. Wat is de grondslag en waarde van een (stikstof)productierecht in Nederland als dat gratis is verkregen?. Dat geldt ook voor fosfaatrechten, die de boeren nekt. Willen we überhaupt productierechten zoals we hadden in de jaren 1930 resp. in de Tweede Wereldoorlog en bij het latere debacle: de melkquota?. Een eerste recht van koop bij stoppende boeren voor de overheid, die moet ingrijpen? En een grondbank inrichten?. En extensivering grondgebruik bij landbouwbedrijven bemiddelen/regelen?. Dat betekent dat momenteel allerlei betrokkenen als cowboys shoppen in stikstof. In Nederland stoten we veel teveel Ammoniak- en NOx-stikstof uit. Daarom grijpt de overheid in, en mag ze met wetten en regels reguleren. Om te bouwen of een bedrijf uit te breiden, moer er dus eerst ruimte in de stikstofvervuiling gemaakt/gevonden worden. Hoe doe je dat met een procedure of een protocol van de overheid?. Inmiddels kopen bedrijven zoals Airport Schiphol (en Lelystad) en Friesland Campina, en zelfs Rijkswaterstaat stikstofruimte op. Blijkbaar moeten provincies toestemming geven voor het shoppen in stikstofrechten, omdat de Overheid dit centraal nalaat?. Volgens Witteveen+ Bos zijn er 269 aanvragen tot koop ingediend, en 51 aanvragen goedgekeurd. Stikstofmakelaar Giel Peters van platform Eminet, stiktofbemiddelaar voor de industrie, noemt bedragen van 5 tot 500 € per kg N, afhankelijk tot de afstand tot Natura2000 gebieden of de ruimtelijke positie in de regio Randstad. De inspecties verenigd in de Strategische MilieuKamer SMK, waarschuwen dat de handel in stikstof extreem ingewikkeld is en zeer gevoelig voor fraude. Sjoemelen ligt voor de hand. De overheden die transacties controleren, zijn volledig afhankelijk van informatie die handelende (belanghebbende) partijen verstrekken. Een krachtige aanpak van de overheid ontbreekt momenteel in de ruimtelijke ordening en bij de aanpak van problemen bij de milieuvergunning in Nederland. Het kabinet onderzoekt al langer of regulering in het algemeen of in projecten mag. Is dat het echte probleem of spelen er nog andere overwegingen een rol? In de tussentijd gaat Schiphol gewoon verder met het opkopen van Stikstofrechten bij boeren en via de overname van boerderijen om aan de natuurvegunning voor Schiphol te gaan voldoen. (Zoals in januari 2023 blijkt). De overheid heeft nog steeds niet ingegrepen op de regeling Stikstofrechten. Moeten de boeren met de tractoren eerst naar Schiphol?. Het is blijkbaar moeilijk na het gedoe met productierechten/areaalrechten van de crisisjaren van de land en tuinbouw in de jaren dertig resp. de productierechten melk met boter- en kaasbergen etc. in de EU, de melkquota en de fiscalisering daarvan, de fosfaatrechten en nu de stikstofrechten, om de zogenaamde productierechten in een wet zo te regelen dat ze het economisch model niet verstoren, en het grote geld bij het opkopen van rechten of van grond, de landbouw dwarsboomt.






    Evaluatie landbouw aan het einde van 2022

    Na 3 jaar praten, gekrakeel, demonstraties en politiek overleg tot diep in de nacht zijn we in Nederland inhoudelijk nog weinig opgeschoten met de implementatie van nieuw landbouwbeleid. Op bedrijfsfniveau weet je niet waar je als boerenondernemer aan toe bent. Je hoort steedss meer dat niet meer mag, maar wat mag dan wel nog?. Een echte Visie op Landbouw in Nederland die alle sectoren omvat, ontbreekt nog steeds. Minister Adema verwacht veel van zijn nog te sluiten Landbouwakkoord dat hij met boerenorganisaties en belanghebbenden gaat sluiten.

    Opvallend zijn de inmiddels flink gestegen prijzen voor voedsel met name zuivel, vlees en groenten resp. energie (olie, gas, diesel en benzine), en van grondstoffen en bouwmaterialen, die de consument/burger moet betalen. Het zwaard van Damocles, Stikstof, hangt nog steeds boven de markt van landbouwbedrijven, industrie, verkeer, de natuur en van de bouw. De verschillen van inkomens in de sectoren landbouw onderling werden groter. De enorm toegenomen energiekosten in 2022 en het duurder worden van grondstoffen zoals o.a. granen en mais voor diervoeders en krachtvoer hakken erin bij de intensieve veehouderij en bij de glastuinbouw. De melkveehouders gingen er qua inkomen in 2021 en 2022 gemiddels op vooruit: gemiddeld verdiende de melkveehouder in 2020 een ton in Euro’s d.w.z. 18.000 € meer dan in 2021 en 34.000 € meer dan het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar. De grote vraag naar zuivel en agrarische grondstoffen voor voedsel drijft de prijzen op. De oorlog in Oekraïne met de opgelegde sancties tegen Rusland verstoort de import en export met Rusland en Oekraïne met ongenadige consequenties voor de prijs van energie en van de wereldhandel in voedsel en veevoer: granen, zonnebloemolie en mais. De gunstige ontwikkeling van de melkveehouderij als gevolg van hoge melkprijzen in Nederland in 2022, gold in mindere mate voor de akkerbouw en groenteteelt terwijl de varkenshouders en kippenhouders het moeilijk hadden vooral de biggenfokkerij en de slachtkuikens. Zij zijn aangewezen op hogere voerkosten (krachtvoer van granen en mais) en voor energie (warmte, luchtwassers en ventilatie). De melkveehouderij met de huidige prijs van 70 cent per liter melk is echter geen kip met de gouden eieren. Met zulk een prijs in de toekomst zou minder koeien houden en minder mest produceren, kansen bieden. De ingrepen in het bedrijf, noodzakelijk i.v.m. reductie stikstof- en methaanemissie en de consequenties voor het stal- en mestssysteem, zullen gepaard gaan met extensivering van de melkveehouderij (minder koeien, minder melk, minder veevoer/krachtvoer, minder mest en meer grond met een langer pachtcontract) en de invoering van het GLB zal slachtoffers vergen zeker als het bedrijf gevestigd is in de buurt van een Natura2000 gebied. Als er een bedrijfsopvolger is, zal de investering van het aanpassen van de bedrijfsvoering met minder vee veel innovatiegeld kosten voor de stal- en het mesttsysteem evenals voor de grondgebonden melkveehouderij (extra grond kopen of pachten). Ook het omschakelen naar 15% biologische landbouw is een grote opgave voor Nederland van 80.000 ha naar 300.000 ha volgens de ambitie van minister Piet Adema. Het EU-streefcijfer is 25% biologisch. Het biologisch actieplan van Adema stelt 26 miljoen € beschikbaar voor 2 jaar om omschakelende boeren te helpen in de financiering en in de afzet van biologische producten. Een programma om winkels en consumenten te stimuleren biologische producten te kopen en te verkopen is nodig. Harde eisen stelt de minister nog niet bijv. eisen aan een vast % biologische producten in verband met een duurzaam voedselsysteem. Ondanks een positieve reactie van Bionext, brancheorganisatie voor biologische boeren, is het de vraag of zulk en fundamentele ingreep van 4 naar 15% en uiteindelijk 25% biologisch in het Nederlands landbouwsysteem, bereikbaar is met 26 miljoen. Boeren in een omschakeling van 2 jaar moeten geholpen worden in financieringen en de organisatie van de afzet. Dat kost als structuurmaatregel wel tien keer zoveel als de 26 miljoen van Adema. Bron NRC 20 dec. 2022. Op papier heeft de (melkvee)boer een goed jaar, door Martin Kuiper en Biolandbouw moet komende jaren flink groeien, door Arjen Schreuder.

    We praten sinds 1970 over meer biologische landbouw maar het gangbare Nederlands landbouwmodel was ‘zo sterk’ en ‘overheersend’ dat de biologische boeren onvoldoende serieus werden genomen. Ze kregen te weinig kansen bij de overheid, de banken en de winkelbedrijven dus ook niet bij de consument in de prijzenstrijd met de gangbare landbouw. In de spreadsheet van rendementberekening landbouwbedrijf van de bank ontbrak de categorie biologisch. Met de GLB en het EU-beleid landbouw Green Deal (duurzaam, beperking bestrijdingsmiddelen en antibiotica) en de taakstellingen Natuur en Biodiversiteit, zal extensivering, diversificatie en bedrijfsaanpassing een dwingende impuls krijgen ook voor de omschakeling naar extensivering, en natuurinclusieve en biologische landbouw.

    De Duitse minister Cem Özdemir van Landbouw en Voeding, die samen met maatschappelijke organisaties (medische wereld, voedingsorganisaties, winkelbedrijven en consumentenorganisaties) een voedingsstrategie voor Duitsland aankondigt op ARD op 21 dec. 2022, zal ook het plan voor de genormeerde huisvesting en het welzijn van dieren in een 5 catogoriënplan welzijn vormgegeven worden. Voor voedsel geldt: Minder zout, minder suiker, minder vet en minder reclame op ongezonde voeding, minder afval van voedsel, en meer plantaardig voedsel met meer fruit, meer groenten, meer volkoren, meer peulvruchten zoals bonen en erwten, en meer regionaal geproduceerd voedsel is, het wat lang uitgevallen motto. De plannen kunnen minister Pieter Adema van Landbouw bij het opstellen van een Landbouwakkoord en een Landbouwvisie mogelijk stimuleren.

    Melkveehouders en akkerbouwers (en groentetelers) in Nederland met een opvolger, die met hun bedrijf niet direct gelegen zijn bij een Natura2000 gebied, hebben kansen in de markt van voedsel en grondstof als ze hun bedrijf kunnen extensiveren en aanpassen aan de GLB-eisen en de Nitraatrichtlijn. De gewaslijsten voor het nitraatplan wintergewassen, vanggewassen en stikstofbehoeftige gewassen zijn te laat vastgesteld door de overheid wat het teeltplan 2023 bruskeerde. Zomergewassen moeten in verband met nitraat volgens nieuw beleid in Nederland en België voor 1 oktober (of 1 sepetember?) worden geoogst. Een hogere prijs voor voedsel en plaatselijk geteeld veevoer is doorslaggevend. Samenwerking met akkerbouwers biedt veehouders kansen voor veevoer (granen, voederbieten, wortelen, grasklaver), stro en haksel, en mestafzet, nu de CO2-voetafdruk van veevoer en krachtvoer van buiten de EU doorgang vindt. Er zijn voldoende veehouders en akkerbouwers die de natuur en de biodiversiteit een warm hart toedragen zoals in regionale natuur- en biodiversiteitsprojecten van de sectoren landbouw in divers regio’s blijkt. Vleesveehouderij is minder (mineralen/mest en energie)intensief dan melkveehouderij dus zijn er kansen. Meer plantaardig betekent niet dat vlees van het menu verdwijnt. Beter vlees, duurder vlees, natuurlijker vlees en afwisseling met vegan en plantaardig is het motto in plaats van stuntverkoop en waterrijke kiloknallers. De varkenshouders en kippenhouders blijven kampen met hoge energiekosten en de emissie-eisen en stank en stof zeker nabij woongebieden, en de varkenshouders blijven problemen houden met de afzet van drijfmest. Varkens- en kippenhouderij met aangepaste stallen en uitloop past bij extensivering en het GLB maar kost veel aanpassing en geld. Tuinbouw met hoge stookkosten zal voor verse groenten en voor fruit in een groeiende markt van regionale en verse productie, overleven bij fatsoenlijke prijzen om te concureren met Zuidelijke EU-landen, die koeling- en transportkosten maken. Voedsel en voer uit ‘de regio’ waaronder Nederland, Duitsland, België, Luxemburg en Noord-Frankrijk wordt begrepen. Exotische bloemgewassen die veel energie en licht vragen, krijgen het moeilijk. De bloementeelt en de akkerbouw hebben in de export evenals de zuivel een sterke positie in de EU. De CO2-voetafdruk bij import van producten uit landen buiten de EU, zoals veevoer en krachtvoer (bulk soja, graan, mais etc.) en vlees, zal de invoer in de EU duurder en dus minder concurrerend voor de eigen productie worden.






    Rechtzaak mestfraude.

    De rechtbank in Den Bosch heeft op dinsdag 20-12-2022 uitspraak gedaan in de mestfraudezaken van afgelopen jaren aangespannen tegen het agrarisch adviesbureau Bergs Advies in Heythuysen en een aantal boeren. Het adviesbureau bedient ongeveer een kwart van de boeren met varkens, kippen en melkvee in Nederland met advies over mest, en voert de mestboekhouding van honderden boeren. Vier bestuursleden van Bergs Advies vormden jarenlang een criminele organisatie gespecialiseerd in grootschalige mestfraude in de agrarische sector. Door fraude en valsheid in geschrifte konden boeren veel meer mest uitrijden dan is toegestaan. Drie bestuursleden kregen een celstraf van achttien maanden waarvan zes voorwaardelijk opgelegd en mogen drie jaar geen beroep in de agrarische advisering uitoefenen. Tevens werd Bergs Advies een geldboete van 400.000 € opgelegd waarvan 200.000 € voorwaardelijk. De boeren werden schuldig bevonden en bestraft met geldboetes van 15.000 resp. 20.000 en 25.000 €, de helft voorwaardelijk, en taakstraffen van 180 en 80 uur, deels voorwaardelijk, en andere boetes en taakstraffen. Volgens de Rechtbank betrof de fraude resp. overtreding wet-en regelgeving, vervalsing documenten, subsidies, fosfaatrechten, vergunnningen, valse mestopgave, valse boekhoudingen en fraude met de opgave van landbouwpercelen, valse melkcijfers en andere overtredingen. Het meedenken met de klant ging zover dat de wet werd overtreden en er werd bewust onjuiste informatie aangeleverd om eigen voordeel te behalen. Het aanzien van de sector werd geschaad door een adviesbureau van 40 medewerkers en 1800 klanten. Schade aan het milieu, die de mestfraude veroorzaakte, en inbreuk op het vertrouwen van de overheid in Bergs Advies als professionele en integere organisatie, is aan de orde. Bron NRC wo 21-12-2022 , Celstraffen voor grote mestfraude adviesbedrijf, van redacteur Joep Dohmen en Esther Rosenberg.

    Grenzen stikstofgebruik in veel landen in de wereld overschreden

    Behalve gekende landbouwlanden in Europa en de VS, die kampen met een Stikstof-overschot van intensieve landbouw, blijken de landen India, Pakistan en China een andere vorm van stikstofproblemen te kennen: Overschrijding van het kritisch stikstofoverschot door het huidig stikstofoverschot. De landen importeren en produceren kunstmest en telen voedsel voor heel veel mensen: Samen meer dan 2,7 miljard. Zolang de mest en de urine gebruikt zou worden in het totale areaal landbouw is er niks aan de hand. Mineralen in de voeding van de mensen komen niet altijd in de mesthoop en de gietkelder terecht in de steden. De riolering van de steden en de dorpen komt echter, slecht of niet gezuiverd met de mineralen, terecht in het oppervlaktewater en in het estuarium van de rivieren. De uitstoot van NH3 en NOx van het verkeer en van de industrie wordt niet apart benoemd. Het gevolg van al die uitstoot en depositie is een overmaat aan stikstof (en via het riool fosfaat) in oppervlaktewater (bloei) in zee (dood water). In een wereldkaart is het stikstofoverschot of een tekort aan bruikbare stikstof (in Afrika en Zuid-America) aangegeven: VS en Europa kleuren roze (20-60 kg N overschot per ha per jaar), India en China rood (60-120 kg N overschot per ha per jaar) ten Zuid-America en Afrika geel groen (tekorten van 20-60 kg N per ha per jaar voor voedselproductie). Bron WUR en UU en Lena Schulte-Uebbing, Beusen, Bouwman en de Vries, Nature volume 610, issue 7932 met de overzichtskaart overschot en tekort, op internet.

    De waterkwaliteit in Nederland, die de afgelopen 40 jaar sterk verbeterd is door beperking van lozingen, wordt door de EU toch bestempeld als slechtste van alle EU-lidstaten. Maar 1% verdient het predicaat goed. De kans is dan ook klein dat Nederland tijdig voldoet aan de Europese Kaderrichtlijn Water. Nederland zal zowel boeren, burgers (waterzuivering) als industrie en verkeer (voor NH3 en NOx) minder vrijblijvend tegemoet moeten treden, volgens Wageningen World magazine Natuur en Milieu no. 3 van 2022. Deskundigen ontlokt dat reacties zoals: Wat helpen normen als ze massaal worden overschreden?, en Vooral het stikstofgebruik op percelen gevoelig voor uitspoeling moet naar beneden’, aldus Paul van de Brink, Aquatische Ecologie en Waterkwaliteitsbeheer, en Piet Groenendijk, Landbouw en Waterkwaliteit van de WUR. De waterkwaliteit wordt in het kader van Kaderrichtlijn Water gemeten in de ecologische en de chemische toestand. In de zevenhonderd aangewezen waterlichamen wordt beoordeeld op basis van de kwaliteit van het waterleven. De chemische toestand bepalen, gebeurt op grond van veertig prioritaire stoffen zoals benzeen, bestrijdingsmiddelen etc. en nuttriënten zoals nitraat en fosfaat. De ecologische toestand wordt gemeten op basis van de kwaliteit van het waterleven. Vanwege het verradelijke principe van beoordelen ‘one out, all out’ voldoet maar 1% van het water in Nederland aan de Kaderrichtlijn. (In hoeverre is dit een reëele benadering?).

    De Kaderrichtlijn laat de vervuiling van 300.000 km aangelegde slootjes buiten beschouwing. Het waterbewustzijn in Nederland is niet hoog volgens Pieter Schippers onderzoeker Uitspoeling nutriënten, van de WUR. Roel Knoben van HASkoningDHV geeft aan: We gebruiken niet altijd de beste beschikbare technieken. En de normen worden strenger in de EU. Zeker 60 van de 300 rioolwaterzuiveringsinstallaties in NL voldoen nog niet aan de normen. Als lichtpuntjes ziet Schipper de beperking van bemesting met N op zand- en lössgrond, en in het verbod op bemesting en bestrijdingsmiddelen in perceelsranden en bij sloten, evenals de gebiedsgerichte aanpak van het nieuwe Nationaal Programma Landelijk Gebied. De nog steeds te hoge uitstoot van NOx van verkeer en industrie komt niet an de orde. De teelt van gewassen die veel mest en bestrijdingsmiddelen vergen, zoals aardappelen en mais, op uitspoelingsgevoelijge zandgronden, zou de overheid volgens Groenendijk kunnen gaan verbieden. Omdat het gehele pallet van waterlopen zuiverder moet worden, grijpen we in bij landbouw, industrie en bij rioolwaterzuiveringsinstallaties. LNV scherpt de Nitraatrichtlijn en het GLB aan. Rijkswaterstaat gaat de lozingsvergunningen van zeventig grote industriële bedrijven op oppervlaktewater (eindelijk) evalueren in 2023 volgens Knoben. Ook de rioolwaterzuiveringen lozen teveel nitraat en fosfaat (en residue van drugs en geneesmiddelen op het oppervlaktewater en op die regels gaat de EU ingrijpen.

    In Nederlandse media en in de politiek wordt een discussie over Stikstof al gauw verengd tot de landbouw (55%!) met als grootste vervuiler de ammoniak uit de stallen en nitraat vanuit de drijfmest in de veehouderij. Akkerbouwers en vollegrondtelers stoten alleen enig ammoniak uit met het gebruik van kunstmest en bij het toepassen van drijfmest of vaste mest. En ze stoten kleinere hoeveelheden NOx uit met de tractor en zware landbouwmachines. Bij akkerbouw op zand en löss is in het herfst-en winterseizoen een vanggewas voorgeschreven om N vast te houden in de bouwvoor. Tuinders onder glas telen veelal in gesloten watersystemen of in containers op een dichte bodem of op plastic. Onderbelicht blijft het lozen van N (en vaak ook P) in afvalwater van de industrie, en lozen door verkeer (auto’s, schepen, vliegtuigen en vliegvelden), resp. het lozen van huishoudens via zuiveringsinstallaties met nog steeds behoorlijke hoeveelheden nitraat en fosfaat. Stikstof kan als depositie vanuit de lucht in droge vorm (zouten) en opgelost in regenwater overal terecht komen. Volgens RIVM is dat 21,5 kg N per ha per jaar, gemiddeld in Nederland, met een forse regionale spreiding van hoeveelheden van 10-80 kg N, afhankelijk van de nabijheid van een vervuilende industrie met NOx of van veehouderijen met ammoniakemissie. De N uit depositie wordt in landbouwteelten door het gewas opgenomen evenals in bossen, bermgewassen, begroeide dijklichamen en natuurgebieden (oeps KDW!). Een ander deel van de N-depositie komt terecht op wegen, bestratingen, daken van huizen en gebouwen etc. Deze stikstof uiteindelijk helemaal omgezet in nitraat, spoelt via de grond en hellingen naar waterbassins en via sloten en waterwegen naar het oppervlaktewater. Paardenhouders en managehouders hebben vaak voldoende grond om de mest in de grondgebonden kringloop op te nemen (tot 3,5 GVE paard per ha) of ze moeten boven deze GVE-norm de mestafvoeren naar de championmestproducent of naar akkerbouwers. En dan zijn we de poep en urine van dieren in de natuur en in het veld zoals konijnen, hazen, eenden, ganzen, duiven, reëen, wilde paarden, zangvogels, trekvogels, slangen en reptielen, en alle insecten. En hoeveel komt in het oppervlaktewater terecht?. En hoe zit het bij huisdieren zoals katten, honden, konijnen, cavia’s, kippen etc. in de stad en de dorpen?. Waar blijft die mest als die niet op de grond of op planten valt, en hoeveel daarvan belast het oppervlaktewater volgens de CBS-cijfers?.

    CBS heeft overzichten gepubliceerd over Stikstof in het oppervlaktewater over 1990 tot 2022. In 1990 totaal 150 miljoen kg N en in 2020 82 miljoen kg N per jaar. Bijna alle vervuilers: Landbouw uit- en afspoeling bodem, Atmosferische depositie, Landbouw en natuur overige bronnen, Huishoudens, Riolering en rioolwaterzuivering, Natuur- uit- en afspoeling, Industrie, en Overige sectoren, hebben hun bijdrage in al die jaren teruggebracht meestal op basis van verplicht gesteld overheidsbeleid. Dat geldt vooral voor landbouw, en ook voor waterzuivering en industrie. Landbouw ging van 80 mln kg N in 2000 naar 38 mln kg N in 2020, Riolering van 25 naar 10, Atmosferische depositie 30 naar 20 en Natuur uit- en afspoeling bodem van 5 naar 4 mln kg N, dragen in aflopende hoeveelheid bij tot 80 mln kg N per jaar en de andere vervuilers Huishoudens, Industrie en overig samen nog ongeveer 8. Conclusie: Dat is een bijdrage aan nitraat in oppervlaktewater samengevat: Landbouwgrond en natuurgrond samen 55% resp. Rioolstelsels 21%, Atmosferische depositie 18%, en Industrielozingen, Huishoudens en overig samen ongeveer 10%.

    Zie voor de precieze cijfers de publicatie CBS en de grafiek blz. 1/4 Bron CBS www.cbs.nl/nl-nl/dossier /dossier-stikstof/stikstof-in-het-oppervlaktewater. De tekst: Hoeveel nitraat komt in oppervlaktewater uit de landbouw?, ontleent de auteur aan de discussie met Antoine Baecke, Akkerbouwstudiegroep Zeeuws Vlaanderen 2023, die de bijdrage van dieren in de natuur en honden en katten etc. van burgers hoger inschatten.






    Industrie blijft achter met emissiereductie

    De vrees van de boeren, die al jaren onder stikstof- en vergunningendruk leven, dat de industrie en de luchtvaart bij hun uitstoot (van CO2, CH4, NOx, NH3 etc.) mogelijk soepeler worden behandeld, lijkt werkelijkheid te worden. Minister Micky Adriaansens van Economische zaken en Klimaat, heeft onvoldoende harde afspraken kunnen maken met de 20 grootste uitstoters in Nederland. Het is blijkbaar nog steeds bijzaak voor de minister en voor de industrie. De bedrijven met veel knowhow, produktexperts en veel ingenieurs, houden de boot blijkbaar af ondanks het feit dat ze al jaren aan die plannen hebben moeten werken o.a. met beleidsplannen en aan de tafels van Klimaatoverleg van Nijpels. De bedrijven proberen nu uitstel te krijgen en extra subsidies binnen te halen. Bedrijven zoals Dow, Tata en Nobian maakten wel afspraken met de Minister maar andere grote organisaties vinden het een ingewikkeld traject(?). Dat is niet acceptabel dat zij hun verantwoordelijkheid ontlopen. Het overheidsinfuus van subsidies voor de industrie moet stoppen net als de miljarden van subsidies voor fossiele energie, zoals Extinction Rebellion in demonstraties aangeeft. Het lage tempo van voortgang irriteert de Tweede Kamer. De ambitie van de Minister (6 bedrijven) is te laag met het bereikte resultaat van 3 afspraken, uit alle industriële bedrijven. Waar blijven de resultaten van de grootste bedrijven, waarvan in de aflopende reeks van 5,8 tot 2 megaton CO2 genoemd worden: Tata, Uniper energiecentrale, Shell raffinaarderij Pernis, Esso Nederland Botlek, en Vattenfall energiecentrale Velsen, Vattenfall energiecentrale Eemshaven, Enecogen energiecentrale Maasvlakte, BP Raffinaarderij Europoort, etc. Zo makkelijk komt Minister van der Wal met de boeren er niet vanaf. De oliemaatschappijen, die op volle toeren draaien in volume en in winst, energiecentrales die tijdelijk weer kolen mogen stoken, en kunstmestfabrieken blijven achter in de N-reductie. Dat zal de Tweede Kamer niet accepteren.

    Een wat vergeten hoek van de milieuproblematiek speelt rondom het waterverbruik en de watervervuiling van de kleding- en textielindustrie in India, China, en andere Aziatische landen en Turkeije. In 2015 werden er 100 miljard kledingstukken verkocht. We kopen nu 2 keer zoveel kleding als in 2000. Veel kleding is niet duurzaam. Elk jaar wordt er 93 miljard liter water verbruikt in de kledingindustrie. 20% van het wereldwijde afvalwater is afkomstig van het verven en behandelen van kleding. Het gebruik van chemicaliën en verfstoffen is hoog en het toezicht op de productieprocessen en op de watervervuilig is in de productielanden zwak ontwikkeld. Textiel wordt gemaakt van natuurlijke vezels en van chemisch geproduceerde draden van polyesters en nylons. De textielproductie veroorzaakt dus vervuiling en het recyclen van kledingstoffen voor nieuw textiel is lastig en gebeurt beperkt. Er is een klein circuit van tweedehands kleding. In Chili wordt kleding van de wereld gestort in de Acatama-woestijn, een langgerekte woestijn van wel 1000 km waar vroeger salpeter (nitraten) werd gewonnen voor kunstmest en buskruit. Het Salar/Zoutmeer de Atacame is als een van de grootste zoutmeren van Zuid-America thans onderwerp van overleg met de EU in verband met de winning van Li (Lithium) voor de productie van glas, keramiek en lithiumbatterijen. Die komen voor in voor electrische auto’s en energieopslagmedia vanuit zonnepanelen in accu’s voor zelfvoorziening van energie voor woningen en bedrijven. De bevolking in Chili vreest grote milieuschade zoals ze voorheen ook hebben ervaren met de winning van grondstoffen.






    Zeldzame metalen, textiel

    De EU, de VS, Canada, UK, Rusland en China stropen goedkopere landen in Zuid-America, Azië en Afrika af op zoek naar grondstoffen, metalen en mineralen. In Zweden (als EU-land) en in Afganistan (met een China-relatie) komen grote hoeveelheden zeldzame aardmetalen voor die nodig zijn voor de energietransitie naar elekrische stroom en waterstof. Zelkzame metalen komen overal voor maar bijna altijd in lage concentraties. Volgens Jan Moström van mijnbouwbedrijf LKAB (ijzermijn Kiruna) en de minister voor Energie, Economie en Industrie in Zweden, Ebbba Busch, is er minstens een miljoen ton erts in het Noord Zweedse Kiruna, waar ook een grote nieuwe staalfabriek wordt gebouwd op waterkrachtenergie en waterstoftechnologie i.p.v. op cokes. Zeldzame aardmetalen zijn de 17 metalen, de lantanoiden, die uit mineralen worden geëxtraheerd, zoals Scandium, Ytterbium, Dysprosium etc. Zij worden veel gebruikt in elektrische auto’s en in electronica: battterijen, computers, gsm-toestellen, chips, magneten voor windmolens. Omdat de concentraties van de zeldzame metalen in de gesteenten nog niet bekend zijn gemaakt is een goede inschatting van hun winning nog niet mogelijk. In Zuid-Zweden en in Groenland blijken ook zeldzame metalen te zijn gevonden. Bron: ARD Tagesschau, 12-1-2023

    Nieuw textiel heeft een hoge CO2-voetafdruk heeft door de productie van natuurlijke vezels en kunstoffen en door verven, wassen en vervoer over grote afstanden over de hele wereld, De kledingindustrie is toe aan een volledige herziening van de productie en productiemethoden: Van goedkope bulk naar duurzame kwaliteit, net als voedsel in de landbouw. Bron NRC: Weinig afpraken grote uitstoters, door Milo van Bokkum, woensdag 28 dec. 2022. Tevens NRC 7 en 8 jan. 2023: Meerdere artikelen over kleding o.a. Het duurzaamste kledingsstuk heb je al in huis, Joost Pijpker en Juliët Boogaard.






    2022 van A tot Z RTL Nieuws

    In een aflevering van RTL Nieuws over het Stikstofdossier in 2022, geeft Marieke van de Zilver in een filmpje, een kort en bondig overzicht van wat er in 2022 met Stikstof en de Boeren is gebeurd. Het filmpje is interessant voor een breed publiek op internet en het ontbeert valse emoties. 2023 wordt een spannend jaar voor het Stikstof-dossier resp. de Boeren, de Burgers, de Provinciale Staten en het kabinet. Bron: RTL Nieuws 28 dec. 2022.






    1000 meldingen boeren

    Volgens het InterProvinciaal Overleg (IPO) hebben zich bij de provincies een duizendtal boeren gemeld voor een gesprek over bedrijfsbeëindiging en uitkopen, of over resp. aanpassing bedrijfsvoering, extensivering bedrijf (minder dieren, meer grond), verplaatsing, of realisaties voor innovaties van het bedrijf. In 2023 zouden volgens Minister van der Wal van LNV 3000 boeren moeten meedoen om de reductieopdracht Stikstof te halen. Of in geval van nood de grootste piekbelasters worden gesloten en iedere veehouder een % stikstofemissie moet gaan inleveren, zoals Vlaanderen doet, wordt afgewacht. Boeren wachten op de bekendmaking van de behandelprocedure en de uitkoopregelingen. Ze wachten ook op goedkeuring van Nederlandse regelingen door de EU. Het Minister Piet Adema van LNV verwacht met het Landbouwakkoord veel boeren (meer dan 2000 extra) over de streep te trekken om deel te nemen aan het overleg met de Provincies. De uitkoopregeling en het Landbouwakkoord worden in april 2023 verwacht. Bron NRC: Nog te weinig interesse voor uitkoopregeling boeren, Martin Kuiper, 5 januari 2023.






    Veegwet van der Wal

    In de Omgevingswet zijn per land in de EU de Natuurgebieden als Natura2000 vastgesteld in 2017. Aanvullingen en wijzigingen binnen Natura2000 worden gedurende een periode van 6 jaar na inspraak vastgesteld door de Minister en doorgegeven aan de EU: dus in 2023. Omdat er sinds 2017 ondanks monitoring weinig nieuw beleid was vastgesteld en gewijzigd voor de Habitatrichtlijn, de Flora- en Faunarichtlijn tot eind 2022, moest Minister van der Wal van Natuur thans op de valreep nog een aantal aanvullingen en wijzigingen omtrent onderzoek KDW en specifieke internationale natuurinzichten Flora- en Faunawet doorgeven maar zij koos voor een andere procedure: de Veegwet. Meerdere maatschappelijke partijen ageren tegen het veegplan van de Minister: Stichting Stikstofclaim resp. NewMob, Stichting Samenleving Landbouw en Natuur, en Agractie, Farmers Defence Force, Dutch Dairymen Board, stapten naar de rechter. Tot 11 januari 2023 lag het Wijzigingsbesluit ter inzage. De partijen zijn met name ontevreden over de procedure van inspraak, de late vaststelling van het besluit (dat jaren in de lade lag) , en men vreest schade aan landbouw en economie vanwege minder stikstofruimte, en enkele partijen gebruiken termen zoals onmenselijk handelen, en het vergroten van de polarisatie. Je kunt ook zeggen: Slechte en late communicatie, alweer. Wijzigingen en bijstellingen Natura2000 zijn echter onvermijdbaar. Bron Nieuws Provincies, 9 januari 2023, door Erik Kruisselbrink.






    Duurzaamheid en economische groei

    De vraag of economische groei en duurzaamheid mogelijk is, wordt in enkele nieuwe boeken aan de orde gesteld. Rolf Heynen, politicoloog en duurzaam ondernemer, schetst de mogelijkheden in een aantal bullits in zijn boek: ‘Het kan dus wel’. Met de juiste keuzes zijn klimaatontwrichting, biodiversiteitsverlies, en milieuvervuiling te bestrijden. Econoom Paul Schenderling met zijn boek: ‘Er is leven na de groei’, in samenwerking met een twaalftal experts, is bang dat succesvol klimaat- en milieubeleid wordt tenietgedaan door steeds meer consumptie. Het economische model in veel landen houdt behalve bij de CO2-heffingen op energie resp. produkten en voedsel en veevoer (de CO2-voetafdruk), te weinig rekening met de kosten en toerekeningen van milieueffecten van al die andere vervuilingen (Stof, Stank, CH4, NH3, NOx, etc. en de restanten van bestrijdingsmiddelen en van antibiotica. Zelfs al worden al die effecten doorbelast, dan blijft de scheve inkomstenverdeling van inkomsten uit arbeid t.o.v. kapitaal, een bottleneck, conform Thomas Piketty. Op verzoek van Greta Thunberg gaven een honderdtal experts in vijf hoofdstukken hun visie weer. Het klimaatprobleem is slechts een symptoom van een veel grotere duurzaamheidcrisis. Het boek laat weinig ruimte voor optimisme. VN-chef Antonio Guterres pleit ervoor om onze woede over klimaat etc. om te zetten in actie. Bron: NRC Boeken, 20 januari 2023, Paul Luttikhuis; onder de kop: Groene groei?. Dat is een illusie.

    Het kabinet wil meer dwingende maatregelen nemen om de Nederlandse economie in 2050 ‘volledig’ circulair te maken. Dat vraagt om een volldige systeemverandering , zegt CDA-staatssecretaris Vivianne Heijnen. Producten worden ontworpen om langer mee te gaan, te repareren, en te recyclen als ze op zijn. Geen wegwerpproducten maar duurzame producten. Het kabinet formuleert het beleid in: Het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023-2030. Circulaire bedrijven vragen talent en zijn leidend in innovatie met banen in ontwerpen, repareren, inzamelen, en recycling. Circulaire bedrijven en circulaire principes zullen in de gehele economie belangrijker worden ook in de land- en tuinbouw. Er zijn weinig stappen gezet in vorige kabinetten maar de congreswereld stond er bol van. In het coalitieakkoord heeft circulaire economie een heel prominente rol maar het budget dat ervoor gereserveerd is, is beperkt. Prijsmaatregelen en wettelijke normen en subsidies worden voorbereid. Die moeten zowel producenten en consumente aanzetten tot duurzane keuzen. Grote veranderingen vinden plaats bij verpakkingen en in de bouw resp. de maakindustrie, de energieproductie, de rycyling van metalen, de voedingsindustrie en in de landbouw: Kringlooplandbouw. Bron: NRC 05-01-2023, De turbo gaat op de circulaire economie. Er komt meer regie, door Eppo König.






    Ingrijpen en inwerkingtreding Water- en N-richtlijn en het GemeenschappelijkLandbouwBeleid

    Landbouwminister Piet Adema wist dat het uitrijden van mest in 2023 van de EU niet meer mocht op randen van percelen voor akkerbouw en weidebouw. De slechte staat van de natuur en van de waterkwaliteit was hem en de EU bekend. Dat had de EU via de eurocommissaris van Milieu, Virginijus Sinkevicius, en landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski, al maanden geleden aangegeven. De nieuwe Nitraatrichtlijn en het GemeenschappelijkLandbouwBeleid van de EU voor 2023 zijn al lang bekend. De EU is het gedrag van overvragen van Nederland zat mede omdat de derogatie in Nederland als compromis in 3 stappen mag worden afgebouwd in plaats van in het jaar 2023. In 2023 is derogatie in Natura2000 gebieden verboden evenals in grondwaterbeschermingsgebieden en in 2024 geldt dat ook in de (nog vast te stellen) zone rond Natura2000 gebieden. Een overgangsjaar voor de stroken onbemest laten (bufferstroken langs waterwegen en sloten van 5 resp. 3 m en 1 m bij een droge sloot, met enkele verfijningen voor smalle percelen, ecologisch kwetsbare waterlopen en veel slootjes), op voorstel van minister Adema, werd door de EU afgewezen. Bufferstroken gelden bij onbemest en onbespoten met bestrijdingsmiddelen maar ook voor eco-activiteit zoals kruidenstroken, heggen en haag en struweel, overige houtige elementen, strokenteelt en verlengde weidegaang. Als de stroken onbemest meer dan 4% oppervlak van het perceel bedraagt, mogen de stroken soms smaller zijn. De overheid geeft de stroken aan vanaf februari 2023 op Bufferstroken in Mijn percelen. Omdat de inperking derogatie (minder stikstof) in 2023 begint en de nieuwe Nitraatrichtlijn en het GLB met stroken land onbemest (minder stikstof en minder bestrijdingsmiddelen) ingaan op 1 januari 2023, hoopte de minister op clementie, om de boeren niet twee keer te hoeven korten op de inzet van kg N per ha. Per 1 januari 2023 moeten volgens de Nitraatrichtlijn akkers in zand- en lössgrond terug in bemesting met N van 220 via 210 en 190 kg N naar 170 kg N per ha. Na 1 oktober 2023 moeten die percelen akkerland zijn ingezaaid met vanggewassen of groenbemesters. Er zijn ook regels voor minder stikstof op alle andere landbouwgrond op weg naar 2026: van 240 via 230 en 200 kg N per ha naar 170 kg in 2023, het maximum in de EU. Cumela maakte op 30 september 2022 een handig overzicht maatregelen: Afbouw derogatie, hier krijg je mee te maken, op internet, door Herma van den Pol en Maurice Steinbusch met een update van 16 november 2022.

    De minister moest dus in 2032 nog ‘halsoverkop’ 1 maart 2023 aan de boeren opleggen i.p.v. 1 januari 2023. Iedereen wist van de problemen met de EU. Ook dit geitenpaadje van de minister op verzoek van een CU-motie van de Tweede Kamer, kon de EU niet meer bekoren. Nederland heeft bij de EU met Mest en Stikstof geen krediet meer om nieuwe uitzonderingen toe te staan. Grote woorden, resp. een vuist maken tegen Brusselse dwang, het noemen van regelrancune, onuitvoerbaar en immoreel beleid, de roep om compensatie, en het idee om de EU juridisch aansprakelijk te stellen zoals enkele landbouwwoordvoerders (van der Tak, Kamp en van den Oever) doen, maakt spektakel maar is vergeefs. Na al dat Stikstofgedoe, de Rapporten van Remkes, die Kamerbrieven en de Kamerdedatten, en de Nitraatrichtlijn en het GLB, waren we op de hoogte.

    Het commentaar van omploegen van ingezaaide wintergewassen zoals wintertarwe, winterprei etc. , slaat nergens op omdat deze gewassen geen late drijfmest hebben gehad en als erkend vanggewas voor stikstof fungeren in de winter. De zogenaamde paniek over het beperken van het bemesten van perceelsrandenden etc., verhinderde dat landbouwminister Piet Adema met Cristianne Van der Wal van Natuur, en de Duitse collega landbouwminister Cem Özdemir, en eurocommissaris landbouw Janusz Wojciechowski, de grootste landbouwbeurs van Europa Grüne Woche in Berlijn mede mocht openen. Het vlotte overleg over het Landbouwakkoord in Nederland wordt mogelijk door het gekrakeel bemoeilijkt en de verkeerde motie van de Tweede Kamer aan de nieuw aangetreden minister Piet Adema, met instemming van de landbouworganisaties, is contraproductief gebleken. Het gevolg is teleurstelling en bozig gedrag van alle betrokkenen. Voor minister Adema was het ‘een beetje dom’ omdat hij geen nee tegen de Kamer zei of tegen de EU kon verkopen. Het was gezien de onderhandelingen in 2022 tussen Nederland en de EU over derogatie resp. N-richtlijn en GLB, en de inhoud van het uitstelverzoek te voorzien. De brief van de EU aan Nederland ‘zat in de tas van de minister, maar was nog niet gelezen’. Vandaar dat de Minister excuses aanbood aan de Kamer en aan de boeren. Het Kamerdebat over het debacle volgde op 25-01-2023. De positie van de Minister was niet in gevaar maar de discussie in de Kamer was besmuikt en de VVD en de CU maakten terugtrekkende bewegingen m.b.t. de motie. Volgens Vidar Bakker, relatiemanager bij Triodos Bank, had de minister beter kunnen kiezen voor het openen van de Biobeurs in Den Bosch om zijn prioriteiten m.b.t. biologsiche landbouw te tonen, en mogelijk applaus te oogsten. Op die beurs komt iedere schakel uit de biologische keten bij elkaar: van boer tot supermarkt en van supermarkt tot bank. Bron AD Nieuws, Volkskrant en NRC van 19 januari 2023, NRC: Minister Piet Adema, Op het verkeerde landbouwfeestje, 5-01-2023, en verslag Kamer in NRC 26-01-2023.

    Kloof tussen boer, burger en politiek of platteland versus stad

    De kloof tussen boer, burger en politiek is zeer groot, blijkt uit een onderzoek met een enquetelijst onder ongeveer 2000 mensen (1000 boeren en 1000 burgers) van Nieuwe Oogst en het Algemeen Dagblad, zoals gepubliceerd onder het kopje Politiek door Joost de la Court op 27 januari 2023. Burgers/stedelingen en boeren/plattelanders voelen een grote afstand maar vooral tot de politiek, vooral de Haagse politiek. Zestig % van de burgers ervaart een kloof en meer dan tachtig % van de boeren. Meer dan de helft van de burgers en meer dan 70% van de boeren vinden het verkleinen van de kloof een belangrijk thema onder andere voor de Provinciale Statenverkiezing op 15 maart a.s. Het gevoel van de kloof speelt in het Oosten en Zuiden van het land sterker dan in het Westen. Aldaar zijn er ook meer veeboeren met stallen met mest etc. Boeren voelen zich in de hoek gezet en bedreigd door de politiek en dat is slecht voor het zelfvertrouwen en de eigendunk. Ook het vertrouwen van de boer in de burger resp. de politiek, de media en de wetenschap, die alles wil weten en meten, daalt als je bedreigd voelt. Hoe krijg je al dat onderzoek, soms tegenstrijdig, onder de pet zonder een overheid die neutrale voorlichting geeft en die duidelijke normen voor bedrijfsvoering aanhoudt?. Van de ge-enqueteerde boeren is 53% veehouder resp. 27% akkerbouwer of tuinder en 20% heeft een ander groen bedrijf. Ongeveer 45 % van de boeren heeft een MBO-3/4 niveau resp. 11% een Havo- of VWO-niveau, en 21% HBO en 4,4 % WO-niveau. Bijna 60% van de burgers ervaart een kloof tussen stad en platteland. Bij de boeren is dat ruim 89%. Het artikel en de vragenlijst van het onderzoek staat op internet bij Nieuweoogst.nl. De kloof geldt voor klimaatverandering resp. stikstof, natuurbescherming, de wolf, vlees eten, en de media. De boer raakt het vertrouwen kwijt. Opvallend is dat de burger positiever kijkt naar de boer en tuinder, dan de boer naar de burger en naar zichzelf. Deze constatering kwam ook naar voren uit het onderzoek van 2019 van Nieuwe Oogst. Uit beide onderzoeken blijkt dat burgers, boeren en tuinders, belangrijker vinden dan de agrariërs zelf. Daar waar zij burgers vooral als weinig hard werkend zien, en als wereldvreemd beschouwen en bijna niet als vernieuwend, vinden burgers boeren en tuinders helemaal niet wereldvreemd maar innovatief. De kloof is mogelijk kleiner dan veel boeren denken. De verruwing van het politiek debat is schadelijk. De kloof met de burger is gegroeid door de boerenprotesten. De ander accepteren is problematisch, zeker voor de boer. Minder klagen kan partijen helpen. De kloof met de Haagse politiek is het grootste. Volgens de boeren moet de politiek beter luisteren naar het platteland. Ook media worden gewantrouwd. Of de sleutel bij de media ligt is de vraag. Een ander houding jegens elkaar aannemen biedt perspectief. Maar bijna de helft van de Nederlanders en bijna 30% van de boeren hebben het gevoel er in dit land toe te doen. Boeren en burgers zijn de polarisatie beu. De tegenstelling tussen stad en platteland is soms vals volgens prof. Noëlle Aarts, socio-ecologische interactie, aan de KUN, bijvoorbeeld bij stikstof resp. stof en stank en bij de wolf: Het gaat veel meer over de vraag: waar heb je last van?. Aarts vindt dat boeren en burgers het ook vaak eens zijn. De context van de vraag is dan bepalend.

    De stelling over de kloof in de enquete dat boeren moeten accepteren dat Nederland te klein is voor de huidige hoge landbouwproductie, en dat er daarom ingrijpende maatregelen nodig zijn antwoordt 33,5% Helemaal mee oneens resp. 33,1% Mee oneens, 16,9% Neutraal en 11,6% Mee eens, en 5,0% Helemaal mee eens. Dat baart zorgen over de houding van boeren en hun gevoel voor de realiteit in de Nederlands landbouw. Anderzijds onderschrijven ook redelijk veel boeren de stellingen over: resp. Minder ruzie maken op sociale media, Beter naar elkaar luisteren, Accepteren van andere meningen, Minder blijven hangen in eigen gelijk, Meer praten met mensen buiten mijn eigen omgeving. Ruim zestig % van de burgers en zeventig % van de boeren willen dat consumenten en supermarkten boeren gaan helpen en meer betalen voor hun producten. Ook vindt een meerderheid van de burgers dat we minder moeten klagen over negatieve invloed van boeren op natuur en klimaat. Toch vindt 44% van de burgers dat we teveel vee/landbouwproductie hebben in Nederland tegen 17% bij de boeren.

    Na het advies Remkes en het starten van de onderhandelingen voor een Landbouwakkoord (landbouwvisie en verdienmodel, voedsel en natuur) o.l.v. minister Piet Adema en alle betrokkenen aan veel tafels, wordt gewerkt aan het overbruggen van de kloof. Boeren en plattelanders houden zich dagelijks met andere zaken en emoties bezig dan stedelingen en burgers maar er is ook veel overeenkomst in hun ervaring met politiek en media, en de gevoelens van ontevredenheid. Bij elk politiek onderwerp moe je je afvragen: Raakt dit mij wel als boer of als burger?. Er moet In Nederland. echter nog veel meer gebeuren zoals een Burgerakkoord (voedsel en landbouw) om de landbouw in Nederland een kans te bieden. Het optuigen van een Burgerakkoord vergt een extra aanpak en kan niet worden afgedaan op een neventafel van het Landbouwakkoord. Mogelijk overbrugt het Landbouwakkoord (boeren en natuur) en het Burgerakkoord (burgers en consumenten) samen de kloof door te luisteren, te leren en de brug te bouwen. Bron: Nieuwe Oogst 27 januari 2023, Joost de la Court, Artikel: De kloof tussen boeren, burgers en politiek is zeer groot, en het resultaat enqueteformulier op internet. En het artikel AD van 27-01-2023 met commentaar, dat nog niet op internet stond.

    Minister Harbers en oud gedrag?

    Met oud gedrag van zijn departement Infrastructuur en Waterstaat en de VVD probeert Minister Harbers zich via wegduiken en passiviteit te onttrekken aan zijn verantwoordelijkheid voor emissies van verkeer bij Scheepvaart en Luchtvaart. Alles over CO2 en lucht- en watervervuiling komt te laat zoals bij zeeschepen (stookolie) en luchtvaart (CO2, fijnstof en geluidoverlast). Maatregelen moeten door de EU en het parlement worden afgedwongen in plaats van door de sektor of het Ministerie. Gecertificeerde ontluchtingsstations voor tankschepen, behalve in Moerdijk, ontbreken en ondanks internationale Rijnafspraken en een commisiee die dit ontgassen en certificeren van ontluchtingsinstallaties met gemeenten/provincies moet regelen, vergaderen al 4 jaar zonder resultaat. De sector en Minister steken de handjes in de lucht. De klokkenluider en schipper Ton Quisr strijdt al jaren tegen varend ontgassen. Een onderzoek van juridische deskundige Prof. Alessandra Arcuri en promovendus Erol van Erasmus School of Law, spreekt de minister tegen: hij kan binnen de regelgeving zelf ingrijpen. De UU bevestigt met prof. Seline Trevisanut het oordeel van prof. Arcuri. De minister blijft ontkennen. Ook het opkopen van stikstofrechten door Schiphol kan hij niet tegenhouden beweert hij vanwege ontbrekende wetgeving. Alweer die handjes in de lucht maar het is nog niet Carnaval. Het getreuzel dreigt ook bij de Minister Adriaansens van Economie en Klimaat in het emissiereductieoverleg met de grootste industriële vervuilers. Dat opkopen van stikstofrechten had Harbers met Coördinerend Stikstof minister van der Wal in het kabinet al een jaar geleden moeten regelen met Financiën, Justitie en Economische Zaken, toen de contouren van dit verstorend marktprobleem duidelijk werden. Onbegrijpelijk dat Ministers met hun bijdrage van emissiereductie niet in de pas of voorop lopen bij de Stikstof en Natuur minister, die zelf ook weinig voortgang boekt. Gelijke behandeling Schiphol/Verkeer en Industrie net als bij de Boeren?. Of staat de boer weer alleen?. Het wordt tijd dat de Tweede Kamer ingrijpt en de boeren in het verweer komen en de natuurorganisaties zoals Moblisation for the Environment deze Ministers tot aktie dwingen.

    In het artikel: Schiphol mag onbeperkt giftige stoffen uitstoten, van redacteur Karlijn Kuijpers in NRC van 28-01-2023, wordt uit de doeken gedaan hoe Schiphol en het Ministerie van Verkeer zich onttrekken aan de Milieuregels in Nederland. Milieuregels zouden niet gelden voor mobiele bronnen zoals vliegtuigen. Regels voor het beperken van uitstoot van ‘zeer zorgwekkende stoffen’ zouden niet gelden voor de luchthaven Schiphol. De Wet Luchtvaart en de Rapportageplicht aan milieudiensten/omgevingsdiensten zouden niet gelden voor Schiphol?. De Milieuregels zouden alleen gelden voor fabrieken en andere vaste installaties?. Formaldehyde en benzeen worden door Schiphol meer uitgestoten dan door de fabrieken van Rockwool Lapinus en Tata Steel. Onderzoeksprogramma Zembla belichtte in 2021 al dat 20.000 grondmedewerkers op Schiphol worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen ondanks de Arbowet. De kritiek op Schiphol en op het Ministerie van Verkeer komt boven op de moeizame omgang van die partijen met de eigen verantwoordelijkheid voor het Klimaat en het Milieu en de ervaren problemen met de reductie van het aantal vluchten, het gebruik van vluchtten en banen, en de reductie van uitstoot van CO2 resp. methaan, NOx, en de geluidhinder, het fijnstof etc. en zoals nu blijkt de ‘zeer zorgwekkende stoffen’. Hoe gaat de Tweede Kamer reageren, en de natuur- en milieuorganisaties actie ondernemen op deze berichten?. En hoe interpreteren we het bericht van de volgende dag dat KLMAirFrance subsidies voor sustainable obligaties zonder prestaties gebruikt om schulden af te lossen?.

    Schipholwatch en andere actiegroepen geven op internet aan dat Schiphol al sinds 1992 niet voldoet aan de wettelijke eisen van een ‘milieuvergunning’, en dat onderdelen van de aanvraag ontbreken of dat gegevens onvoldoende zijn onderbouwd. Er wordt gerommeld met verantwoordelijkheid van het vliegveld en van de vliegtuigmaatschappijen bij luchtvervuiling, geluidhinder, fijnstof, oppervlaktewater en bodemvervuiling. Een MER hoeft niet voor Schiphol?. Bron: Informatie van Schipholwatch op internet.

    De afschaffing van subsidies op fossiele energie bij luchtverkeer, scheepvaart en belastingvoordelen van de staalindustrie (die geen energiebelasting betaalt ) met een enorm geschat bedrag van 12-17 miljard Euro, zijn zo hardnekkig dat protesten van Extinction rebellion met snelwegbezetting en kritiek en onderbouwing van Alman Metten, economisch onderzoeker, 17,3 miljard Euro nog als subsidie of belastingvoordeel in het geding zijn. Metten werkt aan een nieuwe onderbouwing van zijn inschatting. Het feit dat industrie bij meer gasafname steeds minder energiebelasting hoeft te betalen staat haaks op de broodnodige prikkels om energie te minderen. Economische zaken en Verkeer en Waterstaat zijn lange tijd laks geweest in handhaving van milieuregels en klimaatbeleid. De laatste ontwikkeling is dat Minister Harbers ten voordeel van Schiphol de geluidnormen heeft verlaagd (minder herrie vliegtuigen is zijn nieuw inzicht) en de omwoners woedend zijn en een rechtzaak voorbereiden tegen de Minister. Nadat de Minister maanden geleden na een rechtzaak had moeten besloten dat er minder gevlogen mocht worden op Schiphol (van 500.000 vluchten naar 460.000), verwacht je minder vliegtuigbewegingen en minder herrie en fijnstof. De gezondheid en het welbevinden van bewoners in Aalsmeer e.o. , en van vliegveldpersoneel telt blijkbaar niet bij deze Minister en bij de VVD. Bron: NOS Nieuws 18-02-2023. De rechter heeft nadien de procedure van de Minister ongeldig verklaard omdat Europese regels van overleg gevolgd moeten worden. Minister Harbers zet de rechtzaak in hoger berep voort in het belang van de gezondheid van de omwonenden van het vliegveld (NOS, 11-04-2023).

    ‘Groen’ plan

    Na het goedkeuren van de ‘Green deal’ eind 2019 leek het alsof de EU het voortouw had genomen voor de klimaat-neutrale toekomst. Het grootschalige klimaatplan van VS-president Joe Biden met in totaal 369 miljard Euro stimuleert een groene Amerikaanse economie. Het protectionistische karakter van het plan zorgt ervoor dat voor subsidies en belastingvoordelen op Amerikaans bodem moet worden geproduceerd door bedrijven en industrie. Het bedrijfsleven in de EU waarschuwt dat nieuwe technologie en innovatie verhuist naar de VS. Ook energie is daar goedkoper en regelingen zijn er eenvoudiger. Als aanzet tot een eigen aktie komt Brussel met een eigen plan, dat Ursula von der Leyen aankondigt. Groene industrie en innovatie wordt in EU-landen gestimuleerd om hernieuwbare energie en groene waterstof te ondersteunen. De steun kan ook bestaan uit belastingvoordelen zoals ook in de VS gebeurt. Het wordt nog een hele tour om te voorkomen dat landen met ‘diepe zakken’ zoals Duitsland en Frankrijk concurrentievoordelen hebben in de EU. Dat het in EU-landen eenvoudiger gaat worden geld en fiscale kortingen uit te delen is niet gunstig voor kleine landen. Een grote pot geld van de EU voor subsidies ligt niet voor de hand. Beprijzing van producten voeding en veevoer met een heffing bij invoer in de EU betreffende de uitstoot van CO2, CH4 etc. en het stellen van duidelijke normen voor klimaat- en energiebeleid staat voorop in de Green Deal. Von der Leyen wil 380 miljard Euro aan andere fondsen herverdelen om groene industrie en duurzame bedrijvigheid te stimuleren. De effecten van het VS-plan en het nieuwe EU-plan op productie en export van goederen en landbouwproducten moeten nog uitkristalliseren. Bron; NRC 1 februari 2023: EU gedwongen tot ‘Groen Plan’, door correspondent Clara van der Wiel.

    De CO2-uitstoot van vrachtwagens moet omlaag. Op 14 februari 2023 presenteerde Eurocommissaris Frans Timmermans zijn voorstellen voor terugdringing CO2 door het autoverkeer. Het einde van de brandstof personenwagen is in 2035 in zicht.Trucks en bussen moeten in 2030 45% minder CO2 uitstoten dan in 2019. Vijf jaar later moet de uitstoot 65% lager zijn, en in 2040 is het doel 90%. Die 10% speelruimte is er omdat niet zeker is dat alle zware trucks op batterij of op H2 kunnen rijden. Stadsbussen moet al in 2030 vollrdig uitstootvrij zijn. Bron: NRC 15 -02-2023 CO2-uitstoot vrachtwagens 90% omlaag, Clara van de Wiel.


    Onderhandelingen Landbouwakkoord

    De opdracht van een Landbouwakkoord om de Visie van partijen op de landbouw te formuleren is een Sisyfusarbeid. Het lijkt op het uitdagen van de goden. Steeds weer een rotsblok tegen een steile helling opduwen, en bij de top rolt het rotsblok weer naar beneden en moet Sisyfus weer opnieuw beginnen. Een oneindige kwelling, die minister Schouten (Landbouwvisie en kringlooplandbouw) en Staghouwer (Landbouwvisie en nieuw verdienmodel landbouw) niet wisten te te voltooien. Die taak moest minister Adema op zich nemen. De onderhandelingen aan de hoofd- en neventafels van het Landbouwakkoord vinden achter de schermen plaats zonder aanwezigheid van kranten, TV-camera’s en de media. De deelnemers die aanschuiven aan de verschillende tafels (75 groeperingen inmiddels) zijn buiten de hoofdtafel (landbouworganisaties en natuurorganisaties) en de betrokken sector- en thema groepen. Zij overleggen met de vertegenwoordigers van het Ministerie van Landbouw, Voedselvoorziening en Natuur. Op 04-01-2023 verschijnt: De analyse Reflectie op de kaders, input voor de sectortafel Melkvee en Kalverhouderij, namens de acht primaire sectorpartijen NVM, LTO Melkveehouderij, Agractie, Biohuis, Natuurweide, NAJK, DDB en Netwerk GRONDig.

    In de bestuurlijke samenvatting wordt een Analyse knellende kaders melkveesector opgenomen. Twee kernpunten uit de analyse zijn:

    1. De stapeling van plannen die leiden tot een verkleining van het grondareaal landbouwgrond beredeneerd vanuit vastgesteld beleid van alle ministeries (Landbouw en Natuur, Economische zaken Klimaat en Energie, Infrastructuur/Verkeer en Waterstaat/Milieu, Volkshuisvesting/Woningbouw en Ruimtelijke Ordening) geschat op 236.000 ha tot max. 400.000 ha), en de plannen om 702.000 ha extra agrarisch natuurbeheer uit de Quick scan, voor de helft weidebouw, en de rest half akkerbouw en half dooradering natuur, in te richten en

    2. De inzet van het kabinet inzake grondgebondenheid met het vaststellen van GVE’s per ha en de randvoorwaarden, De onderbouwing van een wijfelende afwijzing ontbreekt en de steun voor een kernpunt van de Kringlooplandbouw met minder import veevoer en krachtvoer, en aanpassing van het mest- en stalsysteem, en samenwerking met akkerbouwers, of het overstappen op biologische veehouderij, ontbreekt.

    De samenvatting begint defensief vanuit het perspectief van het rendement in het huidige verdienmodel, en gaat meer uit van wat niet meer kan dan wat wel kan. Hoe het anders kan en moet, en hoe we dat bereiken als boeren en overheid en winkelbedrijven, wordt niet uitgewerkt. Overwegingen als: minder voer resp. minder eiwitrijk krachtvoer, minder kosten, minder mest en minder mestafvoer, minder kunstmest, meer extensivering, samenwerking met akkerbouw, een hogere melkprijs bij lagere productie, duurder vlees, en een nieuw verdienmodel, wordt niet ingeschat of doorgerekend. Vreemd in de tijd van een goede melkprijs met kansen voor een nieuw verdienmodel. De melkproductie zal volgens de analyse van de tafel Melkvee en Kalverhouderij als gevolg van overheidsmaatregelen dalen van 13,7 miljard kg melk naar 9 miljard kg. Dat zou bijna 40% zijn. De analyse van de tafel Melkvee van 15 blz. meldt dat een set van randvoorwaarden en uitgangspunten, het zogenaamde Toetsingskader, door het Kabinet/de Overheid is vastgesteld. De melkveepartijen hebben geconstateerd dat het Toetsingskader voor hun tafel teveel beperking heeft. En nu?. Het Toetsingskader kan en zal niet aan elke tafel worden uitonderhandeld. Als het maar geen Poolse landdag wordt. De Minister Piet Adema houdt als eindverantwoordelijkheid wijselijk zijn mond dicht en verwijst naar de onderhandelingen. Overigens bevat de Analyse als reflectie op de kaders veel bruikbare informatie. De analyse en de inschattingen over oppervlakken herstel natuurgebieden resp. de veenweidegebieden, bosplannen, woningbouw, aanpak beekdalen (100-250 m), randen percelen en sloten/waterwegen als buffer stikstof en bestrijdingsmidelen, verboden en beperkingen (1 tot 5 km) rond Natura2000 gebieden en beweidbare en maaibare natuurgebieden, dijken en taluds etc. zijn inhoudelijk waardevol. De tekst van de tafel Melkvee is geplaatst op de internetpagina bij NMV.

    We zullen in dit Essay de onderhandelingen aan de tafels voor het Landbouwakkoord met boeren en natuurorganisaties op de voet volgen. Het overleg voor een Burgerakkoord Voedsel met consumenten/burgers en alle winkelbedrijven ontbreekt nog. Er is wel apart overleg met het Ministerie van LNV met de winkelbedrijven en er is een overlegtafel Voedsel bij het Landbouwakkoord. Na een Landbouwakkoord en een Burgerakkoord zou iedereen zich kunnen/moeten committeren met het nieuwe beleid landbouw en voedsel.






    Energieprijzen en winsten

    Na een jaar van spectaculair stijgende energieprijzen en paniek over betaalbaarheid van energie voor huishoudens en klachten van boeren over dure N-kunstmest, zijn de winsten over 2022 van Shell, ExxonMobile en BP etc. zo hoog dat er schande over wordt gesproken. Verwacht wordt dat alle oliemaatschappijen ruim hebben geprofiteerd. Met de energietegemoetkomingen van die bedrijven bij de Belastingdiensten (Subsidie op fossiel) en de aanhoudende protesten daartegen (Extinxion Rebellion) voelen politieke partijen dat de burger twee keer betaalt en de oliemaatschappij vrijuit gaat. ExxonMobile dreigt zelfs met rechtzaken tegen een extra belasting over 2022. De oliemaatschappijen zijn ook niet van plan om komende jaren meer te investeren in wind-, zonnepanelen- en waterstof- en accu- en kernenergietechnologie. Zij investeren in fossiel en helaas in meer dan alleen maar gas. Kunstmestfabriek Tara, die in 2022 klaagde over hoge energieprijzen en die de productie van N-kunstmest vanwege hoog energiegebruik en (niet vanwege NOx-emissie) in Nederland inkromp, heeft net als Poetin alleen maar geprofiteerd van productiebeperking, en scoorde een 7 keer hogere winst. Blijkbaar is de goedkope Russische N-kunstmest door sancties en verzekeringsproblemen zo hard geraakt in de wereldhandel dat Tara zo goed heeft verkocht. Joe Biden grapt dat ExxonMobile beter heeft verdiend dan God. Meerdere regeringen vinden de gerezen situatie onverteerbaar en buigen zich over maatregelen. Een spontaan gebaar van de oliemaatschappijen zou gezien hun maatschappelijke taak op zijn plaats zijn.

    Bouwen, stikstof en boeren uitkopen

    Volgens minister de Jonge CDA, moeten er de komened jaren ongeveer 900.000 woningen worden bijgebouwd om de woningnood en de doortsroming te bevorderen. De bouw van 100.000 woningen is volgens de bouwers in Nederland fors vertraagd mede als gevolg van het schrappen van de bouwvrijstelling stikstof. Omdat de gebruikersvergunning van een gebouw (parkeren auto’s etc.) rekening houdt met isolatiewaarden, energie en het energieverbruik/CO2-emissie en de emissie van NOx, ventilatie en riolering maar de kleine emissies van de bouwfase vooraf niet meerekent, heeft de rechter de bouwvrijsteling vanwege ontbrekende gegevens ongeldig verklaard. Daarom moet momenteel met Aerius een extra berekening worden gemaakt die ingediend wordt bij de bouwvergunningaanvraag vanwege de emissie van stikstof en de milieueffecten van het transport en de machines die bij de bouw worden ingezet. De energie/CO2-voetafdruk en de emissies van de produktie van bouwstoffen, stenen en cement etc. telt niet voor de bouwvergunning en de gebruikersvergunning. Opvallend. Minister Hugo de Jonge werkt met zijn ambten Ruimtelijke Ordening en Bouw aan een nieuwe regeling vrijstelling nieuwbouw die de toets van de rechter wel kan doorstaan. Een vrijstelling met een norm erin. Voor een nieuwe gebruikersvergunning rekenen sommige gemeenten op dit moment volgens mediaberichten dan ook al met de N-uitstoot van de autobezoekers van manages, kinderdagverblijven boerderij, stadions en theaters?. Hebben die ook allemaal een gebruikersvergunning?. Je zou denken dat hoort toch bij de emissiereductie van Verkeer?. Organisatoren van evenementen kopen momenteel ook stikstofrechten bij boeren op om hun evenement te kunnen opbouwen en te kunnen houden. Daarvoor zijn aparte vergunningen nodig. Getoetst wordt de uitstoot van de opbouwfase en de uitstoot van de uitvoeringsfase festival aan de referentiewaarde van het Natura2000 gebied. Maatregelen zoals elders parkeren en minder drijfmest en kunstmest op het festivalterrein toepassen, zijn gangbaar. In de opbouwdfase worden electrische machines en bouwkranen gebruikt i.p.v. dieselaandrijving. De Stikstofcrisis duurt voort. De vergunningen aanvragen verkeren in crisis. De chaos met Stikstofrechten duurt voort, wat gunstig is voor de stikstofcowboys en de prijs. De Ministers van der Wal, Stikstof, en de Jonge, Bouwen, kijken zuchtend en puffend toe maar een regeling: Hoe gaan we om met Stikstofruimte?, blijft uit. Evenals, hoe regelen we een solide N-vrijstelling voor de fase van voorbereiding bouw?. De wetgever is volgens Mob gewaarschuwd in het verleden en is al 3 jaar aan zet.

    Boeren zonder opvolger in de toekomst, 20% van het totaal, kunnen gebruik maken van de regeling bedrijfsbeëindiging. Of zij laten zich uitkopen door de overheid. Voor de uitkoopregeling van boerenbedrijven, die teveel N-emissie, stof en stank etc. veroorzaken bijv. nabij Natura2000 gebieden of bij woonwijken, worden regels geformuleerd om als eerste maatregel de piekbelasters uit te kopen. De regeling is er nog niet maar het kabinet komt met een conceptregeling, in afwachting van EU-goedkeuring. Boeren die moeten stoppen met veehouderij, worden volledig uitgekocht en onteigend. Als de overheid toestaat dat een veehouder na het ruimen van het vee en de sloop van de stallen als akkerbouwer of tuinder of groene ondernemer met zijn grond verder boert, ontstaat de situatie van partiële beëindiging. Kan dat?. Ja, dat kan als het maar geen activiteit veehouderij is en de activiteit mag max15% van de oude emissie veroorzaken.

    Bij volledige bedrijfsbeëindiging, het uitkopen van een veehouderij of bij extensivering wordt gekeken naar de schets en specificatie van het type bedrijf zoals het zich voordoet. Gekeken wordt naar de huidige situatie in het bedrijf resp, de toekomstplanning en de voorbereidingen, de jaaromzet en het perspectief 5 jaar vooruit en 5 jaar achteruit, het verdienvermogen en de winst voor 1 tot x fte ondernemerschap per jaar, de technische staat van het bedrijf en de inrichting, de innovaties, de hoeveelheid vee/diersoorten in GVE en het aantal hectares weiland en bouwland (dus GVE per ha) als indicator intensiteit mineralen, stikstof, stof en stank, eigendom grond en pacht grond, afzetcontrecten mest, mogelijkheden gemengd bedrijf, mogelijkheden extensivering, nabijheid Natura2000 gebieden of andere bepalende natuureisen, aanwezigheid industrie nabij, verkeer nabij, vliegveld en haven in de buurt, aanwezigheid van buren en woningen en dorp/stad. De volgende lijst kan worden afgesreept of aangevuld:

    1. Het aantal hectares grond (ongeveer 70.000 Euro per ha) resp. de bouwplaats (of door het Rijk/Provincie via de Grondbank ingenomen grond ), het aantal ha pachtpercelen en hun eigenaren,

    2. De diersoorten/veestapel volwassen en jonge dieren, geruimd en geslacht (wat mag je verkopen?),

    3. De verschillned voorraden van de bedrijfsvoering en het ruwvoer, silage etc. en krachtvoer, evenals

    4. Tractoren, auto’s, voerwagens, installaties, silo’s, machines en apparatuur melkstal og melkautomaat,

    5. Stalgebouwen, loodsen en schuren of met een nadere bestemming , met of evt. zonder

    Rechten. Deze P- en N-rechten (of melkrechten of melldquota uit het verleden) kregen boeren ooit gratis tot ze van de overheid vervuilingsrechten moesten gaan bijkopen (of willen verkopen). Schone grond, lucht en water zijn grondrechten voor alle Nederlanders en dat is economisch gezien verziekt met vervuilingsrechten. P- en N-rechten opkopen kost tonnen per veehouderijbedrijf, en je komt er niet meer vanaf en het is bedrijfseconomisch gezien onzuiver, en een soort “opgeklopte rechten” of “geldelijke vervuiling” die de overheid toestaat. De boer die stopt met het bedrijf, verliest zijn inkomsten. Een vergoeding voor te derven inkomsten is gebruikelijk bij gedwongen uitkoop bijv. voor 5 jaar te toetsten aan de Jaarrekeningen van de afgelopen 2-3 jaar. Dat is een zuivere benadering t.o.v. de vergoeding van N- en P-rechten waarbij de hoogste bieder wint (vaak niet de boer maar de projectontwikkelaar). Het woest aannemelijk bod van de Minister zou 20% extra geld betekenen.

    8. De boer moet bij bedrijfsbeëindiging zijn personeel ontslaan en de leningen/hypotheken, leascontracten, contracten dienstverlening, en de leveringen opzeggen en evt. afkopen.

    Herhaling van zetten en gedoe

    Minister Braks verklaarde enkele jaren geleden over fiscalisering van de melkquota achteraf: Mijn grootste fout als minister was dat ik niet doorhad dat de fiscalisering van melkquota zou gebeuren. En zijn voorstel in de jaren tachtig aan het kabinet om het Stikstof en Fosfaat probleem in de veehouderij door een bouwstop op stallen mislukte omdat gemeenten gewoon doorgingen met het verlenen van vergunningen. Er was sprake van een stalexplosie. Zijn voorstel aan de ministers om dan maar de boeren uit te kopen voor 5 miljard gulden werd niet opgepakt en weggehoond als te duur.

    Op de valreep voor uitrijden van drijfmest voor weiland van 16 februari 2023 (en bouwland 16 maart, en vaste mest 1 februari) is er gedoe in de media over de bufferzones rondom sloten. Er zijn allerlei soorten sloten. Er zouden fouten zitten in het RVO-bestand van sloten op internet dat boeren moeten raadplegen. Is een droge sloot ook droog in RVO?. Droge sloten dicht gooien door boeren is geen alternatief in een land dat water moet gaan vasthouden. Het gebeurt echter wel. Bovendien zijn de laatste 100 jaar bijna alle natuurlijke waterlopen recht getrokken en uitgediept waardoor het water 5-10 keer te vlot wegstroomt. Waterlopen en sloten vallen formeel onder toezicht van waterbeheerders zoals gemeenten of waterschappen.

    De uitkoopregeling

    We wachten nog steeds de voorstellen van ministers Cristianne van der Wal en Piet Adema over de uitkoopregeling af. De brief aan de Tweede Kamer over Piekbelasters (500-600 tot 3000) en de voortgang PAS-melders (ongeveer 350) is verzonden. Bekend is hoeveel emissiereductie de industrie (38%) en verkeer (25%) moeten ophoesten. Dat is een significante kentering van het stikstofbeleid van het kabinet. De bedrijven worden nu door hun relevante ministers Economische zaken en Verkeer en Waterstaat individueel aangesproken op hun emissiereductie en de piekbelasting. De urgentie voor ingrijpen is opgehoogd. De brief van LNV aan de Tweede Kamer komt verderop aan de orde.

    Een rapportage van nieuwe ambtelijke berekeningen van ambtenaren van Financiën in de bijlage bij de brief zaait opnieuw onrust. Financiën kijkt anders naar de problematiek Stikstof dan LNV zoals we al eerder zagen. Het ministerie van LNV houdt zich nog even op de achtergrond. De boeren (en andere vervuilers industrie, bedrijven en verkeer) zullen de emissie van NH3 en ook NOx volgens de ministers van Landbouw moeten minderen, maar als je alle veeboeren uitkoopt dan zijn er nog problemen met vergunningen want in alle drie de scenario’s blijft de ‘kaart rood’ (landkaartje heel Nederland). In de huidige koers resp. de kabinetsaanpak stikstof en bij geen veehouderij, blijkt dat er plantjes of dieren (strookjes natuur met habitat) als gevolg van overschrijding N-depostie als KritischeDepositieWaarde en gevaar lopen. Dat is onvoorstelbaar en ongeloofwaardig. Vervuiling door de industrie, bedrijven en het verkeer (auto, schip, vliegtuig) en de vuile lucht uit de buitenlanden zijn de oorzaak.

    Kunnen we behalve de veehouders, de industrie resp. de bedrijven, en het verkeer in heel Nederland ook uitkopen en het buitenland tevens?. Wat een idioot idee. Heel Nederland leeg geruimd, en dan gaan de Lange Zonnedauwplantjes nog dood door buitenlandse NOx?. Je vraagt je wel af waarom en met zulk een lage KDW-aarde voor een plantje resp. een korstmos of een mugje, het model is getoetst of gevalideerd. Is de benadering ideologisch of inmiddels achterhaald?. Het ecologisch verhaal (en de kaart) rammelt en een echte onderbouwing met emissiecijfers/deposities met de aangehouden KDW-waarde en de ecologische onderbouwing als norm van de habitat ontbreekt. Hoe groot zijn de Natura2000 gebieden en zijn zij voor de toekomst handhaafbaar met of zonder groene verbindinsgordels?. Zijn er na 100 jaar Nederland op de schop nog voldoende grote natuurgebieden over, waar de historische habitat nog haalbaar en handhaafbaar is?. Zonder antwoorden op die vragen, die de N-minister van der Wal van Natuur moet beantwoorden, blijven het beweringen en schijnberekeningen.

    Vandaar dat de regionale aanpak rond Natura2000 gebieden met geloofwaardige KDW’s met de verschillen in bedrijven en in de natuurgebieden met de emissiereducties CO2 en CH4 (Klimaat), NH3 en NOx (Stikstof), en de mindering van bestrijdingsmiddelen en antibiotica de enige weg is.

    Bron: NRC: Nieuwe ambtelijke berekeningen zijn dreun voor kabinet in stikstofcrisis, redacteuren Martin Kuiper en Rik Rutten. P.S. Het verbaast dat de ervaren NRC-redacteuren de essentie niet hebben ter discussie gesteld in het NRC-artikel terwijl ze wisten dat het Ministerie van Financiën economen en boekhouders in huis heeft, en geen landbouwkundigen, milieukundigen of ecologen.






    De brief aan de Tweede Kamer 10-02-2023

    In navolging van het advies van Johan Remkes worden de 500-600 piekbelasters veehouderijen (en ook industriebedrijven en verkeer) door hun Ministeries benaderd vanwege hun stikstofreductietaakstelling (veehouderij 41%) om de emissiereductie te realiseren. Dat gebeurt voor april 2023. Als dat na de evaluatie onvoldoende oplevert, worden nog eens 3000 veehouderijen en de industrie en het verkeer als volgende piekbelaster aangesproken en ook 35 industriebedrijven. Zoals bekend moet de industrie 38% en verkeer 25% emissiereductie stikstof ophoesten. In totaal moeten de 3500 veehouderijen 85% van de emissiereductie leveren. Aanvankelijk mag je vrijwillig reduceren, innoveren, extensiveren, verplaatsen of beëindigen maar dwang wordt vanaf 2024 mogelijk bij onvoldoende reductie niet uitgesloten. Zonder Resultaat van gesprekken van boeren met provincies, en het melden bij de Overheid/LNV kan een Resultaat niet worden ingeboekt als te realiseren Presatie N-reductieplan van het kabinet. Zo wordt bijgehouden hoever de overheid planmatig vordert met N-reductie in Nederland in het traject naar 2030. Momenteel is de depositie van N in Nederland volgens RIVM/CBS rekenkundig ongeveer 21 kg N per ha per jaar, gemiddeld over heel Nederland. Dat komt overeen met ongeveer 1500 mol N-depositie per ha per jaar, gemiddeld. De werkelijke depositie per ha per jaar is plaatselijk/regionaal/per Natuur2000-gebied zeer verschillend (10-80 kg N) afhankelijk van aanwezigheid van industrie, energiecentrales, verkeer en veehouderijen. Het kabinet wil de emissie van Stikstof zo sterk minderen dat 100 mol N per ha per jaar minder depositie plaatsvindt gemiddeld in Nederland. De taakstelling is 7% van het totaal per jaar voordat het streefjaar 2030, conform het regeringsakkoord, is bereikt. 100 mol N houdt in 100 maal 14 gram is 1,4 kg N per ha per jaar gemiddeld voor heel Nederland. Rond Natura2000 gebieden moet direct heel veel Stikstofemissie worden geminderd binnen 1 km, en verder tevens in een straal van 5, en 25 km verderop ook naar rato van het model. Als simpel voorbeeld: bijv. 90% emissie resp. 60 en 15% minder. Voor het overleg met veehouderijen is een communicatiestructuur opgezet met 3 lijnen of lagen: 1e Beschikbare informatie, 2e Adviesgesprekken en 3e lijn Specialistische kennis. Van de PAS-melders zijn inmiddels 49 bedrijven voorzien van een gebruikersvergunning, en 191 bedrijven voldoen aan de toetsingscriteria, en 169 bedrijven voldoen niet aan de criteria. Tot slot is er een systeem van Schadevergoeding PAS-melders opgetuigd met een onafhankelijke beoordelingscommissie. De tam tam van Farmers Defense Force kondigt een demonstratie tegen het beleid van het kabinet over Stikstof en nog veel meer… aan op 11 maart 2023, de dag dat Extinction Rebellion tegen subsidies demonstreert voor de industrie van fossiele brandstoffen. LTO en FDF oordelen dat de regelingen voor boeren die moeten laten uitkopen, extensiveren, innovenern en verplaatsen alweer 3 maanden te laat komen. Directeur Palmen van Greenpeace dreigt Minister van der Wal met een rechtzaak omdat het terugdringen van de stikstofemissie sinds 4 jaar te lang duurt en de natuur bezwijkt. De piekbelasters veehouderij, industrie en verkeer moeten als sterkste vervuilers hun gebruikersvergunning verliezen zoals in Vlaanderen gebeurt met de generieke maatregel.

    Slecht nieuws Bij het schrijven van de Essay Geschiedenis van de landbouw eindigend in het heden, bekruipt je bij het lezen over landbouw in de kranten en de media regelmatig het gevoel van slecht nieuws. Volgens een overzichtsstudie van Few Research van 165 studies over twintig jaar is 90% dat Amerikanen horen, negatief. Voor Europa zijn vergelijkbare trends geconstateerd. Slecht nieuws verkoopt beter is de verklaring. Je zou bijna niet meer durven schrijven, ook niet in dit Essay. Dat goed nieuws weinig vragen oproept, werd onlangs geïllustreerd door het bericht over voedselinname van het RIVM. Nederland eet beter. De trend zet door, we consumeren meer groenten en fruit, minder rood vlees, meer noten en peulvruchten en minder frisdrank. Teleurstellend is dat dat dit goede nieuws vooralsnog niet leidde tot veel journalistieke vragen, laat staan eigen onderzoek. Bron: Louise O. Fresco Column in NRC 20-2-2023.

    Hoogwaterbescherming, Dijken en Biodiversiteit

    Nederland heeft 17.000 km aan dijken. Bij een breedte van (stel) 100 meter is dat 1700 ha dijk. De biodiversiteit is nu nog beperkt maar een praktijkproef Future Dikes over de stevigheid van dijken onderzoekt met de inzet van een simulator en en pomp het effect van kruidenrijke/bloemenrijke dijken bij een storm van 2 m water over de dijk. Ecoloog Nils van Rooijen van de WUR begeleidt de proef op de dijk bij Wijchen, waar water van buiten de dijk in een testopstelling op de dijk in een waterstroom afstroomt op de binnenkant van de dijk: de zwakke plek. Er wordt geexperimenteerd met meerdere kruiden zoals knoopkruid, margriet, knolboterbloem, duizendblad etc. Een vijftigtal kruiden komt in aanmerking voor nader onderzoek op dijken met wisselende samenstelling in zand en klei. Hun wortelstelsels wortelt dieper dan Engels raaigras. Het experiment is een samenwerking van Universiteit Nijmegen, WUR, Waterschap Rivierenland en Rijkswaterstaat. Het idee van bloemrijke dijken is afkomstig van dr. Hans Sprangers die in 1999 bij de WUR promoveerde op bloemrijke dijken. Ondanks zijn voorlichting en training van medewerkers van waterschappen over bloemrijke dijken, kreeg het idee toen geen opvolging omdat het een cultuurschok was en het zou te duur zijn. Rijkswaterstat vond het te ingewikkeld. Inmiddels kijkt men er anders tegenaan: Kimaatverandering en Biodiversiteit krijgt meer aandacht. Ook extensivering van grond voor landbouw en natuur staat inmiddels op de agenda. Bron: NRC 21-02-2023, Bloemrijke dijk bewijst zijn stevigheid, Marcel aan de Brugh.

    Visserij en stikstof

    Vissers moeten hun bestaande scheepsdieselmotoren laten ombouwen met een katalysator tegen NOx. Nederlandse garnalenvissers vangen 15 miljoen kg garnalen per jaar: de helft van de Europesche garnalen. In de sector werken 1200 mensen. Verder heeft de Europese Commissie plannen om bodemvissen beter te beschermen en garnalenvisserij te verbieden of te beperken in Natura2000 gebieden. Een derde van de Noordzee en de gehele Waddenzee is Natura2000 gebied. Voorheen mocht 5% van de Natura2000 gebieden worden bevist met bodemberoerende technieken zoals bij garnalenvisserij. Drie jaar geleden is besloten dat 15% van de gebieden beschermd moet worden tegen bodemberoerende techniek. Vanaf 2024 moet de bodemvisserij stapsgewijs worden afgebouwd. In 2030 is die vorm van visserij dan verboden volgens EU-plan. Visserijorganisaties en Natuurorganisaties praten nog mee over een compromis. Het Ministerie van Landbouw en Visserij zal naast de bestaande regeling quotumkorting Brexit, werken aan een nieuwe opkoopregeling op basis van bestaande fondsen Visserij. Definitieve besluiten van de EU en van LNV worden afgewacht. Bron; NRC, Europees visverbod kaalslag voor sector, van redacteur Sezen Moeliker.

    Anti Urgenda en anti Mob

    De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen van VVD, CDA, SGP, BBB en JA21om strengere eisen te stellen aan organisaties die de staat voor de rechter slepen. Indiener van de motie Chris Stoffer van de SGP ontkent de belangenorgansiaties de mond te willen snoeren. De motie verzoekt het kabinet expliciet om te later verkennen of strengere eisen kunnen worden gesteld aan de ontvankelijkheid van belangenorganisaties met een ideëel doel. Urgenda en Mob zijn niet onder indruk mede omdat het artikel 3:305a van het BW wordt genoemd. Johan Vollenbroek geeft aan dat geprocedeeerd wordt op basis van Europese wetgeving zoals het Verdrag van Aarhus 1998, dat de toegang van burgers en organisaties tot de rechter regelt. Bron: NRC 23 februari 2023, Dieptriest dat de Kamer hier voor stemde, redacteur Wafa Al Ali.

    Onrust en verkiezingen 15 maart 2023

    Politieke partijen raken in de stress bij het naderen van de verkiezingen voor Provinciale Staten. Met name de thema’s Klimaat en energie, Stikstof en Vluchtelingen breken de partijen op. Partijen die jarenlang geen beleid voor verbetering Klimaat, Energie en Stikstof of Vluchtelingen, hebben ingebracht, voeren het hoogste woord. Houdt het kabinet de gelederen van de vier regeringspartijen gesloten?. Of schaatsen allerlei bestuurders van VVD resp. D66, CDA, SGP en de opponenten BBB, JA21, SP, en PvdA/GroenLinks op provinciale bijeenkomsten hun eigen rondje?. Komen enkele provincies straks in opstand tegen het kabinet?. En wat doet het kabinet dan?. Speculaties en emoties alom. Op woensdag 23-02-2023 behandelt de Tweede Kamer opnieuw de voortgang en de stagnatie Stikstof. Rook, mist, vuurwerk en emotie wordt verwacht maar geen oplossing. Zaterdag 11 maart 2023 zijn de demonstratie van Farmers Defence Force en de frontorganisatie Samen voor Nederland in Den Haag gehouden. Tractoren zijn door de burgemeester van Den Haag verboden. Ook Extinction Rebellion demonstreert op die dag. Carolien van der Plas van BBB zal niet deelnemen omdat ze zich niet veilig voelt na een reeks van bedreigingen. De demonstraies zijn succesvol en zonder veel geweld maar met veel water en gesleep met demonstanten verlopen.

    Kamerdebat Landbouw over stikstof, een politieke show?

    Het Kamerdebat Landbouw werd begeleid door mediaberichten over VVD resp. CDA , CU en andere provinciale bestuurders, die in verzet zouden komen tegen het kabinetsbeleid Stikstof. Ook de ‘stemwijzer verkiezingen’ en het zogenaamde ‘anti-polarisatieverhaal’ van D66 kreeg veel aandacht van de politici. Hoewel iedereen weet dat in een aantal Natura2000-gebieden met een benodigde reductie van Stikstof van 70 of 90%, het uitkopen van boeren en of industrie, onomkoombaar is, waren veel partijen in de Tweede Kamer niet bereid, die consequentie te accepteren. Zoete broodjes bakken bleek populair behalve bij de Groot van D66. Het leek aanvanklijk wel D66 tegen de rest. Uitkopen werd de heilige graal. De partijen speelden een spel met echte en valse emoties en draaiden om de hete brei heen Natuurlijk vindt niemand uitkopen leuk. De verkiezingen van Provinciale Staten staan voor de deur. Lange tijd gedurende het debat toen de politieke partijen in de Kamer aan het woord waren, zaten de Ministers er conform de mores in Nederland gelaten bij tot het moties regent: ongeveer 30 voor Christine van der Wal en 10 voor Piet Adema. En dat moet dan diep in de nacht nog afgeraffeld. Uiteindelijk gaf Minister van der Wal zoals verwacht aan: Vrijwilligheid voorop, en onteigenen indien nodig. Het beleid op stikstof wordt uitgevoerd conform kabinetsbeleid en de besluiten van de Tweede Kamer; anders komt er geen geld voor de provincie. Het opkopen van stikstofrechten door industriële bedrijven werd door verschillende Kamerleden opnieuw ongewenst genoemd in het debat maar een fundamenteel inhoudelijke beschouwing over het economisch thema productierechten ontbrak weer. Rondpompen dus of voer voor economen?.

    Januari 2024 hebben in gesprekken van de provincies de 3000 boeren en 30 industriebedrijven hun positie als piekbelaster bepaald. Een vervroeging met enkele maanden komt er niet. De inbreng van de politieke partijen bestond vooral uit herhaling van oude redeneringen en vragen uit eerdere debatten of ontkenningen van de werkelijke problematiek. Volgens Volt was het debat als het veteringsproces van een koe: veel herkauwen. Het blijven volgen van het debat was een hele opgave, met af en toe een geeuw, zeker voor mensen die de Stikstofdiscussie niet dagelijks volgen. De inbreng van CDA, D66, SGP en Volt op enige afstand gevolgd door GroenLinks en een aarzelende VVD en CU en een boute Omtzicht, zorgde voor ruimte om door te gaan voor het kabinet. BBB vergiste zich met de eigen webside met het voorstel (met JA21) voor afschaffing van de helft van de Natura2000 gebieden. Opvallend was de redelijke en menselijke inbreng van CDA, BBB, PvdA en SP. Teleurstellend was de inbreng van FvD en de groep VanHaga met veel oordelen en een gebrek aan inhoudelijke kritiek.

    De opdracht voor een vervangend instrument van de KDW, conform Remkes, wordt in een commissie van wetenschappers uitgevoerd en besproken met belangenorganisaties. Bij de aanpassingen van de Stikstofwet wordt de streefdatum realisatie Stikstofdepositie conform het coalitieakkoord vervroegd van 2035 naar 2030 en zal na een besluit van de Minister van Landbouw en Natuur in de wet het alternatief voor KDW (bij ecologische habitat toetsing) worden opgenomen, evenals twee meetmomenten om de voortgang emissiereductie te bepalen. (Zulk een verradelijke situatie als bij KDW bestaat ook bij ecologische toetsing van de kwaliteit van oppervlaktewater aan de hand van waterleven en het principe: ‘one out, all out’). Minister de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijkeordening werkt momenteel (volgens Mob jaren te laat) aan een nieuw en onderbouwd bouwbesluit voor de vooraf-fase van de vergunningverlening. Over de aanpassing van stallen en aanpassing mestsysteem als innovaties door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, is niet gesproken in het debat in afwachting van het Landbouwakkoord. Op de vraag van Joris Thijssen van de PvdA aan minister van der Wal, hoe zij stuurt in de Miisterraad op vrijkomende en vrijgekochte stikstofruimte voor boeren, bouwers en bedrijven, werd duidelijk dat zij niet stuurt op dit proces met haar collegaministers. Er is een potje voor vrijkomende stikstofruimte en verder wachten we af?. In 2020 beloofde minster Schouten van het Ministerie van LNV afpraken te maken over extern salderen met de provincies. Gevoel voor verantwoordelijkheid resp. durf voor sturing en urgentiebesef lijkt bij de Stikstof Minister te ontbreken en dat verklaart waarom het dilemma voor PAS-melders en voor bouwers blijft bestaan. Hoe kan een coördinerend minister Natuur en Stikstof zulk een knullig antwoord geven als het land op slot zit. En hoe kan het dat de Kamer dat accepteert?. Dat is alsnog een motie waard van Joris Thijssen van de PvdA.

    Energieprijzen gedaald

    De energieprijzen zijn inmiddels fors gedaald en de gasvoorrraad is op orde in West-Europa. De winter is tot nu toe mild uitgevallen. De burgers met een klein inkomen krijgen energiesubsidies. De inflatie in de EU en in Nederland is nog niet voldoende beteugeld. De CAO’s en met name de lagere schalen krijgen tussen 6 en 10% hoger loon. Het gevolg van goedkopere energie is tevens dat de kunstmestprijzen in de wereld ook flink dalen. Russische kunstmest (veelal energiekostbare N-kunstmest) en landbouwgoederen mogen ondanks EU-VS boycot vrij verhandeld worden. Schiphol loopt weer vol. Het aantal vliegreizen en verre en dure vakanties nemen spectaculair toe: De kranten staan er vol mee. Een enkele nachttrein naar verre hoofdsteden in Europa wordt met moeite in ere hersteld. De hoeveelheid sneeuw in de skioorden van Europa blijft problematisch omdat het te warm is. Rusland snijdt de laatste olieleveringen via de olieleiding naar Polen af en Polen geeft aan dat deze laatse 10%-mindering kan worden opgevangen door andere leveranciers. In de media blijft de hoge (inmiddels verlaagde) energienota rondzingen tot aan de verkiezingen alsof er niet fors is ingegrepen door de Energieminister. De voedselprijzen blijven echter wel fors stijgen in de winkels en de verpakkingen zijn kleiner bij een hogere prijs?. Er zijn ook probelemen met de prijen bij de kassa. Waar blijft het toezicht van de overheid en de consumentebond op deze markt?.

    Ethiek en veehouderij

    De Wageningse hoogleraar Ethiek Bart Gremmen schreef kort voor zijn vertrek aan de WUR over de ethische basis voor de veehouderij een verhelderend boek. Tachtig % van de mensen zegt nu nog producten van de veehouderij te willen gebruiken. Dat is een gegeven. In het boek Dierenethiek &Veehouderij, Van een moreel kompas naar een ethisch kompas, bij Noordhoek, zet Gremmen zijn theorieën uiteen over de veehouderij. Dat gebeurde mede omdat studenten van de WUR met een boerenachtergrond tegen hem zeiden: Wat U zegt over de veehouderij is flauwekul. Het gaat gewoon goed waarom moeten wij het anders doen?. De studenten hebben een achtergrond die hij benoemt met contractethiek. De huidige invloed op veehouderij is een verlengde van emancipatieontwikkelingen in de maatschappij vanaf slaafgemaakten, horigen, burgers en van vrouwen. Die emancipatieslag naar dieren is een verdere stap: van gezelschapsdieren/huisgenoten, landbouwhuisdieren/stalgenoten en wilde dieren en insecten/natuurgenoten. Gremmen geeft 4 morele modellen aan die hij toetst op bruikbaarheid: 1. Het contractmodel (het dier als middel) resp. 2. welzijnsethiek (maximale zorg voor dieren), 3. dierenrechtenethiek (het dier als subject met rechten) en 4. de ecoethiek (het ecosysteem als hoogste waarde). In drie van de vier modellen wordt veehouderij bijna onmogelijk omdat dieren in die modellen lijden, hun rechten worden geschonden of het ecosysteem erdoor geschaad. Vandaar dat Gremmen kiest voor de benadering vanuit 5. een zorgethiek (ethics of care): die nadrukkelijk het menselijk belang voorop stelt met optimaal dierenwelzijn. We mogen dieren doden. Het hoeft niet: daarbij komt je moraal kijken. Dat is een biologisch gegeven. Mensen zijn omnivoren net als chimpansees. Als morgen iedereen stopt met vlees eten, zijn we van het probleem af, maar zover zijn we nog niet. Er is nu al een generatie opgegroeid voor wie vlees eten zeker dagelijks helemaal niet meer vanzelf spreekt. Gremmen eet zelf vlees, dat is hoe je bent opgevoed: Maar niet meer elke dag en geen kiloknallers uit de supermarkt. Vooralsnog neemt de consumptie van vlees in de wereld met namen in landen in ontwikkeling verder toe. Bron: NRC, Veehouderij moet zich anders tot het dier verhouden, redacteur Sjoerd de Jong, ma 27 februari 2023.

    Crisis Vlaanderen

    In Vlaanderen moeten 40 rode (de meest vervuilende) veehouderij bedrijven en een x aantal industriebedrijven als piekbelasters stoppen volgens een generieke maatregel van het kabinet. De bedrijven worden uitgekocht. In Vlaanderen is inmiddels crisisberaad gaande in het kabinet Jambon. Er is verschil van mening over een aanatl zaken tussen premier Jambon, Minister Demir van Justitie, toerisme en milieu en minister Brouns van Landbouw. De boeren worden mogelijk benadeeld t.o.v. de industrie, hoe gaan we bedrijven samenvoegen (gemengd bedrijf?), en het verhandelen van stikstofrechten en -ruimte geeft forse meningsverschillen. Wie mag stikstofrechten opkopen: Boeren en wie nog meer?. Een accoord is er over het stoppen van boeren met veeteelt en het overgaan naar akkerbouw en of natuurbeheer. Donderdag middag moet het kabinet eruit zijn, na inmiddels 17 uur vergaderen. A.S. Vrijdag dreigen de boeren met 1000 tractoren te demonstreren in Brussel nadat de jonge boeren voorheen al 500 kruisen hadden geplaast bij een demonstratie bij het kantoor van de premier. Het aantal tractoren van de boeren in Brussel bedroeg overigens 2700 zonder de autowegen te blokkeren, en ook zonder geweld. Chapeau!. In Nederland breekt minister van der Wal van Natuur en Landbouw zich het hoofd over de vergunning die de Provincie Limburg heeft afgegeven (?), om in Egchel een varkenshouderij uit te breiden van 100.000 varkens naar 125.000 varkens. Bij de vragen in de Tweede Kamer zegt zij van niks te weten. Wordt vervolgd.

    De provincie Noord -Brabant stopt onmiddelijk de vergunningverlening voor projecten met stIkstofeffecten op Natura2000 gebieden. Volgens gedeputeerde Water, Natuur en Gebiedsgerichte aanpak, Hagar Roijackers, Groen Links verdwijnen door verzuring, vermesting en verdroging planten, bomen, insecten en vogels uit de Brabantse natuurgebieden. De provincies moeten per 1 april a.s. een zogeheten natuurdoelanalyse afronden en per 1 juli a.s. indienen bij het Rijk.

    Hoe lang de stop gaat duren, met 100 vergunningaanvragen bij de provincie, is onduidelijk volgens gedeputeerde Landbouw Elies Lemkes-Straver, CDA. Bij de aankoop van stikstofruimte (vrijwillige en gedwongen verkoop) kan de overheid (Ministerie en Provincie) 30% van de stikstofruimte innemen en zoals Brabant bepaald heeft: 40%. Ook de regeling om verouderde stallen aan te passen aan milieueisen, wordt verzet naar 1 juli 2024. Alle provincies kregen al geld om aan het werk te gaan met de boeren. Met 70 miljoen Euro kan de Provincie Brabant alvast verbeteringen van natuur en water versneld aanpakken en innovaties starten, en het stimuleren van natuurinclusieve landbouw. Ongeveer 17,5 miljoen is beschikbaar voor aankoop en sloop van bedrijfsgebouwen in landelijk gebied. Ongeveer 7 miljoen is beschikbaar voor onderzoeken naar gebiedsprocessen met ecologische en hydrologische achtergrond. Steun en advies aan agrariërs voor het BedrijfsBodemWaterPlan kreeg een budget van 2 miljoen.

    Subsidieregeling afbouw derogatie

    De Minister van Landbouw Piet Adema heeft per 1 maart 2023 de regeling subsidieafbouw derogatie blijvend grasland gepubliceerd. De regeling geldt voor 2023, 2024 en 2025. De regeling kent een maximum subsidie van 20.000 Euro. Aanvragen kunnen van 1 juni tot 30 juni worden ingediend. De regeling vergoedt een deel van de kosten om mest elders af te zetten en wordt berekend uit hectares, die in aanmerking komen, maal 20 Euro. De toegestane N-bemesting dierlijke mest op löss- en zandgrond wordt per jaar met 10 kg N per ha afgebouwd van 250 kg N naar 240 resp. 230 kg N uit drijfmest/organische mest. Percelen klei-zavel- en veengrond met een gebruikersnorm van 250 kg N gaan ook terug met stappen van 10 kg N, en de vergoeding van 20 Euro per ha. De Waterschappen Hoogheemraadschap Holland Noorderkwartier resp. Delfland, Brabantse Delta zijn aangewezen als verontreinigd gebied. Hier gaat de gebruikersnorm terug van 250 naar 220 kg N. Voor die afname van 30 kg is een bedrag beschikbaar van 60 Euro per ha. Voor percelen in Natura2000 en GWB-gebieden is het niet mogelijk een derogatievergunning aan te vragen. Voor die percelen geldt de gebruikersnorm van 170 kg N (de toegestane EU N-standaard) uit dierlijke mest. Hiet is de N afname 60-80 kg N per ha afhankelijk van het 230 of 250 kg gebied. Voor deze percelen geldt een tegemoetkoming van 120 tot 160 Euro per ha.

    De effecten van de afschaffing Derogatie en de voorschriften N-gift volgens de Nitraatrichtlijn Water op de Stikstofreductie zal in 3 jaar naar een grove inschatting een reductie van 10-20% N (NH3 en NO3-) opleveren in emissie en in grondwater- en oppervlaktewaterkwaliteit.

    Onteigening biedt perspectief

    Het onteigeningsinstrument ligt gevoelig binnen de landbouw resp. het bedrijfsleven en bij een aantal politieke partijen. En vijfde van de boeren heeft geen bedrijfsopvolger maar de boerderij en de grond kan normaliter veel geld opleveren in de vrije verkoop. Onteigenen roept gevoelens van ultieme bedreiging op, wekt woede en zet boeren in de achteruit. Blijf van mijn vee en van mijn grond af is het adagium. Het bedrijf en de toekomst is in gevaar. Sommige politieke partijen spelen in op deze emotionele kaart. Toch is het voor boeren goed te overwegen om een bedrijfsbeëindigings-regeling af te wegen tegen een onteigening: gedwongen uitkopen. Bij bedrijfsbeëindiging geldt een beroepsverbod en bij onteigening worden ze volledig schadeloos gesteld door de overheid. Dat levert financieel meer op. Er zijn beperkte mogelijkheden als ondernemer in de agrarische verbreding of dienstverlenende sector in Nederland of je moet het geluk zoeken in het buitenland.

    Volgens Stal en Akker worden thema avonden georganiseerd om een duidelijk perspectief over onteigening te krijgen voor ondernemers die graag verder willen in de sector of die andere activiteiten willen uitvoeren. Een commerciële visie op deze problematiek biedt o.a. Jeroen Adams van Adriaan van de Heuvel makelaars en adviseurs, en Niels Crooijmans, advocaat bij Goorts en Coppens advocaten en adviseurs. In de thema-avond krijgen boeren resp. medewerkers agrarische sector, studenten en de pers gratis voorlichting. Het is voorlichting voor boeren en tevens reclame voor hun dienstverlening. Voor vertegenwoordigers en andere bezoekers geldt een beperkt aantal plaatsen tegen € 95 vergoeding per avond. Onafhankelijke voorlichting vanuit de overheid wordt niet verwacht omdat de Overheid de Voorlichtingsdienst heeft afgeschaft en omdat de Overheid in deze zaak zelf als Ministerie of Provincie betrokken partij is. Bron: Stal en Akker, Onteigening biedt perspectief, 6 maart 2023, Robert Ellenkamp.

    Stikstofrechten en stikstofplichten

    In een kort en bondig opinieartikel: Vervang stikstofrechten door stikstofplichten, pleit Kaat Biesemans -Hoogewijs als voedselboswachter in NRC van di. 7 maart 2023 voor het afschaffen van stikstofrechten. Ze zijn ooit gratis verstrekt aan boeren en zware industrie en ze worden als recht op vervuiling gekocht/verkocht. De stikstofrechten zijn geruisloos in een markt van vraag en aanbod beland, de fosfaatrechten achterna. Uitstootrechten staan echter op gespannen voet met stikstofplichten (stikstofreductieplichten) voor een duurzaam milieu en gezonde natuur. We moeten van de misleidende term stikstofrechten af . We kunnen beter stikstofplichten gratis uitdelen. De plicht om minder uit te stoten, de plicht om de bedrijfsvoering aan te passen zodat er geen schade wordt aangericht aan alle levende wezens in de omgeving. In het armoedigste geval om de rekening te betalen voor de schade aan anderen. Zij stelt profit (winst) niet centraal maar duurzaamheid en respect voor elkaar en de natuur (de moraal): Minder koopman en meer dominee, volgens Kaat. In de gesprekken van boeren met de provincie over stikstofreductie o.a. bij Natura2000 gebieden, krijgen boeren te horen welke bijdrage/taak zij kunnen/moeten vervullen om de stikstofuitstoot van hun bedrijf terug te brengen om de gebruikersvergunning te behouden: De stikstofreductie als taak of als plicht. Bij uitkopen van een veehouderij wordt die plicht om duurzaam te produceren, in de/het huidige benadering/model, weer omgezet in een recht om het bedrijf uit te kopen inclusief de stikstofrechten en de fosfaatrechten. Stikstofrechten en fosfaatrechten verzieken een gezonde benadering van een duurzame landbouw, zelfs als de stikstofrechten door de neutrale overheid zouden worden beheerd. (Kaat Biesemans-Hoogewijs en Hub van Pol).

    Ruimtelijke verkenning 2023 met 4 scenario’s volgens PBL

    Nadat ruimtelijke ordening jarenlang is overgelaten aan de provincies en de gemeenten, zal het kabinet volgens het Planbureau voor de leefomgeving (PBL) weer centrale regie moeten gaan voeren over ruimtelijke ordening, woningmarkt, landbouw, klimaat en water. Een hoofdstructuur of visie is nodig om te weten hoe Nederland in 2050 ingericht moet worden. De PBL-onderzoekers David Hamers en Rienk Kuiper pleiten voor het ontwikkelen van 4 scenario’s voor Nederland:

    Mondiaal Ondernemen resp. Snelle Wereld, Groen Land en Regionaal Geworteld. In Mondiaal Ondernemen domineren grote bedrijven en is de Randstad uitgegroeid tot een groter Middenstad. In Snelle Wereld leven mensen grotendeels digitaal en is het land flexibeler en rommeliger ingericht. In Groen Land staan natuur en klimaat centraal in de samenleving en voert de overheid een strikt beleid. In Regionaal Geworteld is de ruimtelijke inrichting versnipperd over lokale en regionale gemeenschappen waar noaberschap centraal staat.

    Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de overheid 1 scenario kiest maar kijkt naar combinaties. Van de 4 scenarios sluit Mondiaal Ondernemen aan bij Randstad, Middenstad en Industrie, en Groen Land het meest aan bij de verduurzaming van Nederland zoals het kabinet ziet. Uit alle doorrekeningen blijkt namelijk dat sterke overheidsregie nodig is voor alle transities en de gestelde natuurdoelen. Afhankelijk van de scnario-combinatie keuzen is er 1500 vierkante kilometer natuur toegevoegd resp. een grondbank van de overheid ingericht om boeren te helpen bij verplaatsing, Schiphol gehalveerd, de haven van Rotterdam 20% gekrompen, en de vrijheid van consumptie beperkt en gebudgetteerd. De inrichting van Nederland zal nog veel uitwerking vragen van het kabinet en van de politiek. Bron: NRC do. 9 maart 2023, Groenland of ruimte voor bedrijven, redacteur Eppo König.

    Stikstofakkoord Vlaanderen

    De regering van Vlaanderen heeft een akkoord bereikt over de stikstofcrisis. Nadat eerder al maatregelen waren afgekondigd over stikstofreductie in landbouw, industrie en verkeer, met als generieke maatregel de sluiting van de grootste vervuilers, is nu de PAS-aanpak (Programmatische Aanpak Stikstof) goedgekeurd door de regering Jambon aldus minister Zuhal Demir, Justitie, Stikstof en Toerisme. De CD&V (Christendemocraten) gingen eindelijk akkoord omdat o.a. hun bezwaar tegen ongelijke behandeling van industrie, bedrijven, verkeer en landbouw, is opgelost. De regering bestaat uit de partijen N-VA, Open VLD en CD&V. De boeren en de boerenbond hadden al massaal geprotesteerd met 3000 tractoren in Brussel. Vlaanderen is de tweede hoogste N-uitstoter per hoofd van de bevolking van de EU. Er is 3,6 miljard Euro uitgetrokken om de stikstofreductie te betalen. Het verschil in de N-crisis met Nederland is dat Vlaanderen een flexibeler regering kent en dat het dossier minder gejuridiceerd is als in Nederland waar de rechter er te vaak aan te pas komt waardoor alles op slot gaat. Dat krijg je als door de overheid in Nederland alleen geformuleerd wordt wat niet mag in plaats van wat wel kan in de vorm van normen voor een duurzame bedrijfsvoering en emissiearme stallen (vee en grond, vee en stallen, vee en mestsysteeem, vee en veevoer als ruwvoer en krachtvoer resp. normen milieu (hoeveel N, P. stof en stank etc.) mag ik uitstoten) en de normen voor natuur (hoeveel N mag ik als emissie uitstoten) en hoeveel N mag ik per ha met mest/drijfmest en kunstmesr gebruiken. Vlaanderen kent 61 Natura2000 gebieden.

    Adviezen IBO beleidsonderzoek

    Op 13 maart 2023 zond Minister Rob Jetten, D66, het eindrapport Interdepartementaal Beleids Onderzoek (IBO): Scherpe doelen, scherpe keuzen, aan de Tweede Kamer. Het IBO maakt zonder last of ruggenspraak duidelijk welke aanscherpingen en aanvullingen op het huidige Klimaatbeleid mogelijk zijn. De voorgenomen 60% CO2-reductie in 2030 van het kabinet, noopt tot extra maatregelen. Het IBO-rapport o.l.v. Laura van Geest, bevat een inhoudelijke analyse van het huidige klimaatbeleid en concrete beleidsopties per sector. Conform taakopdracht ligt de nadruk op normerend en beprijzend beleid. In het voorjaar 2023 neemt het kabinet een integraal besluit over aanvullende maatregelen en zal het kabinet nader ingaan op de aanbevelingen van IBO. In het rapport worden de Klimaatdoelen m.b.t. CO2, CH4 en Stikstof etc, per sector aan de orde gesteld. Alle sectoren moet bijdragen aan de Klimaat doelen en Stikstofdoelen. Landbouw moet ondanks de grote hoeveelheid CO2-binding in de fotosynthese van gewassen ook CO2 (energieverbruik) reduceren in het productieproces. De veehouderij moet het 2e klimaatgas CH4 reduceren en verder flink minder N (vooral NH3) uitstoten, naast de N (NO3-) reductie conform de Nitraatrichtlijn Water voor vollegrond gewassen. IBO rekent voor wat de verwachtte effecten zijn als grondgebonden veehouders de intensiteit van hun bedrijfsvoering terugschroeven van intensief naar minder intensief of extensief. Bron: Rapport IBO en de aanbevelingsbrief van minister Jetten aan de Tweede Kamer van 13 maart 2023.

    Toelichting. De intensiteit van vee wordt uitgedrukt in de verhouding van volwassen dieren t.o.v. hectares grond: GrootVeeEenheid (GVE melkkoeine, vleesvee. paarden, varkens, en kleinvee kippen, kalkoenen, eenden. konijnen etc) per ha te bemesten grond van het bedrijf. Die varieert nu van super intensief boven 3,5GVE melkvee per ha, resp. intensief: 3,0- 2,3 GVE melkvee/koeien per ha tot minder intensief 2,3-1,7 en bij extensief 1,5-1,0. Afhankelijk van de hoeveelheid vee en kwaliteit van de grond en het weidegewas (bodemvruchtbaarheid), het weideregime en de aankoop van voer en krachtvoer, moeten de veebedrijven veel tot weinig mest afvoeren (mestoverschot) of is er bij extensieve bedrijven nog ruimte voor extra mineralen(mestruimte) in het bedrijf. Het is afwachten in hoeverre deze normering mineralen en rekenexcercities in het kabinet weerklank vinden in het Landbouwakkoord en in de nog aan te nemen Stikstofwet.

    Toekomstbeeld Nederland

    In een kort, bondig en inspirerend artikel in NRC van wo 15 maart 2023, van de hand van hoogleraar en planoloog Zef Hemel van RU Groningen en TU Delft, pleit de auteur ervoor dat Nederland de Ruimtelijke ordening tot Chefsache van het kabinet moet maken. Hemel bedient de Abe Bonnema, leerstoel Revitalisering van regio’s buiten de Randstad. Na de wederopbouw na de tweede wereldoorlog, en de ruilverkavelingen en RO-plannen van vorige kabinetten, is er een vacuüm in centrale regie ontstaan waarbij de provincies, gemeente en enkele ministeries proberen er iets van te maken. Echter de opgave is gigantisch vanwege de effecten van het Klimaatbeleid, Energiebeleid en het Stikstofbeleid. Ondanks de inzet van LNV en de Provincies moeten andere ministeries inhaken, wat tot nu toe te aarzelend verloopt. Het ontbreken van een grote, integrale en landelijke aanpak bij Ruimtelijke Ordening ontbreekt. Effecten van oud en nieuw beleid lopen door elkaar. De windmolenparken in de Noordzee en de benodigde waterstoffabrieken vergen meer regie en planning jegens havens en infrastructuur. De plannen van een miljoen nieuwe woningen houden geen rekening met de milieueffecten van de productie van beton en stenen resp. met ontsluitingswegen en nieuwe files zonder de benodigde railverbindingen. Naijl-effecten van grootschalige infrastructuurwerken uit het verleden zorgen voor XXL-distributiecentra langs de achterlandverbinding in het zuiden en het oosten, de Tweede Maasvlakte gevuld met terminals, en overslagstations bij Alblasserdam en Moerdijk. Ook langs de Betuwelijn blijven de industrieterreinen groeien. Steeds duidelijker wordt dat we veel zuiniger moeten zijn op vruchtbare landbouwgrond, dat de biodiversiteit bij elk programma verslechtert, en dat de transities gepaard gaan met ongewenste neveneffecten. De ingrijpende verandering raakt ook de emoties van mensen. Velen begrijpen de veranderingen niet, voelen zich machteloos, haken af. Niet alle verzet in Nimby (Not In My Backyard). Te gemakkelijk grijpt de centrale overheid naar doorzettingsmacht. Een geloofwaardig ruimtelijk toekomstbeeld ontbreekt. Hemel doet een oproep aan premier Rutte om regie te nemen. Maar laat hij eerst het beleid van alle genoemde departementen in de totaal inrichting van Nederland op elkaar afstemmen, liefst in samenhangend ruimtelijk verband. Laat de uitvoering niet langer over aan gemeenten en provincies. Bron NRC: Opinie: Waar blijft het toekomstbeeld voor Nederland ?, door Zef Hemel RUG en TU Delft.

    In de Ruimtelijke Verkenning 2023 met 4 scenario’s van het Planbureau voor de leefomgeving (PLB) wordtonlangs ook gepleit voor een centrale regie voor de Ruimtelijke Ordening in Nederland.

    Verkiezingen Provincies en Waterschappen

    De uitslag van de verkiezingen hebben invloed op de gesprekken met de piekbelasters (boeren, verkeer en industrie) en de andere boeren, die moeten reduceren in stikstof in de provincies, en op de vorming van de Eerste Kamer en ongetwijfeld ook op de onderhandelingen voor het Landbouwakkoord. Ongeveer 20% van de boeren heeft geen opvolger. Het aantal boeren dat vrijwillig stopt, is onvoldoende om de door het kabinet gestelde N-reductie te bereiken. Onteigenen levert meer geld op dan vrijwillig stoppen voor de boer. In de Nederlands verkiezingen voor de provincies zijn spektaculaire winsten bij opkomende partijen in de provincies niet uitzonderlijk. Aardverschuivingen verlopen vaak grillig. Vanwege de knullige en trage aanpak van het kabinet, met gebrek aan duidelijke regelingen, en het langdurig uitblijven van Stikstofresultaten en de opgeklopte polarisaties, zullen de consequenties in stemgedrag aanzienlijk zijn.

    De kiezer bij de Waterschappen is minder gevoelig voor politiek spektakel maar wel voor klimaat, landbouw, water en natuur. De kiezers stemmen steeds minder op klassieke politieke partijen. De opkomst van de jonge kiezer kan de uitslagen sterk beïnvloeden bij de provincies. De kiezers, die niet naar de stembus gaan, bestaan deels uit een contingent afgehaakten, ongeinteresseerden, en notoire stemweigeraars, die al jaren niet meer stemmen omdat zogenaamd niemand naar hen luistert.

    In spanning wachten we de definitieve uitslag van de verkiezingen af.

    1.Wint de stagnatie? Hoe gaan we om met Rechterlijke besluiten, PAS-gedoe, Wetenschappelijke Rapporten en adviezen Remkes, Nederland op slot, geen gedwongen onteigeningen?, een nieuwe Wet Stikstof?, streefjaar 2030, 2032 of 2035, Natura 2000 gebieden en de ecologische toetsen of

    2. Wint de voortgang?. Werken we door met de rug tegen de wind?, Hoe gaan we in de provincies aan de slag met de voortgangsgesprekken met boeren, duidelijke beïndigings- en uitkoopregelingen, de bijdrage emissiereductie N door industrie, verkeer en bedrijven (ook 50%?), en kijk maar hoever we komen met de reductie, en de discussie rond ecologische toetsen Natura 2000 en oppervlaktewater, en de omgang met % reductie en depositie bij Natura2000 gebieden?.

    De gevolgen van de verkiezingen zullen doorslaggevend zijn voor de realisatie van de gestelde doelen voor Klimaat, Energie, Stikstof en de Bouw of blokkade van 900.000 huizen voor 2030.

    Uitslag verkiezingen 15 maart 2023

    De uitslag van de verkiezingen voor Provinciale Staten en Waterschappen overtreft elke prognose. BBB wist veel onvrede te kanaliseren en kiezers te motiveren. BBB wint met vlag en wimpel en viert haar succes bescheiden niet in Nieuwspoort maar met een boerenbrunch in Deventer. BBB is in bijna alle provincies de grootste partij geworden. BBB scoort ongeveer 139 statenleden van de 570 in de provincies. Na 30 mei 2023 zijn er mogelijk 16 zetels in de Eerste Kamer. BBB en Water Natuurlijk zijn de winnaars bij de Waterschappen: BBB wordt de grootste in 6 Waterschappen en Water Natuurlijk, gesteund door GroenLinks, D66 en Volt. Veel Waterschappen hebben de uitslag pas laat binnen. Caroline Van der Plas wist de mensen te bereiken en glans te geven, die in de regio en deels in de stad waren gereduceerd tot passief publiek. Het zijn volgens Bas Heijne de verschraalde mensen die in 2020 worden beschreven in het boek: Een klein land met verre uithoeken, Ongelijke kansen in veranderend Nederland, van Floor Milokowski. De regeringspartijen verliezen in de Provincies allemaal stemmen aan BBB, die beter scoort sterker dan PvdA/GroenLinks. Het kabinet Rutte staat onder druk en zal zich moeten beraden over aftreden of de aanpassing van haar beleid: Linksom of rechtsom of per crisis in wisselende samenwerking in de Tweede Kamer. Het beleid kan verbeterd worden qua inhoud en procedure. Een adempauze voor het kabinet ligt voor de hand en overhaaste reacties slaan de plank mis of blokkeren mogelijke samenwerking. De stormachige opkomst van BBB wordt al vergeleken met eerdere politieke kometen. Maar er zijn ook grote verschillen met die eerdere bewegingen.

    In het artikel van Bas Heijne in NRC van 17-03-2023 onder Opinie: Zo vluchtig is die proteststem op BBB niet, wordt een glashelder commentaar gegeven. Bij van der Plas gaan harde economische belangen van de agrarische sector hand in hand met een zelfgenoegzaam idee van een Nederland waarin alles weer gewoon wordt, en kinderen boerderijeducatie krijgen. Een vorm van romantisch nationalisme zonder lelijke rafels. Grote kwesties zoals klimaatcrisis worden ondergeschikt gemaakt aan de noodzaak tot behoud van een overzichtelijk Nederland. Van der Plas ontkent de grote kwesties niet, daar is ze te gewiekst voor, maar bij haar leidt dat niet tot de erkenning dat radicale veranderingen noodzakelijk zijn. De onweerstaanbare gedachte is; je kunt je problemen oplossen zonder je leven wezenlijk te veranderen. Er zal een moment komen dat BBB de grote wereld niet meer kan wegwuiven. Dat wordt het moment waarop zal blijken hoe houdbaar van der Plas, is. Aldus Bas Heijne, redacteur van NRC en essayist. Het artikel wordt gelardeerd met een schitterende illustratie van HAIJO: Caroline Van der Plas met hooivork, bodywarmer en groene laarzen boven op een oude oogstwagen vol hoogopgestapelde stembiljetten. De sfeertekening ademt de jaren vijftig.






    nog plaatsen illustratie van der Plas BBB

    Caroline Van der Plas weet boeren en burgers, die na een jaar getreuzel bij de kabinetsformatie, moeite hebben met een kabinet dat steeds meer wil bereiken maar op een aantal kritische dossiers na 2 jaar niet weet te scoren, te activeren (opkomst en stem op BBB). BBB zegt gericht te zijn op samenwerken en niet op macht en positioneert zich niet rechts (polariseert niet onnodig) of links (als mensen in de knel komen) maar is gewoon zodat burger en boer zich herkend voelt. Volgens BBB zijn de partij en de kandidaten afgelopen jaar goed voorbereid op onderhandelingen in de provincies. Het kabinet Rutte zal een hele kluif hebben aan een gepaste reactie met een doordachte tactiek om Nederland vlot te trekken en de crisissen mogelijk in wisselende coalities in de Tweede Kamer op te lossen.

    Het aantal stemmen voor BBB kan de indruk wekken denken dat Nederland een boerenland (2% boeren en 6% agrarische sector) is of dat de boeren met de burgers een oplossing hebben voor alle crisissen. Volgens redacteur Pim van den Doel NRC van 18 en 19 maart 2023 onderzocht Ipsos de overwinning van BBB, die niet alleen te verklaren is uit de kloof tussen stad versus platteland. Leeftijd en opleiding van de kiezer speelt een grote rol. De BBB kiezer is relatief oud en gemiddeld lager geschoold. Het aantal jongeren onder 24 jaar is erg laag en de groep 25-34 laag. BBB heeft een extreem vergrijsde achterban, vergelijkbaar met 50Plus, CDA en de SP. Bij BBB is het aantal laag opgeleiden even hoog als hoog opgeleiden: ongeveer 25%. Laagopgeleiden komen minder trouw naar het stembureau. Bij GroenLinks en D66 is laagopgeleiden 7-8% en hoogopgeleiden bijna 70%. BBB trekt op een breed front stemmen weg bij andere partijen. De kiezers van 2021 die nu BBB stemden, maakten nieuwe keuzen. Bij de regeringspartijen was dat verlies voor VVD 18%, CDA 14%, D66 8%, en CU 3%. Bij PVV 17% resp. SP10%, JA21 5%, FvD 4%, PvdA 3 en kleine verliezen van 1of 2 % bij GL en Volt, 50Plus, en SGP. De keuze van de VVD om PvdA en GroenLinks uit te dagen en BBB te negeren, werkte in het voordeel van BBB met haar brede programma van beetje rechts, beetje links , en ook voor Volt en PvdD.

    Het worstelen met de thema’s Stikstof, Klimaat, Energie, Ruimtelijke Ordening en Landbouw op het niveau van de provincies komt voort uit het gebrek aan Visie op thema’s van beleid resp. richtlijnen en procedures vanuit de centrale overheid/het kabinet om met die thema’ s om te gaan in de regio/provincie. Al 20 jaar is een premier die wars is van Visie, en daar hebben we dagelijks last van. De provincies willen de Visie op Landbouw weten, het Landbouwakkoord (Wat willen we in de Landbouw en hoe doen we dat), op de Stikstofwet en de uitvoeringsregels (Wat kan wel en wat kan niet) en op van de Ruimtelijke ordening/Bouwen. Volgens Commentaar Provinciale verkiezingen, NRC 18 en 19 maart 2023, is de uitslag het resultaat van 20 jaar beslissingen vooruitschuiven. Zachte heelmeesters, uit angst de kiezer te verliezen, hebben nagelaten de zaken aan te pakken. Pas nu de wal het schip keert en de rechter de overheid dwingt om zich aan de eigen afspraken te houden, treedt een versnelling op, ineens moet alles sneller en wel nu. Het parlamentair systeem is inmiddels verworden tot een casinodemocratie met veel aandacht in media voor nieuwkomers. Veel kiezers willen in grote getalen hun geld inzetten op een nieuwe partij, die de zittende macht uitdaagt. Alles of niets. Per saldo is de proteststem uitgegroeid tot een politieke zuil in zichzelf, met een stabiele en zelfs groeiende kiezerschare van zo’n 30 %. In het verleden kwamen zulke en grotere verschuivingen bij kiezers voor in de jaren dertig in Duitsland, Italië en Oost Europa maar toen was het crisis en stond de democratie in die landen op springen.

    Rechtzaken gebruik Aerius

    Er lopen enkele rechtzaken (voorzieningenrechter Den Haag en de hoogste bestuursrechter Raad van State) over de toepassing van Aerius voor vergunningverlening in de bouw. Het Aerius, softwareprogramma voor RIVM, berekent voor vergunningverlening op basis van bedrijfsvariabelen zoals dierenaantallen, diersoorten, staltypen en mestssysteem, gebruik (bouw)machines en machinetypen etc. de uitstoot van Stikstof: de emissie van NH3 en of NOx. De depositieberekening voor N-gevoelige natuurgebieden vindt plaats in het kader van de Nederlands toetsing van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Als de ingegeven variabelen compleet en juist zijn, is de berekening van de emissie Stikstof op het bedrijf dat ook zoals blijkt uit onderzoek van de Commissie over gebruik Aerius. De rechter keurt de claim van Stichting Stikstofclaim af omdat niet LNV maar de provincie tegenpartij is. Stikstofemissie op een boerderij is iets anders dan depositie op een natuurterrein. Afstand (hoeveel km?), Windrichting (West of anders?), weer en wind, en ander vervuilers in de buurt?, spelen een grote rol bij het maken van een schatting van de N-depositie maar dat is een waarschijnlijkheid maar nog geen juridisch bewijs. Aerius is volgens de advocaten van de varkensboer niet bruikbaar als rekentool om te bewijzen dat de stikstof precies (in mol N of grammen N per ha op een afstand van 25 km) berekend terechtkomt op een perceel grond van een ha rekenpentagoon in een natuurgebied bijv. Natura2000. De rechter vindt in dit geval van wel bij de PAS-melder, die een boete had gekregen. De rechtzaak wordt voortgezet. Commentaar: De toepassing van de 0,5% KDW-waarde norm N-deposite op basis het voorzorgsprincipe van de rechter is wetenschappelijk gezien niet onderbouwd en is een misinterpretatie van de nauwkerigheid van de rekenexercitie in Aerius. Sommige auteurs noemen het een rechterlijke dwaling.

    Deze onzekerheid komt voort uit de discussie over de toepassing van de KDW en de minitieuze drempelwaarde depositie stikstof van 0,5 mol N (7 gram) per ha per jaar bij Natura2000 gebieden. De gemiddelde natuurlijke door de mens in binnen- en in buitenland vervuilde luchtdepositie in Nederland is berekend op 20 kg N per ha per jaar, ook al is die regionaal en per natuurgebied zeer verschillend: 20 kg is 20.000 gram N per 10.000 m2 dus 2 gram N per m2. Dat is 2850 keer de drempelwaarde N per ha per jaar bij Natura2000. In de Gelderse Vallei en in de Peel werden waarden van 3500 mol N (3,5 kmol) gehaald. De depositie van N daalde van 2700 mol N per ha per jaar in 1990 ( 37,5 kg N), naar 1500 mol in 2010 ( 21,0 kg N) , en zal onder het N-reductieplan jaarlijks gaan dalen met ongeveer 20 mol N ( 0,28 kg N) per ha per jaar tussen 2020 en 2030.

    Stikstofontkenners

    Sommige stikstofontkenners geven aan dat het Stikstofprobleem helemaal niet bestaat. Als ‘bewijs’ wordt het gelijke aantal koeien in 1950 en nu aangevoerd. Een fact check is op zijn plaats.

    De landbouw van 1950 met een groot aantal kleine gezinsbedrijven in Nederland bestaat niet meer. Het aantal melk- en kalfkoeien was in 1950 ongeveer 1,5 miljoen stuks (100%). Nu is dat ongeveer evenveel na een piek in de jaren tachtig van 2,5 miljoen koeien. Het aantal boeren is tussen 1950 en 2016 van 410.000 gedaald naar 55.000 en de schaalvergroting en intensivering kwam daarvoor in de plaats. In de jaren vijftig waren er veel gemengde landbouwbedrijven met vee en akkerbouw en een min of meer gesloten mineralenkringloop. Het aantal varkens en kippen nam spectaculair toe in deze periode van 7 varkens naar 1600 per bedrijf en bij kippen nam het aantal toe van 33 miljoen legkippen en 2,4 miljoen vleeskuikens naar resp. 46 miljoen legkippen en 48 miljoen vleeskuikesn in 2016, met gebruikname van buitenlands veevoer omdat intensieve veehouderij geen of weinig grond heeft. Na de melkplassen en boterbergen in de jaren zestig moest de produktie omlaag evenals het aantal koeien. In totaal is het landbouwareaal grond tussen 1950 en 2016 met 10% gedaald. De gemengde bedrijven bestaan bijna niet meer. De intensiteit van alle bedrijven is met een factor 3 flink gegroeid en het gebruik van N-kunstmest en van buitenlands veevoer en krachtvoor met eiwitten nam in Nederland gestaag toe. De mineralen ( N en P) in het veevoer bleven in de mest/drijfmest achter. Op minder grond kwam dus veel meer mest van koeien en meer mest van varkens en kippen terecht. De kippenmest wordt inmiddels via contracten na droging geëxporteed.

    De stelling van de stikstofontkenners is dus onjuist. Het pogingen de stikstofemissie en de fosfaatreductie door te voeren zijn inmiddels 40 jaar gaande. De reductie van N in de landbouw moet volgens het kabinet nog steeds met 50% worden doorgevoerd en de P-reductie is inmiddels afgedwongen in de mestwetten. De reductie van 50% emissie van N in 2030 is voorgenomen kabinetsbeleid om te zien hoever je met de reductie van N komt in het gesprek van boeren met de provincies. De gelijkwaardige bijdrage van verkeer, industrie en bedrijven bij de N-reductie moet nog worden ingevuld.

    Aanpassingen Stikstofwet en Natura2000 richtlijnen

    Mogelijk wordt het N-beleid in een nieuw concept Stikstofwet met uitvoeringsregels, op een aantal punten dor het kabinet aangepast op onderwerpen zoals het % reductie N resp. het tijdpad tot 2030 en 2035, de Natura2000 gebieden en de Natura2000 postzegels, de KDW of de vervanger van dit instrument, de stallen en het mestsysteem, de grondgebondenheid GVE per ha, de extensivering, de stimulans biologische bedrijven, de innovaties, grond en de Grondbank etc., bijgesteld als de storm van de nederlaag in de regeringspartijen VVD, CDA. D66 en CU is uitgewoed na de monsteroverwinning van BBB in de provincies. Het Landbouwakkoord, de Visie Landbouw en het verdienmodel, staat los van de N-wet in wording. LTO Nederland en andere belangenorgansaties proberen deze onderhandelingen met minister Piet Adema tot een goed einde te brengen. Dutch Diary Board stapt uit het overleg. Enkele andere belangengroepen dreigen met van alles en schreeuwen moord en brand. Logischerwijze is er binnen LNV en met Financiën nog getouwtrek om miljarden voor regelingen m.b.t. het Landbouwakkoord en voor de maatregelen en de uitkoop van boeren bij Natura2000 gebieden in de nieuwe N-wet.

    Na de monsterzege BBB, de uitkoopregeling?

    Na de grote overwinning van BBB in de provinciale verkiezingen, heeft het kabinet tijd nodig om zich te beraden op stappen. In een gesprek van premier Mark Rutte met Caroline van der Plas van BBB zijn de eerste reacties uitgewisseld. Het kabinet zal later na intern beraad met een definitievere reactie komen. Dat beraad niet makkelijk verlopen. Aftreden wil premier Rutte niet maar van der Plas (en enkele partijen en radicale boerengroepen) zit(ten) erop te wachten.

    Mogelijk regeert het kabinet verder met steun van linkse partijen in de Kamers of met steun van rechts met o.a. BBB. Een slalom met wisselende steun per onderwerp is ook mogelijk. Minister van der Wal heeft zich vooralsnog weinig communicatief, creatief en buigzaam getoond. Haar lijst van boeren piekbelasters is na maanden gedoe nog steeds niet gepubliceerd. NRC dat de lijst bij LNV en RVO heeft opgevraagd, krijgt de gegevens niet, waarna een Woo-procedure openheid informatie is opgestart. De criteria voor de lijst piekbelasters staan nog steeds niet vast?. Een groot aantal piekbelasters peinst er niet over om te stoppen. Een emotionele opstelling die niet getuigt van inzicht in de oplossing van de problematiek. De 3000 grootste piekbelaster krijgen vanaf april 2023 hun ‘woest aantrekkelijk aanbod’. Met de gegevens van 19.000 veehouders in de provincies Gelderland, Brabant en Limburg (45% van het totaal) maakte NRC (Stikstofonderzoeker Tom Brouwer) een inschatting van mogelijke effecten. Het effect van uitkopen van de top 600 is na berekening in Aerius van RIVM berekend voor 250.000 ha stikstofgevoelig natuurgebied tot onder de KDW. De lijst van NRC is niet gelijk aan de lijst van piekbelasters van het Ministerie. De bestaande vergunningen kunnen verouderd zijn. De berekeningen van NRC geven landelijk gezien een goed beeld maar per individueel veebedrijf moet apart gekeken worden naar afstand tot een Natura2000 gebied en de ligging van de stallen t.o.v. de windrichtingen. Volgens minister van der Wal zou het uitkopen van de top 600 leiden tot een daling van 80 mol stikstof per ha per jaar. NRC/Brouwer komt uit op 93 mol N. Volgens RIVM laten stallen gemiddeld ongeveer 556 mol N per ha natuurgebied in Limburg, Brabant en Gelderland per jaar neerdalen. NRC/Brouwer komt op ongeveer 539 mol. De verschillen worden met name veroorzaakt door veehouders die in de berekening ontbreken uit Overijssel en Utrecht. De helft van de stikstofuitstoot van top-100 piekbelasters is afkomstig van grote kippenbedrijven. Veel piekbelasters zijn gevestigd op en rond de Veluwe. Driekwart van de stallen van top-100 piekbelasters wordt gebruikt voor pluim- (150) en rundvee (235) en de rest voor varkens (49), eenden (35), kalkoenen (5) en overig: geiten, schapen, of paarden (30). Boeren die hun bedrijf aan het Rijk verkopen en dus stoppen worden ‘verraders’ genoemd door Farmers Defence Force. Gelukkig geldt dat niet voor alle boeren. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen bedrijf en moet die afweging zelf maken. Als het voor ons beter is om te stoppen, dan doe ik dat (boer Peter de Bruin, 40 jaar). Bron NRC van 25 en 26 maart 2023, Piekbelasters zien uitkoop niet zitten, van de redacteuren Marin Kuiper, Wouter van Loon en Rik Wassens.

    Onbegrijpelijk is dat de piekbelasterlijst niet definitief is en nog niet gepubliceerd is. Merkwaardig is dat de piekbelasters (600 of 3000) nog niet benaderd zijn door de overheden (Prof. Wim de Vries, stikstofeffectanalyse WUR). Onbegrijpelijk dat de overheid niet weet hoeveel boeren willen meedoen. De Achillishiel van het beleid blijkt de vrijwilligheid van de regeling. Een boer kan zelf beslissen of hij zich laat uitkopen. De N-emissieopdracht per veebedrijf blijft staan. De vergunning kan formeel worden ingetrokken. Extensivering en innovatie zijn eventueel mogelijk evenals verplaatsing. Als een piekbelaster boven aan de lijst niet meewerkt, moet verderop in de lijst 1 of 2 boeren, die minder N-uitstoten, worden aangesproken. Stikstofprofessor Jan Willem Erisman vindt het cruciaal dat de piekbelastersaanpak en N-reductieopdrachten en extensiveringen passen bij het te sluiten Landbouwakkoord. Gelukkig houden Minister Adema en de landbouworganisaties met de natuurorganisaties het complexe overleg gaande. Complexe onderwerpen zoals landschapsgrond beschikbaar stellen en beperkingen boerenland ligt gevoelig bij Sjaak van der Tak, vz. van LTO Nederland. Agraractie haakt tijdelijk af vanwege eisen over het dossier grond: het grondbeleid. Het uitblijven van een stevige communicatie over Stikstof en Natuur en het uitblijven van de regelingen en werkprocedures voor boeren, is bij Minister van der Wal van LNV Stikstof en Natuur, te laat en te onvolledig. De voortgang stikstofreductie veehouderijen ontbreekt en het rumoer en ongenoegen neemt niet af. Duidelijk is dat we in de Nederlandse veehouderij en in de akkerbouw gaan extensiveren met minder vee, resp. minder veevoer, afschaffing derogatie en op basis van de Nitraatrichtlijn minder drijfmest en kunstmest in te zetten, en daarnaast minder bestrijdingsmiddelen en antibiotica te gaan gebruiken. Daarover is overeenstemming in Nederland en in de EU. De grootste problemen komen voort uit de wijze waarop Nederland de natuurgebieden Natura2000 etc, heeft vormgegeven en de wijze waarop de KDW (Kritische DepositieWaarde van de gevoeligste ecologische soorten/species) bij Natura2000 gebieden wordt toegepast en hoe de ecologische toets van oppervlaktewater is ingericht (20 chemische variabelen en de gevoeligste ecologische species). Die ecologische benadering wringt met de natuurbeleving van boer en burger.






    Boek Dier en ethiek & veehouderij

    In het ethische model van prof. Bart Gremmen, hoogleraar Ethiek aan de WUR, in het boek Dier en ethiek & veehouderij, Noordboek 2023, kunnen de belangrijkste maatschappelijke waarden in de veehouderij bezien worden vanuit:

    1. de Contractethiek; voedselzekerheid (de beschikbaarhied van grote hoeveelheden goedkope dierlijke produkten), volksgezondheid en kwaliteit voedsel, en

    2. de Dierenwelzijnsethiek; dierenwelzijn, en

    3. de Dierenrechtenethiek: respect en keuzevrijheid, en

    4. de Eco-ethiek; duurzaamheid en bodiversiteit. De eco-ethiek richt zich op diersoorten (met insecten en plantensoorten) en ecosystemen in de natuur. Het ecosysteem in zijn geheel geldt als belangrijk en niet de gevoeligste dier- of plantensoort, zoals soms wordt beweerd. Het ecosysteem verandert met de omstandigheden en past zich aan binnen grenzen. Het denken in Eco-ethiek zien we ook terug bij ecologen die in Natura2000 gebieden planten- en diersoorten kiezen om de habitat te duiden die moet worden beschermd.

    Het gaat over de manier waarop algemene waarden, die kunnen rekenen op een brede politieke steun, worden vertaald naar de veehouderij. De zorgen van consumenten en burgers gaan niet over het gedrag van individuele boeren (dat is het domein van de Landelijke Inspectie Diensten). Het Contractmodel botst bij belangenafweging frequent met het Dierenwelzijnmodel of met het Dierenrechtenmodel of met het Ecologische model. Volgens Gremmmen bieden de modellen geen oplossingen voor de Nederlandse veehouderij. Vandaar dat Gremmen pleit voor een Deltaplan veehouderij met een algemeen ethisch kompas voor dierenvraagstukken met een specifiek ethisch kompas voor de veehouderij: 5. de Zorgethiek.

    Uit de benadering van Gremmen kunnen we leren dat de genoemde modellen frontaal op elkaar botsten in Nederland en dat bij de Stikstofcrisis het Contractmodel (de Veehouderij en in mindere mate de Akkerbouw) in frontale botsing zijn met het Ecomodel (Natura2000 gebieden met hun merkwaardige manier van ecotoetsten zoals KDW en de ecotoets oppervlaktewater). Korter samengevat: Veehouderij/boeren in botsing met de Ecologie/Natura2000 benadering. De scheiding van de problematiek van de hoogte van het N-gebruik per ha (gebruik veevoer en kunstmest in Nederland en de EU ) met het vooruitzicht op Kringlooplandbouw, met de reductie van de stikstofemissie, in de Stikstofcrisis, maakt duidelijk dat de Natura2000 benadering met hun beheersplannen, de depositie van N en de ecobenadering Kritische Deposite Waarde, los staan van elkaar. De keuze van de kritische habitatsoorten (vereenvoudigd aaangeduid met hoogveen, heide, blauwgrasland, duin, etc.) met hun drempelwaarden N bepaalt zo het N-krimpregime, de emissiereductie N van de veehouderij: bijvoorbeeld bij hoogveen in een bepaalde regio met melkveehouderij: 50% reductie moet dan 80 % reductie N worden. En vergelijkbare redenering gaat op bij het meten van de kwaliteit van Oppervlaktewater conform de Waterrichtlijn. De kwaliteit van oppervlaktewater wordt gemeten aan de hand van 40 chemische variabellen en aan de hand van het verradelijke principe van ‘one out, all out’ van de ecologische toets.






    MOB ‘met beleid afdwingen’ versus BBB ‘geen gedwongen uitkoopregeling’

    Milieugroep Mobilisation for the Environment (MOB) eist dat de provincies Gelderland, Limburg, Brabant, en Overijssel 40 door hun gekozen vergunningen van piekbelasters intrekt bij veehouders die kwetsbare natuurgebieden zwaar belasten met stikstof. MOB heeft in die provincies zelf veertig bedrijven geselecteerd. Het offensief van MOB en Johan Vollenbroek zet de piekbelastersaanpak onder druk om stikstofruimte beschikbaar te maken voor de natuur en voor de bouw. Volgens raadsman Valentijn Wösten van MOB, zal het intrekken van vergunningen onvermijdelijk zijn. De juridische actie van MOB brengt de discussies naar een kookpunt. De partijen BBB met JA21 (en mogelijk ook het CDA) willen perse vermijden dat boeren gedwongen worden om te stoppen met hun veehouderij. Daarvan is sprake als boeren hun bedrijf moeten beëindigen omdat ze geen gebruikersvergunning meer hebben. Al de overheid de vergunning intrekt, kan die overheid op basis van de ‘nieuwe nog aan te nemen Stikstofwet’ het bedrijf vrijwillig of gedwongen uitkopen, zoals nu al in Vlaanderen met een aparte wettelijke regeling gaat gebeuren. De uitkoopregeling vrijwillige uitkoop wordt in Nederland volgens plan in mei 2023) opengesteld.

    Kabinet drukt pauzeknop?

    Beraad van het kabinet over de verkiezingen van de Provincies, en over het Stikstofbeleid op vrijdag 31 maart 2023 heeft geleid tot het ‘opschorten’ van het coalitieaccoord over Stikstof. Het CDA wenst na de totstandkoming van het Landbouwakkoord en de goedkeuring van een uitkoopregeling door de EU, opnieuw te onderhandelen over de plannen als de provinciebesturen met o.a. de BBB-partij zijn gevormd. De VVD resp. D66 en de CU hebben begrip voor dat verzoek. Volgens premier Rutte is het geen pauze maar een start van ‘begin nu gewoon’. De voorbereidingen van de Stikstofwet met de doelen en de termijnen zijn gaande en de Provincies moeten voor 1 juli 2023 hun regioplannen landbouw en natuur indienen bij het Rijk. De brief van de EU Milieucommissaris maant het kabinet om de door Nederland ingediende Stikstofplannen uit te gaan voeren. Het ‘breekpunt’ van Sjaak van der Tak van LTO Nederland, over stikstofreductie richting 2030 en 2040, toont de zoektocht naar onderhandelingsruimte. De eis om PAS-melders eerst te helpen zoals door Remkes bedoeld is, kost veel stikstofruimte en de vergunnngen voor de bouw blijven dan langer stilliggen. Er komt geen Landbouwakkoord als de PAS-melders niet geholpen zijn, aldus van der Tak van LTO: een echt breekpunt. Vrijwillig stoppende boeren en bedrijven leveren stikstofruimte in bij het Rijk/Provincie zodat er vergunningen kunnen worden afgegeven. De impasse over besluitvorming van een uitkoopregeling ‘onder dwang’ voor piekbelasters, veehouders met een grote N-uitstoot bij Natura2000 gebieden, houdt de stikstofcrisis in stand als niemand stopt. Zo houden politieke partijen en diverse belangengroepen resp. boeren en juristen in Nederland elkaar gevangen in het weerzinwekkende ‘Stikstofsteekspel’. Het Tweede Kamerdebat over de verkiezingen voor Provinciale Staten, gehouden op 05-04-2023, werd door de oppositie benut om het kabinet de maat te nemen door constant over stikstof en het haperende kabinetsbeleid beleid te fulmineren. Er was kritiek maar echte oplossingen aangaande de toepassingen van Natura2000 en de Vogel-en Habitatrichtlijnen en hun beheersplannen met gestelde eisen, werden niet aangedragen. Doe maar niks is geen optie. De motie van Klaver van Groen Links over het opzeggen van het vertrouwen in het kabinet, werd met 59 tegen 76 stemmen verworpen.

    Actieve boeren in Netwerk Praktijkbedrijven

    Een actieve aanpak van de stikstofproblematiek komen we tegen bij het Netwerk Praktijkbedrijven, een initiatief ontstaan uit de KringloopWijzer, waarin melkveehouders met adviseurs van LTO Nederland en WUR in een honderdtal bedrijven zoeken naar oplossingen van N-reductie (minder eiwit en minder N-uitstoot) door op een andere manier te boeren. Aanpassingen in de bedrijfsvoering zijn dan nodig en maatwerk zoals scherper voeren, koeien meer naar buiten, en strak beweiden op de verschillende percelen, is vereist. Bij van Staalduijnen zijn de koeien meer dan 1000 uur in de wei, zes uur per dag en 170 dagen per jaar. Een goede administratie van bedrijfsprocessen is volgens Gerard Migchels van de WUR nodig (KringloopWijzer) en een systeem wordt opgetuigd om het beleid van stikstofreductie en de juridische toets te doorstaan, en de resultaten vast te leggen voor de vergunning en de reductietaakstelling N van het veehouderijbedrijf. De uitbreiding van de weidegang en de benutting van de verschillende weidepercelen krijgen meer aandacht, en dat betekent voor de boer veel dagelijks werk. De kwaliteit van het ruwvoer en de vermindering van de hoeveelheid krachtvoer krijgen een centrale rol. De vermindering van 165 gram eiwit naar 145 gram eiwit per koe per dag met krachtvoer via de voerautomaat is zonder melkverlies haalbaar volgens de deelnemers Leendert van Staalduinen en Leo Coppens van het netwerk. Het vergt stikstofmanagement en stikstofadministratie om dat te halen. Alle maatregelen ‘anders boeren’ in het Netwerk kunnen samen een kwart van de reductie van de stikstofuitsttoot van het bedrijf opleveren. Indrukwekkend en gezien hun gedegen werkwijze ook niet onverwacht.

    Dat resultaat wordt bereikt zonder de stallen te vervangen resp. zonder wijziging mesttsyteem, zonder massaal stro in te zetten bij de mest, zonder systemen zoals Lely Sphere ammoniakafvangen, zonder reductie van het aantal koeien, zonder extensivering, GVE melkkoeien per ha, zonder uitbreiding grondareaal, zonder natuurlandbouw, zonder contracten met akkerbouwers over veevoer en mest, etc. en zonder diversificatie van productenen en diensten op de boerderij.

    Het project Netwerk Praktijkbedrijven laat zien hoever je komt als je als boeren en wetenschappers de handen in elkaar slaat en alvast aan het werk gaat. Er zijn nog vele mogelijkheden die in het Landbouwakkoord nader worden uitgewerkt.




    Aerius en vaste afstand 25 km verrekening N in vergunningen

    De rechter heeft op 05-04-2023 in een tussenvonnis bepaald dat het doorrekenen van stikstofdepositie met het rekenmodel Aerius voor een vergunning van een N-emissie van een emissiebron (weg resp. een woning, gebouw of een veebedrijf), over een afstand 25 km voldoende is voor de toets van de vergunning. Het tussenvonnis betreft de lange strijd over het doortrekken van de A15 van Bemmel naar Zevenaar in Gelderland, de verbinding naar de Duitse autowegen. Buiten die 25 km zijn er nog kleinere effecten maar die zijn niet bewijsbaar te herleiden tot een emissiebron en dus onvoldoende om de vergunning te weigeren. De toets was voorheen 5 km afstand doorrekenen totdat minister Carola Schouten van Landbouw de toets op 25 km zette middels een nieuw advies. De afstand van 25 km wordt in omliggende landen ook gehanteerd bij effectberekeningen depositie stikstof. Ammoniak slaat als droge en natte depositie regionaal grotendeels neer in een gebied afnemend van 0-1, 1-10 en10-100 km afh. wind en regen, en NOx als droge en natte positie gaat hoger in de lucht in een groter gebied en in het buitenland terechtkomen in een gebied van wel meer dan 250 km. (cijfers RIVM). Het definitieve vonnis over de vergunning over de aanleg van de snelweg naar Duitsland volgt later.

    Deurnsche Peel

    In elk Natura2000 gebied en elke ha grond in Nederland slaat stikstof (NH3 en NOx) neer. Uit de hogere en hoge luchtlagen komt de door industrie (schoorstenen) en luchtvaart (onder en boven de 900 m hoogte) veroorzaakte NOx (NO3) en fijnstof op de aarde, en via de lagere luchtlagen de NH3 (NH4) verbindingen uit de veehouderij. Uit het buitenland stroomt via de lucht diffuus stikstof het land in, en verder aangevuld uit de industrie, luchtvaart en veehouderij. De Deurnsche Peel werd net als de Mariapeel en de Groote Peel ongeveeer 40 jaar geleden Natura2000 gebied: beschermd hoogveengebied. In Natura 2000 gebied Deurnsche Peel mag in verband met de KDW maximaal 500 mol N neerdalen per ha (max. 7 kg N), maar in de praktijk daalt er 5 keer zoveel neer in de vorm van ammoniak- en nitraatverbindingen met N. (dus 35 kg N per ha per jaar). Dicht bij industriebedrijven (energiecentrale, petrochemie, staalfabriek en kunstmestfabriek elders in het land) en bij veehouderijbedrijven kan de piek van belasting nog 2 keer hoger zijn (80 kg N per ha per jaar). Vergrassing, varens, berkenbomen horen er niet thuis zoals de KDW aangeeft. Na de ontginningen in het hoogveen is kwamen er relatief extensieve gemengde landbouwbedrijven en na 1950 kwam de explosie van de intensieve veehouderij. Van het echte hoogveen zijn er slechts plukjes hoogveen overgebleven volgens van Opbergen van de werkgroep Behoud de Peel. Via vernatting met schoon water en minder water oppompen in een ring van 2 km rond het natuurgebied, en sterke reductie van de N-depositie, kan de natuur herstellen volgens de activisten en natuurbeschermers van Opbergen en Vollenbroek. We beheren ons te pletter aldus van Opbergen maar voorlopig komen de berken en het gras weer terug door de te hoge stikstofneerslag. Op termijn moet de N-depostie verder terug (80%) en het halveren van de depositie met de helft voor 2030 is haalbaar om te beginnen met herstel. Bron: Het kwetsbaarste stukje Nederland. Rapportage stikstof 8 en 9 april 2023, NRC, Mark Lievisse Adriaanse.

    Kentering luchtvaart?

    In een artikel: De klimaatcrisis nog genegeerd, schetst onderzoeker Pieter Pauw van de TU Eindhoven, een schrijnend beeld van de rollen die de overheid/overheden hebben gespeeld bij de groei van Schiphol en de vliegmaatschappijen na de Tweede Wereldoorlog. Dat varieert van belastingvoordelen op kerosine en het ontbreken of ontduiken van milieuregels. De uitstoot van CO2, CH4, benzeen, formaldehyde etc, het fijnstof en de geluidhinder werd niet echt aangepakt. De klimaatcrisis wordt genegeerd en het Parijsakkoord ontbeert de regels voor luchtvaart en de zeevaart. De mainport Schiphol was bepalend en bij de Coronaepedemie werd Schiphol/KLM door de overheid gered van het faillisement. Toen de overheid eindelijk wilde overgaan tot mindereing van het aantal vluchten, keerde Schiphol zich tegen de overheid. Een fout in de procedure van minister Harbers, belet vooralsnog een reductie van het aantal vluchten. De plannen die Schiphol zelf in het vooruitzicht stelt, getuigen van enig inzicht in de huidige positie van Schiphol. De planning reductie CO2 tussen 1990 en 2050 getuigt daar niet van. De mainport wordt niet ter discussie gesteld, maar kleine wijzigingen in de nachtvluchten resp. verbod op privejets en lawaaierige vliegtuigen verbieden, wordt geopperd. Aangezien 8% van de Nederlandse bevolking 40% van de vuchtreizen maakt en 40% niet vliegt, zijn de overstappers relevant: 40% van de reizigers. Over CO2, CH4 en benzeen, en roetproductie hoeft de luchtvaart en de scheepvaart nauwelijks verantwoording af te leggen gezien alle ontheffingen buiten de EU en de uitstoot van CO2 en NOx van vliegtuigen boven de 900 meter. Dat vraagt om afschaffing van miljarden kostende subsidies op kerosine en de ideëen over energievretende synthetische kerosine. Bron NRC, De klimaatcrisis nog genegeerd, 8 en 9 april 2023, Pieter Pauw onderzoeker TU Eindhoven.

    Timmermans en van der Plas

    Caroline van der Plas van BBB wil van Frans Timmermans van de EU op 11 april 2023 precies weten ‘hoe het echt zit’. Timmermans gaat over Klimaat, de Green Deal en Farm to fork. Ze wil weten waar de regels en verantwoordelijkheden over Klimaat, Green Deal en Natuur van de EU ophouden en de regelgeving uitvoeringsregels van Nederland voor Natuur (en Natura2000 met de Vogel- en de Habitatrichtlijn liggen). De EU wordt in Nederland vaak voorgesteldals de boeman van Natuur en Milieu: Waar bemoeit de EU zich nu weer mee?. De EU stelt middels eisen en doelen richtlijnen op over de kwaliteit van Klimaat, Natuur en Biodiversiteit en de landen zijn verantwoordelijk voor de wijze waarop die doelen worden bereikt: de handelingsvrijheid. Overigens zijn dat doelen zonder deadlines. Over 2030 of 2035 laat de richtlijn zich niet uit aldus Hendrik Schoukens, wethouder en milieujurist, van de Universiteit van Gent. Voor elke lidstaat levert dit een een andere uitdaging op. Bij Stikstof is de situatie in de politiek in Nederland inmiddels diffuus na 3 jaar soubatten: Wat legt de EU op en wat stelt Nederland verplicht om dat doel te bereiken?. Berucht is het vraagstuk in de wet Natuurbescherming resp. Natura2000, Biodiversiteit, Beheersplan, Depositie-drempel-waarde N en KDW (welke kritische planten en dieren zijn gekozen om de habitat te beschermen?). Het wordt tijd dat Nederland kritisch kijkt haar eigen wetgeving en regelgeving Natura2000 onder de loupe neemt, die inmiddels een Gordiaanse knoop is geworden. Als een land niet voldoet aan de EU-eisen, kan de EU via ‘inbreukprocedures’ ingrijpen. De nadruk op stikstof komt vooral in Nederland, Vlaanderen en Duitsland aan de orde en het speelt in meerdere EU-landen een rol. Volgens buitenlandse deskundigen is de EU in de praktijk niet zo streng: Uit de vijfjaarlijkse rapporten over alle Natura2000 gebieden had Nederland in de periode 2013-2018 in ongeveer 90% van de habitatgebieden een ‘zeer tot matige ongunstige staat van instandhouding.’ In heel Europa is 81% van de habitat niet op orde, volgens milieujurist Raphael Weyland van de Duitse Natuurngo NABU. Het beeld van strenge toezichthouder past niet bij de EU omdat regels wel vaker niet of onvolledig worden uitgevoerd. Alleen in extreme gevallen grijpt de EU in. Omdat over de Natuur aanvankelijk werd getwist over de aanwijzing van gebieden, en daarna over beheersplannen, is de benadering inmiddels volwassener geworden. Nu gaat het meer over het halen van de doelen. Natuur en milieu staat ook hoger op de agenda van de Europesche Commissie vanwege de achteruitgang van de Biodiversiteit en de afname van de soortenrijkdom. Zonder stok achter de deur blijken lidstaten hun natuur belabberd te beschermen, aldus de milieujuristen. Bron NRC 11 april 2023, Stikstof: wat Brussel precies wil, Clara van der Wiel, correpondent Brussel. Na het 2 uur gesprek met Frans Timmermans, verklaart Caroline van der Plas, dat haar duidelijk is geworden dat er mogelijk oplossingen zijn, die ze wil uitwerken.






    Stikstofprofessoren advies

    In 2021 schreven de hoogleraren Stikstof Jan Willem Erisman Universiteit Leiden en Wim de Vries van de WUR e.a. het boek Stikstof, de sluipende effecten op natuur en gezondheid. Beide professoren weiden hun levenswerk aan stikstof en promoveerden op dat onderwerp. Samen met prof. Chris Backes, Omgevingsrecht van de Universiteit Utrecht, zijn zij door Minister van der Wal gevraagd om een alternatief te vinden voor de huidige stikstofnorm, de zogenaamde kritische depositiewaarde, in de Wet natuurbescherming; de KDW. De adviescommissie zal in april 2023 haar bevindingen publiceren. In grote lijn komt het advies neer op een scheiding van de benadering van stikstof bij de boer/veehouderij; de emissie van N versus de benadering van stikstof bij de natuur: de depositie van N. De boer moet weten hoeveel hij/zij nog mag uitstoten (de emissie die het bedrijf genormeerd mag uitstoten), en de natuur moet aangeven hoeveel N (en andere variabelen of stoffen) de natuur en habitat bespaard moet worden. De stikstofruimte in Nederland is op: ‘het stikstofbad is vol’. Volgens het rapport Remkes moet de stikstofuitstoot worden gehalveerd. Hoe dat gebeurt, wordt niet voorgeschreven. Na het advies is uitgerekend hoeveel natuurgebied dan onder de KDW zou komen. Dat was 74% van de Natura2000 gebieden. En die uitkomst komt terecht in de Stikstofwet in wording, te bereiken in 2030 of 2035.

    Je kunt op twee manieren stikstof minderen: in de lengte en in de breedte. De keuze is aan de politiek. Mogelijk dat degene die het moeten uitvoeren betrokken worden bij deze keuze. Hoe doe je dat vereenvoudigd?. In de lengte betekent dat alle veehouders (en andere vervuilers) in heel Nederland en overal de helft van hun emissie moeten staken. Dat komt neer op een bepaalde vaste norm reductie namelijk 50%. In de breedte betekent dat er ruimte rond Natura2000 gebieden (regio’s) worden vrijgemaakt van veehouderij (randzone van 1 km rond Natura200 gebied) en verderop wordt de toegestane depositie strenger dan de gestelde norm verlaagd. Maatwerk dus. Dat betekent dat dan veehouders in de buurt van specifieke Natura2000 gebieden of in die regio’s hun emissie van N enorm moeten beperken: een tweede norm. De effecten van lengte- en breedtemaatregelen samen moeten aan de eisen van de wet voldoen. Het stikstofprobleem is alleen op te lossen door elke boer een duidelijke limiet te geven voor hoeveel N hij/zij mag uitstoten. Dus door emissienormen te formuleren voor een bepaald type veehouderij (melkvee, vleesvee, varkens, kippen, eenden etc). De emissie hangt af van het type bedrijf en haar variabelen, aantal dieren en ha, de diersoort, de staltypen en het mest- en ventilatiesysteem en de totale bedrijfsvoering met voerinrichting en de beweiding etc. Discussies over jaartallen zijn verloren tijd omdat er al 40 jaar teveel stikstof neerdaalt op natuurgebieden. Er moet eindelijk wat gebeuren. Nu is er bij LNV nog geld voor Stikstof en Natuur, en straks is het geld op en komen de Klimaatreutraliteit en nieuwe milieueisen op ons af. Het afschaffen van de KDW lost volgens de Commisie niks op: Je moet de koppeling met stikstofneerslag in natuurgebieden houden, dat kan ook niet anders omdat teveel stikstof schadelijk is. We stellen voor om de KDW terug te rekenen naar een een gemiddelde ammoniakuitstoot per ha en zo uitstootplafonds per gebied te berekenen. In sommige gebieden zal het uitstootplafond bij 30 of 40 kg N liggen per ha. Hoe de veehouders onder die norm komen, moeten ze zelf weten door maatregelen te nemen. Opvallend is dat in het rapport en het latere advies van Remkes de KDW en in dit intervieuw over het nieuwe advies van de Commisie Erisman, de Vries en Backes de KDW, als methode van toepassing de ecologische toetsing in Natura 2000 gebieden, met de KDW, habitat kiezen en maximale norm N-depositie, niet fundamenteel ter discussie staat. Bijvoorbeeld de euze van het habitattype in een Natura2000 gebied in de huidige tijd en de relevantie en haalbaarheid en handhaving daarvan. We zullen in het definitieve advies zien welke redenering of onderbouwing hierachter zit, of dat dit heilige huisje als een dogma in de Natuurwet en de Nederlandse regels wordt beschouwd. Overschrijding van de KDW kan betekenen dat N niet meer als depositie mag neerdalen en dat volgens het ‘voorzorgbeginsel niet op voorhand mag worden uitgesloten’ dat een overschrijding van een gram N of minder per ha ( 0,07 gram N per ha) schadelijke invloed heeft, volgens de rechter. De toestand van een Natura2000 gebied moet wettelijk vanaf de ingangsdatum van het natuurgebied worden gehandhaafd.

    Omdat de begrippen KDW en Grenswaarde in de N-discussies soms door elkaar worden gegooid, is het noodzakelijk om de juiste definites te hanteren. De definities van KDW en van Grenswaarde ontlenen we aan blz. 126 van het boek Stikstof van Erisman en de Vries e.a. 4e druk 2023.

    1. De KDW of Kritische Depositie Waarde is de ecologische grens waarboven het risico op effecten stijgt bij toenemende stikstofdepositie (of een andere negatieve drukfactor voor de habitat) en de blootstellingsduur.

    De mate van overschrijding van de KDW kan fungeren als indicator van de staat van de natuur of voor de trend die de natuurkwaliteit vertoont. De indicatot heeft beperkingen omdat de huidige depositie en de KDW lokaal grore onzekerheden kunnen vertonen, mogelijk wel 50%. Ook de neerslag/waterbeschikbarheid en de herstelmaatregelen spelen en rol in Natura2000 gebieden.

    2. De Grenswaarde is de hoeveelheid stikstofdepositie van een activiteit waarbij nog geen vergunning nodig is.

    Die grenswaarde vult elk EU-land voor Natura2000 gebieden anders in. Nederland hanteert 1 mol N per ha per jaar en Duitsland 7 mol met een foutenmarge van 20%, en Denemarken kijkt alleen naar ammoniak en stelt eisen aan het staltype waardoor het staltype maximaal 50 mol stikstof per ha per jaar zijn (zonder andere bedrijven) en 28 mol bij een ander bedrijf, en 14 mol als er meerdere bedrijven in de buurt zijn.

    Nederland heeft in de praktijk de hoogste emissie van N door alle bedrijven samen, en de hoogste depositie van N per ha per jaar, hoger dan in België en in Duitsland.






    Commentaar op onderzoek Natura2000 gebieden.

    In Nederland wordt de toestand van een natuurgebied niet standaard gemeten als een vegetatietype/habitat met een voedingstoestand van de bodem uitgedrukt in organsiache stof en als N-,P-, K-, Ca-, ,Mg-toestand etc. grondsoort, of in buffering, hydrologie en historie van het natuurgebied. Het meten van de ecologische waarden in bodemkenmerken zoals totale voedingstoestand EC (totale zoutwaarden gemeten in electrische geleidbaarheid in het 1:2 volume-extract in mS per cm bij 20 graden Celsius), N-mineraal of Nw (voedingsniveau N), pH CaCl2 of pHKCl en uitloging P, en CEC het kationenuitwisselingscomplex (CEC of bodem-kationenbuffer) van de grond en de basenbezettting ervan, De soorten organische stof en humus bepalen de buffering van de grond en is niet ingedaald bij natuurbeheer zoals in het bemestingsonderzoek en in de tuinbouw: Vandaag monstername, morgen de uitslag, met een bemestingsadvies. De NH4NO3 van droge en natte depositie en de uitwerpselen van dieren op bos, heide en veen is zichtbaar in de EC omdat minimale hoeveelheden 10-15 kg N per ha per jaar resp. berekend gemiddeelde depositie 25 kg N per ha per jaar en maximale depositie plaatselijk 80 kg N per ha per jaar meetbaar zijn als verhoging van de EC waarde in mS per cm varierend van 0,2 tot 0,5 mS per cm. (in het 1:2 volumeextract). De daling van N-depositie verliep in Nederland volgens RIVM van 2700 mol N per ha per jaar naar 1700 mol N per ha per jaar in 2016 en daalt niet meer. De grote piek in N-depositie en de sterkeste verzuring door SO2 en NOx en NH3 is dus al voorbij. Heidevelden zijn zonder schapen en hun mest een eeuw lang sterk verzuurd van jarenlange depositie met SO2, droge en natte depositie van NH3 en NOx en van de natuurlijke verzuring door CO2 in regenwater, en uitgeloogd van fosfaat en calcium, magnesium en kalium. De grond is zo zuur geworden dat er giftige concentraties van Al en Fe voorkomen en gebrek aan Ca is ontstaan. Er wordt niet overwogen om oude wijsheden van keuterboertjes te benutten en kleine hoeveelheden thomaslakkenmeel te gebruiken na het verschralen en afplaggen. Die oude meststof stof bevar basiche bestanddelen met langzaam oplossend fosfaat en allerlei metalen met Ca, ijzer en beperkt ook andere zware netalen. Kalkmeststof uit de natuur is zogenaamd taboe (teveel mineralisatie van organische stof afh. van de dosis) resp. bazaltsteen is onbekend, en de verzamelnaam steenmeel is in bij ecologen maar dat werkt uiterst langzzam. Ammoniak is van nature basisch en NOx vormt met water salpeterzuur. Een Ammoniak molecuul in de grond wordt omgezet in nitraat met het vrijkomen van 2H+. Bij opname van NO3- geeft de plant OH- af: een fysiologisch effect. De conclusie is dat ammoniak-N uiteindelijk sterker verzurend werkt dan nitraat-N. (HvP)

    De visie van de nieuw ingestelde Ecologische Authoriteit wordt afgewacht evenals de echte gemeten stand van zaken in de rapportage Natura2000 gebieden. Bron NRC, 12 april 2023, Intervieuw met de Vries en Erisman, Laten we eerlijk zijn, er is geen stikstofbeleid, redacteur Wouter van Loon en Rik Wassens.






    De Essay

    De Essay Van depositie- naar emissiebeleid, Voorstel over hoe om te gaan mer de KDW in wetgeving, vergunningverlening en beleid, van Erisman, Backes en de Vries staat sinds 11 april 2023 als Word-document op internet. Het document van 35 blz. geeft antwoord op de vraag van Minister van der Wal van Stikstof en Natuur: Is er een alternatief voor de KDW in de Wet?. Om die vraag te beantoorden is het voorliggende Essay geschreven. Een managementsamenvatting is opgenomen. En voorstel voor een alternatieve benadering van het stikstofbeleid is opgenomen in het Essay. Zoals al uit het NRC artikel bleek, ligt de nadruk van het advies op het scheiden van de afrekenbare verantwoordelijkheid van de N-emissie bij de boer/veehouder en de verantwoordelijheid van de overheid om de natuur in 74% van de Natura2000 gebieden voor 2030 te herstellen en de N-deposities terug te brengen. Ook wordt ingegaan op de KDW en de manieren waarop de KDW in Natura2000 gebieden met ‘de habitat’ wordt getoetst door middel van metingen, N-trappen-proefvelden en berekeningen. Op minimale grootte en handhaafbaarheid van Naturagebieden en op kritiek op het systeem van ecologische toetsing en de KDW wordt niet ingegaan. De ecologen Dobben en Kooijman leverden commentaar op de concept tekst. De uitwerking van bepaalde opties door de auteurs, zijn uit tijdnood (de Minister heeft haast) nog niet opgenomen. Het antwoord op de hoofdvraag: Is er een alternatief voor de KDW in de Wet wordt met nee beantwoord. Boeren worden in het voorstel afgerekend op emissiereductie van N (en P) op het bedrijf en de overheid op mindering van depositie op Natura2000 gebieden met gebruikmaking van de habitat’s, doelsoorten planten en dieren en de KDW’s. Teveel stikstofemissie leidt uiteindelijk tot meer stikstofdepositie met het effect van verzuring en eutrofiering. Ammoniak verzuurt uiteindelijk meer dan nitraat.

    Een achttal aanbevelingen wijziging beleid is opgenomen waarbij opvalt dat wordt voorgesteld 1: de uitwisselbaarheid van NH3 tegen NOx met opkoopregelingen af te schaffen (het salderen) omdat elke vervuilende partij moet inleveren op NH3 en NOx. Het oneigenlijke gebruik dat vliegvelden en industriële bedrijven die NOx uitstoten boeren uitkopen voor N-rechten (NH3) wordt dan verboden. Andere adviezen zijn:

    2. Doelbeleid voor doelen van NPLG resp.

    3. Dringende opgaven reductie stikstof en fosfaat in grond- en oppervlaktewater,

    4. Normeringen op bedrijfsniveau grondgebonden of diergebonden,

    5. Randzone rondom overbelaste gebieden,

    6. Vergunningverlening voor NOx bronnen woningbouw, duurzame energieprojecten en op gerealiseerde emissiereductie NOx,

    7. Zorg voor een monitorinssysteem dat de bijdrage van sectoren en bedrijven bijhoudt, en

    8. Bepaal wettelijk dat de vergunning van een bedrijf wordt aangepast als de doelstelling/taakstelling niet wordt gehaald.

    De stikstofproblematiek zoals die in het Essay in de volle breedte wordt geschetst, betreft een maatschappelijk vraagstuk waar iedereen (elke sector die vervuilt) een bijdrage zal moeten leveren. Het is onvermijdelijk dat bij de normering van bedrijven/veehouderijen afstand wordt genomen van de groei uit het verleden die zo sterk werd bevorderd in de afgelopen eeuw. Licht de boeren beter voor en laat ze gebruikmaken van de middelen uit de LNV-begrotingen om orde op zaken te stellen. Nu is er geld en straks?. Biedt hulp aan boeren met begeleiding omschakeling naar duurzame bedrijfsvoering en biedt steun met leningen en sociaal maatschappelijke hulp. De Klimaatmaatregelen resp. de Energietransitie, de Nitraatmaatregelen grond- en oppervlaktewater en de milieumaatregelen Bestrijdingsmiddelen en Antibiotica komen er nog aan.

    Landbouwakkoord?

    Het langverwachte Landbouwakkoord van Minister Adema lijkt volgens AD resp. Telegraaf en Rabobank na de moeizame onderhandelingen met alle betrokken partijen op 17 en 18 april nog niet binnen handbereik. De verwachtingen waren na het advies van Remkes hooggespannen maar de deelnemers hadden ook geheel verschillende verwachtingen. Dat geldt ook voor de Tweede Kamer. De uitgewerkte Visie van het kabinet op de Nederlandse landbouw ontbrak en de gewenste duurzaamheid van de landbouw vereist een nieuw verdienmodel voor de boeren, die in een wurggreep van de markt (Winkelbedrijven), de Agro-industie en de Banken verkeren. En dan zijn er nog de Natura2000 eisen van Stikstof en de aanscherpingen van milieumaatregelen voor resp. nitraat, fosfaat, bestijdingsmiddelen en antibiotica, met eisen aan dierenwelzijn, waaraan moet worden voldaan in de toekomst. Enkele deelnemers groepen waren vanwege grond voor natuur al afgehaakt en LTO vindt PAS-melders een breekpunt en mestverwerking, de omgang met landbouwgrond en teeltsysteem zijn zware onderwerpen. Over normering emissie op bedrijfsniveau en over bedrijfsmodellen veehouderij met mineralendruk per ha, dus GVE per ha, en stal- en mestsystemen etc. en over innovatie en biologische landbouw is weinig medegedeeld. LTO wil uiterlijk half mei 2023 een akkoord op hoofdlijnen. Met name middelen vanuit de Stikstof- en Landbouwherstructuringsfonds worden gemist bij de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit omdat die gelden in begrotingen vooral geparkeerd staan bij de minister van Landbouw en Natuur. De winkelbedrijven, agro-industrie en banken weigeren een bijdrage te leveren voor financiering van de herstructurerening van de landbouw in het Landbouwakkoord tot grote ergernis van de Tweede Kamer. Zicht op een nieuw verdienmodel ontbreekt nog. De financiering van het landbouwmodel en het verdienmodel eist dat duidelijk is wie allemaal een financiële bijdrage levert : LNV, Natuur, Economische Zaken, Volksgezondheid , Winkelbedrijven, Agro-industrie, Banken en de Consument. De onafhankelijk voorzitter van het Landbouwakkoord is sinds 16 maart 2023 Chris Kalden, oud-directeur Staatsbosbeheer en voormalig secretaris generaal topambtenaar van LNV. Uiterlijk half mei 2023 wordt het Landbouwakkoord thans verwacht. Invloeden van buitenaf (buiten de deelnemers zelf) uit de politiek en uit de EU veroorzaken regelmatig onrust in dit complex onderhandelingsproces. Iedereen kijkt naar Minister Piet Adema: lekker makkelijk. BTW op landbouwproducten blijft overeind?. En BTW op groenten en fruit (plantaardig)?. Over verdienmodel en vleestax op dierlijke produkten hoor je weinig. Over voorkoming stalbranden evenmin. De banken resp. agro-industrie en de winkelbedrijven ontwijken nog steeds hun verantwoordelijkheid. De milieuherstructureringshypotheek blijft uit. De boeren zullen de zinvolle GVE-norm (dierennorm intensiteit exlusief jongvee) per ha grond moeten aanvaarden in verband met de mineralendruk en de eventueel benodigde mestafzet. Bij melkveehouderij is de melkkoeintensiteit op bedrijven nu soms nog 4,5 GVE (overmaat mineralen) en moet zakken via 3,5-3,2 (evenwicht) en later mogelijk nog lager bij verdere extensivering. Bij varkensbedrijven en bij kippenbedrijven is er vaak weinig grond maar wel zeer veel dieren waardoor er veel mineraren/mest elders moet worden afgezet (afzetcontracten). Ook daar is dus een intensiteitsnorm dieren en ha gewenst om te bepalen hoeveel mest op eigen bedrijf mag worden verwerkt en hoeveel naar de mestafzet toe moet (extra kosten). Op 08-05-2023 laat LTO Nederland weten niet akkoord te gaan met de concept tekst van het Landbouwakkoord. Er zou te weinig perspectief in staan volgens de Landbouworganisatie. LTO onderhandelt wel verder maar een bijstelling is nodig aldus Sjaak van der Tak, voorzitter LTO. Een werkbaar voorstel over het oplossen van de vergunningen van PAS-melders is niet ingebracht. Op 17 mei 2023 dient er een breed gedragen stuk moet liggen dat kan worden doorgerekend door het Planbureua voor de leefomgeving. Zo niet dan is er geen Landbouwakkoord. Op 1 januari 2024 kan de nieuwe Omgevingswet ingaan, wat inhoudt dat onteigenen van grond moeilijker wordt nu er eindelijk toestemming van de EU is. De boer kan ook makkelijker naar de Raad van State, die het werk nu al niet aankan. De nieuwe Omgevingswet vervangt tientallen wetten en honderden regelingen en zou de procedures rond ruimtelijke ordening moeten versimpelen. De wet die de Eerste Kamer in 2020 goedkeurde is al vijf keer uitgesteld. Niet alleen ambtenaren en juristen moeten de nieuwe wet onder de pet krijgen, ook de ambtelijke software voor gemeenten en provincies moet op orde zijn. Volgens prof. Jacques Sluysmans, expert op onteigeningsrecht in Nijmegen, wordt het pioneren onder de nieuwe wet, en was faseren van de invoering beter geweest. Minister de Jong, CDA, van Volkshuisvesting besliste anders.

    Bron: Nieuwe oogst 8 mei 2023 door Rene Bouwmeester, en NRC van di 9 mei 2023: De onteigening wordt nog lastiger, Redacteur Stikstof Pim van den Doel.

    Visie Landbouw

    De nieuwe voorzitter Raad van Bestuur van de WUR Dr. ir. Sjoukje Heimovaara noemde de Visie op de Nederlands landbouw en natuur in NRC van 15 april j.l. ontontbeerlijk om te komen tot een Landbouwakkoord. Onduidelijk blijft of en ToekomstVisie op de Nederlands landbouw in grote lijn daadwerkelijk de grondslag vormt van het Landbouwakkoord in wording. Het is de vraag of belangenbehartigers aan tafel wel komen tot een nieuwe Visie op de landbouw: Een langetermijn perspectief. Na de Perspectievenbrief van de Minister van Landbouw en de berichten van Landbouwakkoord is nog weinig Visie op de Nederlands Landbouw en Natuur naar buiten gekomen. In de presentatie Perspectives on Agricultura and Nature geeft de WUR de kijk van een aantal wetensschappers van de WUR weer. Een aantal vragstukken komen bovendrijven, een aantal wezelijke kwesties die gepaard gaan met lastige keuzes.

    Scenariostudies van de Landbouwvisie zijn volgens Heimovaara en Jan Willem Bol van de WUR noodzakelijk en een zevental richtingwijzende dilemma’s worden genoemd:

    1. Wil Nederland zoveel agrarische produkten (dierlijk en plantaardig) blijven exporteren voor het wereldvoedselvraagstuk, en zoveel veevoer/grondstoffen importeren met de mineralen, die erin zitten. Het slepen met grondstoffen over de hele wereld.

    2. Wat is de functie van de veehouderij in Nederland?. Gaan we door met de productie van vlees en eiwitten voor de Eu en de wereldhandel?. Of stoppen we met de import van veevoer van buiten de EU waardoor de veestapel krimpt en het mestoverschot verdwijnt?. Zien we dieren in de veehouderij als wezens met bewustzijn , gevoel en rechten?. Wat is de morele positei van deieren in onze voedselvoorziening?.

    3. Worden we een kenis en expertise exporteur?. Technische kennis Landbouw (en kunde en expertise) en kennis en kunde van de Natuur.

    4. Of zijn ze ondergeschikt aan de mens?, en laten we alles bij het oude?.

    5. Gaan we landbouw en natuur scheiden? of verweven? In biologische landbouw, natuurinclusieve landbouw, gemengde bedrijven, extensievere landbouw, en natuurbeheer, groen blauwe adering natuur en landbouw etc.

    6. Op welk schaalniveau willen we problemen oplossen?. Durft de politiek beleid te ontwikkelen ten aanzien van de voedselkeuzes van de huidige en toekomstige consument?. Met prioritering plantaardige productie boven dierlijke productie i.v.m. klimaat en gezondheid?. Of niet?.

    7. Hoe halen we de klimaat- en natuurdoelen?. Er zijn afspraken gemaaakt door Nederland in binnen- en buitenland en doelen moeten worden gehaald.


      Voor een echte Visie op de Nederlandse landbouw voor een Landbouwakkoord is het nodig dat de politiek eerst antwoord geeft op die vragen, zegt Heimovaara. En de rollen van de Consument resp. de Winkelbedrijven en de Agro-industrie zijn niet uitgewerkt maar wel onontbeerlijk in een nieuw verdienmodel. Het uitwerken van de scenario’s van de zeven dilemma’s van de Landbouw zoals Heimovaara die noemt, door een gemengde werkgroep van wetenschappers, boeren en burgers, zou behulpzaam kunnen zijn. Bij de onderhandelingen over het Landbouwaookord blijkt steeds weer dat de agenda’s van onderhandelaars van boerenvakbonden resp. natuurorganisaties, winkelbedrijven, agroindustrie en banken, en de Overheid, iets anders is dan het delen van een gemeenschappelijke Landbouwvisie. Zonder Landbouwvisie geen Landbouwakkoord.


    Goedkeuring Green Deal EU

    Het klimaatplan Green Deal van de EU is op 18 april 2023 door het Europees Parlement goedgekeurd. De reductie van CO2 moet in 2030 met 55% zijn teruggebracht op weg naar een klimaatneutrale EU in 2050. Centraal staat de uitbreiding van het Europese emissiehandelssyteem naar alle bedrijftakken (met verkeer, scheepvaart en luchtvaart) en voor de bebouwde omgeving. Aan de grenzen van de EU wordt CO2-heffing op producten toegepast (de Koolstofgrensheffing) om eerlijke concurrentie te behouden. Ook komt er een sociaal klimaatfonds, gevoed door de emissieheffing, van maximaal 87 miljard Euro. Lidstaten kunnen daarmee de schok verzachten voor de burgers (de zwakkeren in de samenleving). De lidstaten moeten nog nog formeel akkoord gaan met het EU-besluit waarover al een half jaar geleden een principeakkoord was bereikt in het EU-parlement.

    Overleg Tweede Kamer Stikstofwet breed

    De Tweede Kamer voerde met inbreng van alle Kamerfracties een dag constructief overleg over de concept Stiktofwet en de begroting voor herstructurering. Kamerbreed bleek de Stikstofcrisis breed te worden geinterpreteerd in de wet. Alle factoren die de natuur, de landbouw en de volksgezondheid bedreigen vallen onder de intentie van de wet: Stikstof, Waterbeheer/klimaat, Natuurherstel, Biodiversiteit en maatregelen Herstructurering en Duurzaamheid landbouw en natuur. De conceptwet somt de doelen niet uitputtend op en geeft geen uitvoeringsaanwijzingen omdat dat in een latere fase aan de orde is. Ook de taakverdeling van het Rijk en de Provincie speelt een rol. De oppositie BBB en JA21 poneerden de stelling dat de Tweede Kamer even mag tekenen voor 24,3 miljard Euro (eigenlijk gezien het kabinetsvoornemen nog veel meer) zonder te weten hoe belastinggeld de komende jaren wordt besteed zonder te weten of het probleem wordt opgelost. Ook het scheiden van de benadering van stikstofemissie bij de landbouw/veehouderij en de benadering van Natuur met depositie en habitat door de overheid, zoals Erisman e.a. in een Essay adviseren, kreeg steun. Zoals vaker is vastgeteld was de inbreng van de politieke partijen qua intentie constructief maar de actiebereidheid en durf om te beginnen en de minister en de provincies te steunen was nog onvoldoende. Daar moet de Minister in haar antwoorden en acties iets aan gaan doen met al die moties. De ingediende moties getuigen van enige voortgang in inzicht dat er wat moet gebeuren en dat de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid meer middelen moet krijgen voor het Landbouwakkoord. Eveneens werd tijd verspild aan tijdpaden en piketpalen zoals 2030 en 2035 zonder actie resp. bespiegelingen over wat eerst: Geld of actie?, vragen over innovaties, de visie op landbouw die ontbrekt, en enig honing om de mond smeren van de oppositie door de coalitie. Opvallend was dat de partijen geen onnozele en onnodige of snerend opmerkingen maakten over elkaars standpunten en heilige huisjes, en op een uitzondering na streefden naar een sfeer van oplossingen zoeken. Vanwege de vele amandementen wordt het debat over de Stikstofwet etc. na het Mei-reces voortgezet en in stemming gebracht. In de Tweesde Kamer heeft het kabinet een meerderheid, maar in de nieuwe Eerste Kamer zijn de kaarten nog niet geschud.

    Boeken Stikstof die een groot publiek bereiken

    Het boek ‘De Stikstoffuik’ met ondertitel ‘Politici in de ban van de ecololobby’, van Uitgeverij Blauwburgwal, van de wetenschapsjournalist en natuurkundige Arnout Jaspers 131 blz. van febr. 2023, benadrukt de moeizame omgang van Nederland en ‘onkundige beleidsmakers en politici en rechters’ met de Stikstofproblematiek met name bij de toepassing in Natura2000 gebieden. Hij beschrijft de inhoudelijke en procedurele handhaving (of nonhandhaving en verwaarlozing ) van de Natura2000 gebieden met de habitatrichtlijnen en de door Nederland toegevoegde extreme toepassing van KDW-systematiek naar aanleiding van een rechterlijk vonnis, dat pas nieuwe en minimale stikstofdepositie van 0,07 gram N (300 gram N in Duitsland en 700 in Denemarken) toestaat als aan het niveau van de KDW is voldaan.

De Stikstoffuik

Arnout Jaspers fileert in ‘De Stikstoffuik’ gedetailleerd en genadeloos hoe het unieke Nederlandse stikstofprobleem ontstond, waarom Nederland als enige land ter wereld een fulltime ‘stik- stofminister’ heeft en hoe de hele ‘crisis’ gebaseerd is op onwetendheid, misbruik van wetenschap en schimmige deals in achterkamertjes.

Nederland loopt met de depositienormen in Natura2000 gebieden en met name met de strenge rechterlijke uitspraak aan de hand van het voorzorgsbeginsel over aantal mol N depositie per ha per jaar fors uit de pas t.o.v. Duitsland en Vlaanderen (die de rechter niet hebben laten toetsen). De auteur schroomt niet om naast de informatieverstrekking ook een mening/oordeel te geven over het Nederlandse Stikstofbeleid met name over het Natura2000 beleid en de toepassing van resp. Aerius bij vergunningverlening, Habitat-doelssoorten en KDW, en de ecologische toets en het begrip wensnatuur. De interpretatie van de Wet met het voorzorgsbeginsel door de rechter in Nederland wordt een rechtelrijke dwaling genoemd omdat er geen inhoudelijke/wetenschappelijke onderbouwing voor is maar wel het land op slot gooit.

De 11 hoofdstukken lezen vlot. De inhoud is informatief en duidelijk. Alleen hoofdstuk 10 gaat in op de Nederlandse landbouw en de mineralenproblematiek. Achtergronden van Natura2000 en de procedures en benaderingen van KDW en stikstofdeposite komen uitgebreid en in herhaling aan de orde. Stellingname over de gang van zaken in Nederland bij de aanpak Stikstof werkt soms verfrissend. Hoofdstuk 11 is een aanrader omdat oplossingsrichtingen worden geduid. Hoofdstuk 10 geeft een karikatuur van de toekomstige Nederlandse landbouw met veehouderij en akkerbouw/tuinbouw. Dat is geen Visie op landbouw en het Hoofdstuk 10 biedt geen perspectief voor de landbouwsectoren en een nieuwe manier van boeren. D66, en partijen ‘met minder minder’ en alle ecologen of vermeende ecologen zijn gek. Kunstmest wordt verboden. Import krachtvoer wordt verboden. Bestrijdingsmiddelen verboden. Schoffelaars niet te krijgen. Mest- en mineraaloverschot als gevolg van import veevoer/krachtvoer in de veehouderij (drijfmest. mest) en het hoge niveau van N- en P -bemesting kan niet terug. Minder vee kan niet, minder mest kan niet. Biologische landbouw leidt tot enorme terugval van produktie. Kringlooplandbouw kan niet. Minder dierlijk eiwit (vlees, vis, kip etc) en meer plantaardig eiwit voor de consument is onhaalbaar. Stikstofzuinige landbouw in Nederland?. Extensivering en natuurinclusieve landbouw, never heard. Voedselregio’s belachelijk maken?. Verlies van N aan lucht 88 miljoen kg (waar dit boek over gaat) , verlies naar bodem en water 219 miljoen kg (verder genegeerd), en mestafzet buiten landbouw 73 miljoen kg N (een los feit). Moeten terug naar de tijd van paard en wagen. Een hogere prijs voor voedsel kan niet en minder landbouwproduktie kan niet, Allemaal volgens de auteur.

Conclusie 1: Een verfrissend boek over het Nederlands natuurbeleid voor een groot publiek met enige boude maar treffende uitspraken over natuur, politiek en rechtspraak, dat de tongen los maakt en enkele heilige huisjes sloopt. (sommige Aerius toepassingen, Habitatkeuzen, wensnatuur en de rechterlijke uitspraaak over maximale N-deposite in Natura2000 gebieden).

Conclusie 2: Door het ontbreken van een Visie op de toekomstige Nederlandse landbouw in het onvolledige Hoofdstuk 10 Perspectief landbouw, gaat de kritiek op het Nederlandse natuurbeleid en haar complexe en dolgedraaide N-benadering, deels verloren als parels voor de zwijnen. De vaststelling is dat de benadering van de natuur in Nederland in Natura2000 gebieden, wetenschappelijk onverantwoord is en moet veranderen. De Nederlands landbouw echter moet op de oude voet voortgaan, volgens de auteur.

Conclusie 3: De auteur gaat gedeeltelijk tekeer tegen het Natura2000 beleid en de complexiteit in Nederland en de auteur laat zich in de verschillende hoofdstukken laagdunkend uit over enkele Ministers, politici/politiek partijen, rechters, ecologen en vermeende ecologen. Zelfs de stikstofprofessoren Erisman en de Wit krijgen een sneer als het salaris van bijzonder hoogleraar Erisman in een vorige parttimefunctie erbij wordt gehaald en de Stikstofprofessoren als vermeende ecologen worden geduid.

Stikstof, de sluipende effecten op natuur en gezondheid

Het boek ‘Stikstof, de sluipende effecten op natuur en gezondheid, van Jan Willem Erisman en Wim de Vries en een reeks andere deskundigen, 128 blz. uitgegeven van de Stichting Biowetenschappen en Maatschappij. Het boek verscheen in de vierde druk op 10 mei 2023. De voorgaande drukken vanaf 2021 zijn allemaal uitverkocht.

Op de inhoud van de vierde druk van het boek gaan we nu in.

Na een Voorwoord van Carola Schouten en een Inleiding van Jan Willem Erisman en Wim de Vries, volgen:

Hoofdstuk 1 Steeds meer stikstof, met achtergrondinformatie over stikstof en Stikstofeffecten en

Hoofdstuk 2 Stikstofeffecten, de negatieve invloed van teveel stikstof op de natuur (met KDW, N-depositie, natuurschade, bodem, water en lucht en de volksgezondheid,

Hoofdstuk 3 Stikstofaanpak, met reductie van N-emissie, emissie reductie van ammoniak en stikstofoxiden en kosten schade stikstof, en herstelpogingen bos en heide,

Hoofdstuk 4 Stikstofbeleid, van de overheid en hoe de rechter daar mee omgaat. Dan wordt gekeken naar het beleid in Duitsland, Denemarken en België/Vlaanderen.

Jan Willen Erisman is hoogleraar Milieu en Duurzaamheid bij CML Leiden en voorheen directeur van het Louis Bolk instituut, en als hoogleraar Integrale Stikstofstudies aan de VU Amsterdam. Erisman wordt in de media ook wel ‘de Stikstofprofessor’ genoemd. Prof. Wim de Vries is hoogleraar Integrale Stikstofeffectanalyse bij Milieusysteemanalyse aan de WUR. De andere auteurs geven informatie over chemische, biologische en ecologische, economische of juridische aspecten van het probleemveld.

Het boek gaat zowel in op stikstof in de veehouderij en akkerbouw met mest en bemesting: de emissie. Tevens wordt het effect van stikstof op natuur uitgewerkt. Ook de industrie resp. bedrijven, de bebouwde wereld en het verkeer komen aan de orde omdat iedereen zijn deel moet bijdragen. De rol van kunstmest bij de landbouwproduktie wordt benoemd en de import van veevoer en krachtvoer voor de veehouderij (vooral voor veehouderij) in Nederland vanuit de akkerbouw in andere werelddelen met het ophopen van de achterblijvenede mineralen van die twee bronnen in Nederland, springt er in de tekst niet echt uit. De neveneffecten van N-verlies en N-emissie vanuit bronnen en vanuit de veehouderij en de akkerbouw komen aan de orde. Het begrip gemengd landbouw bedrijf komt in de tekst niet aan de orde als basisprincipe van Kringlooplandbouw. Ook de rol die stro kan spelen in de binding van N in dierlijke mest en gier ontbreekt evenals de speciaal daarvoor ontwikkelde stallen.

Daarnaast beschrijft het boek de rol van stikstof (verbindingen) die neerdalen op de de natuur en de consequenties van NH3 en NOx op de gezondheid en voor de N-depositie. Omdat ammoniak beter oplost in water dan stikstofoxiden, verdwijnt ammoniak sneller uit de atmosfeer. De depositiesnelheid is hoger dan die van stikstofoxiden. Op honderd kilometer afstand van de emissiebron is 55% van de ammoniak neergeslagen tegen 20% van de stikstofoxiden, die deels in hoger luchtlagen de landgrenzen overgaan. Omdat NOx boven de 900 m hoogte bij vliegtuigen niet wordt gemeten maar wel wordt uitgestoten, blijft dit aspect van NOx-vervuiling in dit boek van Erisman en de Vries en bij het RIVM onderbelicht. (Vliegverkeer relatief onbelangrijke stikstofbron NOx op blz. 23, omdat we de uitstoot boven 900 m en buiten Nederland of de EU, (intercontinentaal de meeste km’s, niet meten/meetellen voor CO2 en NOx?).

Het boek licht toe hoe het RIVM met meettechnieken en modelberekeningen in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML), op 73 plekken in het land stikstofoxiden meet resp. ammoniakmetingen doet op driehonderd plekken maandgemiddelde concentratie gemeten in 80 Natura2000 gebieden. Er is ook nog een geavanceerd systeem dat op 6 plekken in het land elk uur de ammoniakconcentratie meet in het LML, en de droge en de natte depostie van NH4+ en NO3- vaststelt met geavanceerde (regen)meters. De droge depositie wordt in Natura2000 gebieden gemeten op i.p.v. 3 op 10 locaties. TNO/ECN meten regelmatig in dure en intensieve meetcampagnes de droge depositie en stikstofoxiden om de modelbeschrijvingen te verbeteren boven bos, heide, gras, mais en duinvegetatie. Met satelietmetingen met Tropomi resp. Crls en IASI kunnen waarnemingen ammoniak en NOx worden gedaan op wolkenloze dagen in luchtkolommen van 5 bij 5 km bij Tropomi en 14 bij 14 km bij de andere satelietsystemen. De waarnemingen worden gebruikt om de modellen te verbeteren.

De Stikstofwet en de Stikstofaanpak moet als wet naast de Klimaatwet breed/intergraal worden geïnterpreteerd als Stikstof, Mineralen N en P uit kunstmest en drijfmest/vaste mest met Ammoniak en CO2 en Methaan etc. geproduceerd in de veehouderij. Voor de veehouderij importeert Nederland voor veevoer en krachtvoer, akkerbouwproducten en restproducten aols sooyaschroot etc, waarvan de mineralen op een (te klein) areaal grond terchtkomt voor een kringlooplandbouw (te hoge GVE pet ha is teveel mineralen per ha in een veehouderijbedrijf: de overmaat moet worden afgevoerd tegen kosten).

In Hoofdstuk 4.3 is een verhelderend schema van de Stichting Natuur en Milieu opgenomen met een overzicht van van overheidsingrijpen Meststofenmaraton 1972-2021, Een halve eeuw mest- en ammoniakbeleid. Ook de uitspraak van de rechter over de PAS-regeling toegelicht. De Raad van State concludeerde op 29 mei 2019 op basis van uitspreken van het Europees Hof dat de ‘passende beoordeling’ van de PAS strijdig is met de Habitatrichtlijn omdat de doelstelling van de richtlijn, het beschermen van de Natura2000 gebieden, niet gegarandeerd kon worden. Uit die uitsprak vloeit voort: Eerst minder stikstof, dan projecten (en vergunningen). Met het gevolg dat er geen compensatie voor positieve broneffecten voor N bij de vergunning mag worden verleend, voordat ze zijn bereikt. Tevens wordt uitgelegd hoe Vlaanderen, Duitsland en Denemarken anders omgaan met de N-problematiek in vergelijking met Nederland. Nederland blijft klem zitten met de grenswaarde voor vergunningverlening omdat de huidige wetgeving pas ruimte biedt als de natuurgebieden niet meer overbelast blijven met de huidige N-depositie. Nederland creërde zijn eigen juridische valkuil. Bij de beoordeling van nieuwe N-depositie voor Natura2000 gebieden norm is de rechter op de stoel van de wetenschapper gaan zitten.

In Hoofdstuk 4.5 is in navolging van het begrip CO2-voetafdruk in verschillende landen, een stikstofvoetafdruk als model van Universiteit Virginia en ECN opgenomen van Foodprint (N-print.org). Ontwikkelingslanden met een tekort aan stikstof zoals Tanzania (en andere kanden in Afrika met een N-tekort) scoren 10 kg N per hoofd per jaar, en Nederland en Duitsland die maatregelen moeten nemen tegen de hoeveelheid stikstof in de veehouderij, halen 22-23 kg N per hoofd per jaar. Het VK en Japan behalen 25 en 26 kg N, en energie- en stikstofvretende landen zoals de VS en Australië behalen wel 38 en meer dan 45 kg N per hoofd per jaar. Het energie- en het stikstofverbruik zijn daar extreem bij voedselproduktie, bij transport over lange afstanden, en huisvesting en bij goederen en diensten (dienstverlening). In VS en Australië is Klimaat en Milieu lange tijd bijzaak geweest in de politiek zoals we uit de media weten.

Het derde boek ovet het Stikstofprobleem heet: Uit de shit, pleidooi voor meer boeren en minder vee, uitgever de Correspondent, juni 2023, van journalist en auteur Thomas Oudman, die als bioloog veel heeft geschreven over voedsel, is een boekje van geheel andere aard. Als in het boek van Erisman e.a. de wetenschap achter Stikstof en Natuur in allerlei disciplines wordt samengevat, en in het boek van Jaspers de visie van activistische boeren en van Jaspers wordt weergegeven, dan is het boekje van Oudman van eenvoudiger aard en geschreven voor een breed publiek dat niet is ingeweid in de landbouwmaterie en de stikstofcrisis. Jammer genoeg wordt in het boekje de term kunstmest steeds gebezigd als N-kunstmest wordt bedoeld waardoor de lezer op het verkeerde been wordt gezet. Na een korte historische inleiding komt de rol van N-kunstmest en van import van veevoer en krachtvoer in de veehouderij aan de orde. De boodschap van het boekje is helder en positief.


Recensie

“UIT DE SHIT“

Door Henk Kusters

Den Dungen

250623

“Uit de shit” bracht me geen inhoudelijk nieuws. De verdienste van Thomas Oldman is dat hij de crisis waarin de huidige Nederlandse landbouw zich bevindt verbluffend toegankelijk voor iedereen compleet beschrijft. Met realistische oplossingen!

Voor mij was het een feest dit boek te lezen. Ondanks de ecologische tragedie waarin landbouw en natuur en daarmee heel Nederland zich bevinden. Telkens werd in boeiende stijl en heldere taal zonder moeilijke vaktermen uitgelegd hoe deze tragedie over een periode van 70 jaar is ontstaan. Oorzaken, foute beleidskeuzes, gevolgen en oplossingen worden middels een perfecte opbouw inzichtelijk. Ook voor de gemiddelde burger en kiezer. Daaraan ontleent dit boek zijn kracht. Nu nog zorgen dat iedereen dit leest waardoor de bepleite transitie ook werkelijkheid wordt!

Als bodemkundige en landbouwkundige die zijn hele leven wijdde aan de realisatie van een duurzame landbouw, kreeg ik bij het lezen van dit boek enerzijds het gevoel gefaald te hebben. Anderzijds beschrijft het boek de onafwendbaarheid van het proces dat tot deze crisis geleid heeft.

De moderne, ontwikkelende mens had, als “opperzoogdier”, ondanks haar superieure hersenpan toch niet de kracht om te kiezen voor een duurzame balans tussen ecologie en economie. Voor een welbegrepen eigenbelang! Steeds kozen (en kiezen?) we voor het korte termijn economisch gewin. Blijft dit onafwendbaar?

Moge dit boek bijdragen aan een ommekeer waardoor de geschetste transitie de komende twintig jaar gaat plaatsvinden! UIT DE SHIT!

Einde recensie


Stand van zaken

Het boek Stikstof van Erisman e.a. analyseert en informeert de lezer (boer en burger) breed, diepgaand en neutraal over de padstelling van de Nederlandse landbouw en de Nederlandse natuur, en zet aan tot dieper nadenken over N-emissie en over N-depositie en hoe we daar mee omgaan. Het minderen van de N-emissie van ammoniak kan op vele manieren geschieden en kan per boer of regio worden genormeerd op maximaal zoveel kg ammoniak per bedrijf of regio. De boer kan dan zelf regelen hoe dat wordt bereikt. Toepassing van grondgebondenheid en normeren GVE per ha, minder import veevoer en krachtvoer, minder vee, minder eiwit, minder mest, minder kunstmest, de koeien meer in de wei en dieren met uitloop, en minder vlees en meer plantaardig voedsel, natuurherstel, extensivering bedrijf, Kringlooplandbouw, en uitkopen piekbelasters etc. komt helder aan de orde maar er wordt niet over doorgedramd. We moeten ons gedrag aangaande landbouw en voedsel en het verdienmodel wel aanpassen.

De aanpassing van de KDW en de grenswaarde N-depositie per ha blijven de discussies voeden, ondanks de spoedwet Aanpak stikstof van 2020 en de wet Stikstofreductie en natuurverbetering, is er nog geen zicht op oplossingen voor vergunningverlening en natuurherstel Natura2000gebieden. Voor de wet is 5 miljard Euro uitgetrokken: 3 miljard voor natuurherstel en 2 miljard Euro voor bronmaatregelen. De spoedwet Aanpak stikstof van 2020 introduceerde 3 maatregelen: snelheid op snelweg overdag naar 100 km per uur resp. warme sanering varkenshouderij, en het veevoer zou in eiwitgehalte worden verlaagd. Alleen de eerste maatregel is ingevoerd. Een nieuwe wettelijke tekst voor het Bouwbesluit en de Wet Stikstof moeten de grondslag worden voor de oude wettelijke regels voor vergunningverlening bouwen en de normen voor N-depositie in Natura2000 gebieden, die de inzet waren tot de toetsing van de rechter en het ‘onzalige en dwalende’ besluit over de normering bij de grenswaarde voor N-depositie.

Het verlagen van het eiwitgehalte in veevoer (krachtvoer) en de invoering principes van max. GVE per ha en grondgebondenheid als intensiteitsfactoren mineralen, worden door veel boeten in projecten al succesvol uitgevoerd. Het is onbegrijpelijk dat LTO en de Nederlands Bond van Melkveehouders de echte kern van het beleid, het mineralenbeleid, nu niet steunen tenzij meer geld het motief is in de onderhandelingen. Het inzicht dat grondgebondenheid de sleutel voor een oplossing is, is al jarem bekend en grotendeels ingedaald. Het kabinet vreest een regeringscrisis zonder Landbouwakkoord en dat verzwakt de onderhandelingspositie.

Van de ingeleverde N-emissie mag 70% voor vergunningverlening worden benut en 30% voor verbetering natuur. Overigens zijn er geen vluchtwegen meer over: Er is na 4 jaar een structurele aanpak van de stikstofproblematiek. Met de gebiedsgewijze en integrale aanpak kunnen de provincies en de minister met de boeren aan de slag. Elk jaar uitstel in de doeljarendiscussie 2030-2035 kost meer geld, en levert in een crisis minder effect op. Bij crisis geldt in het algemeen dat zachte heelmeesters diepe wonden maken. De N- crisis duurt inmiddels te lang en de uitputtingsverschijnselen bij de deelnemers (onderhandelaars Landbouwakkoord, bij de lopende rechtzaken, de bouw, en in het vertrouwen van de boer en de burger in een oplossing, zijn tekenen zich af.

Zelf emissiereducerende maatregelen op een bedrijf nemen, en die voor een deel weer opvullen mag: ook intern salderen genoemd. Mogelijk biedt het nieuw gevormde Directoraat generaal met inmiddels 100 medewerkers als denktank een oplossing voor de padstelling vergunningverlening. Nieuwe wettelijke bepalingen bieden de rechter dan nieuw houvast. Het oordeel en de normering van het politieke proces is aan de Tweede en Eerste Kamer (proces) en aan de Wetenschap (inhoud). De rechter toetst achteraf of regels goed worden toegepast. Ook de resultaten van de onderhandelingen over het Landbouwakkord spelen een cruciale rol.


Essay beleid en relevante boeken

Erisman is tevens auteur van de boeken Biodivers Boeren en De Melkveerevolutie resp. uit 2019 en 2022. Samen met de Vries en prof. Backes van de UU schreef Erisman in voorjaar 2023 het advies aan minister van de Wal: Essay van Depositie- naar Emissiebeleid, april 2023. In dit advies wordt de maximum stikstofemissie bij de boerderij genormeerd zodat de boer zelf kan kan gaan reguleren, en losgekoppeld wordt van het vraagstuk van de de stikstofdepositie in de natuur, die de overheid na de datum van instelling van Natura2000 gebieden in verband met habitat en KDW moet beperken cq. had moeten beperken. Het alternatief voor de KDW in de Wet is volgens het Essay, is volgens de auteurs om de doelen per boeren bedrijf en gebied af te leiden van ammoniakemissies, stikstofoverschotten en boeikasgasemissies.

Aanvullend hierop is volgens Erisman Stikstof 4e druk, een Visiestuk geschreven door 4 onderzoekers van de WUR : Gerard Ros, Wim de Vries, Roel Jongeneel en Marin van Ittersum, waarin voorbeeldberekeningen zijn opgenomen voor die doelen en hoe je de ambities kunt bereiken en borgen voor een lange termijnperspectief. http://www.wur.nl/nieuws-wur/show/eerlijk-stimuleren-afrekenen-en-belonen-van-boeren-voor-een-duurzame-landbouw.htm.

Minister van der Wal komt nog met een reactie op het Essay van Depositie en Emissiebeleid van Erisman, Backes en de Vries.

Opkoopregeling piekbelasters

Minister van der Wal kondigt op eind april 2023 aan dat de toegezegde regeling voor de uitkoop van boerenbedrijven van piekbelasters voorlopig niet wordt gepubliceerd. Zij had nog geen toestemming van de EU binnen. FransTimmermans kondigt op 24-04-2023 bij de EU aan dat het toezicht op de Natuurplannen en Natura2000 gebieden in de EU landen wordt aangescherpt de komende jaren. Teveel EU-landen (80%) hebben hun Natura2000 gebieden qua bescherming en herstel niet op orde.

Tegen het nieuwe EU-voornemen groeit het verzet met name bij de christendemocraten en de liberalen tegen de juridische verplichting en de norm van 20% natuurherstel in 2030. In een aangenomen motie van Caroline van der Plas, BBB wordt het kabinet opgeroepen zich actief te verzetten tegen dit beleid van de EU. Minister van der Wal, VVD, geeft aan dat ze dit er nu niet bij kan hebben omdat het niet wenselijk, uitvoerbaar en realistich wordt geacht. Zij loopt vast in de vergunningverlening in Nederland vanwege eigen wetten en uitspraken van de rechter. Het uitbreiden van groen in stedelijk gebied en het omzetten van landbouwgrond in natuur of in mengvormen, komt ongelukkig uit op dit moment op de tafel van Minster Adema, die het Landbouwakkoord probeert te sluiten. Bron NRC 28 april 2023, Verzet groeit tegen het huidige Europees plan van natuurherstel, Rosa Uijtewaal m.m.v. van Clara van der Wiel.

Op 2 mei 2023 verleent de EU toestemming voor de uitkoopregeling piekbelasters van het kabinet, die stoppen met hun bedrijf, en niet elders in het land herbeginnen, zodat de Ministers en de Provincies met de boeren, die het betreft, aan de slag kunnen met de 120% vergoedingsregeling. Die vergoeding wordt niet meer als concurrentievervalsing gezien door de EU. Boeren verder weg van Natura2000 gebieden kunnen maximaal 100% van de uitkoopsom krijgen.

Nutri-Score

Na jarenlang gesteggel krijgt Nutri-Score groen licht als gezondheidsindicator voor voedsel van staatssecretaris Maaren van Ooyen van Volksgezondheid, CU. Nog niet alle kritiek op het systeem is verwerkt. Van Ooyen heeft het systeem laten aanpassen en verwacht dat Nutri-Score bruikbaar is om de consument per 1 januari 2014 te helpen kiezen voor gezond voedsel. Nutri-Score zal na een aanpassing door een internationale wetenschappelijk adviesgroep nog verbetert worden de komende tijd. Groen is A en gezond en in aflopende lijn is B lichtgroen, C is geel, D is oranje, en Rood is E steeds minder gezond. Nuti -Score sluit aan bij het systeem voedselgezondheid van de Schijf van Vijf van de voeding. In de EU wordt Nutri-Score nog niet verplicht omdat en nog onenigheid is over bepaalde produkten zoals olijfolie en Parmaham, of dat nog niet duidelijk is hoe extra vezels worden gewogen tegen een hoger zoutgehalte. Bron: NRC Nutri-Score krijgt officieel groen licht, wo 26 april 2023, auteur Martine Kamstra.


Bijdragen Landbouwakkoord

Als bijdrage voor het Landbouwakkoord van minister Piet Adema worden overheden en bedrijven gevraagd geld ter beschikking te stellen. Het Landbouwakkoord kost de Minister van Landbouw geld om te investeren in duurzaamheid, innovaties en in een nieuw verdienmodel landbouw. Dat geld voor Stikstof etc. komt bovenop de miljarden middelen voor het oplossen van het Stikstof- dossier van minister van der Wal. Banken, winkelbedrijven, agro-industrie, toeleveranciers en de overheid worden aangeslagen voor bijdragen. Volgens Greenpeace zou de Rabobank 3,2 miljard Euro kunnen leveren. Volgens Johan Remkes zouden de banken 10% van de leningen aan boeren moeten kwijtschelden ter hoogte van 4 miljard Euro. De Rabobank denkt na. Andere organisaties hebben evenmin toezegging gedaan. De Minister en de Tweede Kamer blijven aandringen. Ook het coalitieakkoord gaat uit van bijdragen door het bedrijfsleven. De financiering van ecodiensten blijft onduidelijk en het kabinet moet dit punt oplossen omdat de hele maatschappij gaat profiteren van deze ecologische versterkingen. . Bron: NRC van 10 mei 2023, Rabobank moet milieuschade door boeren compenseren, van redacteur Martin Kuiper.

Op 18 mei 2023, Hemelvaartsdag, blijkt dat de 24 uur vergadering in Villa Ockenburg in Den Haag nog geen Landbouwakkoord heeft opgeleverd. Dat verbaast niet omdat de Landbouwvisie van Nederland 2035 of 2040, opgesteld door:

1. Het kabinet en landbouworganisaties, agro-industrie. natuurorganisaties en consumenten/burgers en de winkelbedrijven of

2. Een Staatscommisie Landbouwvisie, ontbreekt.

De ethische waarden en waarderingen van landbouw en voedsel, komen nauwelijks aan bod als de Landbouwvisie ontbreekt. Dan moet je 2 slagen ineen doen (inhoud voorstel en het overlegproces) bij de onderhandelingen voor een Landbouwakkoord. En dat is bijna onmogelijk met zoveel verschillende belangenbehartigers en de hijgende politiek partijen in de nek. Premier Rutte was midden in de nacht aangeschoven bij de onderhandelingen maar een doorbraak kwam er niet. Minister Adema geeft aan 6.7 miljard Euro nodig te hebben om de maatregelen in het Landbouwakkoord te realiseren. De hele keten van partijen en bedrijven rondom landbouw gaat bijdragen aan de financiering: Agro-industrie, winkelbedrijven, toeleveranciers en de banken. Banken willen inmiddels tot 4 miljard Euro bijdragen. Bij de andere partijen worden nog geen bedragen genoemd maar zij hebben wel winsten gemaakt als winkelbedrijven en Agro-industrie etc. bij te dragen. De onderhandelingen blijken taai te verlopen en de minister zit met veel inzet en weinig ervaring in landbouwonderhandelingen met een te klein budget in een lastige positie. Enkele radicalere landbouworganisaties zijn al afgehaakt bij het overleg. Er zijn volgens Sjaak van der Tak, voorzitter LTO, op Twitter nog 4 verschilpunten over. de geschilpunten zijn:

1. De financiering landschapsdiensten (structurele ecosysteemdiensten, wat de boer krijgt voor natuurbeheer op lange termijn) resp.

2. Bescherming van boeren in kwetsbare gebieden,

3. Mest en grondgebondenheid. De berichten over dit geschilpunt zijn verwarrend. Na jaren praten over de kern van de problematiek Mineralen (Stikstof en Fosfaat), het vee en de mest, tussen Overheid en Bedrijfsleven en het voornemen tot normering GVE per ha grond, als principe van grondgebondenheid veehouderi, dreigt het het breekpunt voor de overheid te worden omdat het de kern van de crisis vormt. De normering van maximale GrootVeeEenheden Melkvee per ha wordt in het overleg ook wel Graslandnorm genoemd. In Nieuwe Oogst van 9 juni 2023 geeft Bart Voet van LTO Uden aan dat van de 14.000 melkveebedrijven er 2800 boven de norm van 2,6 GVE per ha te zitten. Binnen LTO wordt gepleit voor differentiatie van de GVE-norm per diersoort resp. in de tijd (langzamerhand strengere graslandnorm melkvee 2030-2035 -2040) van 4,00 via 3,33 naar 2,85) en differentiatie naar regio. Als je kijkt naar alle landbouwhuisdieren samen telt Nederland nu gemiddeld 3,8 GVE per ha maar de regionale verschillen zijn groot. Zulk een GVE eenheid omvat 1 melkkoe per ha of 5 varkens en 150 kippen per ha. Bij teveel GVE heb je teveel vee per ha en moet je mineralen afvoeren (N en P) tegen betaling behalve bij kippenmest, die wordt verkocht. In de regio wordt de mineralenlast van alle diersoorten samen gevoeld in de lucht en in de bodem op landbouwgrond en op de natuur. De opgetelde diersoorten norm is in Brabant in GVE per ha zeer hoog en dat moet anders. Aan een compromis en een uitwerking wordt nog gewerkt bij kabinet en LTO en andere belangenbehartigers na extra nachtelijk overleg op 15-06-2023.

4. De legalisering van de PAS-melders en zogenaamde interimmers. Vergunningen zijn een dreigend breekpunt van de boeren als PAS-melders terwijl niemand (boeren, overheden en natuurorganisaties of juristen en rechters, een oplossing noemt. Partieel uitkopen van produktie buiten de verleende vergunning tegen 100% is een mogelijkheid voor de overheid vanwege falende wetgeving en falende handhaving door overheden. PAS-melders hebben in een juridisch vacuum en anticiperend gedrag een dierenoverschot met een mest- en N-overschot binnen de bestaande gebruikersvergunning. Toch maar vergunningen afgeven, wordt geblokkeerd door de rechter, en het ontbreken van vrijkomende stikstofruimte.

In het concept Landbouwakkoord zijn passages opgenomen over een ‘duurzaamheidslabel’ agarische produkten zoals melk, eieren en vlees (en andere dierlijke produkten zoals kaas, zuivel en vis?). Over BTW-verlaging op plantaardige produkten zoals aardappelen, groenten en fruit of op akkerbouwprodukten, wordt niet gerept. Het ‘duurzaamheidslabel’ (zogenaamde duurzaamheid als dierenzorg) garandeert een hogere prijs voor de boer maar onduidelijk is of de winkel of de klant of beiden dat gaat betalen. In een nieuw verdienmodel landbouw en een nieuwe gezondheidsmodel voeding zouden alle landbouwprodukten een hogere prijs moeten krijgen evt. met BTW-verlaging, en een gezondheidsbonus vanuit het begroting van de minister voor Volksgezondheid en de ziektekostenverzekeringen op plantaardige producten, en een ‘duurzaamheidsheffing’ op dierlijke produkten, die dan wel duurder worden. De financiering van ecosysteemdiensten voor de hele maatschappij kunnen niet op de schouders van de boeren worden gelegd (extensivering betekent minder inkomen) en het Rijk/de Minister van Landbouw biedt te weinig perspectief en het kabinet denkt aan co-financiering door fondsen (?). Daar kunnen de boeren niks mee omdat zij het verdienmodel in de gaten moeten houden. De vraag blijft hoe krijg je de extra middelen bij de boer in het verdienmodel?. En hoe krijg je de prikkel voor duurzaamheid op plantaardig bij de klant/burger?. Het concept akkoord wordt voor zover mogelijk doorgerekend door het Planbureau voor de Leefomgeving. De onderhandelingen worden de komende weken weer voortgezet omdat er voor alle betrokkenen en politieke partijen geen alternatief is. Mogelijk wordt er onder de dreiging met weglopen door LTO aangestuurd op een kabinetscrisis over het Stikstofdossier dat net als het vluchtelingendossier explosief blijft.

Voortzetting Tweede Kamer debat tijdelijke transitiefonds Landelijk gebied en Natuur

Onderhandelaars Lanbouwakkoord. Scheve machtsverhouding tussen landbouwminister Van der Wal en Adema belemmert het landbouwakkoord - NRC

Op 10-05-2023 zette de Tweede Kamer in een constructieve en kritische sfeer het debat over de voorbereiding op de Stikstofwet in de tijdelijke regeling Landelijk gebied en Natuur met Minister van der Wal voort. Het werd een constructief overleg: een efficiënt en effectief debat met een inhoudelijke voortgang maar ook met nog een aantal voorbehoudens. Met name de haalbaarheid en de duidelijkheid over doelstelling van het jaar 2030 of 2035 in de wet bleek een struikelblok voor de voortgang en het vervolg over de doelen en het budget en de de begroting. Het kabinet moet binnen enkele weken een besluit nemen over die datum in de Stikstofwet. Het CDA kreeg er van langs en de woordvoerder van het CDA Boswijk zat er zelf mee. Een reeks van constructieve moties en amandementen van vele partijen werd ingediend. Meer aandacht voor dierenwelzijn en over dierziekten/zoönosen is gewenst.

De Minister gaf een toelichting op het integrale beleid van gebiedsgerichte beoordeling van landbouwbedrijven en het vrijwillig uitkopen van bedrijven, Vier pijlers zijn van toepassing bij de integrale benadering:

1. Het Landbouwakkoord (met een nieuw verdienmodel),

2. Het Nationaal programma Landelijk gebied met 4 doelen,

3. Wet Stikstofreductie en Natuurherstel,

4. Transitiefonds Landelijk gebied en Natuur. (De infrastructuur).

De beoordeling van de moties en amandementen is door de Minister afgehandeld als : aan de Kamer of wordt afgeraden. Ook in dit debat merkten een aantal Kamerleden op dat de Visie op de Nederlands Landbouw, en het Landbouwakkoord in wording met een verdienmodel node wordt gemist. Geen enkele politieke partij heeft een Landbouwvisie uitgewerkt en of ingediend in de Tweede Kamer. De stemming over het tijdelijk transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur is op dinsdag 16 mei in de Tweede Kamer.


Onderzoek WUR apparatuur en stalsystemen

Volgens het conceptrapport Werking apparatuur en stalsystemen van de WUR, in opdracht van het Ministerie van LNV, werken de systemen vaak 25-50% minder effectief als wordt gepropageerd. Daardoor veroorzaken die stalsystemen teveel N-emissie in de vorm van ammoniak. Helaas verstrekt het artikel in NRC onvoldoende informatie over de technische specificaties van de onderzochte stalsystemen met wondervloeren en afzuigsystemen om ammoniak te binden, om helderheid te verschaffen. Het rapport staat ook niet op internet. Het definitieve rapport moet worden afgewacht. Volgens het onderzoek worden sytemen tevens onvoldoende gemanaged, ingeregeld en beheerd waardoor de effectiviteit en efficiëncy achterblijft. Ook de controle van de overheid op het gebruik van de apparatuur is gebrekkig, wat strookt met beweringen van MOB van activist Johan Vollenbroek. Soms staan de systemen bij veehouders gewoon uit. De Ministers van LNV, LTO en sommige politieke partijen rekenen op de werking van zulke systemen en het kabinet heeft veel geld gereserveerd voor innovaties (1,2 miljard Euro van de 24,3 miljard Euro voor de N-problematiek en de andere drukpunten/knelpunten Natuur en Milieu. Het is een tegenvaller voor het Landbouwakkoord. Het definitieve oordeel van de EU over de negatieve kwaliteit van het Nederlands water (oppervlaktewater, grondwater en drinkwater) voor Minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat was gisteren aan de orde. Aan dit onderwerp, dat ook consequenties heeft voor boeren en burgers, hebben we in dit Essay al aandacht besteed. Het lijkt op doorgestoken kaart dat het artikel over het conceptrapport van de WUR al in NRC staat in de kritische fase van totstandkoming van het Landbouwakkoord. Heel Nederland ziet uit naar dit Landbouwakkoord ondanks het feit dat de Visie op Landbouw 2023-2035 in Nederland nog steeds niet is opgesteld en is voorzien van kritiek door boer en burger. De Ministers van Landbouw hebben het rapport van WUR als opdrachtgever formeel nog niet ontvangen. Bron: NRC 11 mei 2023, redacteur Martin Kuiper.

In de nieuwsbrief Boeren & Kansen van juni 2023 lezen we dat in 2022, een droog jaar, bij bedrijven van Boeren &Kansen het mogelijk blijkt om 54 % eiwit uit eigen omgeving, 58% op eigen bedrijf en 6% uit een regio met een straal van 20 km, te behalen. Daarvoor hoeft dan geen veevoer of krachtvoer te worden geimporteerd. Bron Boeren &Kansen, juni 2023, Aart Evers en Gerjan Hilhost.

175 boeren stoppen in Limburg

Volgens Tienke Wouda van Nieuwe Oogst op 24 mei 2023 zijn meer dan 175 boeren in Limburg geïnteresseerd in stoppen en hebben dat gemeld bij de Provincie Limburg. Nu de piekbelasters mogen worden uitgekocht bij Natura2000 gebieden is relevant of boeren willen stoppen op basis van de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties LBV+ (100%) of via beëindiging bedrijf Piekbelaster bij Natura2000 gebieden (120% regeling). In heel Nederland kunnen drieduizend bedrijven gebruik maken van de LBV+ regeling. Volgens gedeputeerde Geert Gabriëls , GroenLinks, van de provincie Limburg, is het gemakkelijker om veel N-winst te behalen bij boeren rond een groot Natura2000 gebied (piekbelasters), dan bij een kleiner gebied. Limburg heeft geen grote Natura2000 gebieden. Een woordvoerder van LNV bevestigt dat Limburg in vergelijking met Gelderland en Overijssel minder piekbelasters telt en dat minder boeren gebruik kunnen maken van de LBV+ regeling van 120 %. Wel kunnnen die boeren in aanmerking komen voor de regeling LBV die eraan komt. Daar zouden 10.000 bedrijven aan kunnen meedoen. Via eerdere maatregelen zijn er al 25 boeren uitgekocht mar de provincie vraagt om duidelijke regels. Volgens Theo Coumans moeten niet alleen de regels duidelijk zijn, maar ook het perspectief voor blijvers is relevant. De innovatie- en verplaatsingsregelingen zijn doorgeschoven naar volgend jaar. Een weloverwogen besluit is op dit moment nog moeilijk. Niet elke boer die wil stoppen, heeft zich gemeld omdat dat niet verplicht is. Bij de keukentafelgesprekken ontstaat een beter beeld omdat boeren zich ook kunnen melden bij de gemeente. Bron: Nieuwe oogst 24 mei 2023, Meer dan 175 boeren in Limburg geïnteresseerd in stoppen, van redacteur Tienke Wouda.


NRC artikelen duurzaamheid

In NRC van 3 en 4 juni 2023 wordt een onderzoek van journalisten toegelicht waarin Ontbossingsvlees, fout Braziliaans vlees uit gebieden met illegale boskap, terechtkomt bij de consument in de EU, VK en China. Onder Bolsenaro is de kap van oerwoud in de Amazone en de aanleg van wegen en havens flink uitgebreid. Vlees afkomstig van supergrote Brasiliaanse boerderijen in het oerwoud, wordt op verschillende boerderijen (facenda’s) omgeweid en belandt uiteindelijk in een gecertificeerd slachthuis honderden km verderop. De certificering dus misbruikt. Koeien zijn in Brazilie niet individueel ter tarceren zoals in Argentinië, Uruguay en in de EU/Nederland. Op het kappen van bos en het starten van kleinschalige veeheouderij door verarmde boeren wordt niet ingegaan. De vleeshandelearen en winkels die in Nederland in Braziliaans rundvlees distribueren, zeggen geschrokken te zijn van de resultaten van het onderzoek. Enkele bedrijven verkopen geen Braziliaans riundvlees meer. Bij de inkoop van koffie en cacao zou op eenzelfde wijze worden gehandeld. Bron NRC van 3 en 4 juni 2023, Ontbossing op je bord, redacteuren Karlijn Kuijpers en Jeroen Wester.

In Undercover in het slachthuis, wordt het verhaal van 3 jaar undercoveractiviteit in de bio-industrie, van dieractivist, dierenambulancemedewerker en criminoloog Roel Binnendijk beschreven. Het verhaal is niet nieuw en speelt al vele jaren zonder nieuwe regelgeving en consequenties voor de bio-industrie en voor de handhaving door de NVWA. Hij schreef met een boek over zijn ervaringen samen met journalist Jeroen Siebelink en zij waren eerder te gast in het praatprogramma OP1. Binnendijk werkt voor Animal Rights en Varkens in Nood. Hij filmde bij zijn undercoverwerk in de bio-industrie bij transport van varkens, kippen en eenden resp. het smijten met dieren, en bij allerlei mishandelingen in slachthuizen. Gejaagdheid en prestatiedruk verhogen de stress bij dieren en medewerkers, wat ook leidt tot mishandelingen. Stroomstoot apparaten werden misbruikt en de Minister van Landbouw bemoeit zich met de zaak. De rol van NVWA, als onderbezette organisatie met een overtrokken takenpakket zonder voldoende budger, komt aan de orde. Dierenartsen doen hun best maar gaten vallen bij het toezicht. Binnendijk filmde mensen en dieren zonder toestemming en loog als undercover activist over zijn achtergrond. Volgens Binnendijk treedt de veehouderij en de bioindustrie de regels van geweld als het uitoefenen van dwangmatige kracht met meer dan geringe betekenis op personen of zaken. Dat is precies wat er gebeurt in de bio-industrie, zegt Binnendijk, zoon van een politieman. Het zijn niet alleen incidenten, die ik heb gezien en vastgelegd. Er is meer aan de hand. Bron: Bioindustrie is een monster dat we met zijn allen in stand houden, redacteur Liza van Loonkhuizen.

Het artikel en het TV-optreden vraagt om een breed en diepgaand antwoord van het Ministerie van LNV en de NVWA maar tevens ook van LTO, de vakorganisaties, de Bio-industrie en de vertegenwoordigers van Zorgethiek voor dieren in de veehouderij.

De stalbranden in de veehouderij bliven een precair onderwerp. Ondanks studies en voorstellen van commissies van LNV voor jaarlijkse elektra-controles en bouwkundige ingrepen en voorschriften, blijft het probleem bestaan. Rookmelders en blusinstallaties en stalcompartimentering zijn nog niet verplicht. De zorg voor dieren/vee (ethiek) schiet tekort in het huidige verdienmodel van de veehouderij (economisch rendement). Koeien resp. paarden, pony’s en schapen kunnen bij een brand mogelijk nog naar buiten in de wei maar opgehokte dieren in stallen zoals varkens, kippen, kalkoenen, eenden, konijnen en lammeren, zitten vaak in de val. De brandveiligheid van stallen loopt in vergelijking met andere gebouwen ver achter. In 2022 kwamen 130.000 dieren om bij 42 stalbranden. De huidige en de vorige Minister van Landbouw werkt/werkte al aan nieuwe voorschriften voor dierviendelijke veehouderij. Animal Rights houdt op internet een overzicht bij van alle stalbranden in 2023.

De vogelgriep gaat niet weg, en kosten stijgen explosief, blijkt uit een onderzoek van de Rekenkamer. Normaal gesproken verdwijnt de vogelgriep in de zomer, maar volgens de NVWA is de ziekte onophoudelijk in Nederland. Er zijn al 6.9 miljoen vogels vooral kippen geruimd. De kosten stegen in 2022 explosief van 10 miljoen naar 55 miljoen Euro. Een groot probleem is de kans dat de vogelgriep als zoönose overslaat op zoogdieren zoals varkens, zeehonden en de mens. In het preventiebeleid wordt steeds meer gesproken over vaccinatie van vogels/kippen. Minister Adema die de vaccins laat testen, wil met 2 stallen experimenteren met gavaccineerde kippen. De EU moet meewerken om de verkoop van gevaccineerd kippenvlees in de EU mogelijk te maken maar veel alneden aarzelen nog i.v.m. de kosten. Bron NRC 15 juni 2023, Vogelgriep gaat niet weg, redacteur Georgia Oost.



Nederland door EU natuurplan verder op slot?

Door de Natuurplannen van EU-commissaris Timmermans zou Nederland verder op slot gaan en zou een groot nationaal park worden. Het wetsvoorstel voor het herstel van de natuur in de EU, als onderdeel van de Green Deal, is inmiddels een heel omstreden plan. De opgelopen achterstand in natuurbescherming en natuurherstel en in biodiversiteit moet volgens de EU in Natura2000 gebieden worden weggewerkt maar daarbuiten is de natuur buiten de Natura2000 gebieden ook achteruit gegaan. Dat afdwingen van herstel leidt tot felle emoties in landen zoals Nederland, Vlaanderen en andere EU-landen. Omdat Green Deal zowel over Klimaat en over Natuur en Landbouw gaat, moet Timmermans iets doen. De huidige Natura-wetgeving leidt niet tot verldoende natuurherstel. De EU wil in 2030 dat 20% van het land- en zeegebied natuurherstelmaatreglen plaatsvinden. Nederland moet als gevolg van achterstand ook buiten Natura2000 gebieden aan de bak. Ook die verplichtingen zijn niet nieuw volgens deskundigen. Het verbod op verslechtering van natuur (gebieden waar habitattypen voorkomen, mogen niet verslechteren) is het meest omstreden onderdeel van het plan. Men is bang voor extra vergunningproblemen en voor herstelprogramma’s terug naar de Natura2000 invoerdatum of naar de toestand van 70 jaar geleden. Een belangrijk kritiekpunt op het plan is vaagheid en onduidelijkheid over defenities en de angst voor mogelijk nieuwe rechtzaken. De beoordeling dat het plan gewoon slecht is, wordt niet onderbouwd met voorstellen om de biodiversiteit op een andere manier te versterken. Ondanks veel kritiek lijkt er bij deskundigen ook waardering voor het plan (30 jaar te weinig gedaan Backes UU Omgevingsrecht) omdat de doelstellingen in het plan eigenlijk gematigd zijn en op geen enkele manier onrealistisch (Verschuren U Tilburg Europees Milieurecht ). Nederland en Vlaanderen en de EVP o.l.v. Manfred Weber en andere fracties in de EU zijn fel tegen het plan. Bron: NRC 6 juni 2023, Gaat Nederland nog verder op slot door natuurplan van EU?, door redacteur Clara van de Wiel en fotos ‘van Walter Herfst.

Onduidelijk is hoe de positie van NNN-gebieden, Natuur Netwerk Nederland, als natuurgebieden met voorrang, en toekomstige natuurgebieden, de vroegere EHS Ecologische HoofdStuctuur door de provincies en LNV worden gewogen in het herstel van de natuur, bij terugdringing van N-depostie en bij de biodiversiteitsherstel. De Natuurnetwerkkaart, die op internet staat, is opgesteld door het Interprovinciaal Overleg IPO.



De Piekbelastersregeling van start

De langverwachte (woest aantrekkelijke) piekbelastersregeling van Minister van der Wal voor boeren tot 25 km verwijderd van een Natura2000 gebied, is vrijwillig van aard en gaat in op 12 juni 2023. Bedrijven die de meeste stikstofdeposite veroorzaken, op kwetsbare natuurgebieden Natura2000, vallen onder de regeling piekbelasters. Dat is het geval als een bedrijf binnen 25 km van een overbelast Natura200 gebied, ten minste 2500 mol N per ha per jaar doet neerslaan: de norm. 2500 mol N is 2500 keer 14 gram N: dus 35 kg N per ha per jaar. Het Rijks stelt een deel van 900 miljoen Euro beschikbaar voor 3000 piekbelasters. Met een Aerius check kan de veehouder (als de website werkt) controleren hoe hoog de stikstofdeposite van het bedrijf is. Dat blijkt minder makkelijk dan wordt voorgesteld. Zo wordt gecontroleerd of het bedrijf voldoet aan de drempelwaarde voor de regeling. Bedrijven kunnen hun N-uitstoot/N-emissie en de N-depositie/N-neerslag op natuurgebied, verminderen door innovatie, extensiveren, omschakelen,verplaatsen of stoppen maar nadere regelingen ontbreken nog. Een ondernemingsplan is vereist om de eigen ideeën en voorstellen tot stikstofreductie te bespreken in het gebiedsgericht overleg. Ondersteuning wil het Rijk bieden via RVO, Rijksdienst Ondernemend Nederland voor vragen aanpak piekbelasting en de regelingen landbouw. Verder is het Landelijk Informatiepunt Stikstof en Natura2000 van BIJ12 ingericht voor vragen over Aerius Check en vergunningverlening. De ondernemers kan een Zaakbegeleidergesprek via RVO aanvragen dat de overheid gratis aanbiedt en dat gebeurt op vrijwillige basis. Per provincie is er ondersteuning en aanvullende regelingen via de website beschikbaar. Bron: Home Aanpak piekbelasting.nl op internet.

Volgens Tys Hallema, Piekbelastersregeling van start, agrarische ondernemers kunnen zich melden, van 12 juni 2023 kunnen deelnemers zich vanaf vandaag melden om deel te nemen aan de regeling van 120% vergoeding. De aanpak richt zich op een groep van 3000 voornamelijk agrarische bedrijven, die teveel N uitstoten en de norm van N-depositie in Natura2000 gebieden, 2500 mol N per ha en per jaar, binnen 25 km afstand overschrijden. Daarbij wordt gekeken naar de feitelijke bedrijfsactiviteiten in 2021, niet naar de vergunde. Volgens minister Cristianne van der Wal Natuur en Stikstof, ligt de nadruk op bedrijven in Gelderland rondom de Veluwe (ongeveer 1803 met 566 melkveehouderijen, 263 varkenshouders, en 288 kippen-kalkoenhouders) en 558 vleeskalveren bedrijven met 122 overige dieren (eenden, geiten etc.)en 6 industriebedrijven. In heel Nederland zijn er 3001 piekbelastesr in de landbouw en 24 in de industrie. In Brabant, Drente, Overijssel, Limburg zijn er aan piekbelasters resp. 265, 189, 185 en 262 en een stuk minder in Utrecht 110, Friesland 92 en Flevoland 57, Noord-Holland 30 en in de kustprovincies: in Zeeland minder dan 5 en Zuid-Holland idem, en in Groningen 0. De verdeling in bedrijfscategorieën veehouderij staat in de onderstaande tabel van LNV.

Tabel uit gegevens piekbelasters overheid LNV/RIVM met Verdeling van de piekbelasters over de bedrijfscategorieën per provincie in Nederland naar overzicht 2020.

Verdeling van de piekbelasters over bedrijfscategoriën

Voor heel Nederland geldt dat 7% van de melkveehouders piekt, en de helft/50% van de kalverhouders 17% van de kippen-kalkoenhouders en 22% van de varkenshouders. Opvallend is dat Gelderland met zijn 1803 piekbelasters 560 piekbelasters melkvee heeft ongeveer een kwart van alle melkveehouders in die provincie. De vleeskalverhouders komen in Gelderland op de eerste plaats met 558 piekbelasters. Dan volgen kippen-kalkoenenhouders met 288 en 263 piekbelasters. Ook Overige dieren scoren hoog in Gelderland. Gelderland heeft dus diverse bedrijffscategorieën en heel veel Natuur Natura2000 gebieden op de Veluwe. Het Waddengebied is ecologisch niet N-gevoelig. De minister geeft aan dat deelname aan de regeling vrijwillig is maar wel wordt aangemoedigd. Behalve de regeling Piekbelaster komt er ook een regeling voor stoppers met 100% vergoeding. Voor niet-agarische bedrijven en industrie (24) en verkeer komt er een aparte aanpak om stikstofemissie te beperken. Bron Nieuwe Oogst 12 juni 2023.

Niemand verwacht dat 3000 boeren zich vrijwillig laten uitkopen. Het kabinet rekent op een vijfde van die 3000. Als 20% meedoet komt het cijfer van 500-600 bedrijven genoemd door bemiddelaar Remkes weer boven water. Echter 20% van de boeren in Nederland heeft geen bedrijfsopvolger dus de uitkomst kan hoger uitvallen. Het kabinet hoopt landelijk nog eens 10.000 boeren uit te kopen die niet gelden als piekbelasters met een apart regeling waar nu 500 miljoen Euro voor is uitgetrokken. Dreigen met dwangmaatregelen is nu niet aan de orde en verstoort het proces op dit moment. Het kabinet laat wel dwangmatregelen uitwerken en laat die normeren en beprijzen voor het geval de regeling ten einde loopt en de deelname tegenvalt. In de media worden zittend boeren gepolst over de regeling piekbelaster en de regeling stoppen (nog niet beschikaar). Die boeten in de media reageren onderkoeld en terughoudend en vragen om meer informatie over regelingen voor blijvers. Er zijn ook reacties bij jonge en oude boeren die getuigen van ontkenning (ik wil niet weten of ik piekbelaster ben) en struisvogelgedrag ( het is allemaal te ingewikkeld). De website haperde ook nog en het gegevens invoeren viel tegen. En jonge boerin op 1,5 km van een Natura2000 gebied geeft aan dat ze wel kan inloggen maar voor wie dat niet wil, is dat zinloze kennis. Een varkenshouder op 1 km van De Peel geeft aan dat hij niet weet op hij piekbelaster is, maar als de wereld vergaat maakt het ook niet uit als dat voor mij en dag later is. Enkele boeren geven aan dat de discussie over piekbelasters en stoppen overtrokken en emotioneel opgeklopt is is want er is toch voor een aantal veehouders nog maar weinig keuze in Nederland. Boeren die niet willen stoppen, weten verder nog onvoldoende hoe zij op een aangepaste wijze verder kunnen. Minister van der Wal werkt eraan. De indruk dat een aantal boeren als mogelijke piekbelaster, de piekbelaster-toets van LNV niet doet, bevestigt dat sommige boeren net als een patient, die langdurig is onderzocht, niet zit te te springen om de diagnose te horen met een slechtnieuws gesprek.

In een hele pagina dagblad NRC: Willen boeren uitstoot wel weten?, geven de redacteuren Wouter van Loon en Rik Wassens een verslag van hun contact met allerlei boeren jong en oud die wel of niet hebben ingelogd. Na 4 jaar stikstofdiscussies en dreiging van ingrijpen met politiek gekrakeel, demonstraties, gesol met kaarten, en een slechte informatievoorziening over bedrijfsaanpassingen en extensivering, is er nu grotendeels duidelijkheid voor piekbelasters en de 120%-regeling maar het gesprek aan de keukentafel met de provincie komt nog evenals de regeling stoppers niet zijnde piekbelasters. Je kunt als ondernemer nu een afspraak in gaan plannen. Boeren dubben al jaren over stikstof resp. vermindering N en P-bemesting, verduurzaming, innovatie en natuurvriendelijkheid, kringlooplandbouw en extensivering etc. en hun toekomst als ondernemer. Iedere boer denkt na over zijn toekomstig bedrijfsplan. Er is bij een aantal boeren sprake van een schrikreactie op ‘de dag des N-oordeels’ met sterke emoties en vermoeiïngsverschijnselen of van gespeelde ‘ontkenning’, funest voor een rationele ondernemer. Andere boeren wisten ongeveer waar ze stonden zonder LNV en RIVM omdat ze de N-emissie van hun bedrijf met vee, hun stal, de de hectares grond en het voer- en weideregime achter op een sigarendoos (of in hun blote hoofd) of in de computer met de bedrijfsvoering hebben staan. Weer andere boeren hadden liever een brief van LNV/provincie met de resultaten piekbelaster gekregen omdat dat echte duidelijheid geeft. Al dat draaien en gekeutel, levert niks op. En die vrijwilligheid waar mee wordt geschermd is ook schijnheilig, aldus enkele boeren in de media. Op de eerste 2 dagen werden bijna 7400 berekeningen gemaakt met Aerius Check. Sommige boeren vulden meerdere keren, verschillende gegevens in om het effect te zien.

Bronnen; NRC 13 juni 2023, Kabinet is al blij als 1 op 5 zich laat uitkopen, redacteur Eppo Konig. En in dezelfde NRC, Agrarische sector loopt niet warm voor uitkopen door Rik Wassens en Jos Verlaan. En NRC van 15 juni 2023, Willen boeren uitstoot wel weten van de redacteuren Wouter van Loon en Rik Wassens m.m.v. Cato Brinkhof.

Na 3 dagen openstelling Aerius-check blijkt dat meer dan 10-duizend boeren de Aerius-check hebben ingevuld. De verwachting dat de check een quickscan is, wordt niet bevestigd. De Aerius-check is niet gebruikersvriendelijk ondanks uitgebreide tests. Er moeten behoorlijk veel gegevens en cijfers worden ingevoerd waarvan niet altijd duidelijkis waarom. Veel vragen gaan over wat wel en niet moet worden ingevoerd: Emissie uitrijden mest?, emissie vervoer? en stalgegevens en locatie coördinaten. Zelfs adviseurs hebben nog vragen. Ook worden nieuwe termen gebruikt zoals gebouweninvloed en depositievracht en situatieresultaat. Een eenvoudiger versie van Aerius-check is verworpen omdat die te weinig specifiek en betrouwbaar piekbelasters vaststelde. De verwachting dat de toets op piekbelaster al antwoorden kan geven op vragen over uitkoopregeling en subsidie van aanpassing bijv. innovatie, verplaatsing en natuurlandbouw en extensivering etc. geeft aan hoe slecht sommige boeren nog geïnformeerd zijn. Veel boeren zijn verbaasd dat zij zelf cijfers moeten invoeren terwijl ‘de overheid toch alle gegevens heeft’. Die gegevens zijn verspreid opgeslagen bij gemeenten, provincies, LNV en RVO. De overheden apart beschikken niet over een volledig overzicht van de totale gegevens per bedrijf. Daarom moet de boer of de adviseur gegevens invullen. Het gebrek aan vertrouwen van boeren in de overheid en het onbegrip over natuurherstel, wordt niet weggenomen met workshops en bellijnen over Aerius-check. Ook een oproep van de Nederlandse Pluimveevakbond om voorzichtig te zijn met het invullen van de check, wakkert het wantrouwen aan. Ook het uitblijven van een Landbouwakkoord en het dreigen met schorsing van het overleg, werkt inmiddels op de zenuwen van alle betrokken partijen. Bron NRC 17 en 18 juni 2023, Bijna geen boer begrijpt de rekentool, van redacteur Wouter van Loon en Rik Wassens m.m.v. Cato Brinkhof.



Emoties rond Natuurherstelwet en EU

In verband met de Stikstofcrisis in Nederland wordt er in de politiek extra gelet op de rol die de EU bij Klimaat resp. bij de Green Deal en nieuwe Milieureges speelt in het beleid. Op donderdag 15-juni 2023 was er een stemming in de milieucommissie van de EU over de Natuurherstelwet van Timmermans. In de Wet wordt geregeld dat landen die hun natuur verwaarlozen verplicht worden orde op zaken te stellen. Zo moeten er in 2030 maatregelen worden getroffen om minstens 20% van de natuur te herstellen. Vanaf 2050 moet 90% op orde zijn. Op landbouwgrond moet de biodiversiteit worden verbeterd. Steden moeten groener en meer biodivers worden door meer bomen te planten, regenwater op te vangen en groene daken te benutten. Over en weer wordt allerlei informatie verspreid, die deels onzinnig en misleidend blijkt te zijn bijv. over vergunningverlening duurzame energie. Het verzet in de EU tegen veranderingen in landbouw, klimaat en natuur, komt vooral van de cristendemocraten EVP. Volgens EVP is het ‘verslechteringsverbod’ funest voor de economie. Er is ook, zoals eerder vermeld, druk vanuit Nederland en Vlaanderen en vanuit landen die natuur en milieuzaken niet op orde hebben in Oost-Europese landen van de EU of landen die huiverig zijn voor teveel juridisch gedoe zoals in Nederland. Nederland voert vanwege eigen problemen met N en vergunningen, het verzet tegen dit deel van de Green Deal aan. Andere landen zoals Zweden zijn ook tegen omdat men bang is voor een te grote (vermeende?) bemoeiïenis met het huidige bosmanagement in Scandinavië. Het compromis om het verslechteringsverbod om te zetten in een inspanningsverplichting per land, is nog niet goedgekeurd. Bij de stemming in de milieucommissie staken de stemmen met 44 voor en 44 tegen: niet aangenomen. Dat betekent dat het parlement over 2 weken over de Natuurherstelwet moet gaan stemmen en dat er nog flink gelobbyd zal worden door voor-en tegenstanders. Bron NOS 15-06-2023, Emoties lopen hoog op rond Natuurherstelwet Timmermans in Europarlement, correspondenten Ardy Stemerding, Brussel en Kysia Hekster, Europese Unie.

Op 20-06-2023 heeft een meerderheid van de minsters van Milieu van de EU positief advies gegeven over de plannen van Timmermans. Het wachten is nu op de stemming in het EU-parlement.

Frans Timemrmans kondigt in juli 2023 plannen aan om genetische (gen) modificatie te gaan toepassen in de EU mede om het gebruik van bestrijdingsmiddelen in een vergroenende landbouw te kunnen drukken. Gen-manipulatie ligt moeilijk in de EU. Tevens kondigde Timmermans een plan aan om de bodemkwaliteit in de EU te verbeteren. De bodem is in het ecosysteem en het klimaat de belangrijkste buffer voor water en koolstof (CO2 binding in humus/organische stof). EU-regels voor schone lucht en schoon water zijn er al. De bodem moet schoon zijn van milieubelastende stoffen zoals chemicaliën, zware metalen en schadelijke natuurvreemde stoffen zoals bij oude fabrieksterreinen, spooremplacementen, oude legerplaatsen en stortplaatsen. De bodem als teeltmedium moet tevens meer water en koolstof (organische stof, plantenresten, stro en humus) gaan bevatten of doorlaten om een gezonde structuur te leveren voor plantenteelt, stedelijk groen, en natuurterreinen. Mer name zware machines en overstromingen in natte seizoenen verdichten de bodem en het water stagneert bij verslechterende bodemstructuur waardoor wateroverlast en zuurstofgebrek onstaat. Het bodemleven stagneert. Teeltplannen zonder voldoende afwisseling van gewassen of zonder strokenteelt zorgen mede door gebruik van bestrijdingsmiddelen voor ziekten van bodemmoeheid zoals aaltjes, en schadelijke schimmels. Met het gepresenteerd voorstel zou een verbetering van de bodem worden geregeld met bindende bodemregels en harde normen voor de kwaliteit van de bodem. De bodemgezondheidswet verwordt volgens critici tot een bodemmonitoringswet waardoor de bodem in 2050 nog steeds niet in gezonde staat is. Volgesn het milieuagentachap in de EU is 60% van de Europesche bodem er slecht aan toe. Op 2,5 miljoen plekken is de bodem ernstig vervuild. Verder is het waterbufferend vermogen van de bodem vaak onvoldoende en de afspoeling van regenwater zorgt voor erosie en nitaatproblemen. Volgens critici zoals Bas Eickhout en onderzoeker Irene Heuser is het voorstel van Timmermans voor de regeling bodemmonitoring onvoldoende om de bodem in de EU op orde te krijgen. Heuser noemt de bodem een niet hernieuwbare grondstof.

Op 12-07-2013 stemt het Europarlement in Straatsburg over de Herstelwet waar de flink oppositie voor is gevoerd door de ChristenDemocraten onder leiding van Manfred Weber CDU en door conservatieve fracties. De uitslag met 10% meer stemmen voor, is gunstig voor Timmermans en voor de Natuur omdat zowel in Natura2000 gebieden en daarbuiten in andere natuurgebieden en stedelijk groen de biodiversiteit in fasen vanaf nu op orde moet worden gebracht met inspanningsverplichtingen per land. De resultaatverplichting natuurherstel haalde het niet als strenge eis. In 2030 moet in 30% van de natuurgebieden in slechte staat, maatregelen worden genomen om te herstellen. In 2050 moet er voor 90% van de natuurgebieden in slechte staat, een herstelplan zijn. Boeren en tuinders zagen net als de ChristenDemocraten in de herstelwet met resultaatverplichting een Zwaard van Damocles (van de EU), net als de rechterlijke uitspraak over depositie van stikstof in Natura2000 gebieden in Nederland. Uiteindelijk heeft het EU-parlement in juli 2023 de voorstellen van Timmermans goedgekeurd met een inspanningsverplichting Natuurherstel per land.

Bron NRC van 6 juli 2023 met 2 artikelen: Geen harde normen voor bodemverbetering van Clara van der Wiel, en Europesche bodem ligt er slecht bij van Paul Luttikhuis. Bron: AD nieuws internet 12-07-2023.

Landbouwakkoord geklapt

Op woensdag 20-06-23 heeft LTO Nederland zich teruggetrokken uit het sinds 8 maanden lopende overleg met het Ministerie van LNV en andere balanghebbenden over het Landbouwakkoord. Het overleg werd gevoerd met een zware delegatie van 5 leden van het kabinet. Een aantal vakorganisaties landbouw zoals de bond voor melkveehouders en radicalere boeren zoals FDF en Agractie waren al eerder afgehaakt. Sjaak van der Tak gaf als reden: onvoldoende voortgang in het overleg (te laat) en van intenties kunnen boeren niet leven (te weinig resultaat). Hij prees de inzet van Minister Piet Adema. Er was onvoldoende vertrouwen vanaf het begin van de onderhandelingen en er was teveel beperking in de onderhandelingsruimte van de Minister van LNV, en er waren te weinig toezeggingen vanuit het kabinet, aldus van der Tak. LTO heeft zelf in 8 maanden niet duidelijk gemaakt waar een Landbouwakkoord aan moet voldoen. Viet pijnpunten noemde van der Tak, dat bleken er achteraf acht. Garanties vragen past niet bij ondernemerschap maar het inbrengen van een Landbouwvisie en voorstellen voor oplossingen voor knelpunten inbrengen voor het Landbouwakoord wel. Het is onduidelijk of er nog een nader overleg komt zoals van der Tak de volgende dag suggereert. Daar heeft de Minister momenteel geen zin meer in. De minister Piet Adema, die zich enorm heeft ingezet voor een Landbouwakkoord, reageerde aangeslagen. Hij overlegt nog met de overige overlegpartners. Het ontbreken van een Landbouwakkoord, dat heel dichtbij was, maakt alle betrokkenen tot verliezers. Hank Bartelink van koepelorganisatie LandschappenNL spreekt van een soort collectieve rouwverwerking. Eigenlijk zaten we we er met allemaal verliezers aan tafel. Roy Meijer van NAJK/jonge boeren zag in een interview in Nieuwsuur uit naar een Landbouwakkoord: We waren al ver!. Dat gold ook voor Biohuis resp. de winkelbedrijven en de natuurorganisaties. Vertrouwen moet van beide zijden aan de onderhandelingstafel groeien gedurende het overleg van 8 maanden na de adviezen van Remkes. Dat naar elkaarvtoegroeien is blijkbaar niet gebeurd. Plotseling was tijd een argument voor LTO om af te haken. Onduidelijk is of moed en durf voor verandering in het bestuur van LTO een rol speelde voor het mandaat van voorzitter Sjaak van der Tak. De kans op ledenverlies aan radicalere boerenclubs kan een afweging zijn geweest, ondanks de ontkenning door LTO. Voor melkveehouders en intensieve veehouderij vinden we de meest intensieve bedrijven met veel vee, veel N-emissie en veel mest rond De Peel in Brabant en Limburg resp. rond de Veluwe in Gelderland en Flevoland en in Drente en Overijssel. GVE’s van meer dan 3 of 4 per ha komen daar frequent voor bij melkveebedrijven. Varkensbedrijven en kippenbedrijven hebben vaak weinig grond/weinig ha’s en moeten mest elders afzetten. Bedrijven als Piekbelasters bij Natura2000 gebieden en verplichte sterke N-reductie bij veehouderijen bij NNN-gebieden raken veel veehouderijondernemers. Akkerbouw, vollegrondtuinbouw en glastuinbouw kunnen met extra inspanningen leven met de milieuafspraken in het concept Landbouwakkoord. Een breuk op dit moment in het transitieproces, na een totaal tijdverlies van 4 jaren, berokkent zware schade omdat er al relatief veel punten resultaat bij veel onderhandelaars en de burger resp. de boer en de politiek rekenden op een oplossing. Voortgang was geboekt totdat het verdienmodel en de veedichtheid per ha met milieubeperkingen voor de vervuiling van water, lucht en bodem aan de orde waren. Kreeg LTO toen tijdnood en benauwdheid voor een deel van de achterban?. De kaders voor de aanpak van de Stikstofcrisis veranderen echter niet zonder een Landbouwakkoord. Er dreigt opnieuw forse vertraging voor de vergunningverlening en de PAS-melders.

Minister Adema wil vrijdag a.s. in het kabinet vaststellen wat er verder gebeurt in het proces van verduurzamen van de landbouw. Mogelijk heeft hij een plan B. De Tweede Kamet wil volgende week een debat met de minister(s) van Landbouw houden. Het verslag van de laatste onderhandelingen Landbouwakkoord worden vooraf openbaar gemaakt door de voorzitter van het overleg Landbouwakkoord Chris Kalden. Dan weten we meer over de precieze inhoud van het overleg. Onduidelijk is of er door meerdere partijen in de Tweede Kamer (BBB, PVV, FvD en ….) wordt aangestuurd op een val van het kabinet. De rol van het CDA in het stikstofdossier is nog steeds diffuus.

In een intervieuw van Sven Kockelmann geeft minister Piet Adema op internet in NPO Radio 1 van 22 juni 2023, aan dat de aangeboden tegemoetkomingen van het kabinet op de genoemde acht pijnpunten voor LTO zowel financieel als inhoudelijk zeer ver reikten. Bedragen van 12-16 miljard Euro extra geld zijn opgenomen in de schriftelijke aanbiedingen voor het Landbouwakkoord van het kabinet. De teksten met de onderhandelingsinzet werden door LTO in de onderhandeling echter geweigerd met het argument: te laat. Dat betekent dat er geen overeenkomst is. We wachten het verslag o.l.v. voorzitter Chris Kalden van het Landbouwakkoord af om het na te lezen wat er allemaal aan de orde was in het laatste overleg.

Demonstratie boeren in Den Haag?

Farmers Defense Force kondigt via Mark van den Oever aan op donderdag 29 juni 2023 met hun boeren en tractoren (en burgers?) te gaan demonstreren in Den Haag. Op vrijdag vergadert het kabinet o.a. over het mislukken van het Landbouwakkoord en de volgende week debatteert de Tweede Kamet over het onderwerp. Agractie resp. LTO Nederland en vakorganisaties en natuurorganisaties nemen niet deel aan de demonstratie. De Gemeente Den Haag weet dinsdag nog van niks.

Dit concept landbouwakkoord mist balans (?)

In NRC van woensdag 28 juni 2023 doet Sjaak van der Tak, als voorziter van LTO Nederland, een poging om de lezer uit te leggen waarom LTO uit de besprekingen Landbouwakkoord is gestapt. Na de vaststelling dat doelen voor stikstof resp. natuur, milieu, water en klimaat etc. voor geen van de partijen ter discussie stonden, klaagt hij over nieuwe regels, die overigens voorheen al in het GLB, het GemeenschappelijkLandbouwBeleid, waren vastgesteld. Het uitwerken van een nieuw verdienmodel Landbouw in Nederland en de EU vergt jaren maar de contouren zijn er al. De Green Deal met Farm to Fork resp. CO2-voetafdruk en kwaliteiststandaarden en het GLB-beleid passen daarbij evenals afspraken met winkelbedrijven. Het oude verdienmodel moest aan de kant (laagste kostprijs) maar dat gaat niet van zelf. Minder vee, meer plantaardigen een betere kwaliteit voedsel en een hogere prijs past daarin.

Een achteruitgang van het aantal koeien tot 2035 met een kwart op basis van huidige milieu- en klimaatdoelen, zou moeten leiden tot een bescherming van landbouwgrond volgens van der Tak. Maatregelen voor natuur, klimaat en milieu leiden tot hogere voedselprijzen en dat is niet vreemd voor een nieuw op te bouwen verdienmodel. Andere boeren in en buiten de EU hoeven die maatregelen niet te nemen (zoals tot nu toe gold) als er geen keurmerken en extra eisen duurzaamheid en gezondheid van voedsel gaan gelden. Meer microvoorschriften gelden voor landbouw in plaats van doelen, doelen met normen voor de productie en maximaal toegestane emissie bijv. van ammoniak of max. voetafdruk CO2 en CH4. Met een GVE boven de 5 melkkoeien per ha grond, die milieudoelen (welke?) halen, terwijl er bedrijven zijn met een GVE onder de 2 die dat (welke?) niet halen, vliegt Sjaak van de Tak zonder een nadere onderbouwing uit de bocht. Hij maakt een karikatuur van de GVE per ha. De norm van 2,3 GVE koeien (zonder jongvee) per ha grond is geen luchtfietserij. En die norm kan van 4.0 of 3,0 GVE koeien per ha naar 2,3 geleidelijk worden ingevoerd. Veel varkensboeren, kippenhouders en andere intensieve veehouderijen hebben weinig grond en die moeten vooral hun mest kwijt. De mineralenlast van het vee per ha is de kern van de N-problematiek en van kringlooplandbouw en een stoffenbalans mineralen (in en uit het bedrijf ) hoort daar bij. Het doorrekenen van een Landbouwakkoord is net zo goed en slecht als het model waar je mee wil rekenen. Een Landbouwakkoord en een landbouwbedrijf past niet zomaar in een Excel-format. Dertien miljard Euro extra voor een Landbouwakkoord was het aanbod van Minister Adema. Volgens van der Tak laat zich een toekomstperspectief voor de Landbouw niet afkopen. Het aanbod geldt nu niet meer. Dit akkoord had tot meer verzet en polarisatie geleid aldus van der Tak. Het akkoord bood geen ‘duidelijkheid’. Voor een ledenraadpleging zijn ‘stevige afspraken’ nodig. De belangrijkste overlegpartner van Minister Adema, LTO Nederland, had de gelegenheid om het akkoord, meer visie en concrete inhoud voor de boeren te geven. Op de verdeeldheid van rekkelijke boeren (doe maar) en radicale groepen (nooit doen), en de middengroep van boeren, die open staan voor verandering, gaat van der Tak niet in.

Tweede Kamerdebat van 29 juni 2023

Met een sprekerslijst van 17 partijen startte het debat in de Tweede Kamer over het klappen van het Landbouwakkoord. De coalitiepartijen staan achter de Minster en 2030 werd niet ter discussie gesteld. Gekissebis in de Kamer van de Groot, Van der Plas en Omtzigt hoort er blijkbaar bij. In de middag waren de Ministers aan het woord. Enkele oppositiepartijen verweten het kabinet falen en het ontbreken van een Landbouwakkoord met de nodige terechte en onterechte verwijten. De Minister Adema gaf aan in september te komen met zijn plan B, dat niet parallel kon lopen met de onderhandelingen en dat niet synchroon zal zijn met de kabinetsvoorstellen in het overleg. Jesse Klaver voerde een politiek spel voor de camera op om de Minster uit zijn evenwicht te brengen waarbij een inhoudelijke analyse van mevr. Bromet duidelijk ontbrak. Een plan B kun je niet af hebben als je dag en nacht bezig bent met onderhandelen zeker als de inbreng van voorstellen van LTO beperkt is. Op de vele vragen wist Minister Adema aanvankelijk struikelend over woorden zoals visie, processen en verbinding, Landbouwakkoord en niet Landbouwakkoord, in herhalingen over betrokkenheid van deelnemers antwoord te geven. Ook vragen over de Markt, en de race naar minimale kosten van voedsel, staan haaks op de liberale handelsakkoorden van de EU. Gaat de EU echt de kant van duurzame landbouw op?, zoals Green Deal belooft?. Pas in tweede instantie kwam de Minister goed op dreef toen hij op zij geheel eigen wijze inging op de onderhandelingen resp. de achtergronden en zijn waarnemingen. Een goed luisteraar kan opmaken dat Adema duidelijk een helder plan B voor ogen heeft zich baserend op de ingebrachte voorstellen van alle partijen resp de bouwstenen, en de keuzen die het Kabinet in haar beraad zal gaan maken. De definitieve tekst van de Kabinetsstandpunten moet nog worden uitgewerkt. De onderhandelingen en de bereikte akkoorden kunnen deel uit maken van het kabinetsplan. De Minister zal niet meer onderhandelen met partijen maar hij sluit sonderingen met overlegpartners niet uit. Wonderlijk was het woordgebruik over Landbouwakkoord en het niet-Landbouwakkoord. Ook de Visie van het kabinet over Landbouw moet nog worden uitgewerkt. Kort samengevat: De minister startte aarzelend maar nam daarna in zijn rapportage van het overleg een grote vlucht. Tussen de regels door, was een duidelijk plan van de Minister op kernpunten zoals GVE per ha, verdienmodel en duurzaamheid waarneembaar. Hij was helemal niet vaag over zijn aanpak en werkrichting. De waardering van Kamerleden voor de inzet en aanpak van de Minister werd uiteindelijk o.a. door Caroline van der Plas uitgesproken evenals de teleurstelling over het klappen van het Landbouwakkoord. Het heeft mij hevig gefrustreed dat het zo gelopen is, aldus Minister Adema. Het weigeren van LTO om verder huiswerk van het kabinet met de Minister te bespreken: Alsof juf extra huiswerk geeft en dan zegt laat maar. Dit gedrag had de Minister geraakt en gehard. Het falen klijft volgen veel Kamerleden niet aan Minister Piet Adema. Het protest van FDF en de poging om met honderden boeren op te trekken naar de Tweede Kamer, werd door de politie verhinderd. Caroline van der Plas sprak niet op het boerenprotest. FDF had onvoldoende afstand genomen van de intimidatie om telefoonummers van Kamerleden rond te struren.

Na het debat in de Tweede Kamer heeft de voorzitter van het Landbouwakkord, Chris Kalden, begin Juli 2023 twee documenten gepubliceerd. Het ene document is de aanbevelingsbrief aan de Tweede Kamer en het andere document is de tekst van het concept Landbouwakkoord. In de aanbeveling geeft Kalden als voorzitter een impressie van het proces en de inhouw van het overleg en hij voegt suggesties voor de toekomst toe. Het proces en de inhoud zijn twee verschillende benaderingen omdat het proces de verandering van alle betrokken partijen omvat ( de transitie en de verandering) en de inhoud het beschrijven van doelen in een nieuwe Landbouwvisie. Kalden waarschuwt voor een statische Visie op landbouw omdat in de verschillende sectoren dynamiek is vereist en morgen is de Visie van vandaag alweer achterhaald. De beschrijving van het proces ademt vertrouwen en volharding, en er is volgens Kalden veel bereikt, meer dan in jaren. Het lezen van de documenten geeft een extra dimensie en nieuwe beleving van het Landbouwakkoord, er rijkt veel verder dan het beeld dat uit het debat in de Tweede Kamer is ontstaan. De conclusie is dat Minister Piet Adema met het resultaat verder kan gaan om de Landbouwvisie en de invulling van het proces en de inhoud te voltooien namens het kabinet. De Landbouwvisie is dynamisch en moet niet als een dogma worden gezien maar als startdocument van beleid en overleg. Ook de burger en de maatschappij dient betrokken te zijn bij het Landbouwakkorod.

Bron: Adobe-documenten van voorzitter Chris Kalden van het Landbouwakkoord op internet over aanbevelingen met suggesties, en de tekst concept Landbouwakkoord op internet/LNV van 7 juli 2023.

Vervolg PAS-melders

Uit berichten in de kranten van augustsus 2023 o.a. in NRC, maken we op dat veel van de PAS-melders uit 2019 (Raad van State) niet geholpen kunnen worden met hun vergunning door het demissionaire kabinet/het minisiterie van LNV. 259 bedrijven hebben inmiddels een vergunning. Een beperkt aantal aanvragers namelijk 40% van 600 bedrijven voldoet wel aan de voorwaarden en krijgt alsnog vergunning. Een deel van die 600 zal geen vergunning krijgen en dus de veestapel moeten inkrimpen of andere maatregelen moeten nemen zoals extensiveren of grond kopen of pachten. Als niet aan de vergunningvoorwaarden wordt voldaan volgt het opleggen van boete door de Provincie. Een aantal aanvragers heeft niet de juiste gegevens aangeleverd. Volgens de Minister Piet Adema en de juristen van Pels Rijken zijn er geen andere mogelijkheden. De minister en de boerenorganisaties zitten ermee in hun maag maar dat geldt ook voor alle belangenbehartigesr en simpathiserende burgers die voorstander waren van het helaas mislukte Landbouwakkoord. Bron NRC Martin Kuiper, 11 aug.2023.


Ontpolder de landbouw

In een bondig artikel in NRC van 1 en 2 juli 2023 geeft faculteitshoogleraar Maarten Hajer van UU en voormalig directeur Planbureau voor de leefomgeving zijn analyse van de situatie rond het mislukte Landbouwakkoord. Hij wijst geen schuldigen aan maar analyseert waarom het niet heeft geleid naar de oplossing. De stikstofcrisis en de milieuprobelmen zijn gekend sinds 1988 toen het RIVM in een rapport de problemen met mest, fosfaat en stikstof, biodiversiteit en de emissies naar lucht, water en bodem aangaf, als te hoge milieudruk. Het begrijpelijke polderen van de Minsters en de Landbouworganisaties etc. kan niet de gevraagde oplossingen leveren. Een belangenorganisatie van boeren/een vakbond kan niet de hele maatschappij of landbouw herontwerpen evenmin als een Minister dit kan. Een Visie met scenario’s op toekomstig Nederland en de toekomstige Landbouw, kan alleen maar tot stand komen als het ontwerp breder wordt getrokken met burgersparticipatie en werkgroepen van wetenschappers en deskundigen uit de praktijk die die Visie met senario’s formuleren. Het publiek debat moet worden gevoerd en dat gebeurt nu te weinig. Alle aandacht gaat nu naar overleg acher de schermen. De burger hoort alleen of men er uit is. of niet. De burger voelt zich buiten spel. De overheid aarzelt met het vaststellen van nieuw beleid. Nederland snakt naar een aantal bevrijdende beslissingen van het kabinet zoals de veenweidegebieden resp. de kringlooplandbouw/mest- en mineralenproblematiek, duurzaamheid voedselproductie, het landbouwverdienmodel en over dierenwelzijn etc. De overheid dient normen te stellen voor Landbouw en Voedsel, en voor Milieu en Natuur : Doelsturing en effectsturing. Het Landbouwakkoord is niet van de grond gekomen door intelectuele en bestuurlijke armoede maar door een gebrek aan een toekomstvisie waar de burger ook bij betrokken is. Bron: NRC, Ontpolder de landbouw van prof. Maarten Hajer UU Utrecht en voormalig directeur Panbureau voor de Leefomgeving 2008-2015.


Val Kabinet Rutte 4 en opstappen premier

Na het onder druk van de VVD op scherp zetten van het vluchtelingenvraagstuk door premier Makt Rutte, is het kabinet op 7 juli 2023 na dagen van overleg demissionair geworden. Het overleg over deze crisis sleepte voort maar kon niet worden omgezet in een akkoord van de vier regeringspartijen VVD, D66, CDA en CU. De CU en D66 stemden niet in met een verbod op nareizende kinderen. De VVD is met de aanloop van een jaar de spelbreker mogelijk om redenen van kiezersgewin. De Tweede Kamet zal op een nader te kiezen moment (waarschijnlijk september) bepalen welke onderwerpen het kabinet nog kan afhandelen. Behalve de steun aan Oekraïne, Groningen en Pensioenregeling staan de crisisonderwerpen Stikstof, Toeslagouders, Klimaatmaatregelen etc. mogelijk ter discussie. Het Landbouwakkoord, Woningbouw en Vernieuwing sociale wetgeving zijn nog in de fase van in voorbereiding. De nieuwe vertaging pakt negatief uit voor de reductie van de stikstofemissie en voor de natuur en voor de bouw en de vergunningverlening. Het Landbouwakkoord/Niet-Landbouwakkoord was in de handen van Piet Adema nog niet verloren. Of het hem lukt zijn Visie en zijn Landbouwakkoord in september a.s. door de Tweede Kamet te loodsen is de grote vraag. Het geduld van de boeren en van de natuurorganisaties is op of keert zich tegen. Er komen nieuwe verkiezingen in Nederland waarschijnlijk in november 2023. Grote vertraging van het overheidsbeleid wordt verwacht, dat inmiddels is opgelopen tot 3,5 jaar. Het totale traject touwtrekken reductie mineralen P, N en vee-reductie) duurt in de politiek en in het landbouwoverleg inmiddels 40 jaar. Een moeizaam overleg over de vorming van een nieuwe regering wordt verwacht.

Bij de opening van het Tweede Kamerdebat op maandag 10-07-2013 laat premier Mark Rutte weten dat hij na beraad heeft besloten om de Nederlandse politiek te verlaten na de periode van het demissionair kabinet Rutte 4. De Tweede Kamer neemt kennis van zijn besluit en dankt Mark Rutte alvast voor zijn jarenlange inzet als premier. Veel partijen zijn enigszins overvallen door het besluit maar zijn na 4 kabinetten Rutte tevens opgelucht. Sommige partijen krijgen weer lucht. Een voorgenomen motie van afkeuring tegen de premier vanwege de val van het kabinet, wordt niet doorgezet. Met verkiezingen voor de deur, blijkt dat meerdere partijen worstelen met het leiderschap en de leiding van de partij zoals PvdA/Groen Links (samengaan), VVD (Dijkhoff, Yesilgöz, Hennis, of Schippers), CDA (terugtreden Hoekstra, de Jonge en Heerma), en Kaag van D66, Dijkhoff en Schippers willen de VVD niet gaan leiden. Alle andere partijen moeten na intern beraad hun leiders en kandidaatpremier voor de verkiezingen gaan vaststellen. Na de verkiezingen, die verwacht worden in november 2013, wordt een moeizame kabinetsformatie verwacht vanwege de versplintering in partijen en de toegenomen polarisatie. Nederland is nog niet van premier Mark Rutte af en zijn echte vertrek duurt nog wel een half jaar of langer. Een eerste enquete van EenVandaag onder meer dan 18.000 deelnemers vandaag, leverde een resultaat op van 54% voor Pieter Omtzigt van Partij Omtzigt en 46% voor Klaas Dijkhoff van de VVD als nieuwe premier. Caroline van de Plas van BBB eindigde op 29% evenals Yesilgöz van de VVD en Frans Timmermans van PvdA, die EU-commissaris Klimaat en Green Deal en vice-president is. Daadkracht, verbinding, ervaring en eerlijkheid telt zwaar volgens EenVandaag. De steun van Omtzigt komt mede voort uit de geledingen van JA21, BBB, maar ook door SP en GroenLinks. Andere peilingen komen met Dijkhoff (70%) als winnaar naar voren. De VVD zal voor half juli 2013 een kandidaat lijsttrekker en kandidaat premier aanwijzen.

Een week nadar Rutte aankondigde de politiek te verlaten, blijkt een hele stoet bewindslieden niet te willen terugkeren op het politieke toneel. Behalve Rutte kondigen Kaag, Hoekstra en Schouten, en parijleisers hun vertrek aan. Dat geldt ook voor een aantal Kamerleden. De partijleiders van PVV resp. BBB, SP, JA21, Volt en CU blijven. Omtzigt denkt na en dubt nog en de kiezer wacht in spanning af. De PvdA met GroenLinks hebben Frans Timmermans gevraagd om de leiding over te nemen. Dilan Yesilgöz meldt zich bij de VVD. Blijkbaar gaan minimaal een twintigtal van de huidige Kamerleden de politiek verlaten zoals Azarkan en Simons. Dat betekent veel nieuwe gezichten bij de verkiezingen van 22 november a.s. Het maakt een bewuste keuze van de kiezer met die 21 partijen en hun programm’s niet makkelijk. De gedachte om het aantal partijen te beperken middels een kiesdrempel of een maximum aantal partijen, dat subsidie krijgt, ligt voor de hand maar is vooralsnog een taboe in Nederland.

Klimaatverandering en bosbranden

De media hebben het druk met de bosbranden rond de Middenlandse Zee. Landdurige droogte en grote hitte na een natte winter of voorjaar met wateroverlast, duidt bij herhaling op klimaatverandering. De intensiteit van het enorm toegenomen toerisme speelt ook een rol. De met vliegtuigen en auto’s aangevoerde toeristenaantallen overtreffen het inwoneraantal soms met een factor 3 tot meer dan 10. Iedereen (30-60% vannde bevolking ) werkt in de hotel- en horeca sector of in het vervoer en de voormalige activiteiten in de extensieve landbouw en de natuurgebieden, worden verwaarloosd. Elk boerderijtje wordt verbouwd tot toeristenverblijf en voormalig werk in de natuur zoals landschapsonderhoud en het benutten en kappen van pijnbomen of Eucaliptusbomen in Portugal, schiet erbij in. Pijnbomen en Eucaliptusbomen zijn met hun hars en oliehoudend hout bij brand exploderende brandbommen, die het vuur explosief aanjagen en verspreiden over grote afstanden. Brandveiligheid in bos- en landsschapbeheer is nog slecht ontwikkeld ondanks jarenlange problemen. Brandweerauto’s en airco’s kopen is gemakkelijker.

De problematiek van hittegolven met bosbranden en grote droogte doet zich voor in Griekenland, Italië, Spanje, Portugal, Kroatië, Turkije, Algerije, Tunesië en Marokko etc. Soms speelt een regionale wind een rol zoals de Meltemi, een zomerwind vanuit NO-richting op Rhodos, waardoor de brand enorm wordt aangewakkerd. Overal worden hotels en vakantieverblijven gebouwd zonder brandpreventie, en airco’s geïnstalleerd en worden toeristen actief bezig gehouden tot diep in de nacht. Vlees, groenten en drank wordt massaal aangevoerd. De CO2- voetafdruk per toerist, die met het vliegtuig of auto wordt aangevoerd, is hoog omdat er veel energie wordt verbruikt en veel consumptie van energie resp. voedsel met vlees en drank plaatsvindt. Opvallend is dat in de landen rond de Middenlands Zee de klimaatverandering en wat de landen er zelf aan kunnen doen, niet hoog op de politieke agenda staat ondanks het gevoerde EU-beleid op gebied van Klimaat en Energie. Problemen met bosbranden en verlies van toeristen zijn blijkbaar ‘echte’ problemen. Uitstelgedrag en wachten op China en Turkije (die ook in aktie moeten komen), en klagen bij de EU lost niets op omdat ze zelf aan de slag moeten met aanpassingen in de structuur van de economie en aanpassing van het menselijk gedrag met gevolgen voor de duurzaamheid van toerisme, natuur en landschap (HvP). Bron NRC van 26 juli 2023, Voorpagina NRC: Griekse bosbranden bieden grimmige blik op de toekomst, redacteur Derk Walters.

Regering kan Stikstofemissie doen verminderen

In het Rapport op internet: Regering kan stikstofemissies fors verminderen met aanvullend beleid, van 28 juni 2023, opgesteld door Edo Gies, Twan Cals, Hans Kros, Wiebren Kuindersma en Jan-Cees Vogel van de WUR in opdracht van IPO, wordt beredeneerd dat de regering de stikstofemissie met 30% kan terugbrengen. Dan moeten een zestal aanvullende maatregelen worden genomen om de ammoniakemissie te laten dalen:

  1. Afschaffing derogatie en invoering bufferstroken bemesting percelen 6%.

  2. Normering gebruik van kunstmest, van goed voor bedrijf naar goed voor natuur 4-9%.

  3. N-missiearme huisvestingsnormen en benodigde inrichting en installaties 7%.

  4. Set van maatregelen emissiearme bedrijfsvoering met aanpassing voerregime en langdurig wetgevevingstraject variërend van 10-20%.

  5. Verminderen van de veestapel, bijv. door instellen van maximale veebezetting per ha in melkveehouderij: bij afname GVE per ha naar 8-15%.

  6. De overheid kan productie- en fosfaatrechten afromen bij de verkoop van bedrijven: afhankelijk van aantal stoppers: 2-7%.

    Het landbouwareaal en het dierenaantal zullen de komende jaren en voor 2030 op basis van algemeen generiek beleid 5% afnemen, en aanscherpingen emissebeleid voor stallen, en betere toediening van mest op het land en de aanname dat de overbemesting stopt, kan max. tot een reductie van 17 % in 2030 daar bovenop leiden.

Kostenbatenanalyse intensieve veehouderij van MOB

De milieurechtorganisatie Mobilisation fot the environment van Johan Vollenhove, heeft een kostenbatenanalyse laten maken van het schadelijke effect van de intensieve veehouderij in Nederland. Het effect zou tussen 6 (een aantal jaren geleden) en 9 (2022, mede door extra kosten N-problemen) miljard Euro zijn, zonder de kosten van grondwatervervuiling, volgens Max van der Sleen, adviseur Ecorys en voormalig directeur Nederlands Economsich Instituut. De kostenbatenanalyse borduurt voort op eerdere berekeningen. De schade bestaat uit verlies aan biodiversiteit door hoge N-emissie, resp. klimaatschade door CO2 en CH4, gezondheidskosten door longziekten en fijnstof. De grondslag voor de factoren is geschat omdat er weinig ervaringscijfers zijn. De totale intensieve veehouderij levert per jaar 15 miljard Euro op. Volgens deze analyse wentelt de intensieve veehouderij de schade af op de maatschappij. De opbrenst van de Intensieve Veehouderij verdwijnt voor een groot deel naar de veevoerfabrikanten resp, de zuivelbedrijven, vleesverwerkesr, toeleveranciesrs, gewasbeschermer- en de kunsmestindustrie. Uit berekeningen van Greenpeace zou de Rabobank een bijdrage van 3,1 miljard Euro moeten leveren voor hun aandeel in de problematiek. De Rabobank haalt de schouders nog op. Van der Sleen geeft aan dat een bewustwording noodzakelijk is die in de plaats treedt van een slepend juridsch gevecht. Stoppende boeren hebben op de arbeidsmarkt kansen omdat technisch personeel en alleskunners veel gevraagd zijn, aldus van der Sleen. Zijn gesprekken met het Ministerie van LNV over de kostenbatenanalyse hebben nog onvoldoende aandacht gekregen vanwege oud zeer. LNV heeft voldoende mogelijkheden om de kostenbatenanalyse door onafhankelijke wetenschappelijke instellingen te laten toetsen zodat een verantwoorde controle van de variabelen en het rekenwerk plaatsvindt. Gezien het aantal aannames in het rekenwerk zoals de Stikstofkosten natuurherstel en Biodiversiteitsschade, wordt een behoorlijke spreiding in de resultaten verwacht maar dat maakt die controles niet overbodig. Bron NRC van 25 juli 2023, onder de kop Kostenbatenanalyse: Intensieve veehouderij kost samenleving meer dan gedacht, door Martin Kuiper redacteur.

Isolatieplan verstoord?

Op bais van de Europesche Habitatrichtlijn voor vleermuizen, gierzwaluwen en mussen, heeft de Raad van State vastgesteld dat bedrijven en woningbezitters die hun bedrijf of woning willen (laten) isoleren tegen warmteverlies, in het vervolg toestemming moeten vragen aan de gemeente om te isoleren. Een rondje om het huis, en het vluchtig bekijken van de binnenkant van spouwmure met een camera wordt volgens de richtlijn Habitat onvoldoende geacht om te voldoen aan de Richtlijn. De Wet Natuurbescherming wordt overtreden. De verplichting tot onderzoek geldt sinds 2005. Een mogelijke aanwijzing van het voorkomen van die dieren in spouwmuren en dakdelen, bij een quickscan van een ecoloog is voldoende om de eis van een ecologisch onderzoek van 1-2 jaar te laten opstellen met een kostprijs die van ongeveer 5000 Euro of meer bedraagt. Er zijn In Nederland onvoldoende ecologen beschikbaar voor die klus. Een tussenoplossing is dat elke gemeente een regionaal onderzoek door een ecoloog laat maken, zodat bekend is waar en hoeveel van die beschermde dieren er zijn in de gemeente. Op basis van die inventarisatie kan de gemeente dan mogelijk vergunning geven. Er moeten op korte termijn 250 miljoen woningen worden geïsoleerd volgens het plan van minister Hugo de Jonge, Eenvoudige isolatie kost 1000 Euro per woning en duurzame isolatie om aan de energienormen bouwbesluit voldoen komen op 5000 tot 10.000 Euro of meer. Behalve de rechterlijke uitspraak bij de N-crisis over extra N-depositie bij het Bouwbesluit conform een extreme norm van (70) grammen N (i.p.v. enkele kilogrammen N) per ha per jaar bij toepassing van het Bouwbesluit, wordt nu een tweede keer door de rechter ingegrepen op de nieuwbouw en renovatie. Het is de vraag of de rechter de procedure van benadering moet toetsen of de normering van de eisen van duurzaamheid moet vormgeven. Het besluit kan leiden tot veel onbegrip net als gebeurde met de schoongrondverklaring toen de overheid het milieutoezicht ook niet op orde had, en later met de rechterlijke uitspraak over de PAS-melders, en de normering van de N-deposite in Natura-2000 gebieden. Een juist besluit moet wel effectief, uitvoerbaar en betaalbaar zijn. Voor de burgers, woningbezitters, aannemers en kantooreigenaren kan dit leiden tot uitstel of afstel om bestaande woningen en appartemeneten te isoleren. Omdat de rechtbank in deze zaak het principe van ‘amicus curiea’ toepaste, is gestreefd naar een uitsprak die in de context van de praktijk en de doelgroepen past. Voor- en tegenstanders mochten hun advies en hun oplossing gedurende de rechtzaak indienen. Wie het algemene Nederlandse beleidsbelang (Klimaat, Energie, en N-crisis, diende blijft een open vraag. Na de adviesronde vonniste de rechtbank. Bron NOS en NRC 3 en 4-08-2023.

GLB-subsidies

In een artikel op www.ftm.nl/artikelen/glb-miljarden is door 3 onderzoeksjournalisten een overzicht gegeven van waar de Europese subsidies voor Gemeenschappelijk Landbouw Beleid naar toe gaan. De huidige andbouwsubsidies vergroten de ongelijkheid onder boeren. De grootste boeren krijgen het meeste geld. In het GLB is de gewenste omslag naar duurzaamheid landbouw nog niet gemaakt omdat de EU ondanks vele protesten nog vasthield aan het oude produktemodel landbouw, dat de steun van o.a. CDU, CSU resp. CDA en andere behoudende partijen geniet in het parlement van de EU. Wie veel ha’s grond en veel vee heeft krijgt de bulk van het geld regelrecht overgemaakt met name in de veehouderij en in de akkerbouw. Het lijkt dan alsof we goed bezig zijn. De grootste subsidiepotten stellen nauwelijks voorwaarden. De andere sektoren van de landbouw krijgen in verhouding peanuts. De tendens van het artikel is: Europese subsidies maken rijke boeren en coöperaties nog rijker. De doelgerichte resultaatsubsidies in het GLB zijn beperkt en zijn vaak niet effectief. Bron: www.ftm artikelen/glb-miljardairs, met gegevens van Follow the Money, van Ada Homolova, Leon de Korte en Ties Joosten, 2 juli 2023.

Hoe verder met stikstof ?

Na de bos- en struweelbranden als gevolg van aanhoudende droogte en verwaarlozing van het landschap in landen rond de Middelandse Zee, met elders in Europa terugkerende regenbuien van enorme proportie (boven 200-300 mm regen met storm en hagel in landen zoals Italië, Kroatië, Zwitserland, Oostenrijk en Zuid-Duitsland, lijkt het in Nederland en België nog rustig. Behalve een leegloop met de politieke kopstukken, en grote verschuivingen in de positie en prognoses van politieke partijen, probeert demissionair Minister van der Wal van Natuur en Stikstof er met de collega’s de Jonge (Bouwen en Wonen) en Jetten (Klimaat) nog enige vaart in te houden. De Eerste Kamer moet nog goedkeuring verlenen voor de constructie van het financiële budget van het Stikstof-natuurplan. In september 2023 zal de Tweede Kamer bepalen welke beleidsplannen van het huidige kabinet nog worden uitgevoerd. In België protesteren boeren van hun Farmers Defence Force in Antwerpen tegen de vergunningverlening voor een etheenfabriek voor de productie van plastic van Chemiebedrijf Ineos in Antwerpen. De vergunning voor de miljardeninvestering is inmiddels ingetrokken door de Raad van Vergunningbetwistingen in België vanwege de mogelijke N-uitstoot van die vergunning met N-depositie op Nederlandse Natura2000 gebied ‘de Brabantse Wal’.

De plannen die de provincies in het kader van Provinciaal Programma Landelijk Gebied, hebben ingediend bij Minister van der Wal, bedragen een bedrag van 58 miljard Euro. Minster van de Wal heeft globaal 24,3 miljard Euro gepland voor de stikstofaanpak van natuurgebieden. Onduidelijk is hoeveel miljard t.z.t. nog uit fondsen van het Landbouwakkoord (beleid minister Adema en bedrijven en banken) en uit de provinciale investeringen kunnen worden meegerekend. Volgens van der Wal wordt het budget eerder kleiner dan groter in het huidige politiek klimaat. De rel rond de Stikstofmetingen van RIVM op Schiermonnikoog (Schier), na de vermindering van de veestapel maar zonder evenredige daling van ammoniak in de metingen, is inmiddels opgehelderd door de stikstofprofessor Jan Willem Erisman. De metingen van dit type MAN (Meetnet Ammoniak in Natuurgebieden), die ammoniak in mugram per m3 lucht meten in de lucht, zijn zonder de gevraagde maar niet uitgevoerde nulmetingen op Schier niet direct te interpreteren. In 2022 zit iets meer ammoniak in de lucht dan in 2021 volgens de 6 meetpunten op Schier. De waarnemingen ammoniak zijn ongeveer 3 of iets meer mugram ammoniak per m3 lucht en dat is ongeveer de helft van de tijdreeks voor gemiddeld Nederland, die daalt van 8 mugram in 2018 tot ongeveer 6,3 in 2022. Oostelijke en Zuidelijke winden hebben veel invloed op de luchtkwaliteit van de Waddeneilanden, die zelf weinig vee (ammoniak) en industrie (NOx) hebben. Er is een model van TNO genaamd Lotus-Eros verspreidingsmodel, geschikt voor de regionale effectberekening van vee op de eilanden. Blijkbaar hebben de boeren op Schier bij de verlokking van hoge melkprijzen met minder vee intensiever geboerd en meer kunstmest en krachtvoer gebruikt zoals ze zelf toegeven.

De totale hoeveelheid dierlijke mest en mineralen N en P is in Nederland 2022 licht gedaald. Alle diersoorten blijven onder hun separate N- en P-plafonds. Wel is de hoeveelheid melkveehouders met verplichte mestafzet in twintig jaar gestegen van 40 naar 80%. Ze zijn dus minder duurzaam geworden en verder verwijderd van de streefwaarde van minder vee en meer ha’s; de norm in GVE per ha. Ze zijn te intensief ingericht voor de gewenste kringlooplandbouw. De kippen-, kalkoenen en de varkenshouders hebben evenals kalvermesters vaak weinig grond en moeten hun mest dan afzetten. Dat kost geld behalve bij de mineralenrijke kippenmest vanwege de door de sector georganiseerde export. De normen voor N en P in Nederland worden vanaf 2023 strenger en de beperkingen van mineralengebruik nemen toe conform afschaffing derogatie en de beperking op N- en P-bemesting ( o.a. de Nitraatrichtlijn water) en de regels extensivering van het GLB zoals het vrijhouden van sloten en perceelsranden. Bron: Nieuws AD, metingen MAN van RIVM Schiermonnikoog en artikel Oogst, 28 en 29-08-2023.

Volgens NRC van 30-08-2023 zijn er enkele honderden tot duizenden boeren, die buiten de Programma Aanpak Stikstof als PAS-melders vanwege stikstofuitstoot geen natuurvergunning hebben: de (stikstof) interimmers. Deze boeren hebben na de invoering van een nieuwe wet in 2009 geen natuurvergunning aangevraagd of ze hoorden van de provincie/gemeente dat dat niet nodig zou zijn. De interimmers is dus een aparte groep boeren zonder natuurvergunning buiten de PAS-melders. De boerenbedrijven waren in bedrijf bij de wetswijziging in 2009 maar dat leidde niet tot actie van de boer en de provincie op de vergunning. Staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische zaken en Landbouw, vroeg de provincies in 2014 in een brief aan de Tweede Kamer om dit probleem op te lossen gezien het landelijk karakter ervan. Het probleem werd niet opgelost en kreeg binnen Economische zaken inclusief Landbouw onvoldoende aandacht. Inmiddels schuiven de provincies/gemeenten het probleem van de boeren af op het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en omgekeerd: de boeren blijven formeel zelf verantwoordelijk voor hun ontbrekende natuurvergunning met de mogelijkheid om als boerenbedrijf de reguliere stikstofemissie voort te zetten. De PAS- melders en de interimmers vallen tussen wal en schip omdat er geen landelijk dekkend vergunningsysteem bestaat. Het klappen van het Landbouwakkoord van LNV met boeren en natuurorganisaties, betekende dat dit precaire gespreksonderwerp niet is afgerond en onopgelost blijft. De kop van het NRC artikel van 30-08-2023: Meer boeren dan bekend overschrijden stikstofregels, van redacteur Milo van Bokkum en Martin Kuiper, maakt duidelijk dat alle overheden de situatie hebben gedoogd (Provincies/gemeenten en Ministerie) maar geen oplossing hebben gecreëerd via een inhaal in de procedure van vergunningverlening. De vele boeren die hun bedrijf van voor 2009 gewoon hebben voortgezet, zouden nu N-ruimte moeten krijgen uit de N-pool van stoppende boeren die de overheid uitkoopt. Ze zijn landelijk meegeteld in de totale N-emissie sinds 2009 en bekend bij de overheden. Waar zijn die boerenbedrijven met een bouwvergunning in de stikstofemissiesystematiek en de bij berekeningen en metingen van RIVM en de wel of niet benodigde natuurvergunningen van Nederland dan schuil gegaan?. De bedrijven zijn allemaal bekend bij de overheden en leveren hun bedrijfsinformatie digitaal aan bij RVO, het gemeenschappelijk administratiekantoor van de ministeries van Economische zaken en van Landbouw. Een bizarre situatie die de boeren en LNV, dat zelf geen bouwvergunningen of natuurvergunningen afgeeft, niet kunnen oplossen.

Uit aanvullend onderzoek van de WUR in opdracht van minister van der Wal van Natuur en Stikstof, blijkt dat de stikstofnormen strenger moeten worden omdat de natuur er slechter aan toe is dan gedacht tot nu toe. In een eerder verschenen rapport van de VN werd daarop al gewezen. Beschermde natuurgebieden hebben meer last dan verwacht. Daarom worden elke tien jaar de stikstofnormen middels aanpassing van KDW’s opnieuw vastgesteld. De KDW is de maximale hoeveelheid stikstof die een natuurgebied aan kan zonder dat de natuur verslechtert. De komende jaren mag in Nederland gemiddeld 7% minder stikstof neerkomen dan tot nu toe, met uitschieters tot 36% minder met name in grote delen van de Veluwe en Natura2000 gebieden in Oost- en Zuid-Nederland. 47% van de gebieden krijgt strengere normen en 3% soepeler normen. In de afgelopen jaren kwam er veel teveel stikstof terecht in stikstofgevoelige natuurgebieden. Zolang in Nederland de stikstofbelasting van Narura2000 gebieden overschreden wordt, of dreigt overschreden te worden, mogen geen bouwvergunningen en natuurvergunningen worden verleend ook niet aan boeren die behoren tot de N-interimmers en N-PAS-melders. Minister van der Wal noemt de cijfers van het onderzoek van de WUR zorgwekkend. Zij laat het RIVM nader onderzoek doen of er nog meer moet gebeuren. Tevens laat zij onderzoek doen naar een alternatief voor de KDW maar dat is niet eenvoudig. Na het publiceren van de Essay en advies Van depositie- naar emissiebeleid, van prof. Erisman en prof. de Vries in het voorjaar 2023 om het belang (de taak) van de boer/veehouder als vervuiler met de reductie van de stikstofemissie van N (ammoniak) door het landbouwbedrijf te scheiden van het algemeen belang/natuurbelang en Natura2000 gebieden en depositie van N (totaal ammoniak en NOx) en de KDW’s, is er nog geen standpunt ingenomen door de Ministers van Landbouw en van Natuur over dit advies. De boer zou zich met het bedrijf moeten kunnen concentreren op vermindering van de N-emissie en de duurzame bedrijfsvoering, en niet met normen en met KDW in Natura2000 gebieden waar de overheid en de natuurorganisaties zich op focussen. Dat zijn twee verschillende werelden.

Naast de 84 Nederlandse natuurtypen met een KDW zijn er nog 14 aangewezen leefgebieden van plantensoorten in Europa met zo een stikstofnorm. Voor 64 van de 98 natuurtypen blijft de KDW van 2011 hetzelfde. Voor 32 wordt de norm van 2011 strenger en voor 2 soepeler. De overmaat aan N en de daarmee samenhangende verzuring van de bodem, is vooral merkbaar op heidevelden volgens ecoloog Wieger Wamelink van de WUR. In Nederland is verdroging als gevolg van klimaatverandering en verzuring van de bodem als gevolg van stikstof in de lucht een probleem in de hogere delen van het land. Maatregelen om dit tegen te gaan of op te heffen komen moeizaam van de grond. Ook hoogveen is gevoelig voor stikstofdepositie.

Intermezzo: Vanaf 1600 wordt in Nederland natuurlijke kalk en mergel (en eerder al vuuras) door boeren gebruikt om op goedkope manier zure bodem pH-neutraler te maken in akkerland. Natuurlijke kalken werken langzaam omdat ze moeilijk oplossen. Vanaf 1900 is Thomasslakkenmeel, een basisch werkende fosfaatmesttof met kalkverbindingen uit de ijzerindustrie, gemaakt van gesmolten en gemalen stenige natuurproducten, gebruikt in ontginningen en breed in de landbouw, te gebruilen. Later in de jaren 1960 werd door de cementindustrie ook een basisch silica-meststof zoals FosmaKencica bestaande uit silicaten en andere minerale toevoegingen (P en K en Mg) gebruikt. Ecologen prefereren het gebruik van steenmeel, dat erg duur is en zeer slecht oplost. Eigenlijk zijn het allemaal bewerkte gemalen natuurproducten die circulair worden gebruikt en waarvan de samenstelling en de werking bekend is. Na de periode dat SO2 door menselijke activiteiten met fossiele brandstoffen (kolen en olie in industrie en verkeer) het milieu en de gebouwen met een zure werking aantastte, wordt al 40 jaar geaarzeld om de verzurende effecten van N-depositie (ammoniumnitraat) te bestrijden met natuurlijke stoffen of bewerkte natuurstoffen (met CaO of carbonaat), die het zuur binden. De mens (burger, boer en industrie en verkeer) mocht het milieu met N-emissie en N-depositie verzuren maar de mens (overheid) mag dat zuur in de bodem niet binden zoals boeren al eeuwen doen (?). Einde intermezzo.

Gemiddeld moet in Nederland de uitstoot van N met 1,3 kg per ha verminderen tot 17,7 kg N per ha per jaar. In kwetsbare natuurgebieden zal de norm strenger zijn. Momenteel varieert de depositie van N in Natura2000 gebieden in Nederland van 10-15 kg N per ha tot meer dan 40-60 kg N als gevolg van uitstoot in industriegebieden en in de buurt van veehouderijen. Als zich 500 boeren bij de provincies melden om te stoppen dan is een deel bijv. 300 van deze bedrijven zonder opvolger. Dat zijn niet de grootste en de modernste bedrijven met veel vee en een hoge veebezetting. Als 500 van de grootste veehouderijbedrijven onder de piekbelasters zou moeten stoppen dan was veel “Stikstof uit de lucht”genomen zoals in België gebeurt. Als 500 stoppers zonder bedrijfsopvolger onder de piekbelasters hun bedrijf staken is het effect veel minder groot. Piekbelasters veroorzaken in hun Natura2000 gebied een depositie van meer dan 2500 mol N per ha natuurterrein per jaar. Bron: NOS Nieuws uitzending, 31-08-2023 en 1-9-2023, redacteuren Sarah Bürmann en Thomas Spekschoor resp. Flori Hofman.

Volgens Denise Reters in NRC blijft de “Stallendeadline’ in Noord-Brabant overeind als gevolg van het coalitieakkoord van het nieuwe provinciebestuur van VVD, GroenLinks, PvdA, SP, D66 en Lokaal Brabant. De Brabantse boeren moeten hun stallen voor 1 juli 2024 emissiearm maken. Daarmee blijft Brabant als enige provincie vooruitlopen op het landelijk beleid. Een uitzondering geldt voor melkveehouderij en (de daarmee samenhangende jong vee) kalverstallen. Deze stallen moeten voor 1 januari 2026 zijn aangepast. De provincie geeft sinds 1 maart j.l. geen vergunningen meer af in tegensteling met voorgaande jaren met de bouw van veel megastallen. Om de vergunningverlening weer snel op gang te brengen wil de provincie per Natura2000 gebied een juridisch houdbaar maatregelenpakket opstellen. Ook nieuwe Natura2000 gebieden of zodanig streng beschermde natuurgebieden moeten worden voorkomen. De provincie sluit gedwongen uitkoop van boeren niet uit. Bron: NRC 2 en 3 september 2023, Denise Reters, ‘Stallendeadline’ blijft overeind in Noord-Brabant.

Controversieel verklaren onderwerpen in Tweede Kamer

De Tweede Kamet overlegt dinsdag, woensdag donderdag in commissie- en procedureoverleg over het controversieel verklaren van onderwerpen die het kabinet nog mag aanpakken. Dinsdag 12 september 2023 vallen de besluiten van de Tweede Kamer. Een week later is de Eerste Kamer aan de beurt. Onderwerpen zoals de afwikkeling van Groningen en het drama van de toeslagouders vallen daar buiten. Volgens een inventarisatie van NRC zijn de belangrijkste onderwerpen:

1. Arbeidsmarkt met flexwerk, kinderopvang en 2. Asiel en veiligheid met de verdeling van asielzoekers met gemeenten rond te krijgen en een regeling sexwerk, en een regeling radicale burgers, en nieuwe regels strafrecht 3. Zorg met een regeling draagmoederschap en financiel regels eigen risico, en het integraal zorgakkoord 4. Klimaat en energie met afspraken over de ingrepen en het beleid om gezinnen te ondersteunen die het niet meer kunnen betalen 5. Stikstof met name de beleidsvoornemens over 2030 en 2035 met zicht op de concept beleidsnota Visie Landbouw en de duurzaamheid van de Landbouw van Minister Piet Adema, mede in het licht van de aanscherping van de normen van Natura2000 gebieden van Minister van der Wal. Als onderwerp kan tevens genoemd worden: 6. Wonen en bouwvergunningen met woningnood bij studenten en asielzoekers in steden en de bouwvergunningen voor duurzame activiteiten en innovatieve projekten zoals elektrificatie en waterstof. Bron: NRC do 5 september 2023, Stikstof, spreidingswet, klimaat: Waar mag het nog wel over gaan?, NRC met hun 5 Thema redacteuren Pelgrim, Al Ali, Vermeer, Stellinga en König.

De onlangs gehouden Commissievergadering Landbouw van de Tweede Kamer leverde als resultaat op dat de gesprekken met de demissionaire Minsiters van Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid en Natuur en Stikstof worden voortgezet. De voorgenomen resultaatdatum van het kabinet voor Stikstof van 2030 wordt ingewisseld voor de oorspronkelijke datum van 2030. De Ministers werken voort aan hun beleid Stikstof en de beleidsvoornemens zoals de Visie Landbouw en de intenties van het Landbouwakkoord. Ook de onderwerpen asiel, medische ethiek, bouw etc. worden niet controversieel verklaard. De Tweede Kamer in de huidige samenstelling wil niet op de handen gaan zitten. Een duidelijk beeld van een nieuwe Tweede Kamer laat zich ondanks de grote verwachte zetelwijzigingen van de partijen moeilijk inkleuren. Ondanks verwachte verliezen voor het CDA, D66 en CU komen BBB en Nieuw Sociaal Contract met een aantal klassieke christelijke/katholieke CDA-waarden in hun programma: Minder ik en persoonlijke rechten, en meer wij: groepsdenken en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Bestaanszekerheid is het motto evenals bestuurscultuur. Een beweging naar het midden is merkbaar maar wat houdt dat in?. Iedere partij heeft elementen van het midden. Weinig politici zijn charismatisch en zichzelf zoals als Omtzigt, Timmermans en Kaag. Sociale cohesie en ‘noaberschap’ spelen een rol evenals aandacht voor regio’s en provincies, en specifieke knelpunten van de stad en van het platteland. Alleen GroenLinks/PvdA legt extra nadruk op persoonlijke vrijheden en rechten. De VVD hamert vooral op asiel en de auto. Veel bekende politici keren niet terug in de Tweede Kamer of in een nieuw kabinet. Hun vertrek leidt soms tot opluchting maar ook tot gevoelens van verlies. De door voorstenders bejubelde en door tegenstanders gehate Tjeerd de Groot, de verpersoonlijking van Stikstofbeleid namens D66, moet vechten voor een plaats op de D66 verkiezingslijst. Ook andere politici bij JA21 en PvdD vechten om geheel andere redenen voor een plek in hun partij en in de politieke arena. Een vernieuwde manier van vergaderen en besluiten in de Tweede Kamer (de Mores) moet de Kamer en het kabinet nog ontwikkelen omdat de huidige manier van werken met de TV-momenren en een oneindige lijst met amendementen en aanbevelingen, niet efficiënt en effectief is. Veel burgers en deskundigen ergeren zich aan die opwinding en de poppenkast met haantjesgedrag die in Nederland de politieke mores vormen. De Stikstof- en de Coronadebatten in de plenaire vergaderingen van de Tweede Kamer, getuigden daarvan.

Na de Algemene Politieke beschouwingen na Prinsjesdag in de Tweede Kamer blijkt dat meerdere partijen in 2024 beleidsmatig verder willen gaan dan het kabinet. Veertig voorstellen kosten samen 4 miljard Euro. Ondersteuning met inkomsten van groepen burgers past bij minimumloonverhoging resp. verhoogde kinderstoeslag en verhoogde huursubsidie met regionale ondersteuning OV op het platteland. De prijs van benzine en diesel aan de pomp wordt per 1 januari a.s. niet verhoogd.

Van een grote inhoudelijke of culturele schok in de Tweede Kamer is nog geen sprake. Wel wordt op onderdelen het beleid enigszins bijgesteld in verschillende stemcoalities met of zonder definitieve financiële dekking uit het Nationale groeifonds of extra belasting voor het bedrijfsleven en of de banken. Klachten van werkgevers over het verhogen van het minimumloon met 25% in een jaar tijd, worden niet geschraagd met voorstellen over een hogere vermogens- en winstbelasting. Arbeid wordt fiscaal nog steeds zwaar belast en vermogen en winst in verhouding minder. Grote en zware onderwerpen zoals Vluchtelingen, Klimaat en Stikstof worden niet aangepakt en verschuiven naar de verkiezingen van 22 november.

In de politiek en in de media is enigzins kentering bespeurbaar over het aanpakken van grote vervuilers met CO2, NH3, NOx, roet, stank en stof en PAK’s zoals bij Tata, Nemours, Havens/scheepvaart en Luchthavens/Schiphol etc. Het beeld van de aanpak van de reductie van Stikstof blijft uitstellerig en diffuus. Echt aanpakken van de vervuilers is nog ver weg maar instellingen zoals RIVM resp. Ministeries, Provincies en andere overheden zoals Milieudiensten en actiegroepen drukken zich met rapporten en publicaties en in overlegsituaties duidelijker uit dan ooit. De waas van bescherming van vervuilende industrieën door de overheid wordt minder en de burgers die ernstig last heeft van die vervuiling komen eindelijk in beeld en aan bod. Het is de vraag of deze trend doorzet met de verkiezingen en een nieuw kabinet t.z.t.

Subsidie fossiele energie ergernis

Inmiddels lopen de cijfers van de schattingen subsidies op fossiele energie bij bedrijven de spuigaten uit. In drie jaar tijd is het geschatte bedrag dat organisaties (Milieuorganisaties, SOMO, Extinction Rebellion, resp. Metten, etc.) berekenen en schatten de toegekende subsidies en kortingen aan bedrijven opgelopen van 4,5 miljard € naar 17,3 miljard € en de schattingen lopen nu op van 30 miljard naar 37,5 miljard €. In 2022 liet Economische Zaken de post energiebelasting nog leeg. De 170 grootste energieverbruikers van gas in 2020 waren goed voor 74 % van het energieverbruik van bedrijven, maar ze betaalden slechts 11 % van de energiebelasting. De grootste subsidiepot is (niet gerekende) energiebelasting van 13,5 miljard €, gevolgd door scheepvaart 6,7 miljard, fossiele energieopwekking 5,3 miljard, en luchtvaart 2,3 miljard €. In deze sectoren wordt geen of weinig cijns of belasting geheven op brandstof in tegenstelling tot brandstof voor autoverkeer en energiebelasting voor particulieren. Minister Rob Jetten heeft de Kamer beloofd om op Prinsjesjesdag een gecontroleerd en bijgesteld en compleet overzicht aan te leveren. Tevens zegde hij een impactanalyse toe om te laten zien hoe de afbouw in de industrie gaat plaatsvinden. Tot nu toe lukte dat het Ministerie van Economische Zaken en ook VNO niet (?) om verantwoorde cijfers te leveren. Het probleem van energiesubsidie op fossiele brandstoffen bestaat ook in andere EU-landen, die moeten ingrijpen. In Nederland blijft de geweldloze en drammerige Extinction Rebellion de snelweg A12 bezetten uit protest tegen het lakse overheidsbeleid. Blijkbaar is de ‘drammer’ Minister Rob Jetten niet snel genoeg. Volgens ER waren er op 9 september wel 25.000 demonstranten waaronder kinderen en bejaarden. De politie voerde de eerste dag uiteindelijk 2500 demonstarnten af, en de tweede dag van de demonstratie (maandag een werkdag) nog 550 mensen. Morgen demonstreren we weer zegt XR opnieuw. We wachten Prinjesdag af voor de beleidsvoornemens voor 2024 van het kabinet. Een lek in het overzicht duidt op nog een hoger bedrag van overheidssteun aan bedrijven met fossiele energie. Bron NRC 5 september 2023, Fossiele subsidies, redacteuren Jan Benjamin en Chris Hensen, en NOS nieuws van 10-09-2023 en NRC van 1-09-2023.

Op Prinsjesdag blijkt dat Minister Jetten de raming van de totale kosten van de fossiele subsidies en belastingkortingen voor bedrijven, heeft bijgesteld op 46,4 miljard €. Slechts enkele kleine posten van enkele miljarden € zijn inmiddels afgeschaft. De kortingen moeten in internationaal/EU-verband worden afgeschaft maar daarvoor ontbrak voorheen de politieke prikkel en werden de luchtvaart, de scheepvaart en de zware industrie resp. de chemische en de olie-industrie industrie uit de wind gehouden onder voorwendsel van internationale afspraken waar Nederland zogenaamd niet vanaf kan/kon. De helft van de subsidies en kortingen valt in deze categorie. De lobby van het genoemde bedrijfsleven is groot en sterk en hamert op de concurrentiepositie. De korting op gas voor tuinders en de rode diesel voor boeren konden in het verleden bij gebrek aan sterke lobby wel worden afgeschaft. De afschaffing van de subsidies zal door het komende kabinet in enkele jaren moeten worden gerealiseerd maar de vormgeving is nog niet bekend. Het aarzelend invoeren van echte CO2-heffing in de EU en in Nederland op produkten, goederen en diensten (bijv. pakketjes) bij bedrijven en bij burgers wreekt zich nu als oude subsidieregelingen niet gelijktijdig worden afgebouwd.

Aerius en RIVM

Volgens het RIVM is het toepassen van het onder haar beheer staande rekenprogramma Aerius voor vergunningverlening in strijd met de formele wetenschappelijke taak van het RIVM. Met Aerius wordt berekend welk bedrijf een piekbelaster is: Hoeveel stoot je als veebedrijf uit aan N-emissie en hoeveel N-depositie geeft dat in Natura2000 gebieden?. Aerius berekeningen worden jaarlijks vernieuwd omdat boeren en bedrijven stoppen en de emissie van N over de landgrens beter gekend wordt. Tevens worden berekeningen en normen voor stellen bijv. aangepast. Dat heeft gevolgen voor de depositie in Natura2000 gebieden en voor aangevraagde (en bestaande) vergunningen voor boeren volgens MOB bij de rechter in 2023.

Na het advies Hordijk werd duidelijk dat de status van de berekening met zekerheden en onzekerheden niet voldoende is om als juridisch bewijs te dienen omdat de aannamens in het rekenmodel de boer/de boerderij/de bron van N-emissie, en de N-depositie op 1 ha per jaar in het Natura2000 gebied wetenschappelijk te onzeker is (50-70% vanwege windrichting, vochtigheid, beheer natuurgebied etc. , met een oppervlak van een hexagoon of vlak van 1 ha natuurgebied, en andere emissiebronnen van N in de foutenanalyse). Overigens maakt dit advies duidelijk dat de geveinsd precieze uitspraak van de rechter over N-deposite bijv. bij PAS-melders met het Aerius rekenmodel, wetenschappelijk geen stand houdt omdat het een indicatie is maar geen causaal bewijs tegen een individuele veeboer omdat er verder nog vele andere N-emissiebronnen zijn. Een uitspaak in de beperking van extra N-depositie in grammen pet ha Natura2000 gebied per jaar, is vanaf enkele kg N-depositie per ha Natura2000 gebied per jaar reëeler. Helaas ging de rechter op de stoel van de wetenschap zitten en aarzelt met een herroepng van de aard van het vonnis zoals helaas ook lange tijd gold in de toeslagenaffaire. De vraag of de extra N-depositie een habitat Natura2000 bedreigt, is niet beantwoord met een Aerius toets. Een ecologische toets doet dat wel maar die is duur. De veeboer moet die ecologische toets zelf betalen, en dat wringt omdat de boer niet de beheerder van het Natura2000 gebied resp van die habitat is. Het beheer van het Natura2000 gebied door bijv. maaien is mogelijk belangrijker dan een kleine hoeveelheid extra N-depositie. Een uitspraak van minister van der Wal van Natuur en Stikstof duidt volgens WNL op Zondag ook op die juridische bewijsbaarheid van bron/N-emissie en Natura2000 gebied/N-depositie als ze de wel of niet gedwongen beëindiging van bedrijven aan de orde stelt op 17-09-2023. Van der Wal ziet thans meer in normeren (norm de maximale emissie van N per bedrijf, bijv. met een maximum GrootVee-Eenheden of KleinVee-Eenheden per ha) , en beprijzen (een prijs per hoeveelheid uitgestoten ammoniak, stank en stof. (inlas tekst HvP).

Daarom wil het RIVM af van het rekenprogramma voor die toepassingen waar het RIVM geen verantwoordelijkheid voor neemt. Het rekenprogramma is ontworpen door Mark Wilmot, thans consulent van Wing, en Christiaan Langezaal, adviseur Rijkswaterstaat, die betrokken blijft bij het ontwerpen resp. de aanpassingen en trainingen in het softwaresysteem. Die taken horen thuis bij een overheid die is aangewezen voor vergunningenbeleid. Dat kan een ministerie zijn zoals LNV of een provincie/de provincies. Als LNV onvoldoende wetenschappelijke kennis in huis heeft voor dit beheer komen instellingen zoals ZVO (Gegevensbeheer economie en landbouw) evenals TNO of WUR in aanmerking.

Bronnen NRC 16 en 17 september 2023, RIVM wil af van rekenprogramma stikstof (Aerius), door de redacteuren Wouter van Loon en Rik Wassens en het artikel Kippenboer, kwartelkoning en geitenpaadje in dezelfde NRC, van Wouter van Loon en Rik Wassens en Bram Petraeus.

Het artikel geeft een goed voorbeeld van het getouwtrek over vergunningen van boeren en provincie en MOB over de vergunning van een boer, enkele km’s boven Lelystad aan de Visvijverweg en het op 25 km verder weg gelegen Natura2000 gebied de Rijntakken van 800 m2 bij Kampen, waar Crex crex, de kwartelkoning, 20-30 cm hoog, in kniehoog grasland met kamgras nestelt en vooral problemen heeft met maaien in plaats van die 0,22 mol stikstof per ha per jaar die aan boer Jaap Verwolf wordt toegerekend in Aerius. Boeren, burgers en ecologen vragen zich af waarom we zoveel tijd steken in een klein beetje N-depositie op 1 ha. Ecoloog Roland Bobbink constateert: Maar wat veel harder nodig is, doen we niet, de stikstofuitstoot moet snel naar beneden.

Megastallen tegen maatschappelijke wens in

Het aantal megastellen in Nederland is tussen 2018 en 2022 gestegen van 935 tot 1065 volgens CBS. Een megastal heeft volgens de definitie van de WUR: 7500 vleesvarkens of 1200 fokvarkens, 120.000 leghennen, 250 melkkoeien of 2500 vleeskalveren. De vergunningverlening houdt geen tred met het kabinetsbeleid en is moeilijk te stoppen, zeggen de provincies in het interprovinciaal Overleg. De overheid heeft geen norm vastgeteld voor de maximale bedrijfsgrootte van een landbouwbedrijf of een maximum norm voor N-emissie of voor bodem- en watervervuiling met stikstof, of een max. norm voor stof of stank. De naijlende trend van megastallen gaat in tegen de plannen van het kabinet. Wakker Dier waarschuwt al lange tijd voor schaalvergroting en vanwege gevaar voor stalbranden en dierziekten zoals vogelgriep, varkenspest en Q-koorts. Wakker Dier vraagt om een verbod op megastallen in te stellen: Meer boeren en minder megastallen in de strijd tegen schaalvergroting. Vleesvarkenshouders en zeugenhoudeers hebben vaak geen grond of weinig grond en moeten naast de verlaging van de N-emissie uit de stal, ook veel mest afvoeren. Het onderwerp megastal was evenals het verdienmodel van de boer onderdeel van het Landbouwakkoord, dat afketste. De meeste nieuwe megastallen komen voor bij varkens- in de zeugenhouderij met name in Brabant met 28% groei, Limburg 10%, Gelderland 12% en Overijssel 9,8%. En ook bij kalverhouders, geitenhouders en legkippenhouders. was er groei. Bij melkkoeien in Nederland is 51% van de stallen een megastal en die groei is al langer gaande met name na de afschaffing van de melkquota. Oude kleinere stallen van dieren worden gesloopt waardoor het totaal aantal stallen daalde van 24.439 in 2018 tot 20.840 in 2022. Veel geld gaat naar megastallen en de voedselindustrie en weinig naar extensivering en duurzaamheid volgens cijfers van de Rabobank in juli 2022. De overheid en de burger blijven in kramp achter om de reductie van de stikstofemissie af te dwingen. Bronnen: NOS Nieuws: Steeds meer megastallen, van redacteur Sarah Bürmann op 17-09-2023 en de publicatie Megastallen in Nederland van Wakker Dier uit juni 2022.

Natuurvergunning Schiphol

Tot verbijstering van Tweede Kamerleden, de Milieuorganisaties en boeren en burgers, heeft Minister van der Wal van Natuur en Stikstof, na drie jaar een (voorlopige) Natuurvergunning afgegeven aan Schiphol ondanks het controversieel verklaren door de Tweede Kamer. Volgens van der Wal verdedigt zich met de benadering: Vergunningverlening staat los van politieke besluitvorming. Mobilisation for the Environment (MOB van Johan Vollenbroek) heeft aangekondigd een rechtzaak tegen het besluit aan te spannen. Milieudefensie, Greenpeace, Natuur en Milieu en Milieufederartie Noord-Hollend zijn teleurgesteld omdat Schiphol een vergunning krijgt en op de oude voet stikstof uistoot. De organisaties noemen het krom dat Schiphol boerenbedrijven moest uitkopen: Ieder bedrijf moet minder gaan uitstoten en “Schiphol wordt weer voorgetrokken en uit de wind gehouden”. Die kritiek komt ook van de boerenorganisaties die al 4,5 jaar kampen met de PAS-melders en de Interimmers, die nog steeds geen natuurvergunning hebben gekregen. Bron NOS Nieuws Vandaag van 26-09-2023.

Advies aan LNV en heel Nederland in adviesrapport WUR

Op 05-10-2023 presenteert een team van de WUR het advies over hoe nu verder met Landbouw in Nederland. Dr. ir. Sjoukje Heimovaara, voorzitter van de Raad van Bestuur van de WUR kondigde dat eergisteren aan in de uitzending van Nieuwsuur. Zij is bezorgd maar ook optimistisch. Het rondjes draaien in de politieke arena zonder het nemen van besluiten voor de lange termijn is dodelijk voor de Landbouw en typerend voor de situatie rond Stikstof in Nederland. Dat rondjejsdraaien nen navelstaren moet worden doorbreken. Zoals in dit Essay al eerder aangekondigd werkt een groep deskundigen aan een advies dat vandaag/deze week? aan Minister Piet Adema van LNV (en aan ons allemaal) wordt aangeboden. Het rapport van WUR gaat over de dilemma’s en de beleidskeuzen met senario’s met een Visie op Landbouw op de langere termijn. Belangrijke keuzen moeten nu worden gemaakt voor de toekomstige Landbouw in Nederland en de positie in de EU en in de wereld. Een en ander moet nader worden uitgewerkt. Niet alles kan en niet alles moet rekening houdend met klimaat, duurzaamheid en natuur. Activiteiten moeten worden geminderd of afgebouuwd en andere activiteiten moeten worden uitgebreid of via transitie worden heruitgevonden. We hebben meerdere typen landbouw en typen meerdere natuur nodig: En .. en. Nederland als land en de natuur is te zwaar belast in de huidige landbouw, die nog eens een even groot oppervlak van ha’s toeleveringslandbouw voor veevoer en grondstoffen in het buitenland vergt met alle gevolgen van dien. De effecten hopen zich op in Nederland en alle intensieve landbouwstreken in de EU. Export landbouw versus duurzame landbouw en natuur. Hoeveel export is op lange termijn zinvol en hoeveel natuur willen we?. Transformaties zijn nodig maar dat vergt een enorme inzet en een slimme aanpak. Meer plantaardige eiwitproductie en minder vleesproductie in Nederland is helder maar dat gaat niet vanzelf. Met het Landbouwakkoord was Nederland o[ de goede weg maar de voltooiïng bleef uit. We hebben politiek leiderschap nodig om een duurzaam voedselsysteem voor Nederland en de EU te realiseren die rekening houdt met Klimaar, Biodiversiteit en Duurzaamheid. Na de presentatie aan de Minster zullen we nog ingaan op het advies en de Visie op Landbouw van de WUR-denktank.

Nature Today

In en artikel in Nature Today rekent Prof. Wim de Vries, hoogleraar milieuysteemanalyse van WUR, voor dat Piekbelasters uitkopen of een deel daarvan onvoldoende effect sorteert om de stikstofemissie en strikstofdepositie in Nederland voldoende terug te brengen. Er moet veel meer gebeuren bij alle boeren die ammoniak uitstoten resp. bij alle industriële bedrijven en in het verkeer (auto, schepen en luchtvaaart) die NOx uitstoten en de nitraatvervuiling door boeren, bedrijven en rioolwaterzuiveringsinstallaties. De Stikstofdeken over Nederland veroorzaakt door boeren, verkeer, bedrijven en door het buitenland is plaatselijk 40-80 kg N per ha per jaar, en is dus te zwaar. De natuurlijke achtergrond door bliksem is slechts 10-15 kg N per ha per jaar. De rest is vervuiling van en door de mens, Extensivering van de landbouw en reductie van de veestapel met daarnaast innovatieve ingrepen en vermindering uitstoot door derden zijn nodig om voldoende N-depositie te reduceren. Normering van de maximale ammoniakuitstoot per bedrijf en maximering van de hoeveelheid vee per ha grond is noodzakelijk. Enkele honderden boeren als piekbelasters uitkopen bijv. 600 reduceert de depositie slechts 2%, en 10% als alle piekbelasters zouden stoppen. Dat is allemaal te weinig. Het effect is vooral plaatselijk relevant voor Natura2000gebieden. Het Ministerie van LNV herkent zich in de berekeningen. De Vries stelt vast dat in een straal van 500 m bij Natura2000 gebieden amper nog vee gehouden kan worden en dat de overige boeren (en industrie en verkeer van auto, schepen en vliegtuigen) een duidelijke maximum norm voor uitstoot van stikstof moeten krijgen in navolging van zijn Essay en advies aan Minister van der Wal eerder dit jaar, samen met prof. Erisman. Alleen piekbelasters aanpakken is dus volgens de Vries volstrekt onvoldoende om het Stikstofprobleem op te lossen als alle andere vervuilers vrijuit mogen gaan, De vraag is of de demissionaire Ministers van LNV en Economische zaken en van Verkeer en Waterstaat voldoende ruggesteun krijgen om de klus te klaren. Helder is wat moet gebeuren zoals bleek uit de toelichting van minister Adema op het zogenaamd geklapte Landbouwakkoord. Bron: ‘Piekbelasters uitkopen is niet effectief’, NRC 6-10-2023 van de redacteuren Flori Hofman en Marin Kuiper.

Glyfosaat discussie

De EU wil het gebruik van bestrijdingsmiddelen voor 2030 halveren. Voor de volksgezondheid en voor de gezondheid van de boer en tuinder is dat prima maar voor het verdienmode van de boer wringt dat in een aantal teelten van de intensieve akkerbouw (vooral aardappels 44% en suikerbieten 7%), fruitteelt (peren 4% en appels 3%) , druiventeelt en bloementeelt en bloembollenteelt( lelie 12% en tulp 8%). De ene boer of tuinder gebruikt tot vier keer zoveel bestrijdingsmiddelen dan de ander. In Nederland gebruiken we in het jaar 2021 3,3 miljoen kg schimmel- en bacteriewerende middelen resp. 2.7 miljoen kg insecticiden, 2,6 miljoen kg onkruidbestrijdingsmiddelen en nog 0,9 miljoen kg overige middelen. Binnen de herbiciden maakt glyfosaat een belangrijk deel uit: 0,7 miljoen kg. Vandaar dat Bayer en Monsanto zich verzetten tegen een verbod. Frankrijk en Duitsland zijn kritisch op het gebruik van glyfosaat maar Nederland onthoudt zich van stemming bij de EU. Bron Wageningen World, Magazine van de WUR over werken aan de kwaliteit van leven, nr. 2 2023, auteur Arno van ‘t Hoog.

Het succes van het wereldweid gebruikte herbicide glyfosaat merknaam Roundup van Monsanto/inmiddels Bayer, heeft geleid tot een algemeen gebruik en een een steeds weer terugkerende discussie over de mogelijke schadelijkheid van het middel. Of het middel strikt volgens de voorschriften veilig wordt gebruikt, in de wereld is zeker buiten Nederland en Duitsland maar de vraag. De strijd om het gebruik van glyfosaat/Roundup, een niet selectief systemisch totaalherbicide, met het bestanddeel C3H8NO5P, een organische P- en N-verbinding, woedt nog steeds in de EU. De twijfel over nogmaals 10 jaar glyfosaat toestaan in de landbouw en het beperken van het gebruik in openbaar groen en bij de particuliere gebruiker, is nog gaande. Directe giftigheid van het middel voor planten baseert op de afremming van de plantaardige stofwisseling met aminozuren, chinonen, ferolen etc. waardoor de plant afsterft. De mens en het dier kennen deze stofwisselingsstappen niet zodat bewijs voor directe giftigheid ontbreekt. Maar hoe zit het precies gebaseerd op verricht onafhankelijk onderzoek?. Op basis van het huidige beoordelingskader en de gegevens die zijn aangeleverd en bestaande literatuur zijn er geen redenen om glyfosaat te verbieden, volgens ecoloog Prof. Annemarie van Wezel, hoogleraar milieuecologie en lid van de Commissie CTBG. Echter het beoordelingskader in zijn geheel wordt door een aantal organisaties en partijen en de Tweede Kamer ter discussie gesteld. Er zijn wel verdenkingen van invloed op kanker en de ziekte van Parkinson waar wetenschappers een debat over voeren. Boeren die glyfosaat gebruiken zijn vaker het slachtoffer. Glyfosaat lost matig op in water 10-12 gram per liter op, afhankelijk van de formulering (zwak zuur, of Na- of K-zout lost beter op), en breekt in de grond slechter af dan voorheen ingeschat met een termijn van enkele dagen tot zoals nu blijkt 20-100 dagen halveringstijd afh. van temperatuur, vochtigheid en grondsoort. Glyfosaatresten zijn echter in het hele milieu van bodem, plant, lucht en water aanwezig en zelfs in huis en in stof aangetoond. Combinaties van herbiciden kunnen extra giftig zijn volgens neurologen. Het massale gebruik en de chronische blootstelling is de oorzaak volgens Violette Geissen, hoogleraar bodemfysica WUR.

De discussie over het toestaan van glyfosaat spitst zich toe op: de wetenschappelijke rapporten over glyfosaat door de producent van glyfosaat en de huidige procedure en inhoud van toetsing van bestrijdingsmiddelen. Rapporten over glyfosaat zijn in het verleden achtergehouden door de producent. wat argwaan aanwakkerde. Het huidige toetsingssysteem garandeert geen onafhankelijk onderzoek en dat vraagt om kritiek en aanpassing. Enerzijds kunnen rapporten van wetenschappers worden ‘besteld’ en anderzijds kunnen rapporten ‘onder de radar’ worden gehouden voor de aangewezen instituten EFSA van de EU en CBTG van de Nederlandse overheid. De toetsing richt zich tot nu toe te weinig op effecten van celschade in hersenen en op het gebruik om een mix van bestrijdingsmiddelen te gebruiken waarvan de effecten niet zijn onderzocht aldus prof. Bas Bloem, neuroloog aan de Radboud Universiteit, die ook veel boeren onderzoekt. Een verlenging tot 10 jaar staat dus ter discussie en de EU komt er nu niet uit. Het volgende besluit van de EU volgt in november-december 2023 maar een versnelde wijziging in het toetsingskader blijft dan waarschijnlijk nog uit. De wetenschappers zoals prof. Bas Bloem en de aktiegroep PAN (Pesticide Action Netwerk) volgen de zaken op de voet. Frankrijk, Duitsland en de Tweede Kamer zijn tegen het gebruik van glyfosaat in de toekomst maar Nederland en België hebben als land formeel geen eigen standpunt. De Minister van Landbouw, Piet Adema, zal het huidige toetsingskader van EFSA en CBTG niet openbreken resp. onthoudt zich van stemming in de EU vanwege druk vanuit het bedrijfsleven en hij ‘koopt tijd’ met nieuw onderzoek. De glyfosaatdiscussie wordt gezien als een voorpost van de grote reductie in het gebruik van bestrijdingsmiddelen (herbiciden, insecticiden en fungiciden) en de reductie van antibiotica, drugs en geneesmiddelen in de veehouderij en menshouderij zoals we dagelijks kunnen vaststellen in rioolwater, zoals Nederland en de EU in de Green Deal resp. in GLB’s en in de Waterwetgeving bepleit, en of al heeft vastgesteld. Op 16 november 2023 besluit de EU om glyfosaat onder verscherpte condities nog tien jaar toe te staan. Protesten blijven niet uit.

Op 21-12 2023 reageert Ctgb, College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen, in een intervieuw met directuer Ingrid Beckx en toxicoloog Rixta Hempenius, met NRC op de goedkeuring van glyfosaat en het toelatingssysteem en de kennisgaten. Volgens het huidige toetsingskader is niet bewezen dat glyfosaat kanker veroorzaakt. Tevens is niet bewezen dat glyfosaat geen kanker veroorzaakt.Er worden wel kennisgaten genoteerd maat geen kritieke zorgpunten. Boern mogen de komend 10 jaar glyfosat bliven gebruiken maar per EU-land kunnen er nadere beperkingen worden opgelegd. De brandbrief van 159 wetenschappers is niet dorslaggevend volgens Ctgb. Het gebruik werd onder andere in verband gebracht met kanker, schade aan het micoioom (de darmbacteriën), biodiversiteit,en neuro-degeneratiev ziekten zoals Parkinson ( Prof. Bas Bloem U N). Wij realiseren ons dat stoffen als glyfosaat onder het vergrootglas liggen. We weten ook in overlg met Bloem, dat er geen goede methodiek beschikbaar is om te testen of bepaalde stoffen Parkinson veroorzaken. Wij kijken in brede zin naar hersenschade, niet naar onderliggende processen. We hebben heel veel gevevens over glyfosaat waaruit wij concluderen dat glyfosaat niet neurotoxisch is. Als er nog kennisgaten zijn moetn die gevuld worden door de producent van glyfosaat middels aanvullende rapporten. Lukt dat niet dan zouden we tde toepassing van glyfosaat kunnenverbieden. Onduidelijk blijft in het intervieuw de vraag in hoeverre zulke discussies ertoe leiden dat de gehele toelatingsprocedures en de inhoudelijke rapportages zullen worden aangepast in EU-verband of specifiek voor Nederland omdat Duitsland en Frankrijk onevreden zijn met de huidige gang van zaken. Tevens blijft onduidelijk welk onderzoek Minister Adama laat doen om de kennisgaten over glyfosaat te dichten. Bron NRC 21-12=2023: Wij zien geen onaanvaardbare risisco’ss bij glyfosaat, van redacteur Steven Frölke.

Verkiezingen 22 november 2023

Op de dag dat Pieter Omtzigt het programma van zijn partij NieuwSociaalContract presenteert, publiceert het Sociaal en Cultureel Planbureau haar onderzoek naar het vertrouwen en oplossingsvermogen van de Nederlandse politiek. De dalende lijn in vertrouwen van Nederlanders boven de 18 jaar in de Tweede Kamer en de regering is verder gedaald van ongeveer 56-54% in juli 2021 naar 42-43% in maart 2023. De thema’s die de politiek als eerste moet aanpakken zijn volgens de kiezers boven 18 jaar resp. Het functioneren van de politiek 27%( waar enorm veel kritiek op is, Inkomen en prijzen 22%, Klimaat en milieu 21%, Wonen en woningmarkt 18%, Gezondheidszorg 14%, Immigratie en integratie 12,5% en Onderwijs 7%. Daarna volgen pas Criminaliteit en veiligheid 6,5% en Manier van samenleven 5%. Als gevolg van de ervaringen met de politiek gedurende de laatste kabinetten Rutte hebben de Tweede Kamer en de regering en de wijze van politiek bedrijven zware averij opgelopen. Met een nieuw spectrum aan politieke partijen en te kiezen politici, zullen de kiezers met een grote opkomst, veranderingen kunnen mogelijk maken.

Aandacht naar andere zaken

Bij de verkiezingen wordt gestruikeld over de mediabepalende oorlog tussen Israël en de Palestijnen, die samen zouden moeten werken aan een uniestaat (of twee staten) met 7 miljoen Israeliers en 7 miljoen Palestijnen. Het kabinet Rutte holt achter Israel aan en de actiegroepen komen op voor dramatische hoeveelheid slachtoffers en de schendingen van mensenrechten in een totaal verneitigde Gaza en de bedreigingen van Palestijnen op de Westelijke Golanhoogte. De opname van vluchtelingen in de EU en in Nederland is een dagelijks thema. Armoede, bestaanszekerheid, woningbouw, zorg en effecten op de begroting volgen. Klimaat en energie krijgen aandacht maar Stikstof, duurzaamheid landbouw en voedsel blijken geen stemmentrekkers te zijn. Ook het doorrekenen van slechts 8 partijgrogramma’s is een teken van versplintering en argwaan jegens het centraal planbureau alhoewel er extern voldoende kritische economen en rekenmeesters zijn die ons nader informeren over de programma’s en de kosten. Het schuiven met streefjaartallen Stikstofreductie 2030 en 2035 evenals het percentage reductie van Stikstof varieert van resp. 0% bij BBB, PVV, Ja 21 en FvD, en 10%-30 % als iets doen en een compromispercentage bij VVD, CDA, CU, SGP, en de SP, 50% bij D66, Volt en GroenLinks/PvdA, en 70% bij PvdD. Laura Bromet van GroenLinks hoorde de diplomaar Timmermans zeggen dat polariseren en opdreunen van een verkiezingsprogramma je niet verder helpt. Onze doelen voor Natuurherstel staan gewoon overeind aldus Bromet. Natuurherstel vereist natuurlijke wel Stikstofreductie als N-emissie vanaf de boerderij/bedrijf/verkeer (ammoniak en NOx) of als mindering Stikstofdepositie in Natura2000 gebieden en andere natuurgebieden. Een aantal partijen noemt geen percentages reductie Stikstof en geen streefjaartallen. Opvallend is dat bijna alle partijen de rest van het Nationaal Groeifonds schrappen en het Stikstoffonds en het Klimaatfonds willen beperken. Hoe dat zich verhoudt tot de Stikstofdoelstellingen en de Klimaatdoelen is niet duidelijk. Bezuinigen in het algemeen komen bijna nergens aan de orde behalve mogelijk bij de VVD.

Bronnen: Het SCP-onderzoek, NRC: De politiek zelf wordt nu als probleem gezien, redacteur Lamyae Aharouay dinsdag 24 oktober 2023. En Bron NRC 8 november 2023 : Voor Timmermans is ‘stikstofdeadline 2030’ niet meer heilig, redacteur Eppo König en Philip de Witt Wijne.

Rechtzaak Rabobank

Bij het afschaffen van de melkquota op 1 april 2015 in Nederland moesten boeren als ondernemer inschatten in hoeverre zij meer melk konden of wilden gaan produceren. De problematiek van de mestwetgeving en de mineralenintensiteit met fosfaat en stikstof en de hoeveelheid koeien per ha was al vele jaren bekend met de mestregels en de milieuregels. Boeren en standsorganiaties waren vooral bezig met de hoeveelheden fosfaat (en stikstof) die zij per diersoort mochten produceren en uitrijden in de kolom. Het Ministerie van Landbouw/Economische zaken was defensief bezig met mestwetgeving en de milieuschandalen en de tekortschietende mestcontroles. Er was bij de boeren behoefte aan regels en normen om de bedrijfsvoering en de landbouwproduktie te reguleren en de mestwetgeving was te defensief en te gedetailleerd. De politiek en de landbouworgansaties aarzelden nog steeds om de landbouw produktie duurzamer en houdbaarder te maken door te extensiveren. Boeren die gingen uitbreiden hoopten dat andere boeren minder gingen produceren: Een gok en dat betekend risico. Niemamd nam de regie in Nederland: De boerenorganisatie niet ( D-day) , het Ministerie van Landbouw niet (Proactief sluimerend) en de Rabobank als grootste financier van schaalvergroting was vooral bezig met spreadsheets voor nieuwe hypoheken. Zorgplicht met zijn allen hoh-maar. Er werden teveel nieuwe stallen bijgebouwd met meer vee en de overheid moest nadien weer ingrijpen op de mestproduktie met extra Fosfaat- en later Stikstofregels. Sommige boeren vinden achteraf dat de Rabobank (mede) verantwoordelijk is voor hun schaalvergroting en schuldenlast. Hun eigen verantwoordelijkheid wentelen zij (deels) af op de zorgplicht van de bank. Boeren konden de produktiebeperking niet voorzien, is hun redenering. De rechtzaak van een boer die zijn stal en veestapel in 2014 wilde uitbreidde van 110 melkkoeien en 114 kalveren, naar 199 melkkoeien, 141 kalveren en 39 fokstieren, stelde de Rabokank aansprakelijk op basis van tekortgeschoten zorgplicht en bij mogelijk gebrek aan inzicht van de boer. De stal kwam voor 2018 niet vol door aanvullende wetgeving fosfaat. Het tussenarrest van het Gerechtshof in Arnhem, geeft de boer in eerste instantie gelijk omdat Rabobank 80% van de Agro-investeringen van 20 miljard Euro financiert. De Rabobank zou de ontwikkelingen op wetgevingsgebied onderkend moeten hebben. Hoe het verder afloopt is de vraag. Dat geldt natuurlijk ook van de landbouworganisaties en andere landbouwadviseurs die hun handen bij de afschaffing niet wilden branden aan beperkende maatregelen op melkproduktie in de melkveehouderij en vigerende beperkingen in mest en fofaatproduktie. De Rabobank krijgt de gelegenheid om aan te tonen dat de boer wel degelijk is gewezen op de risico’s. De verantwoordelijkheid van de ondernemer en de veantwoordelijheid van de financier zijn juridisch verschillend maar waar ligt de grens?. De definitieve uitspaak van het Hof volgt in 2024. Bron NRC van 4 en 5 november 2023, Rabobank moest boer waarschuwen, door redacteur Stefan Vermeulen.

Natuurherstelwet EU afgezwakt

Het ziet ernaar uit dat de onderhandelaars van de EU-landen en het EU-parlement overeenstemming hebben bereikt over de omstreden Natuurhestelwet. Timmermans had al water bij de wijn gedaan maar nu is een nog verder afgezwakte versie aangenomen. Op basis van de Natura2000 wetgeving uit het verleden zouden de landen hun natuurgebieden hebben moeten beschermen maar de natuurgebieden en de biodiversiteit zijn in vele landen voor meer dan de helft niet op orde. In 2030 zullen nu slechts 20% van de natuurgebieden op orde moeten zijn (inspanningsverplichting) en in 2050 ale natuurgebieden waar herstel nodig is. Daarmee is de huidige druk van de ketel in Nederland en in de EU om fors in te grijpen als de natuur verslechtert. Je kunt de natuur wel willen beschermen maar zonder middelen en maatregelen zoals Klimaat- en Milieu- en Stikstofmaatregelen in de landbouw, de industrie, de waterzuiveringen en in verkeer, gebeurt er niets.

Reducties aan de kant van emissies van vervuilende stoffen, bieden kansen aan de kant van de deposities op natuur, groenvoorzieningen en de landbouw, en op de kwaliteit van bodem- en oppervlaktewater. Vele landen hebben te weinig Milieufondsen, Klimaatfondsen of Stikstoffondsen of Natuurherstelfondsen ingericht of stellen die bij verkiezingen ter discussie, om actief in te kunnen grijpen. De behoudende partijen in de EU (conservatieven en christendemocraten) hebben dus voor jaren gewonnen en het probleem wordt doorgeschoven naar de toekomst. Zorgen voor de kosten van lidstaten om natuurbeschermende maatregelen te nemen, duiden op gebrek aan eigen erkenning van de problemen en gebrek aan verantwoordelijkheid en inzet van die landen, en op het collectief afschuiven van verantwoordeljkheid op de EU: het zwaktebod. Daarmee lijkt duidelijkheid voor de bedrijfsvoering en het verdienmodel van de boeren en de industrie weer verder weg en de situatie van verkeer, scheepvaart en luchtvaart weer op de lange baan geschoven. Het voorstel om na de Green Deal en het Natuurherstelplan, de hoeveelheid persticiden per 2030 te halveren, is door het EU-parlement onderuit gehaald. Een nieuw voorstel wordt niet meer verwacht voor de EU-verkiezingen van 2024. Ook een voorstel om de voedselketen vergaand te verduuramen , is geschrapt. Een voorstel om de leefomstandigheden van dieren in de veehouderij te verbeteren. is flink vertraagd. Bronnen NOS en NRC november 2023.

Demissionair kabinet losgeslagen, Wat zegt de oppositie?

In het tijdpad naar verkiezingen neemt een demissionair kabinet normaliter geen ingrijpende beslissingen meer. Zulk een kabinet is niet volwaardig en de Tweede Kamer moet de regie houden maar dat gebeurt thans niet. Over Stikstof of een Landbouwvisie wordt niet meer gepraat maar over Israél en Gaza wordt ongenuanceerd gehandeld. Sinds de moordaardige aanval van Hamas op Israël, heeft het Israelische leger Gaza aangevallen en behalve Hamasstrijders al 11.000 Ganese burgers gedood waarvan duizenden vrouwen, bejaarden en kinderen. Het verdrijven van 1,2 miljoen Ganezen naar het Zuiden en het sluiten van grenzen en het bombarderen van vluchtwegen evenals het aanvallen van ziekenhuizen en het onthouden van voedsel, brandstof en medicamenten, zijn volgens deskundigen en militairen in strijd met burgerrechten en het oorlogsrecht. Het lijkt op wraak op Palestijnen en de vernietiging van Gaza. Demissionair premier Rutte van de VVD laat keer op keer weten Israel blind te steunen en vergeet steeds in eerste instantie ook de bescherming van Palestijnse burgers te benoemen. Nederlandse media reageren daar met terughouding op en burgers willen een evenwichtige benadering van het strijdende partijen. De oproep om de Tweede Kamer bij elkaar te roepen wordt steeds afgehouden. Mensenrechten gelden naar wij hopen zowel voor Israélische burgers als voor Palestijnse burgers.

Hamas en de Zionitische kolonisten op de Westelijke Jordaanoever handelen buiten de internationale rechtsregels en vermoorden en verdrijven Palestijnen van huis en land. NRC van donderdag 16 november 2023 bevat een paginagrote oproep aan demissionair premiet Rutte, Maak nu werk van een staakt het vuren, door de hulporganisaties in Gaza: Pax, Amnesty, Artsen zonder grenzen, Hivos, Oxfam Novib, The Rights Forum, SOMO, en Save the Children. Zowel het kabinet als de Tweede Kamer staan erbij in verkiezingstijd en ondernemen te weinig. Inmiddels staat het Israeilische leger in de ziekenhuizen in Gaza waar tweederde als ziekenhuis al is uitgevallen door stroomuitval. gebrek aan brandstof en door bombardementen. In een reconstructie besluitvorming Israël geven de redacteuren van NRC, Steven Derix en Pim van den Dool in een artikel aan dat Ambtenaren vs de top: waar blijft de kritiek op Israël?, op donderdag 16 november 2023. Ambtenaren klagen over de slappe houding van het kabinet. Nederland veroordeelt de blokkade van Gaza niet, hoewel de volkenrechtelijk adviseur zegt dat deze evident in strijd is met het oorlogsrecht.Volgens critici is deze houding met een dubbele standaard symptomatisch voor het Israël beleid. Amtenaren worden voor hun ongevraagde kritiek onder druk gezet met een heksenjacht op lekken net als bij de aanloop naar de toeslagenaffaire en andere klokkenluiders. Op 20 november 2023 zijn er na de moord van Hamas ( 7 november) op 1200 Israëliers en de ontvoering van meer dan 210 mensen, uit wraak en vanwege Hamas liquidatie, al 13.500 Palestijnse doden in Gaza waarvan 4000 kinderen met in totaal meer dan 30.000 gewonden terwijl de ziekenhuizen zijn verwoest of lamgelegd en het verkeer en de nutsvoorzieningen lam liggen. Meer dan 40 journalisren zijn gedood in Gaza evenals een tachtigtal medewerkers van de VN en van hulporganisaties. Meer dan 80 gebouwen van de VN zijn vernield waaronder scholen. Op de Westelijke Jordaanoever, officieel gebied van de Palestijnse authoriteit, zijn meer dan 200 Palestijnen doodgeschoten door het leger van Israël en door extreme Joodse kolonisten. Met een duidelijke veroordeling van de VN resp. een verdeelde EU, een weifelende VS, en een vanouds Nederlands en Duits pro-Israel, gaat Israel door met de oorlog, die volgens veel landen achteraf zal worden bestempeld als genocide. Wij stonden erbij en keken ernaar?. Opvallend zijn de artikelen in de media die kritiek op Israël en de inzet van het leger gelijk stellen met Joden-haat of antisemitisme. Palestijnen mogen leuzen die zij 20 jaar gebruiken (en die de Nederlands rechter niet illegaal vindt) niet meer bezigen vanwege vermeende bezwaren. Joodse kolonisten mogen hun buiten wettelijke acties voortzetten. Hamas glipt met zijn criminele bezigheden in gangen en via luiken onder het vernielde Gaza door. Journalisten en voetballers worden in Duitsland ontslagen zonder bewijs van strafbare uitingen. de media in Israël berichten niet over de puinhoop en de slachtoffers in Gaza en de vernietiging van de Palestijnen en hun infrastuctuur en woonwereld. Volegsn NRC van 22 november 2023 maakte UNRWA, de VN-organisatie voor Palestijnse vluchtelingen, bekend dat 1,7 van de 2,3 miljoen inwoners van Gaza ontheemd zijn door het Israëlische geweld. Volgens VN-secretaris-generaal Antonio Guterres is de wereld getuige van ‘een moord op burgers die zijn weerga niet kent’. en ongekend is sinds ik secretaris-generaal ben. Er komt vanaf 23-11 een bestand van 4 dagen in Gaza met een beperkte ruil van gevangenen. Het bombarderen gaat daarna door volgens Netanyahu.

Achtertover leunen?

Na enkele jaren van terughouding hadden VVD-ministers op Economische zaken en op Verkeer en Waterstaat hun inbreng pas in tweede instantie aangegeven bij de vraagstukken van Klimaat, Stikstof, Schoon water en Natuur door beleidsmaatregelen bij piekbelasters, industriële bedrijven en bij verkeer (autoverkeer, scheepvaart en luchtvaart) an te kondigen. Grote teleurstelling blijkt als het aantal industriële bedrijven dat na overleg aangepakt wordt uiterst laag is en als op 14 november 2023 blijkt dat het kabinet de plannen voor 2024 om Schiphol minder vluchten toe te staan, in de ijskast belanden. De omwonenden van Schiphol die al jaren met overlast van geluid, CO2, NOx en stof kampen en de veehouders en akkerbouwers die de Stikstofemissie moeten drukken om Natuurherstel mogelijk te maken begrijpen dit niet. Boeren die de Nitraatrichtlijn uitvoeren voor schoon grondwater en de waterzuivering die schoner water gaat lozen op het oppervlaktewater en de boeren die bestijdingsmiddelen gaan verminderen, hebben geen begrip voor het regeringsbesluit. Hen wordt evenals de burger een loer gedraaid?. Schiphol kan zo niet verder want alle seinen staan op rood. De argumentatie met een zogenaamd EU-luchtvaartprocedure bezwaar en druk vanuit het bedrijfsleven in de luchtvaart in USA en Canada, maken het besluit ongeloofwaardig. Nederland en de EU evenals de VS willen Klimaar, Natuur en Milieu bevorderen met Green Deal en de Klimaatplannen en de regels voor Natuurherstel. Welke regels en wetten gelden ook voor de luchtvaart?. Omwonenden en Milieuorganisaties komen in actie. Ook de directeur van Schiphol Ruud Zondag is niet gelukkig met de gang van zaken. Het moet anders te beginnen met overleg met betrokkenen en het terugdringen van lawaaivliegtuigen, prive-vliegtuigen en de nachtvluchten. Die 500.000 vluchten gaan we niet halen en dat is ook nier nodig volgens Schiphol. De verslechterde relatie met onze buren en de toegenomen juridische procedures leiden niet tot een oplossing. Kijk ook naar de programma’s van de politieke partijen en de verkiezingen.


Vlaanderen versoepelt Stikstofprocedure maar handhaaft normen en tijdpad

De Vlaamse regering heeft haar Stikstofbeleid opnieuw bijgesteld. De scherpe randjes zoals verplicht stoppen van de 40 grootste boerenvervuilers, gaan ervan af volgens Minister Zuhal Demir, NVA, van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme. ‘Rode bedrijven”, een soort Vlaamse superpiekbelasters zouden voor 2030 stoppen met een vergoeding van de overheid. Die bedrijven (veehouderijen en mestverwerkers) mogen open blijven als ze erin slagen om voor 2030 50% Stikstofemissie te bereiken door de bedrijfsvoering aan te passen met nieuwe technieken of met vermindering van vee. Dat is een enorme opgave. Een wetenschappelijke commisssie zal dit per individueel boerenbedrijf bekijken. In Nederland gebeurt dat regionaal per provincie. Net als in Nederland moest de rechter en een milieuclub aan te pas komen omdat de overheid het Stikstofbeleid in het verleden liet versloffen. Driekwart van de 61 Natura2000 gebieden in Vlaanderen heeft een te zware Stikstofdepositie en die moet in 2030 zijn gehalveerd. Het Vlaamse kabinet wil behalve Stikstof in 2024 ook werk maken van droogte en de waterproblematiek oppervlaktewater en grondwater conform EU-regels. Op dit moment is Vlaanderen met een eenvoudiger aanpak in het Stikstofdossier verder gekomen dan Nederland met zijn zak geld en ingewikkelde procedures, politiek gekrakeel en trage besluitvorming. Bron: NRC woensdag 15 november 2023, Scherpe randjes zijn van het Vlaamse stikstofkakkoord af, door redacteur Martin Kuiper.

Uit de Stikstofcrisis, Verantwoord omgaan met onzekerheid

Als vierde boek over Stikstof en de bestuurlijke Stikstofcrisis, dat we bespreken in het kader van ons Essay, gaan we in op het boek/brochure van DND (De nieuwe Denktank) van 25 oktober 2023 van de hand van de jurist Quirinus Pluymaekers en de geoloog Marinus den Hartogh, die actief zijn in de genoemde onafhankelijke denktank DND. De brochure volgt op het rapport van DND, Stikstof: ‘Van een technocratische tunnelvisie naar realistisch rentmeesterschap’ van november 2022.

Op de omslag vermeldt DND de 3 doelstellingen van het rapport:

1. Op gang brengen toestemming en vergunningverlening,

2. Ruimte voor terugkeer naar effectief en generiek beleid, en

3. Legalisering van PAS-melders. De Stikstofcrisis is een crisis in de vergunning- en toestemmingsverlening, op het snijvlak van juridisch/bestuurlijk handelen en de wetenschap over het bewijsbaar neerdalen van hoeveelheden Stikstof als ammoniak/ammonium en als NOx/nitraat afkomstig van veehouderijen, verkeer en de industrie in natuurgebieden, specifiek in Natura2000 gebieden. Er komen in Nederland als gevolg van de Stikstofcrisis veel economische activiteiten met weinig extra N-emissie tot stilstand zelfs als ze het klimaat resp. de duurzaamheid of de energietransitie dienen. De ongeschiktheid van het model Aerius als bewijsvoering van schadelijke effecten bij de vergunningverlening met een lage N-emissie is in 2020 door de Commisie Hordijk vastgesteld. Prof. Petersen gaat daar verder op in. De onzekerheden in de modeluitkomsten zijn veel te groot in verhouding tot de norm (van mol N per ha per jaar) die bij het wel of niet verlenen van toestemming wordt gehanteerd. Naast het model wordt dan de afweging van de norm voor max. hoeveelheid N pet ha per jaar realistisch en wetenschappelijk verantwoord aangepast. In het boek wordt uitgegaan van een alternatief toestemmingsverleningstraject bij vergunningen waarbij een juridisch houdbare drempelwaarde in depositie van N ook in Nederland kan worden toegepast. Onzekerheid over het effect van N wordt niet vertaald in een te krappe drempelwaarde zoals in Nederland gebeurt maar sluit aan bij het alternatieve bestuurlijke beleid dat in Duitsland en Denemarken wordt gevoerd. Het rapport bevat de nodige juridische onderbouwing en sluit aan bij rechtspraak van het Europese Hof resp. het Duitse Bundesverwaltungsgericht en de Raad van State inNederland. Toepassing van de juridisch houdbare drempelwaarde kan in Nederland zonder wetswijziging worden toegepast in de procedure van vergunningverlening. Mogelijk kunnen ook een aantal PAS-melders en Interimmers, die alle gegevens volledig naar waarheid hebben ingevuld of geen gegevens hoefden aan te reiken bij de provincie, gebruik maken van deze benadering.

Het rapport Uit de Stikstofcrisis van DND met van 54 blz. tekst heeft de volgende indeling;
Inhoudsopgave en een Samenvatting,

1. Het juridisch kader

2. Drempelwaarden

3. Het toepassingsbereik van stikstofmodellen

4. Het cumulatierisico

5. Praktische toepassing van een drempelwaarde en

6. Tot slot, en enkele achtergrond bijlagen zoals het advies van de expert Prof. dr. Arthur Petersen, over het oordeel over de wijze waarop de beoordelingsdrempel van 0,005 mol N per ha per jaar, is onderbouwd.

Commentaar

Het boek of brochure ‘Uit de stikstofcrisis’ van Pluymakers en den Hartogh, is verfrissend helder geschreven door onafhankelijke auteurs en slaat de spijker van het knelpunt in de impasse van de Stikstofcrisis in Nederland op zijn kop. De onafhankelijke denktank DND verdient een pluim en bestuurlijke en wetenschappelijke aandacht voor haar werk.

Twee conclusies springen eruit:

1. Het te wijzigen gebruik van het model Aerius en

2. De drempelwaarde van 0,005 mol N per ha per jaar, moeten worden aangepast bij de vergunningverlening zoals gebeurt in Duitsland of Denemarken, die een veel hogere norm voor de drempelwaarde voor depositie van resp. 21 en 35 mol N per ha per jaar bezigen. Methodologisch zijn er aanpassingen nodig vanwege de bewijslast en de foutenanalyse.

De conclusies van DND komen overeen met de analyse en de kritiek over de gang van zaken bij vergunningverlening bij veehouderijen en bij bouwprojecten, die eerder in dit Essay over geschiedenis van de landbouw t/m de Stikstofcrisis, aan de orde zijn. De benadering en de formuleringen van het vraagstuk verschillen maar niet in inhoud van de conclusies. Het is zinvol als juristen resp. wetenschappers en politieke partijen en natuurorganisaties inhoudelijk reageren op de publicatie van DND van oktober 2023. De betekenis voor de kabinetsvorming in 2023-2024 in Nederland is duidelijk en urgent. Vooralsnog krijgen de oorlog van Israél en Hamas in Gaza met haar gruwelijkheden en het theater van de verkiezingen en de formatiepogingen in Nederland alle aandacht.

Oorlog Israël en Gaza

Op 7 december 2023 vraagt de secr.-generaal van de VN, Antonio Guterres, de VN op om het krachtigste instrument van staakt het vuren in te zetten. Na het hervatten van het geweld met een grondoffensief in Zuid-Gaza kunnen de Palestijnen die voor 3/4 uit hun huizen zijn verjaagd, ontheemd zijn en in Zuid-Gaza bijeen zijn gedreven, geen kant op. De openbare orde gaat instorten volgens Guterres en de ziekenhuizen zijn slagvelden. Ook de voedselvoorziening en de sanitaire zorg is volstrekt onvoldoende. Meer dan 16.000 doden zijn er inmiddels gevallen in Gaza. Eind december 2023 zijn dat er 20.000. Het geweld zegeviert in het Midden-Oosten, De VN resp. de VS, de EU en de Arabische landen staan erbij en het geweld gaat gewoon verder. Verder dat een steunverklaring aan Israël en een oproep om de Palestijnen te sparen komt de G7 niet. Elke proportie of balans in dit conflict is zoek, in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever volgens de UNRWA-directeur, de Amerikaan Adam Bouloukos. Gewapende kolonisten gaan op de Westelijke Jordaanoever ongestoord hun gang en ze hebben al duizend Palestijnen uit hun huis verdreven. Gooit een Palestijnse tiener een steen naar een Israelisch pantservoertuig, dan vallen tientallen soldaten het dorp binnen op zoek naar het kind of de familie, aldus Bouloukos. Ook de vrijlating van Palestijnse gevangenen is ‘haast lachwekkend’ omdat Israël inmiddels al weer 3000 nieuwe arrestaties heeft verricht. Het is niet als een oorlog tussen twee legers. Gaza heeft geen luchtafweer of controle over de zee, met een militante beweging en daarnaast een ontzetetnd groot aanatl burgers. Dit conflict draait om een militaire bezetting waarbij Israël elk aspect van het leven in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever controleert. UNRWA verloor inmiddels 130 medewerkers van de VN-organisatie in Gaza. We proberen 1.9 miljoen ontheemde Palestijnen. Israël regaeert woedend op de VN uitspraken en op de persoon van Guterres in een reactie van de minister BZ Cohen en de ambassadeur bij de VN. Guterras is op de hand van Hamas zegt Israël alsof neutraliteit niet bestaat. Bron NRC 7 december 2023, redacteuren Boris van der Spek en Ine Roox.

Op 9 december blijkt dat de VS de resolutie van de secr-generaal Anonio Guterres vetoöt en dat de andere leden van de permanente raad op de onthouding van Engeland voor hebben gestemd. Iran ontsteekt opnieuw in woede. Mensenrechten organisaties reageren verbijsterd. Het draagvlak voor Israel is inmiddels minimaal en vele landen in Arabië en in Europa reageren besmuikt. Omdat momenteel ook de gezamenlijke steun van meer dan 110 miljard dollar voor Oekraïne wankelt in de VS en mogelijk ook in de EU gevaar door Orban van Hongarije en Fico van Slowakije loopt, lijkt het alsof het grote geweld van Rusland en van Israël gaat zegevieren?. Kunnen Biden in de VS en de leiding van EU met de regeringsleiders toch de impasses doorbreken?. Niet alleen het geld raakt op in Oekraïne maar van de toegezegde 1 miljoen 155 mm granaten heeft de EU pas 300.000 exemplaten afgeleverd tot frustratie van het leger in Oekraïne dat blijft vragen om munitie en Westerse gevechtsvliegtuigen en langeafstandraketten om de Russen achter de opgeworpen verdedigingswal met mijnen in de Donbas aan te vallen en de militaire logistieke toevoerlijen van de Russen door te snijden. Zonder voldoende munitie kan de verdediging in de Donbas niet worden doorbroken omdat Rusland meer soldaten aanvoert en een offensief is begonnen.


Stikstofcrisis even uit beeld

Nederland heeft de bestuurlijke kerstboom zo gedetailleerd en ingewikkeld opgetuigd, dat de bestuurderen en de rechters er niet meer uitkomen. De boeren en de bouwers van grote projecten staan onder grote druk en het grote publiek (de burger) begrijpt het niet meer. De politiek praat veel in de Tweede Kamer maar lost het probleem niet op. Kleine hoeveelheden N (ammoniak en NOx) worden bij veehouderijen en verkeer berekend bij de emissie van de bron (het bedrijf) en worden dan als (soms minieme) hoeveelheid N per ha per jaar in Natura2000 gebieden zonder wetenschappelijke grondslag als depositie toegerekend bij de vergunningverlening. In tegenstelling met Vlaanderen, Duitsland en Denemarken, die rekenen met veel grotere hoeveelheden mol N als drempelwaarde N per ha per jaar voor een vergunning, rekent Nederland met een zeer lage en foutief gestelde hoeveelheid N voor de drempelwaarde. De gehanteerde drempelwaarde voor depositie in mol N per ha per jaar bedraagt in Nederland 0,005 mol N en in Duitsland 21 mol N en in Denemarken 35 mol N per ha per jaar. Het rapport van DND rekent af met de mythe van de drempelwaarde van 0,005 mol N per ha per jaar in Nederland bij de vergunningverlening. Tevens wordt de uitkomst van de berekening van de deposite van N voor Natura2000 gebieden in Aerius, in een ander licht geplaatst en vanwege wetenschappelijke onzekerheden en een strenge foutenanalyse niet meer als doorslaggevend criterium gebruikt.

De eerste 0 resp. 5 of 10 kg N-depositie per jaar in een Natura2000 gebied is de achtergrondwaarde van de natuur zelf vanwege regen, het onweer en de bliksem. Daarboven op komen de deposities veroorzaakt door resp. verkeer, industrie en productiebedrijven (vooral NOx) en de veehouderijen (vooral NH3) en andere menselijke activiteiten. Die kunnen door verkeer in binnen en buitenland en plaatselijk in de nabijheid van chemische industrie en veehouderijen oplopen van 20 naar 40 kg N resp. 60-80, 100-120, 120-160, 160-200 en meer dan 200 kg N per ha per jaar in zwaar belaste Natura2000 gebieden, natuurgebieden en op landbouwgrond en in groenvoorzieningen. Die hogere en hoge waarden voor N geduid als eutrofiëringswaarden komen voor in Nederland, Vlaanderen, Duitsland, Frankrijk, Spanje en bijv. ook in Turkeije.


Bijna 1000 boeren hebben interesse in een stoppersregeling

Op 29 -11-2023 schrijft Rene Lukassen in RTL Nieuws: Bijna 1000 boeren hebben interesse in “de woest aantrekkelijke uitkoopregeling’ van de Minister van Stikstof van der Wal. 974 boerenbedrijven hebben interesse in de regeling(en): LBV en LBV+. LBV is de regeling voor landbouwbedrijven die in Nederland gaan stoppen in de varkenshouderij, melkveehouderij, kippenhouderij, kalkoenenhouderij en de kalvermesterij. LBV+ is de regeling voor veehouderijen die bij Natura2000 gebieden liggen en die behoren tot de piekbelasters in stikstof: die veel N-emissie hebben en N-depositie veroorzaken. LBV+ keert meer uit dan LBV. Het duurt nog maanden voordat de boeren weten of zijn daadwerkelijk in aanmerking komen voor de regelingen. Bedrijven die stoppen leveren vee in en er wordt dan minder mest (met N en P) geproduceerd. De LVB regeling sluit deze weken de LVB+ op 5 april 2024. 37 LVB+ aanvragen zijn al beoordeeld. De aanvragers van LVB moeten langer wachten en wel tot maximaal 1 juni 2024. Voor de LVB regeling is 500 miljoen € uitgetrokken verdeeld over Varkenshouders 115 miljoen, pluimveehouders 115 miljoen en Melkveehouders, waarvan er veel meer zijn, 270 miljoen €. Bij veel aanvragen wordt de volgorde bepaald naar kosteneffectiviteit: meer N-reductie eerst. Voor piekbelasters is op dit moment 975 miljoen € beschikbaar. LBV+ aanvragers, de piekbelasters, krijgen binnen 16 weken antwoord. Zij krijgen 6 maanden de tijd om te besluiten of zij meedoen. Bron RTL Nieuws van redacteur Rene Lukassen van 29 november 2023.

Verkiezingen en uitslag

Na de zogenaamde nek aan nek race van VVD resp. GroenLinks/PvdA, NSC en de PVV blijkt de PVV met ongeveer 35-37 zetels in de Tweede Kamer de grootste partij te zijn geworden. De prognose was 27-29 zetels. De winst van GroenLinks/PvdA met 7 zetels is 25 en het verlies van de VVD met 10 zetels tot 24 zetels is opmerkelijk NSC behaalt ongeveer 20 zetels. De voormalige regeringspartijen D66, CDA, CU halveren hun aantal zetels tot resp. 9 of 10, 5 en 2 zetels De BBB komt op 7 zetels uit ondanks de hoge prognoses van afgelopen jaar. Volt met 2 zetels halveert ongeveer evenals PvdD 3 en de SP 5, FvD 3, Denk met 3 en Ja21 met 1 verliezen flink in zetels. SGP blijft op 3. Het initiatief voor gesprekken over een nieuw kabinet ligt bij de PVV van Wilders. De vraag is of VVD (twijfels) en NSC (twijfels) en BBB (twijfelt niet ) over te halen, zijn tot een regeerakkoord over rechts met een partij die jarenlang is uitgesloten om te regeren. De partijen BBB, NSC en PVV hebben last van groeistuipen en zijn nog niet stabiel. Wilders met zijn eenmanspartij staat niet bekend vanwege compromissen of het schenken van vertrouwen aan ander politici. Een eenmanspartij kan uit elkaar spatten. De andere partijen zoals D66, CDA, CU en GroenLinks/PvdA, en de SP zien de PVV en haar programma om principiële redenen niet zitten. Een kabinet over links is mogelijk als voormalige regeringspartijen en andere partijen ondanks verliezen toch over te halen zijn om GroenLinks/PvdA en NSC te steunen met een kabinet of een minderheidskabinet eventueel met gedoogsteun van de VVD en of andere partijen. Veel hangt af van de geloofwaardigheid en het karakter van Wilders, en de competenties van de gekozen PVV-Kamerleden, om beleid te voeren en zich te houden aan de wet en de grondwet. Een premier moet in Nederland behalve leiding geven ook een boegbeeld zijn voor alle Nederlanders.

Voor de toekomstige uitvoering van klimaatplannen resp. energietransitie, natuurherstel, reductie stikstofemissie en schoon oppervlaktewater en schoon grondwater, zorg, bouw, en wonen, armoedebestrijding en bestaanszekerheid, en het oplossen van de landbouwcrisis, is het relevant of een rechts, links of een minderheids- of zakenkabinet wordt gevormd. Ook het ‘samengetrokken kluwen’ van problemen variërend van instroom vluchtelingen, economische vluchtelingen, buitenlandse studenten, arbeidsmigranten en expats, moet worden uiteengerafeld in gewenst en ongewenst met daarbij behorend beleid. Volgens Prof. dr. Hein de Haas, socioloog en migratiedeskundige UvA, die regelmatig in de media optreedt, gelooft niet in de oplossingen van radicaal rechts. Er is helemaal geen explosieve toename van migratie. De meeste migranten zijn arbeidsmigranten. Het aantal werd tussen 2006 en 2021 vier keer zo groot tot 800.000 . De eisen aan werk koppelen aan huisvesting is belangrijk: Geen bed dan ook geen business aldus Minisiter Karien van Gennip, CDA. Die eis kun je als land binnen de EU zelf stellen ook binnen de migranten in de EU. Het debat is zo gepolariseerd dat er geen enkel ruimte is voor nuance. In het boekje Hoe migratie werkt. ontrafelt hij het ware verhaal met 22 mythen over migratie, die links en rechts naar voren brengen. Hij voorziet de lezer in het boekje Hoe migratie werkt, van essentiële kennis die ons confronteert met ontnuchterende lessen over migratie. De auteur de Haas werpt in zijn publicaties van 30 jaar onderzoek een ander licht op de onderwerpen dan de politici vaak doen. We weten dat slecht 10-12 % van de migranten vluchteling is. Toevallig deed de Raad van State op 29-11-2023 uitspraak over het recht van asielzoekers op verruiming naar meer werk in Nederland. Vluchtelingen mochten volgens de politiek een half jaar niet werken en daarna max.24 weken. Nu blijkt dat dit in strijd is met Europese regels (recht op toegang op arbeidsmarkt) en het zogenaamde recht op WW, dat zou worden opgebouwd wat niet zo is. Dubbel gefopt allemaal (werknemer en werkgever, en de goedgelovige burger). We wachten nog op de uitvoering van het advies van Emile Roemer, SP, over de arbeidsvoorwaarden en de behandeling resp. de huisvesting en de zorg voor arbeidsmigranten in Nederland. Er gebeurde bijna niks. Nederland plukt de vruchten maar ontkent/kijkt weg bij de lasten. De huidige toestand in Ter Apel met een toevloed van vluchtelingen vloeit voort uit de halvering van de opvang die het kabinet Rutte heeft veroorzaakt. Inmiddels zijn de kosten per vluchteling verdubbeld omdat het COA de opvang niet aankan en steeds noodmaatregelen moet nemen. Het dossier vluchtelingen en migranten wordt in de analyse niet echt serieus genomen in Nederland. Bron Boekje van prof. Hein de Haas: h\Hoe migratie echt werkt, en Minder arbeidsmigratie lukt niet, NRC van redacteur Marike Stellingea in NRC 2 en 3 dec. 2023.

Nieuw kabinet?

Alle ogen zijn gericht op een nieuw kabinet en het politieke spel dat met veel theater wordt gespeeld om dat te realiseren. Of het links of rechts of iets ertussen in wordt, laat onverlet dat de randvoorwaarden voor oplossingen van de N-crisis niet veranderen. Vee blijft voer nuttigen en mest produceren, en mensen blijven reizen en naar het toilet gaan. Stikstof wordt als emissie door veehouderijen, verkeer en industriële bedrijven uitgestoten en N-depositie vindt plaats op Natura2000 en andere delen van het land. Nitraat bereikt het oppervlaktewater en het grondwater. Als het nieuwe kabinet zich buigt over de uitgebrachte N-adviezen in de vorm van een Essay over N-emissie door veehouderijen en N-depositie op Natura2000 gebieden van de professoren Erisman en de Vries, en het advies van De Nieuwe Denktank: Uit de stikstofcrisis, door Pluymakers en den Hartogh, kan de doorbraak in de gekuntselde omgang met de normering van N en de piekbelasters worden bereikt in Nederland. De eerste 1000 boeren die zich hebben gemeld om mogelijk te stoppen zullen afhaken als de uitkoopregelingen worden ingetrokken. De andere veehouders zullen zonder positieve prikkels achterover leunen net als de industrie en het verkeer (scheepvaart, vliegverkeer en indutrie) blijkbaar doen. Afschaffing van het Stikstoffonds zal de N-crisis laten voortbestaan. Het is een illusie dat met het opblazen van het oude kabinet de landbouwcrisis resp. de N-crisis en het klimaatprobleem zijn verdwenen. Het roeptoeteren van sommige partijen over gecreërde fondsen van miljarden Ero’s in begrotingen van 2023 en 2024 om problemen op te lossen zoals in Nederland (kabinetscrisis en nieuwe samenstelling en verhoudingen in de Tweede Kamer) en in Duitsland (aanhoudend begrotingsoverleg Ampel over 17 miljard Euro n.a.v. het besluit van het Bundesverfassungsgericht over Haushalt 2024) gebeurt, blokkeren de broodnodige veranderingen.

Voortgang beleid zittend kabinet

De debatten van woordvoerders over Landbouw in de Tweede Kamer in 2022 en 2023, hebben laten zien dat er Kamerbreed en bij veel boeren (en jonge boeren) voldoende steun en opbouwend gedachtengoed bestaat bij bijna alle politieke partijen om knopen door te gaan hakken. Dat is voer voor de kabinetsonderhandelaars. Gelukkig zijn sinds het gestrande Landbouwakkoord en de uitgebrachte adviezen Stikstof, de bouwstenen voor de oplossingen in de landbouw bekend. Oplossingen met de aanpassing van hoe we omgaan met voedsel en een aangepast verdienmodel voor boeren, en de rol van banken, winkels en toeleveringsbedrijven, met minder import veevoer en krachtvoer (in intensieve veehouderij) resp. minder vee (20-30%), en grondgebonden veehouderij als kringlooplandbouw en de extensivering landbouw en aangepast gebruik van dijken en sommige natuurgebieden, zijn bekend. In de brief van minister van der Wal van Stikstof aan de Tweede Kamer van 30 oktober 2023 was al bekendmgemaakt dat als gevolg van het opnieuw vaststellen van de emissie van stalvloeren veehouderij en bij voliëre-stallen (pluimvee) het aantal piekbelasters veehouderij ongeveer toeneemt met 300 en het aantal boeren met LBV (stoppers) toeneemt met 500. In de berekening in Aerius wordt de emissie van N bij die vloeren conform het advies verhoogd.

Op 4 december 2023 meldt Minister Piet Adema in ‘Brede samenwerking om innovaties in de veehouderij te versnellen’, dat er een convenant is gesloten van Ministeries van LNV met het Ministerie van I en W, sectororganisaties, provincies, Vereniging Nederlandse Gemeenten, FME, en de Dierenbescherming om een regio-orgaan op te richten dat (doorbraak) innovaties veehouderij versnelt. Dat zijn innovaties die daadwerkelijk bijdragen aan emissiedoelen voor ammoniak, fijnstof, geur en broeikasgassen, maar die ook zorgen voor beter ondernemerschap, verdienvermogen en dierenwelzijn. De innovaties moeten niet alleen renderen maar ook juridisch houdbaar zijn en voldoen aan maatschappelijke eisen voor leefomgeving en dierenwelzijn. Praktijkpilots staan centraal in de aanpak. De bedoeling is om in praktijkpilots samen te komen tot een werkbare aanpak van veehouders, ketenpartijen, kennisinstellingen, overheden een maatschappelijke partijen. Innovaties in de stal maar ook technieken om mest te scheiden, afzuiging vuile lucht, op opvang fijnstof, komen in aanmerking.

Minister Piet Adema van Landbouw kondigt op 5 december 2023 in een brief aan de Tweede Kamer aan dat de mestplafonds (mestproductieplafonds in Nederland) voor N en voor P worden verlaagd met 7 resp 9%. Ook de regels voor derogatie worden aangepast. De afbouw van de derogatie bij melkveebedrijven moet na 2 waarschuwingen van de EU versneld worden. De normen voor bemesting voor max. hoeveelheid N en P per ha worden verlaagd zoals beleidsmatig al lang is aangekondigd. De regels gaan gelden voor de melkveehouderij en mogelijk later ook voor varkenshouders en puimveehouders en andere bedrijven. Er moet 5% minder met N en met P worden bemest per ha en bij zand- en löss-gebieden met ‘nutriëntenverontreinigde bodems ’ en zelfs bij kleigronden (nieuw besluit voor vooral Zeeland, Zuid- Holland, Noord-Holland, Flevopolders, Friesland, Groningen en Overijssel) in verband met de verminderde kwaliteit van het grondwater (Nitraatproblematiek), later mogelijk meer: in 2025 20%. De normen per ha kunnen in de toekomst nog worden aangescherpt vanwege Nitraatrichtlijn en aanpassingen in Waterwetten door de EU en de vast te stellen kwaliteit van oppervlaktewater en het grondwater. De beperking van de invoer van veevoer en krachtvoer en het gebruik van van N- en P-kunstmest wordt nu nog niet genoemd. Een tegenvaller voor minister Adema en de boeren blijkt op 7-12-2023 omdat het budget voor het GLB voor verduurzaming bij grote deelname van de boeren, niet meegroeit. Daarom vallen de bedragen lager uit zoals blijkt uit het overleg met de Tweede Kamer. Het succes lijkt een domper te worden. De Minister van Landbouw mag de bedragen zelf niet ophogen dus gaat hij overleggen met de EU. Het overleg is gaande.


Kaartje LNV Verontreinigde gebieden, nog plaatsen.

Ministerie van LNV: Nutriënten verontreinigde gebieden Nederland per 2024, met Aangewezen gebieden sinds 2023 en nieuwe gebieden 2024 en gebieden die niet meer aangewezen zijn.


Einde Stikstofcrisis en Fosfaatcrisis in zicht?

Het sluitstuk van zelfregulering stikstof en fosfaat in de landbouw op bedrijfsniveau kan worden bereikt met de invoering van de max. hoeveelheid vee-eenheden per ha grond en de beperking van kunstmest en krachtvoer zoals al doorklinkt in het mislukte Landbouwakkoord van Minister Piet Adema met LTO en andere landbouw- en milieuorganisaties met de winkels, de banken en de toeleveranciers. Het aantal GVE (GrootVeeEenheden naar categorie Melkvee, Vleesvee, Kalveren, Varken, Kip, Kalkoen, Eenden, Konijnen etc.) pet ha grond bepaalt met de aanvulling met kunstmest de norm en intensiteit van het mineralengebruik per ha grond als maat voor de N- en P-belasting voor mogelijke milieuschade door afspoeling en uitspoeling en de bedreiging van de natuur en de biodiversiteit. Bij melkvee geldt als norm voor belasting van het systeem bij GVE melkkoe incl. jongvee per ha grond ongeveer als volgt. 0-0,5 GVE per ha is onbemest en natuurlijk terrein resp. 0,5 -1,5 extensief gebruik, 1,5-2,5 matig extensief, 2,5-3 normaal/gewoon gebruik melkveehouderij , 3-4 intensief en bij groter dan 4 en 5 zeer intensief. Voor de andere diersoorten kunnen ook normen worden berekend en vastgesteld per ha. Boven de norm van verantwoord gebruik van mineralen in de veehouderij per ha moeten mineralen (o.a.) N en P worden afgevoerd, normaliter tegen betaling. Dat is van toepassing bij intensieve veehouderij op de bedrijven met weinig ha’s grond, die grote hoeveelheden mest moeten afvoeren.

Volgens Tom Kunzler van Natuurmonumenten kunnen we ons na het oplossen van de Stikstofcrisis gaan concentreren op de omgang met water in Nederland. Als gevolg van klimaatverandering verdroogt Nederland en is de neerslag onregelmatiger geworden. Het landschap en de wateropslag moeten op de schop om water te bergen. Momenteel stroomt het regenwater te snel weg waardoor de Natuur, de biodiversiteit en de kwaliteit van het grond-en oppervlaktewater achter blijven. Omdat de inrichting van de Ruimtelijke orde volgens de politiek en het PBL prioriteit vereist, zal ook de Visie op Landbouw resp. de Visie op Natuur in Nederland bij de inrichting van het landschap nieuwe contouren krijgen.

Dierwaardige veehouderij

De Minister van Landbouw Piet Adema, deelt de Tweede Kamer mede dat het beloofde convenant over dierwaardige veehouderij nog niet kan ingaan op 1 januari 2024 omdat sommige knelpunten te complex zijn. Vanwege het demissionair karakter van het huidige kabinet is een langjarige financiering van maatregelen niet te realiseren. De Eerste en Tweede Kamer waren op voorstel van Leonie Vestering van PvdD al akkoord met een nieuwe aanpak ban de Dierwaardige veehouderij. Kernpunt is dat dieren geen hinder mogen ondervinden van de wijze waarop ze worden gehouden. Het dier mag niet worden aangepast aan het houderijsysteem. Huisvesting, vrije uitloop, activiteiten spel en afleiding, kalf bij moeder, dieren/vleeskuikens per m2, regels bij transport etc. en de omgang met dieren moet worden aangepast. De voorbereiding op het convenant moet het volgende kabinet is staat stellen om te komen tot een besluit als de financiering rond is. De aanpassing Veehouderij vergt een aanpassing van het ethisch handelen in de omgang met dieren en de aanpassing van het verdienmodel per sector. Bron: Adema: Nu geen convenant Dierwaardige Veehouderij, Nieuwe Oogst van 11 december 2023 door redacteur Martijn van Rossum.

In het vervolg op de verzoeken om een dierwaardige veehouderij en het nijpende probleem van de stalbranden waar veel dieren bij omkomen, heeft minister Piet Adema CU van Landbouw in januaei 2024 in een brief aan de Tweede Kamer eindelijk ingegrepen. Het economische probleem wordt ondergeschikt gemaakt aan het ethische probleem. In nieuwe stallen mogen in de toekomst per ruimte met compartimentering minder dieren worden. Tevens worden jaarlijks controles gehouden op brandveiligheid. Per drie of vijf jaar moeten electra en zonnepanelen worden gekeurd. Veel boeren zijn niet blij.Wakker Dier reageert opgetogen. Adema laat onderzoeken om bij nieuwe en te verbouwen stallen een maximum aan het aantal dieren te stellen per brandcompartiment. Als een stal niet in dit soort losse delen opgeslpitst is, kunnen bij brand veel beesten overlijden. Na advies door de WUR zal Adema nadere wet- en regelgeving vaststellen. Dieren zijn niet zelfredzaam en moeilijk te evacueren, dus zal de veiligheid van dieren in de Wet worden verankerd. DE Minister komt dit jaar nog met een ‘denkkader’ voor het bedrijfsmatig houden van dieren. Daarin komt tes taan welke maatregelen het meeste effcet hebben op brandveiligheid van nieuwe en te verbouwen stallen. Bron: de Gelderlander, redacteur Chris van Mersbergen 25-01-2024.

Landelijk onderzoek

Bij proefboerderij De Marke melkveehouderii n Hengelo resp. De Hoeve Innovatie in Valkenswaard, en Pluimveehouderij Verbeek in Woudenberg, zijn namens Minister Adema door Jan-Kees Goet van LNV en andere overheden zoals Harald Zoet gedeputeerde van de provincie Gelderland en John Koeleman van Vruchtbare Kringloop Oost, erkend als proefboerderij met sensoren voor het meten van stalemissies. Volgens Abert Winkel van WUR weer niemand precies hoe groot de uitstoot van de stallen/stalsystemen van de veehouderij is. Vandaar de keuze voor de genoemd proeflocaties. Bron Nieuwe Oogst, met het artikel Onderzoekslokaties voor stalemissie geopend, door redacteur Johan Wissink op 11 december 2023.

Een al langer bestaand probleem in Nederland is de formele erkenning van Renure-meststoffen (gerecycleerde mest-mineralen) door de Minister van LNV. Dit moet geregeld worden in de Meststoffenwet. Meststoffen gemaakt uit drijfmest of andere organische mest of de erkenning van P-mesttof gemaakt uit rioolwater (MagnesiumgAmmoniumFosfaat of Struviet), Deze meststoffen worden jarenlang onterecht geweerd van de markt van meststoffen en kunstmeststoffen. Met de strenger wordende EU-regels voor schoon oppervlaktewater, zoeken waterzuiveraars naar alternatieven door bij de waterzuivering magneten in te zetten i.p.v. chemicaliën. Door magnetietdeeltjes aan het water toe te voegen adsorbeert fosfaat op het oppervlak. Na filtratie kan het fosfaat met zuur worden gescheiden. Het onderzoek wordt voortgezet. Eenzelfde uitstelgedrag geldt voor de erkenning van het direct fysisch meten van mineralen (N en P) met NIA-technieken om snel uitslag te verkrijgen van gehalten in mest, drijfmest, veevoer, hooi, compost en andere organische stoffen. De wet kent alleen natchemische analysetechnieken en dan moet je een monster trekken dat dagen later pas is geanalyseerd. Het mineralengehalte in mest vaststellen, is noodzakelijk voor het precisiebemesten met drijfmest en organische mestoffen in de melkveehouderij en in de akkerbouw/vollegrond teelt. De Tweede Kamer verzoekt minister Piet Adema om werk te maken van de Renure-meststoffen mede om de overmaat aan mineralen in Nederland aan te pakken door Renure-meststoffen, gerecirculeerde mineralen, eindelijk toe te staan en zo tevens het gebruik van N- en P- kunstmest te minderen.

Nationaal Programma Landelijk Gebied van 15-12-2023

Het ambitieuze plan voor de herinrichting van groen Nederland is verschenen. De Provincies steunen de doelen in het plan. Ze roepen het nieuwe kabinet wel op een andere koers te varen met meer oog voor plattelandsbewoners en een bredere kijk op natuur dan alleen stikstof (water, droogte en soorten natuurgebied). Het Ontwerp Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) schetst hoe Nederland tot 2030 (of 2035), 2050 en verder, moet voldoen aan internationale wetten rond Natuur (stikstof, droogte en verzuring), Water (kwaliteit en kwantiteit) en Klimaat (broeikasgassen, droogte, wateroverlast, en zeespiegelstijging). Al in 2027 moet Nederland voldoen aan de regels van EU Waterwetten en zal de hoeveelheid mineralen N en P en bestrijdingsmiddelen in oppervlaktewater en grondwater moet voldoen aan de Europese normen. De hoeveelheid N-emissie moet zijn gehalveerd in 2035 (dat was 2030 volgens het oude kabinet). Verder in de tijd in 2050 moet elke provincie 10% meer groenblauwe dooradering natuur hebben met ecologisch beheerde sloten en natuurvriendelijke oevers en poelen, heggen en met grienden en kruidenrijke akkerlanden en nieuwe extensieve natuurgebieden in soorten van in totaal 16.450 ha extra natuur (donkergroene natuur) ten koste van landbouwgrond. Een deel kan bekostigd worden uit het GLB van de EU , de rest uit aanvullende begrotingen van LNV etc. Verder zou er 181.200 ha licht groene of agrarische natuur aangewezen moeten worden waar boeren gebruik van maken als ze hun land natuurvriendelijk inrichten beheren om meer bloemen en insecten en dieren mede als biotoop te dienen. Aan deze plannen kleven nog aanzienlijke bedragen voor de overheid om te bekostigen. De omvang van 181.200 ha is overeenkomstig met de de grootte van de provincie Utrecht.

Om dat allemaal mogelijk te maken had het zittende kabinet een Transitiefonds van 24,3 miljard Euro ingericht. Volgens de inventarisatie van de Provincies was echter 58,6 miljard Euro nodig. In het flankerend Landbouwbeleid en in het mislukte Landbouwakkoord waren daarnaast miljarden Euro’s gepland om de transitie te laten slagen en innovaties mogelijk te maken. Dan hebben we het nog niet gehad over Klimaat en Water. De Eerste Kamer heeft het Transitiefonds controversieel verklaard. De Tweede Kamer had de Stikstofwet voorheen al aangenomen en stemde nipt in met het Transitiefonds in mei 2023. De oppositie tegen de Transitiewet was o.a. afkomstig van PVV, BBB en NSC, en ander rechtse partijen. De VVD conformeerde zich afgelopen jaren in het kabinet aan het beleid met CDA, D66 en CU. In de verkiezingsprogramma’s van PVV resp. BBB en NSC klinkt geen of weinig urgentie voor Natuurbeleid, Stikstofbeleid resp. Waterbeleid en Klimaatbeleid. Er zijn geen meerjarige bedragen voor het Transitiefonds opgenomen in een begroting en of doorgerekend door het CPB.

De PVV noemde Stikstofbeleid (en Klimaatbeleid) een niet bestaand probleem, en was tegen de Stikstofwet en het Transitiefonds. Volgens BBB, die tegen de Stikstofwet stemde, verminder je stikstofuitstoot van veehouderij door innovatie en omdat sommige boeren uit zichzelf gaan stoppen. NSC wil wel beperkt minderen in de veebezetting maar boeren moeten meer vrijheid krijgen om zich aan de uitstootnormen te houden. Ook de NSC heeft geen begroting laten doorrekenen. Uitkopen van boeren als piekbelaster is taboe voor PVV, BBB en NSC.

Visie op Landbouw en Voedsel en de beheersing van een Stikstof- en Natuurbeleid ontbreekt helemaal (of gedeeltelijk bij NSC) bij drie van de partijen die een nieuw kabinet willen formeren. Of de VVD het N-beleid nog steunt is een kwestie van afwachten. ‘Woest aantrekkelijke” of normale vergoedingen om boeren uit te kopen zonder een Transitiefonds, zijn onmogelijk zonder een dekkende begroting. Veeboeren en andere bedrijven zullen zonder vergoeding voor het uitkopen niet in beweging komen om ‘Stikstofruimte’ in te leveren. Bron: Het groene plan voor natuur en landbouw is nu aan het nieuwe kabinet, NRC 16 en 17 december 2023, van de redacteuren Martin Kuiper en Eppo König.

Advies Klimaatraad bekend

Op de volgende bladzijde van NRC doet Marike Stellinga verslag van het Advies van de Klimaatraad aan de regering onder leiding van Jan Willem Erisman, voorzitter Klimaatraad (hoogleraar milieu en duurzaamheid en bekend als ‘Stikstofprofessor’) en Heleen de Coninck, vice-voorzitter (en hoogleraar systeemtransities en klimaatverandering, en nog acht wetenschappers als leden van de Klimaatraad. De uitstoot van CO2 moet sneller omlaag maar burgers met lage inkomens moeten worden ontzien zegt de Klimaatraad. (zoals Frans Timmermans bij de EU ook altijd aangaf). De vraag is of de PVV, VVD, NSC en BBB open staan voor de ambitieuze klimaatdoelen. De PVV wilde de Klimaatplannen van Nederland door de shredder halen. De VVD wilde in het verkiezingsprogramma wel een nieuw klimaatdoel afspreken voor 2024. De formerende partijen willen allemaal op hun eigen wijze de uitstoot van broeikasgassen uit fossiele energie minder belasten wat haaks staat op het beleid van het zittende kabinet en van de EU. Ook het ontmoedigen van vlees en zuivel komt aan de orde bij maatregelen van sturen op keuzes en gedrag bij voedsel door burgers. De keuzes moeten aantrekkelijker worden voor de consument zoals bijv. voor burgers met zonnepanelen en voor zevenhonderd energiecoöperaties. Welk kabinet je ook krijgt, links of rechts, het moet klimaatbeleid voeren en wel in de context van EU-beleid. De Klimaatraad wil niet zeggen hoe een klimaatneutraal Nederland eruit moet zien. Dat is niet aan tien wetenschappers maar aan de burgers en de politiek. Nederland is te klein om het klimaat te redden maar als het ergens kan dan is het hier in Nederland. Laten zien wat er kan is heel belangrijk voor de transitie van de landen volgens de Klimaatraad. Bron; NRC 16 en 17 december 2023, Komend kabinet zal de uitstoot sneller moeten verminderen, van redacteur Marike Stellinga.

Aanpassing voedselpatroon vereist

Volgens de specialist voeding en duurzaam eten, Corne van Dooren. van Wereld Natuur Fonds vormt de huidige voedselconsumptie de grootste bedreiging van de natuur op aarde. In een rekenmodel van WNF (met vele cijfers zoals in elk model) en aannames (zoals elk rekenmodel) is recent berekend dat de vijf grote wereldwijde problemen van het milieu, Broeikasgasemissie resp. Overmatig landgebruik, Waterproblemen, Mestoverschot (N en P plaatselijk in continenten), en de Teloorgang van de Biodiversiteit, flink verminderen met een meer planmatig voedingspatroon.

De studie rekent de grenzen van de aarde terug naar een concreet menu voor de week ervan uitgaande dat het voedsel voor alle mensen eerlijk beschikbaar wordt. Dat is geen compleet vegetarisch of veganistisch menu, volgens van Dooren. Er is ruimte voor vlees en vis en voor zuivel/kaas en eieren. De draagkracht van de aarde staat ons een halve tot anderhalve portie vlees per week toe, alsook anderhalve portie vis per week, en een tot drie eieren. Verder zouden we in dit model de kaasconsumptie halveren, maar zijn wel weer een an twee porties melk of yoghurt toegestaan. Op de menukaart prijken vooral peulvruchten, noten en andere vleesvervangers. In het model wordt zichtbaar dat verschuivingen in meer plantaardig en minder dierlijk voedsel/eiwit invloed hebben op het menu voor de mondiale mens. Voor veel mensen is verandering van het eetpatroon lastig omdat het aanpassen van de houding blijkbaar moeilijk is zeker voor ‘volwassenen’.

We eten meer plantaardige producten en plantaardige eiwitten en minder vlees en minder dierlijke eiwitten. Daardoor zijn vele hectares grond beschikbaar voor de plantaardige producten in akkerbouw en tuinbouw en komt er ruimte voor verduurzaming en extensivering met plek voor de natuur. Ruimte voor granen, soya, peulvruchten, groenten en kruiden komt vrij. De oppervlakte weideland intensief en extensief is minder krimpt als we minder melkvee en vleesvee hebben. Ook intensieve veehouderij wordt een stuk minder en het gesleep met veevoer en krachtvoer over de aardbol neemt verder af. Afhankelijk van de transitie in voedsel voor de mens zijn er dus allerlei varianten en overgangsvarianten voorstelbaar. De vraaggestuurde gezonde en duurzame voeding of een eerlijke verdeling van voedsel in de landen regeert echter niet het voedselmenu van de mens in de wereldhandel en de landbouw in de verschillende zal in meer of mindere mate moeten worden aangepast afhankelijk van de krachten en politiek van staten, de landbouwindustrie, de banken, de milieuorganisaties en de boerenorganisaties. De optimistische inschatting van van Dooren dat we in tien jaar in Nederland stappen kunnen zetten, schrijft hij onder andere toe aan de jeugd van 18-35 jaar en de hoogopgeleide stedelijke bewoners, vaker vrouw, die welwillend zijn inzake een ander voedselpatroon. Die groepen beslaan 44% van de bevolking. De oudere leeftijdsgroepen en veel plattelanders hebben er meer moeite om hun voedingsgedrag fors (drie dagen geen vis of vlees) aan te passen. Het ongezonde aanbod van de supermarkten (ongezond fast food, zout, zoet/suiker) en het stunten met vlees heeft tevens invloed op de consument. Door het uitblijven van het Landbouwakkoord gebeurt er momenteel weinig op het vlak van voedingspatroon, duurzaamheid landbouw en het verdienmodel voor de boeren. Bron: De huidige consumptie is niet langer houdbaar, door voedingsdeskundige Corne van Dooren van WNF in magazine Wageningen World van de WUR nr. 2 van 2023.

Raad Leefomgeving en Infra-rapport december 2023

De Raad voor Leefomgeving en Infra brengt als strategisch adviescollege gevraagd en ongevraagd advies uit over het beleid van de Overheid van de Ministeries van LNV, EZ, IenW en BZK. Op 19 december 2023 brengt de RLI advies uit: Advies ‘de uitvoering aan zet, omgaan met belemmeringen in de fysieke leefomgeving. Als voorbeelden van beleidsterreinen worden aan de orde gesteld: woningbouw (productie van nieuwe woningen 100.000 per jaar), energietransitie (windmolens op het land, aardgasvrije wijken), natuur (natuurverbetering, schoon oppervlaktewater en grondwater in 2027, nieuwe natuur 80.000 ha), en verkeer (ontbrekende treinverbindingen, krimp vliegverkeer). Het evenwicht tussen beleid en uitvoering is niet in balans vanwege complexiteit, onvermogen projecten uit te voeren, kennis uitvoeringspraktijk, gebrek aan zelflerende multidisciplinaire teams en de afrekencultuur, die leidt tot afschermen en verschuilen achter regels.

Als belemmerende factoren noemt de Raad:

  1. Stapeling en daardoor de complexiteit van beleid,

  2. Handelingsverlegenheid , terughoudendheid om stappen te zetten,

  3. Ontoereikende organisatie rond de uitvoering,

  4. Ongelijke verdeling van kosten en baten,

  5. Structurele schaarste aan menskracht.

    Daarnaast geeft de Raad zeven aanbevelingen: Maak beleid en uitvoering gelijkwaardig resp. Geef uitvoeringspartijen een structurele positie in de beleidsontwikkeling, Werk organiseer en maak een gedeelde agenda vanuit de opgaven, Verdeel rollen, taken en verhoudingen vanuit de specifieke opgaven, Organiseer samenwerking zodanig dat uitvoerders zich veilig voelen om beslissinen te nemen, ook in de context van onzekerheden, Zoek manieren om kosten en baten van opgaven in de leefomgeving nauwkeurig te bepalen en beter te verdelen, Ga slim om met structurele schaarste aan menskracht. De urgentie om te handelen is groot vandaar dat de Raad een oproep doet tot actie.

    Commentaar.

    Opvallend is dat de aanbevelingen afkomstig konden zijn uit een fictief handboek voor overheidsprojecten. Overheden zijn als staande organisaties en bureaucratieën niet sterk in projectmanagement. Vandaar dat overheidsprojecten vaak mislukken of vertraging opleveren. Verder laten de aanbevelingen de effecten van het politieke spel van resp. het kabinet, de Tweede Kamer en soms de Eerste Kamer, de politieke partijen en de media, buiten beschouwing. Het gebrek aan het nemen van (persoonlijke) verantwoordelijkheid in hoge bestuurs- en managementgeledingen, zoals Ministers en topambtenaren, wordt niet genoemd. Regels en procedures zijn nodig maar het indien nodig inbreken op regels of ontheffingen formuleren of wetten wijzigen bij onrecht, kan noodzakelijk zijn om de rechten van burgers te waarborgen tegen bureaucratisch handelen. Ook het schermen met privacyregels gebeurt te pas en onpas.

    Bron: rapport van Raad voor Leefomgeving en Infra van 19 december 2023: Nederland dreigt krakend tot stilstand te komen, NRC 20-12-2023, door redacteur Eppo König in NRC.


Extra geld nodig: 1,5 miljard vraagt LNV

Volgens NRC willen de Ministers van LNV van der Wal en Adema nog 1.5 miljard Euro extra vrijmaken om boeren uit te kopen. Er hebben zich meer boeren aangemeld voor de opkoopregelingen: 1240 voor de stoppersregelingen. Daarvoor was al 1,5 miljard Euro gereserveerd. Als de Tweede Kamer, Eerste Kamer en de EU akkoord gaan, wordt het budget aan de LNV-begroting toegevoegd. RVO behandelt de aanvragen van piekbelasters. Van de 80 behandelde aanvragen zijn er 79 goedgekeurd en 1 afgekeurd. Elf boeren hebben hun uitkoopregeling ondertekend. Piekbelasters komen in aanmerking als ze nabij een Natura2000 gebied teveel N uitstoten en wel meer dan 2500 mol N per ha per jaar als depositie volgens de voorgeschreven Aerius berekening. Voor piekbelasters hebben zich eind december 2023 458 boeren gemeld. Piekbelasters krijgen 120% van hun bedrijfsschade vergoed. Boeren die stoppen met hun bedrijf krijgen 100%.

In januari 2024 blijkt dat er zich 1250 bedrijven hebben gemeld voor de regeling piekbelasters. Minister Christianne van der Wal van Natuur en Stkstof zal nog in januari 2024 een brief zenden aan de Tweede Kamer om het gereserveerde bedrag van 1,5 miljard Euro op te hogen tot het dubbele. Tevens wil zij de regeling die afloopt op 5 april verlengen tot eind 2024.

Bron; NRC 21 december 2023, Kabinet wil nog eens 1,5 miljard Euro voor stoppende boeren, van redacteur Marin Kuiper. En NRC van 20 en 21 januari 2024 Piekbelasters blz. 4.

Nieuwste boek stikstof: Gesloten vanwege stikstof, van Jan Douwe van der Ploeg, 13 november 2023.

In dit Essay over geschiedenis van de landbouw 1400 t/m de Stikstofcrisis 2024 wordt ingegaan op de oorzaak en het gevolg van de Stikstof- en Fosfaatcrisis en in de tekst zijn relevante boeken over de stikstofcrisis inhoudelijk aan de orde geweest. Het betreft de boeken 1. Stikstof van Erisman en de Vries resp. 2. Uit de shit van Thomas Oudman, 3. De stikstoffuik van Arnout Jaspers, 4. Het Essay over depositie en emissie van Erisman, de Vries en Backes, 5 Het boek over stikstof en vergunningverlening van DND door Pluymakers en den Hartogh, en de nieuwste aanwinst 6. Gesloten vanwege stikstof, door Jan Douwe van der Ploeg. Het laatste boek is uitgegeven door Noordboek in december 2023. We gaan in op het boek van Jan Douwe van der Ploeg, emeritus hoogleraar landbouwsociologie, innovator rurale gebieden en wetenschappelijk dwarsdenker, die lang met en tussen boeren heeft gewerkt, de landbouwsector goed kent en die het omverschoppen van heilige huisjes niet schuwt.

Opvallend en verfrissend is de benadering van het Stikstofvraagstuk vanuit de boer en het boerenbedrijf en het boerenbedrijfsleven tot en met de politiek, door van der Ploeg, die de melkveehouderij en het landbouwkennissysteem op zijn duimpje kent. Het gedrag van mensen (boeren) in hun rurale omgeving (hun bedrijf en collega’s) tegenover de overheid (en de landbouworganisaties) heeft invloed op de bedrijfsstijl en de bedrijfsvoering van een boerenbedrijf. Van de Ploeg heeft zich lange tijd verdiept in de boerenbedrijven en hun bedrijfsstijlen resp. het redeneren en handelen van boeren en hun gedrag, het gedrag van boerengroepen en boerengeledingen, rekening houdend met gevoelens en verwachtingen in al hun diversiteit en de culturen die in de landbouwsector leven. Na de vaststelling dat het overschot aan mineralen (N en P) op het bedrijf vooral wordt veroorzaakt door de bedrijfsontwikkelingen veroorzaakt door de overheid (Nederland en de EU) en het landbouwbedrijfsleven, met de internationale handel en het gevolg met een grote import van veevoer en krachtvoer voor de melkveehouderij en de intensieve veehouderij, en daarnaast het (vaak onnodig hoge) gebruik van kunstmest N, focust van der Ploeg op de belangrijke sector van de melkveehouderij en op de belevingswereld en het gedrag van boeren en groepen boeren. Hij kijkt als socioloog naar de boer als mens in zijn bedrijf, die beslissingen moet nemen, om het bedrijf overeind te houden, en die daar strategiën van gedrag en economisch handelen voor bezigt. De boer volgt niet blind de hoofdstroom van ideaalbeelden voor een boerenbedrijf van de overheid, LNV en WUR/Agro-industrie/Banken etc., die met voorlichting en beleid met subsidies en maatregelen naar een bepaald model bedrijf stuurt. Boeren maken hun eigen keuzen die van der Ploeg bespreekt aan de hand van typen bedrijfsstijlen binnen de melkveehouderij. Dat is vaak niet het model dat de overheid nastreeft met schaalvergroting, intensivering, hoge hypotheek en veel N. De boer kiest zelf zijn bedrijsstijl met alle gevolge voor de N-emissie die daar bij hoort en de opbrengsten en de kosten. De bedrijfsstijlen maken ook duidelijk dat boeren hun eigen verantwoordelijheden nemen. Er bestaat geen standaardboer die wel of niet de overheid volgt in haar gevoerde beleid van de laatste 40 jaar. Er bestaat dus ook geen enkelvoudige technische oplossing om alleen maar het gebruik van mineralen en de emissie van N te knijpen maar er moet gekeken worden hoe de boeren met hun bedrijfsstijlen hun bedrijfsvoering aanpassen om hun bedrijf te runnen volgens hun inzichten en morele keuzen om mineralen- en milieuproblemen te voorkomen en een inkomen te genereren. Gelukkig licht van der Ploeg de bedrijfsstijlen van boeren gedegen toe om het inzicht te verhogen. De conclusie is dat de overheid en het landbouwbedrijfsleven met banken en de agro-industrie met name de bedrijfsstijlen Koplopers en Machineboeren hebben gestimuleerd waardoor de Landbouwcrisis en de Stikstofcrisis zijn veroorzaakt. We komen hierop terug, Door de keuze van van der Ploeg om melkveehouderij centraal te stellen, lijkt het alsof de intensieve veehouderij en andere landbouwsectoren de dans van verantwoordelijkheid ontspingen. Dat is een misverstand omdat de benadering met de kenmerkende processen ook toepasbaar is in de intensieve veehouderij met varkens, kippen, kalkoenen, eenden, vleeskalveren, eenden etc. De vleesveesector rund is minder intensief dan de melkveehouderij.

Er zijn ook ‘koplopers’ en subsidieslurpers onder de varkenshouders (en de andere intensieve veehouderij), die de N-problemen in stand houden, en die de ruimte van kleine varkenshouders die stoppen, onmiddelijk innemen. De akkerbouw en de tuinbouw veroorzaken de stikstofcrisis niet maar kampen wel met problemen van watertekorten en milieuproblemen zoals N-uitspoeling in akkers en de verontreiniging van oppervlaktewater en grondwater met N en P en de problematiek van de bestrijdingsmiddelen en knelpunten met biodiversiteit. De kern van de problematiek is niet dat je boert maar hoe je boert. De boer kiest zijn eigen bedrijfsstijl en is verantwoordelijk voor het eigen bedrijf ook voor milieuproblemen en de natuur.

Het boek omvat 7 Hoofdstukken met Hoofdstuk 1 Afslag 24: een inleiding, Hoofdstuk 2 Van boeren naar ondernemerslandbouw, Hoofdstuk 3 Optimale landbouw, een absolutistische theorie, Hoofdstuk 4 Falend beleid, Hoofdstuk 5 Boze boeren, Hoofdstuk 6 Emissiearme bedrijfsvoering: een boerenoplossing en Hoofdstuk 7 Uitwegen. Het boek dat in totaal 167 blz. omvat eindigt met een Dankwoord, Gebruikte literatuur, en Noten.

Van de Ploeg behandelt in het boek het vraagstuk Stikstof in de context van de ontwikkeling van de Nederlandse landbouw na de Tweede Wereldoorlog, toen Nederland en de EU een politiek gingen voeren dat het allemaal anders moest met de landbouw resp. met de boeren, het inkomen, de financiering(sgraad), de schaalgrootte bedrijven, de bedrijfsvoering, en de markt. De regering koos een centraal geleide aanpak waarbij landbouwwetenschap, landbouwvoorlichting, landbouwonderwijs, met nieuwe rollen voor banken bij de financiering, en het landbouwbedrijfsleven en van de agro-industrie (veevoer, biociden, kunstmest, machines, innovaties) werden gestimuleerd. Doel werd om een goedkoop voedselpakket voor de burgers en een redelijk inkomen voor de boeren nieuwe stijl met EU geld vorm te geven en de export van de landbouw en de import van buitenlands voer en krachtvoer voor veehouderij werd aangewakkerd. Markt en Technologie kregen voorrang. Boerenbedrijven moesten groter en intensiever worden qua techniek en investeringen en de hoeveelheid arbeid moest minder worden. Dat juichten de banken en de machineleveranciers toe. De cultuurtechnische dienst zorgde voor ruilverkavelingen en de proefboerderijen voor de reclame en de voorlichting informeerde de boeren. Het geloof in de aanpak van de landbouwontwikkeling in Nederland was groot zonder kritiek en tegenmacht. Met name milieueffecten en klimaateffecten werden verwaarloosd en vormen geen integraal onderdeel uit van het ontwikkelmodel. Dat geldt ook voor de toegenomen afhankelijkheid van da boer bij banken en de agro-industrie. In hoofdstuk 3 noemt van de Ploeg de Optimale landbouw, een absolutistische theorie. Zowel de wetenschappelijke instituten en de universiteit Wageningen (WUR) en de HAS’sen, het landbouwbedrijfsleven worden kritisch onder de loep genomen. Het gebrek aan eigen verantwoordelijkheid bij de boeren, de eigen ontbrekende landbouwvisie, en gebrek aan kritisch opbouwend verzet van de boeren, tegen de overheid in haar centrale sturende rol zonder tegenmacht, wordt beneomd. Dan volgt Theoretische en Methodologische kritiek en empirische kritiek in dit hoofdstuk. De nadruk op de rol van TPE, de Theoretische Productie (gewas)Ecologie van de school van Cees de Wit en Rudy Rabbinge, zet de auteur zwaar aan terwijl andere wetenschappelijke disciplines en personen in de wetenschap afkomstig Instituten en Afdelingen van de WUR zoals Veehouderij, Plantenteelt, Economie, Ecologie, Bodem Lucht en Water, en Milieu of uit de hoek van Natuur en Milieu teveel buiten beeld blijven als motor of bron voor tegenwicht en van kritiek. Mogelijk vormde TPE de ontwerpen voor ontwikkelmodellen voor toekomstige landbouw in Nederland en had TPE veel invloed op het beleid van LNV en op de politiek. De banken en het agrobedrijfsleven profiteerden hiervan. De houding van de overheid, toen het steeds moeilijker werd in de jaren 19zeventig en 19tachtig in de vorige eeuw met de mineralen- en mestproblematiek van Stikstof en Fosfaat, en de melkquota en mineralenplafonds. noemt van de Ploeg slap. De overheid durfde niet meer generiek in te grijpen in de processen die zij zelf had geïnitieerd. De benadering werd uiteindelijk het voeren van N-depositie beleid in Natura2000 gebieden, waar van der Ploeg zeer kritisch op is. Daardoor werden de problemen steeds erger. Bij de emissiebron van N in de veehoudereij of bij andere bronnen werd de emissie van N bewust niet gereduceerd. De overheid in al haar verschijningsvormen kwam alleen te staan in de cockpit en alle andere partijen namen geen verantwoordelijkheid resp. verzetten zich luidruchtig, keken de andere kant op zonder alternatieven aan te dragen of stookten het verzet aan. Waar was de visie van het landbouwbedrijfsleven cq de landbouworganisaties op de toekomstige Nederlandse Landbouw?. Dat was hun verantwoordelijkheid net als bij elk ander ministerie. Op het script van tactiek en onderhandelen met de overheid door landbouworganisaties en de andere spelers met hun deels dubieuze spel gaat van de Ploeg in de volgende hoofdstukken in.

De overheid (Kabinet, Tweede Kamer en Ministers) miste ook een aantal afslagen om terug te komen op haar weifelende beleid zoals beperking uitbreiding varkenshouderij onder Braks, resp. een kwart minder varkens onder van Aartsen, de mestverwerking in Nederland, gebruik mineralenbalans op bedrijfsniveau, invoer grondgebondenheid veehouderij, afschaffing melkquota, begrenzing van mineralengebruik, beperking invoer veevoer/krachtvoer, beperking kunstmest P en N, de beëindiging van derogatie etc. en als klap op de vuurpijl het gedoe over het (mislukte) Landbouwakkoord waar hij later inhoudelijk en qua proces gedegen op in gaat.

Al op blz. 11 geeft van der Ploeg de kern van het Stikstof- (en Fosfaatvraagstuk) aan: In een klein land als Nederland gingen we bovenop de bestaande mineralenkringloop in de landbouwbedrijven 434 miljoen kg N in veevoer/krachtvoer importeren en 238 miljoen kg N als kunstmest (en drijfmest) aan de grond toedienen. De balans slaat door. Het aantal kg N per ha gaat de spuigaten uitlopen en de overheid en de boeren doen er niks tegen, behalve enkele actieve groepen collectieve boeren.

Commentaar HvP, En dan hebben we nog niet over het geïmporteerde P/fosfaat in veevoer/krachtvoer en P/fosfaat in kunstmest gemaakt van natuurlijk gesteente uit Algerije. Dat geldt ook voor K/Kalium en Mg/Magnesium in veevoer en in geïmporteerde kunstmest uit Kalimijnen in Frankrijk en Duitsland. Het mineralenniveau van de bemesting met N en P was inmiddels 10 keer zo hoog als in de landbouw van de periode 1400 tot 1800, als we de beperkte inzet van leguminosen/klaver voor N weglaten. Tot slot gingen we meer bekalken behalve in natuurterreinen, met gemalen natuurlijke kalken om de grond minder zuur te maken en werd het bestaan van spoorelementen ontdekt. Einde commentaar.

Het beleid van de overheid leidde tot een dominante focus van de overheid op ‘optimale landbouw’ en ‘koploper bedrijven’ en ‘machineboeren’ (beide de grootste vervuilers) die financieel werden bevorderd en gedreven werden door EU- en LNV-subsidies, en die andere bedrijfstypen ‘zuinige boeren’, ‘koeienboeren’ en ‘gewoonweg boeren’ in het nauw brachten. Die terminologie gebruikt van der Ploeg om de verscheidenheid van melkveeboeren/bedrijfstypen aan te geven. Een Afbeelding 6 op blz. 36 met op de X-as Markt van 0 tot +, en op de Y-as Technologie van 0 tot +, geeft als afbeelding 6 de bedrijfsstijlen in de Nederlands melkveehouderij weer met het overschot aan kg N per ha per jaar per bedrijfsstijl. Links in de afbeelding staan ‘zuinige boeren’ met 278 kg N overschot per ha, die dus minder vervuilen. Links boven staan ‘koeienboeren’ met 405 kg, op de diagonaal van X en Y de ‘gewoonweg boeren’ met 398 kg en rechts beneden ‘machineboeren’ met 512 kg en rechts boven de ‘koplopers’(allebei vervuilers en subsidie-slurpers) met 514 kg N per ha. De afbeelding 6 laat tevens zien welke boeren (en welke bedrijfsstijlen) door de afschaffing van de derogatie en de invoering van de Nitraatrichtlijn en de EU-Waterwetten en het GLB met beperking op N-giften per ha zwaar in de problemen komen te zitten. Het trieste feit is dat de meest vervuilende boeren ook nog eens jaarlijks de meeste EU- subsidies. ontvangen.

Overigens gebruikt van Jan Douwe van der Ploeg een andere interpretatie van het begrip Verdienmodel in samenhang met bedrijfstypen, dan minister Piet Adema van LNV in zijn pogingen om een Landbouwakkoord vorm te geven voor de gehele Landbouw, met het landbouwbedrijfsleven en de natuur- en milieuorganisaties in overleg met banken, winkelbedrijven, agro-industrie en consumentenorganisaties. Adema wilde positie van de Landbouw/boeren versterken in de Nederlandse economie. Op het hoogtepunt van de onderhandelingen bij het Landbouwakkoord, voor de oplossing van het Stikstofprobleem met de grondgebonden veehouderij en afspraken over duurzaamheid en extensivering, trekt LTO de stekken uit het stopcontact omdat een dominante groep van boeren binnen LTO (de ‘koploperbedrijven’ en de boeren van de protestbeweging als harde kern) niet akkoord gingen met de voorstellen voor het Landbouwakkoord, zoals het voerspoor of het max. aantal GVE per ha. Dat wordt door critici obstructie en een eenmalige kans genoemd. Aan de inzet van Minister Piet Adema en zijn team van LNV lag het niet maar van der Poel blijft inhoudelijk kritisch ook naar de nieuwe ministers toe. De gematigde boeren (de andere bedrijfstypen) resp. de jonge boeren, de biologische boeren, de extensieve- en natuur-inclusieve boeren, en het natuur- en milieuorganisaties hebben het nakijken. Zij hebben hun stem niet verheven en zijn dus niet gehoord. Zo gaat dat vaker bij organisaties in de landbouw. Eigenlijk zijn er alleen verliezers. Volgens van der Ploeg dreigen de miljarden Euro’s van de overheid voor de opkoop van veehouderijen besteed te worden aan de vervuilers: koploperbedrijven en machinebedrijven in nood en uiteindelijk aan de banken en de schulden bij de agro-industrie. Ook biologische boeren moeten stoppen nabij Natura2000 gebieden. In de Wendbaarheid voorbij laat van de Poel zien hoe vast we zijn gelopen. Ziedaar de kern van het stikstofprobleem: dat is de schier onontwarbare verknoping van bedrijfspraktijken, identiteiten, waarheden, belangen, geschiedenis en vermeende vooruitzichten. Het stikstofbeleid is generiek en geldt voor alle bedrijven. maar het past het beste bij grote intensieve bedrijven en minder voor andere bedrijfsstijlen.

Van der Ploeg duidt de activisten van FDF, Nederlands Melkveehouders Vakbond en Agractie op basis van zijn analyse aan als kwaadaardige protestbeweging. Anderzijds moedigt van de Ploeg de groep gematigde boeren, de jonge boeren en de biologische boeren uit om zich te roeren. Zij zijn de gevangenen van de harde kern van protestboeren. Alleen al in de melkveehouderij zijn er veel “zuinige boeren” met kritiek op de gang van zaken en ‘koeienboeren; die verder willen met hun bedrijf, evenals ‘machineboeren en ‘gewoonweg boeren’, die willen veranderen en de polarisatie en het verzet zat zijn.

Hoofdstuk 2 en 3 verwoorden kritiek op het model van de Optimale landbouw een absolutistische theorie, die de milieuproblemen van de Nederlands landbouw veroorzaakt. Er is en nauwe relatie tussen Optimale landbouw met de theorie van de productie-ecologie (TPE) die teelttechnisch en milieutechnisch volgens Rabbinge optimaal zou zijn, aldus van de Ploeg. Deze TPE benadering klopt niet volgens de wetten van Mitscherlich en Gossen. De Nederlands landbouw is niet de belichaming van de Wet van het optimum. De Nederlands boeren hebben niet de laagste milieu-impact van de wereld. Van der Ploeg komt dan tot het eigenlijke drama. Het segment van de Nederlands landbouw dat is opgebouwd rond TPE, grootschalig, en hoge intensiteitsniveaus, is de oorzaak van het N- probleem, dat steunt omvangrijke aanwending van elders aangevoerde groeifactoren. Dat geldt voor koploperboeren en machineboeren, die zwaarder gefinancierd zijn en meer milieuproblemen veroorzaken. Uit de studies rond bedrijfsstijlen kunnen we leren dat de categorieën boeren die kiezen voor de bedrijfsstijl van koeienboeren, en zuinige boeren minder Markt en meer Liefde voor koeien en meer benaderingen van kosten/batenanalyse in het bedrijfsplan toepassen en minder vervuilen. Het gevolg is minder opbrengt en minder kosten met een beter saldo in winst. Tevens wordt minder krachtvoer en minder kunstmest gebruikt waardoor minder N-emissie plaatsvindt. Het voerspoor blijkt al 25 jaar in ontwikkeling te zijn bij een groep boeren o.l.v. Jan van Bruchem van WUR in de Friese Wouden zoals in Hoofdstuk 6 met verve wordt beschreven. De wettelijk geconditioneerde zelfregulering van boeren in NFW en elders met een zeer succesvolle aanpak van N gedurende 25 jaar en de zorg voor de natuur, werd uiteindelijk niet over Nederland uitgerold door LNV. Inmiddels was het tumult en de onrust over N elders schrikbarend toegenomen en nam het verantwoordelijkheid nemen voor een oplossing bij boeren.

Vergelijkbare conclusies lezen we ook in de Nieuwsbrieven van Koeien en Kansen bijv. no 19 van december 2023 met de casus Hagoort (zuinige boer) versus Spiegelgroep met opbrengsten en kosten melkveehouderijen Waarder Zuid Holland, door Gerben Doornewaard. Lagere kosten werden nagestreefd door simpele bedrijfsvoering gericht op grasproductie, en koeien melken met besparingen op veevoerkosten, veeverbetering, diergezondheid, strooisel, kunstmeststoffen, en mestafzet. Op vaste en op variabele kosten werd bespaard met 8,60 Euro en en 6,98 Euro.in vergelijking met de spiegelgroep. Op veevoer werd 2,59 Euro bespaard, resp. op 14,68 Euro per 100 kg melk, en de financieringskosten. (toevoeging Koeien en Kansen HvP).

Een onderwerp in de Nederlands landbouw dat te weinig aandacht krijgt is de meeromvattende analyse naar energiegebruik. Sinds1950 is de input en de output van energie in en van de Nederlandse landbouw gestegen van dik 50 Petajoule naar Input 300 en Output 140 Petajoule. Het energierendement van de landbouw is fors afgenomen omdat er steeds meer energie als input in moet terwijl de opbrengst, de output, minder sterk stijgt. In het proefschrift van Menno Smit uit 2018: De duurzaamheid van de Nederlands landbouw 1950-2025-2040, is dat vraagstuk uitgewerkt. de studie beschrijft de ontwikkeling van van het energieverbruik in de periode die loopt van 1950 tot 2015, de periode waarin schaalvergroting en intensivering een grote omvorming teweegbrachten. Het indrukwekkend proefschrift, dat ik jaren geleden heb gelezen, bevat een schat aan informatie en data over landbouw, verzameld en bewerkt door een moderne monnik, genaamd Menno.

Hoofdstuk 4 gaat over Falend overheidsbeleid en het verzet tegen maatregelen dat werd gesteund door Landbouworgansaties, Banken, Agro-industrie etc. behalve de maatregel van drijfmestinjectie in de zode, die flink remmend effect had op de N-emissie, ging veel mis. De melkquota beperkten de veestapel maar na de opheffing ging het weer mis. Kostenreducties werden verguisd en minder voeren en minders strooien gebruuskeerd door agressieve acties van belanghebbenden. De ministers van LNV werden geïntimideerd en bang gemaakt. Het ‘voerspoor’ moest van tafel. Stoer doorgaan en ‘meters maken krégen de overhand. Koploperboeren en machineboeren leken de winnaars. MINAS werd KringLoopWijzer. Melkveehouders kregen meer inzicht in de N-materie maar er veranderde weinig. Intensieve financiering en technologie met intensieve bedrijfsvoering bleven de maatstaf voor schaalvergroting. Het proefschrift van Mest en Markt van Jaap Frouws van 1993 legde het demonteren en saboteren van het Stikstofbeleid door de boerenorganisaties (en andere actoren) bloot maar er gebeurde niet behalve het bij voorbaat overschrijden van limieten door sommige boeren om er later beter van te worden. Het leidde tot perverse dynamiek (verergering) en het dweilen met de kraan open. De koploper bedrijven en hun bedrijfsstijl werd geen strobreed in de weggelegd. De overheid raakte verslingerd aan sporen van beleid en de vele subsidies en rente- en hypotheek verslindende bedrijfsvernieuwingen, die de duurzaamheid van de landbouwbedrijven in gevaar brachten. Boeken over N-depositie en KDW werden volgeschreven en wettelijke voornemens vastgesteld. Aan normering van de emissie van N van veehouderijbedrijven werd niet actief gewerkt. Aan de kern van het probleem werd niets gedaan. Zo bleef het N-vraagstuk een technisch-juridisch probleem in plaats van een socio-economisch milieuprobleem. Overwegingen van verantwoordelijkheid en moreel besef werden niet aangewakkerd om te leiden tot een nieuwe houding rond de N-crisis. Nieuwe ontwerpen voor bedrijven (eenvoud van prescriptie) en de handhaving van controle (eenvoud van controle) kwamen niet van de grond. En dat hebben we geweten met de achteraf-mestwetgeving, die leidde tot een administratieve bureaucratie en een schier onmogelijke handhaving met vele conflicten over registratie, rechtzaken en de bestrijding van fraude. Een aantal boeren kwam tegenover ambtenaren, handhavers en de rechter te staan tot ergernis van boeren en burgers. Snelle fysische methoden om mineralengehalten ) N en P) van mest en drijfmest vast te stellen, bleven in Nederland in de lade liggen en kwamen niet in de Meststoffenwet terecht, zodat de mestcontrole en -handhaving niet accuraat kon worden uitgevoerd. (toevoeging NIRS HvP).

Het te late of achterafbeleid van de overheid en onderzoek- en ontwikkelingsgroepen (WUR en Bedrijfsleven) leidde tot technische maatregelen en controles die vaak weinig effectief bleken zoals bij stalvloeren en luchtwassers. Benaderingen en oplossingen van de problemen vanuit alternatief of buitenlands onderzoek bleven buiten beeld of leiden niet tot doorbraken of ze werden weg gefilterd.

Onder het kopje Deformatie in Hoofdstuk 4 blz. 78 somt van de Poel een aantal eenvoedige maatregelen op die mogelijk kunnen leiden tot deformatie of onbedoelde nevenwerkingen. Naast de houtwallen in Twente die voornamelijk vanwege controle op vraat en draad, gemaaid moeten worden noemt hij de toename van kunstmest bij beperkingen van drijfmest omdat dan organische stof wordt gemist. De Duo Spray van Klaas Wolters krijg zijn steun maar niet die van LNV vanwege de controleerbaarheid van water en mest. Dan waagt van der Poel zich op het pad van de zogeheten GVE-norm. De regel van GVE is bedacht op het evenwicht van mineralen/mest en oppervlak weidegrond (eventueel ook voerproductiegrond op gepacht/gecontracteerd akkerland) te gaan bewaken zodat overmaat aan mineralen wordt voorkomen. Een eenvoudige benadering die hout snijdt in de context van minder mest, minder N-emissie en minder vee. Per diersoort worden normen vastgesteld die in de loop van tijd zelfs kunnen gaan dalen in verband met verduurzaming en de extensivering. De GVE voor melkvee is bijv. 2,5 GVE per ha exclusief kleinvee of 3,0 inclusief kleinvee. Volgens van der Poel is het GVE-instrument niet ideaal. Omdat de melkproductie maatgevend is voor de hoeveelheid mest, die een lacterende koe produceert, kan de norm voor Jersey koeien bijv. worden omgerekend (Jersey melkkoe telt bijv. factor twee-derde) conform melkgift en mestproductie. Koplopers met een GVE van meer dan 4 moeten dus ver terug in het gebruik van N in hun bedrijf. De afrekenbare stoffenbalans/mineralenbalans of een instrument zoals MINAS beogen eenzelfde doel. Ook de invoering van ‘voerspoor’ en het beperken van de import en het gebruik van krachtvoer is dezelfde goede richting om het N-probleem op te lossen. De hint GVE van Piet Adema krijgt dus niet volledig de steun van van der Ploegs maar die hint zal net als voetspoor en extensivering ongetwijfeld opgenomen worden in het nieuwe beleid van welk kabinet dan ook.( toevoeging HvP).

Op 1 oktober 2019 stroomde het Malieveld vol met boze boeren met spandoeken en hun tractoren. De overheid, de linkse partijen, de dierenactivisten, de ‘elite’, de media, de NGO’s en ook de burgers die maar niet voldoende willen betalen voor voedsel, zijn de boosdoeners. De demonstraties van boze boeren worden een vast patroon en worden aangejaagd door reactieve krachten en radicale boeren. Volgens ‘de Staat van de Boer’ zijn er twee visies. Een breed gedeeld oordeel dat de landbouw in de knel zit door de schuld van anderen (consumenten, burgers, politiek, media, actiegroepen zoals Wakker Dier en Dierenbescherming). Boeren krijgen geen waardering en werken keihard. Miskenning en een Calimero-gevoel dat zelfs LTO aanwakkert. De tweede visie is dat er in de landbouw zelf fundamenteel mis is. Moeten we in dat kleine landje Nederland de halve wereld voeden?. Is het exportmodel op basis van schaalvergroting houdbaar?, Zijn de bedrijven niet teveel gespecialiseerd rond een product?. Deugt het ontwikkelingsmodel van de bedrijven?. Over negatieve aspecten zwijgt men.

De escalatie van acties komt van FDF, Agractie en NMV, die gesteund door Agro-industrie een rechts populistische kijk veralgemeniseren en uitbouwen en daarachter de kritische politiek-economische kijk de-activeren en uiteindelijk omdraaien tot hun tegendeel. Er is niks mis in de landbouw en met name niet bij de paradepaarden (‘de koplopers’). Die maken meters en voeden de wereld. Daar moeten we het van hebben, er mag ze niks in de weg worden gelegd. Er wordt ook moord en brand geschreeuwd en gedreigd met geweld en er wordt fake-nieuws verspreid. Bij onderhandelingen van een bontgezelschap aan spelers met de overheid, die volgen, wordt afgesproken dat:

1. De toezegging komt dat er geen limieten gaan gelden voor de groei van landbouwbedrijven en

2. Dat de overheid niet rechtstreeks gaat ingrijpen in het productieproces en

3. Dat er geen boerderijen zullen worden onteigend.

Dat zijn achteraf gezien allemaal afspraken die de modelbedrijven zoals ‘koplopers en machinebedrijven’ dienen als grootste N-vervuilers. De kritische nadenkende en bescheiden boeren demonsteren wel mee maar zij halen niks aan relevante resultaten binnen. De ‘koplopers’ bepalen de uitkomst. Dat wordt later een vast patroon bij de onderhandelingen. ‘Koeienboeren’, ‘Gewoonweg boeren’ en ‘Kritische boeren’, bio-boeren en ‘jonge boeren’ hebben ondanks hun inzet geen greep op het onderhandelingsproces. Volgens van der Ploeg is dat in de historische context logisch als je de strategie en het script van de onderhandelingen met de overheid ernaast legt. De verschillende invloeden komen voort uit bewegingen die ook in de maatschappij zichtbaar zijn; bij tegenwind, zijn tegen dirigisme van de overheid, anti-establishment, en voor vrijheid, en ondernemerschap, verdedigers eigen eigendom, ze grijpen aan op emotie en angst, en verlangen naar herstel van traditionele normen en waarden, ze hebben geen uitgewerkt programma, er zijn slechte enkele actiepunten, er is veel ongenoegen omtrent de ander en het andere’’, onparlementair zijn de gevoelens, men schuwt geen geweld, het wordt zelfs gerechtvaardigd en verheerlijkt etc. Kortom een rechtse populistische wind die bij BBB, FvD, en PVV en mogelijk ook bij NSC wind in de zeilen blaast.

Van der Ploeg geeft een inkijk van de onderhandelingen in verschillende fasen die volgen met de overheid tot en met het Landbouwakkoord. De radicale groepen van boeren zien het overleg als een strijd van de boeren tegen de ander/de burger. De agrarische ondernemers van nu zit klem tussen enerzijds een agro-industrieel complex (veevoederfabrieken, machinehandelaren, leveranciers en banken) en anderzijds het milieubeleid van de overheid. De boerenonderneming zit klem in een tangbeweging tussen agrocomplex en staat. Onbegrijpelijk lijkt het onderhandelingsproces met de overheid bij het onderwerp van het door boeren ontwikkeld voerspoor, met het schofferen van het voerspoor met een prijskaartje van 3 miljard Euro, een obstructie, Ook het opblazen van het Landbouwakkoord als bijna alles is binnengehaald is een volgende schoffering met het argument dat het vertrouwen in de overheid ontbreekt. Van der Ploeg noemt deze onderhandelingen ‘het Baboeschka model’ omdat eisen, overvragen, binnenhalen, afwijzen en dan opnieuw de strijd aanbinden de tactiek is. Het gaat om het spel van de macht. En dat spel wordt grotendeels gespeeld door spelers, die wel of niet op het toneel of op de achterbank, hun spel spelen. De spelers worden zorgvuldig beschreven van boerenonderhandelaars resp. spelers zonder gezicht, de kunstmest industrie, en de voederfabrikanten, en de toeleveranciers, de verwerkers en de melk- en kaasfabrikanten en de banken met voorop de Rabobank. Duidelijk is dat in ieder geval dat de onderhandelingen steeds gefrustreerd en gebruuskeerd worden als de ‘koploperboeren’ en de ‘machineboeren in de veehouderijsectoren als N-vervuilers worden aangepakt. De jonge boeren en de bio-boeren evenals de ‘koeienboeren’ en de ‘zuinige boeren’ evenals de akkerbouwers en de tuinders, tellen in het spel om de macht nauwelijks mee in de onderhandelingen omdat andere groepen (melkveehouders en dan speciaal ‘koploperboeren en de radicale boeren ) domineren en de ander belanghebbenden halen zo weinig binnen. Eigenlijk zijn ook alle boeren die hun mond hebben gehouden bij de stemming over een akkoord, verliezers. Hun gedrag betekent dat er geen einde komt aan de polarisatie, waar zij zelf last van hebben. Radicale groepen kunnen gematigde boeren de mond snoeren blijkbaar.

In Hoofdstuk 6 geeft van der Ploeg een schitterende historische en inhoudelijke schets van de Emissiearme bedrijfsvoering : een boerenoplossing. Hij schetst de initiatieven van de boeren in de Noordelijke Friese Wouden in samenwerking met de provincie, LNV en de WUR om het voerspoor uit vinden als resultaat van mineralenprojecten die zijn geoptimaliseerd in 25 jaar van dit project. De kern is zuinig boeren met een aanpassing van de bedrijfsvoering met stevig graslandbeheer (ruwvoer) met het steeds verder in stappen minderen (doorgaande reducties) van het krachtvoer en de inkoop van ruwvoer. en het in stappen minderen van de N-kunstmestgift, die leidt tot een sterke reductie van de N-emissie op het bedrijf (30%) en een aantrekkelijk saldo van kosten en opbrengsten. Helaas is het grote succes van het project niet omgezet in een landelijke uitrol om de N-emissie te reduceren omdat NFW haar voorstel niet financieel kon omzetten in een akkoord met LNV vanwege de landelijke politieke tumultueuze ontwikkelingen.

In het Hoofdstuk 7 Uitwegen uit de impasse, gaat van der Ploeg in op de lessen die geleerd zijn: 1. De N-crisis leert dat de grote uitdagingen niet meer alleen als technisch-juridische vraagstuk kunnen worden behandeld maar als een socio-politiek probleem, 2. De N-crisis leert dat tijdig ingrijpen essentieel is, 3. Het is essentieel dat politiek en overheid duidelijk doeleinden definiëren en vervolgens de betrokken segmenten van de samenleving vragen hun verantwoordelijkheid te nemen d.w.z. met een eigen plan te komen dat aangeeft hoe de doeleinden kunnen worden gehaald, 4. Er moet niet worden geschroomd de rekening te leggen bij degenen die tot nu toe aan het probleem hebben verdiend.

Tot slot pleit van der Ploeg na een vertoog over de autoritaire staat en een bespreking van de Bancada ruraliste beweging in Brazilië voor een democratische en actief interveniërende overheid om de problemen in Nederland aan te pakken.

Een oplossing voor de N-crisis ziet van der Ploeg voor zich bij een democratische en actieve overheid die intervenieert Dat ziet er als volgt uit in 3 handelingslijnen:

  1. De overheid grijpt met een serie ingrepen in op de Markt, om reductie van N naar de Nederlandse landbouw (beprijzing bij import N in veevoer/krachtvoer en op N-kunstmest)

  2. Een scherp getrokken en duidelijk geformuleerde generiek grens voor het stikstofgebruik per bedrijf (normeren max. toelaatbare stikstoffoverschotten met een mineralenbalans of KringloopWijzer of indirect via een GVE-norm),

  3. Het creëreren van handelingsruimte voor agrarische collectieven, die zelf verantwoordelijkheid nemen met afrekenbare resultaten voor N en milieu en natuur, in de vorm van contracten gericht op klimaat, energie, water, landschap en biodiversiteitsopgaven.

Van der Ploeg vindt dat de uniek positie van de WUR moet worden doorbroken door ook andere faculteiten de mogelijkheid te bieden wetenschappelijk landbouwkundig onderzoek uit te voeren om tunnelvisie te voorkomen. De ontwikkeling van het wetenschappelijk landbouwonderzoek aan het Louis Bolk Instituut (bijv. van Erisman en collega’s) getuigt van zijn principiële gelijk evenals de onderzoekingen van de Universiteit Leiden over milieu en landbouw. Het toebedelen van onderzoeksprojecten kan in Nederland behalve voor de WUR ook via TNO regulier en onafhankelijk aan onderzoekspartijen worden toegewezen.(Toevoeging HvP).

Voor het geval een plan B voor de stikstofcrisis nodig is pleit van der Ploeg voor het installeren van een pinautomaat bij Yara in Sluiskil om N-belasting (en evt. CO2-tax) te heffen op kunstmest N en een tweede pinautomaat in de haven van Rotterdam op de import van N in veevoer en krachtvoer uit verre landen. Verder moet de vergunningverlening voor agrarische bedrijven worden stilgezet als zij een N-overschot van meer dan 150 kg N /ha veroorzaken. Gemeenten moet het voorkeursrecht krijgen bij bedrijfbeëindiging in de landbouw. De sleutel tot de besproken uitweg met beprijzen, normeren en openingen bieden, een begrenzer invoeren, meer en betere kennis en een transitiefonds, is een daadkrachtige overheid die leiding durft te nemen. Van der Ploeg geeft aan dat het verhogen van het grondwater in het veenweidegebied onomkoombaar is vanwege de CO2-effecten van afbraak organische stof/veen, en dat de boeren zich hierin moeten schikken vanwege het belang van de klimaatverandering.

Conclusies van het boek van Jan Douwe van der Ploeg:

  1. Stop als overheid om aan de bedrijven die nu als nagestreefd ideaal model van de overheid per sector worden gezien maar die grote vervuilers blijken te zijn, investeringssubsidies te verstrekken en jaarlijks EU-subsidies te geven per bedrijf. De overheid stimuleert de verkeerdc typen bedrijven het meest.

  2. Het denken over Stikstof in de benadering van van der Ploeg en het generiek in de melkveehouderij en andere sectoren durven aanpakken van de aangetoonde grootste vervuilers, in plaats van het alleen berekenen van piekbelasters bij Natura2000 gebieden, zoals dat tot nu toe door LNV gebeurt met Aerius, in het overleg van boeren met de overheid, betekent dat die grote vervuilers die buiten schot worden gehouden, door het vaststellen van de normering van de maximale N-emissie van bedrijven, ook worden aangewezen in de andere sectoren van de intensieve veehouderij door ook daar maximale normen voor de N-emissie per bedrijf vast te stellen. De consequentie zal zijn dat de beoordeling en de gevolgen voor die bedrijven anders uitpakken dan tot nu toe gebeurt bij de beoordeling door de overheid. Duidelijk wordt dan dat de bedrijven die nu de meeste subsidie krijgen bij investeringen en die nu jaarlijks de grootste EU-subsidievretende bedrijven zijn, als ‘koplopers’ in hun sector onder varkenshouders, kippenhouders, eendenhouders, kalkoenhouders en kalverhouders etc. door normering van de N-emissie kunnen worden gescheiden van extensievere bedrijfsvormen, gemengde bedrijven en natuurgebonden bedrijven, die nu zouden moeten sluiten of zouden moeten worden opgekocht.

  3. Het boek van van der Ploeg ‘Gesloten vanwege stikstof’, Noordboek, is een aanwinst omdat op volslagen eigen, unieke en multi-disciplinaire wijze gekeken, geanaliseerd en geconcludeerd, wordt betreffende een groot maatschappelijk probleem. Dat probleem wordt al decennialang geblokkeerd door de overheid, die een bepaald ontwikkelmodel stimuleert, en door belanghebbenden (‘koplopers’ en ‘machineboeten’) als grootste N-vervuilers en radicale boeren, de landbouworganisaties, banken en de agro-industrie) met een eigen agenda, en eigen methoden en middelen, waardoor de politiek wordt gegijzeld evenals de boerengroepen (zuinige boeren en koeienboeren, akkerbouwers en tuinders) die willen veranderen zoals de jonge boeren, de bio-boeren en de burgers, die snakken naar een oplossing om de landbouw en de natuur te dienen.

  4. De inhoud van het boek komt op de lezer misschien heftig over vanwege de scherpte en de directheid in de benadering van de schrijver, die van binnen het systeem het probleem benadert en conclusies trekt. Maar als je langjarig meedraait in het Landbouwkennissysteem dan komt de inhoud en de beschreven processsen en de gang van zaken in het overleg met de overheid heel vertrouwd en herkenbaar over.

  5. Het boek van van der Ploeg is een aanrader voor iedereen die zich met Stikstof en Landbouw bezig houdt maar ook een must voor voor- en tegenstanders van de aanpak van de Stikstofproblematiek, en voor de politiek.

Mestcrisis jaagt boeren op kosten

In het artikel Mestcrisis jaagt boeren op kosten, van Martin Kuiper in NRC van 7 en 8 januari 2024, wordt opgesomd dat boeren lijken overvallen door de nieuwe mestregels van Minister Piet Adema, die acteert mede namens de EU. De titel van het artikel is misleidend omdat er geen echt nieuws in staat voor de boeren. Boeren weten al jaren wie teveel mest op het bedrijf produceert en dat de kosten voor hun rekening zijn. Die kosten probeert men af te wentelen op het Ministerie van LNV. De ondertitel spreekt over akkers (in plaats van weiden en voerproductie akkers) en de tekst eindigt met: Het mestoverschot wordt daarmee nog groter, terwijl de hoeveelheid mest gelijk blijft en dus op het bedrijf relatief meer mest per ha zou moeten worden uitgereden maar dat mag niet.

We horen op de achtergrond in de Tweede Kamer politici hun slogans uiten en vernemen verder van enkele onderzoekers en adviseurs over de inhoud van de thematiek. De ongelukkig gekozen foto van de tractor met de drijfmestton op Texel, bij het artikel dat vooral over melkveehouderij handelt, laat een drijfmestaanwending zonder mestinjecteurs zien, die bij grasland verboden is, en het seizoen van uitrijden is onduidelijk met die kale takken van de bomen (vroege voorjaart maart?).

Het slechte nieuws over de afschaffing van de derogatie en maatregelen voor het nieuwe GLB inclusiief de regels voor de EU Waterwetten en gevolgen van de de Nitraatrichtlijn zijn al jaren bekend. In verband met nitaat worden alle zand- en kleigronden nu in de regeling van LNV meegenomen omdat nitraat (het negatief geladen NO3-ion) gemakkelijk uitspoelt zoals de WUR in de winter heeft gemeten na enkele droge zomers.

In het Landbouwdebat lijkt dat allemaal nog niet goed ingedaald. Cor Pierik van BBB noemt de aangescherpte mestregels als volgt: ‘De sector staat in de fik; . ‘Een strop om de nek’, zegt Pieter Grinwis van de CU. En LTO had al geroepen: ‘doorgeschoten beleid. Onderzoeker Piet Groenendijk van de WUR, zegt echter: Voor de natuur is dit een opsteker. Geen land in Europa produceert met zijn kippen, varkens en koeien per ha zoveel dierlijke mest als Nederland. Volgens de Strategische MilieuKamer is dat 75 miljard kg mest in 2021 waarvan een deel naar het buitenland gaat. Vanwege N de derogatie moet de bemesting worden teruggebracht van 250 naar 170 kg N per ha per jaar. Grasland is ook in de winter groen (en weinig productief) en kan vele sneden gras opleveren maar helaas spoelt veel nitraat in de winter uit bij alle grondsoorten zeker na een droge zomer. Volgens het Nederlandse Centrum Mestverwaarding vervijfvoudigt het mestoverschot als gevolg van de maatregelen. Ook dat is oud nieuws. De prijs voor mestafzet ‘gaat’ van 25 naar 50 Euro per ton. En nu maar kijken hoe de mestproductie terug kan: met een aangepst grasmanagement en minder aankoop van veevoer/krchtvoer en met minder N kunstmest?. Die afweging die de Friese boeren in de Noordelijke Wouden gebruiken wordt niet eens overwogen?. Afgrijzen horen we in de Tweede Kamer en in de sector: Boeren kunnen dit financieel niet aan!, en dreigen failliet te gaan.Elien Vedder van het CDA vindt dat we niet aan de markt moeten laten wie kan pompen en wie kan verzuipen. Die markt streven we als overheid toch al jaren na?. Pierik wil dan maar meer N-kunstmest gaan gebruiken, om het oude vervuilende landbouwmodel te blijven volgen. Harm Holman van NSC ziet het probleem en is bang dat boeren de mest illegaal gaan uitrijden over hun land. Volgens de WUR is de kans op mestfraude aanwezig. Er werd in het verleden in de hele keten misbruik gemaakt volgens de Stategische Milieukamer zoals blijkt uit de analyse van 21 strafzaken.

De ingetrokken mestvrijstelling was voor de Minister Adema een nederlaag (tactisch antwoord in een verloren wedstrijd), en hij had in zijn zoektocht de Kamer, die alles wist, ‘verkeerd geïnformeerd’. Als je verontwaardigd reageert, krijg je in de politiek blijkbaar weer 120 miljoen Euro vanwege de schade (terwijl je de vervuiler bent?) Nederland is niet het enige land waar de derogatie is ingetrokken. Landen als België/Vlaanderen, Spanje (Murcia) , Frankrijk Seine-vallei) Italië (Po-vlakte) en Ierland etc. hebben mestproblemen/mineralenroblemen. Het vastklampen aan strohalmen helpt niet: toch weer ontheffing vragen bij de EU?, of hoe dat dierlijke mest tot kunstmest te bewerken. De mineralen blijven erin zitten.

Volgens LTO en enkele agressieve boerenorganisaties moeten we gewoon verder boeren met de huidig modellen en bedrijfstypen. Er blijft volgens Piet Groenendijk van de WUR maar een oplossing over: Krimp van de veestapel. In de bijschrift tussen de kolommen staat: Extra kosten voor een mestoverschot kunnen oplopen tot tienduizenden Euro’s per jaar (als het aantal GVE vee te hoog is voor het aantal ha grond).

Bron: NRC van 6 en 7 januari 2024, Mestcrisis jaagt boeren op kosten, redacteur Marin Kuiper.

Commentaar

Als alternatief noemde Jan Douwe van der Ploeg voorheen WUR, een ander bedrijfsmodel melkveehouderij nastreven dat meer graslandmanagement (meer eigen ruwvoer produceren) vraagt, minder aanvoer van krachtvoer en kunstmest en minder vervuilt en minder afhankelijk maakt van banken en leveranciers en dat minder kosten met zich meebrengt, zoals in de melkveehouderijen in de Wouden gebeurt. Ook vee verminderen kan bij extensiveren en natuurlijker boeren met minder krachtvoer en minder kunstmest en lagere kosten, zoals ook LNV als kans aangeeft. Er zijn dus meerdere keuzen te maken dan als lemmingen in de afgrond te storten (meer meer en gewoon doorgaan, koploperboeren en machineboeren ) zoals we bij koeienboeren en zuinige boeren aantreffen: bedrijven met een fatsoenlijk saldo en minder milieuvervuiling. De kernvraag is eigenlijk: Hoe gaan de melkveeboeren met hun aangepaste weidemanagement en aangepaste veestapel melk produceren met minder mineralen en minder mest. In het bijschrift van de tekst tussen de kolommen: Extra kosten voor boeren met een mestoverschot etc… had ook kunnen staan: extra kostenbesparing van tienduizenden Euro’s kunnen worden bereikt met een aangepast weidemanagement, meer eigen voerproduktie en minder inkoop van krachtvoer en van minder N-kunstmest, dat leidt tot minder mest en soms tot minder vee. Als het saldo maar goed is. (HvP)

Het vee moet zich kiplekker voelen

In een intervieuw met Bas Rodenburg, hoogleraar Dierenwelzijn van UU, geeft de onderzoekr aan dat het besef over welzijn van dieren dde afgelopen 25 jaar vooruit is gegaan. Het Kamerlid Leonie Vestering van PvdD diende in deTweede Kamer en de Eerste Kamer een amandement in met het doel het dierenwelzijn drastisch te verbeteren. Het amandement werd aangenomen. Er werd gesteld dat het niet langer is toegestaan om een dier pijn te doen of bij een dier letsel toe te passen, dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen. De Minister van Landbouw Piet Adema werkte als overheid met het bedrijfsleven veehouderij, supermarkten, ngo’s en de Dierenbescherming aan een convenant. De streefdatum van zomer 2024 is niet gehaald. Toch is Rodenburg optimistisch over de vooruitgang in het overleg en het feit dat de samenleving meer oog heeft voor dierenwelzijn. De rode draad is dat de dieren te weinig ruimte hebben en onvoldoende hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Dat geldt voor koeien, varkens en kippen en eenden m.b.t. de huisvesting, en scharrelen en wroeten, weidegang en buiten lopen, en de relatie moeder en jong. De eigen integrriteit van het dier krijgt meer aandacht zoals bij onthoornen, niet castreren, niet staartknippen, en zorg voor het dier en de moeder. Het systeem moet meer rekening houden met het dier om een dierwaardige veehouderij te worden. Geen ingrepen meer aan het lijf van het dier. Al in 1965 stelde de Britse wetenschapper Roger Brambel dat dieren vrij moeten zijn van ziekte, pijn, honger , dorst en angst. Tegenwoordig willen wij ook rekening houden met het gevoeldleven van de dieren zoals dat wordt aangejaagd door Ethici en de Dierenbescherming en Aktiegroepen. Soms is het veredelen en kruisen van een diersoort doorgeslagen en heeft de zeug meer biggen dan tepels en de kip weet niet meer hoe om te gaan met kuikens. De veranderingen gaan niet snel omdat boeren, banken, slachthuizen, winkelbedrijven, toeleveranciers en zelfs de haven van Rotterdam extra moet investeren in de verandering met stallen, ruimte in m2 per dier, ruimten voor verblijf, brandveiligheid, het buiten gebeuren met fourageren en de weidegang of het modderbad, licht en donker of schaduw, vloer en stof, en de inrichting met plek voor schuilen en spelen en het stofbad.

Bron NRC: Het vee moet zich kiplekker voelen, intervieuw met prof. Bas Rodenburg UU, van redacteur Marcel aan de Brugh, zaterdag en zondag 6 en 7 januari 2024.

Het economische model niet inclusief

Het klassieke model dat in de economie wordt gebruikt om het effect van menselijk handelen te toetsen is achterhaald zoals veel economen zelf inzien. Met het model 1 waarin arbeid, kapitaal en grond (bodem, water, lucht) wordt genoemd worden schadelijke effecten op het milieu en op de natuur resp. effecten op de dynamiek van biologische systemen en de duurzaamheid niet tot uitdrukking gebracht. Het ecomisch model is dus niet inclusief die effecten. Het model kent de doorwerking van zulke effecten in de cijfers niet. Effecten van schade door menselijk handelen op bodem, water en lucht, en biologische systemen worden zelfs niet ingerekend. Met een model 2 dat daar wel rekening mee houdt, ziet het er anders uit. Dit model corrigeert de waarde van bodem, lucht en water als er vervuiling aan de orde is. Ook effecten van klimaatschade, CO2- en Methaangas etc. en natuur en verlies biodiversiteit telt blijkbaar niet. De natuur als waarde in geld uitgedrukt is nog ongewoon. Negatieve of positieve effecten op de waarde van de natuur en de waarde van de biodiversiteit en de stabiliserend effecten op het ecosysteem, zijn niet ingebouwd in het syteem. Tot nu toe wordt de waarde van natuur en biodiversiteit niet vastgesteld en wordt 0 of x ingevuld.

Banken maken zich druk om handelssystemen voor de biodiversiteit als handelswaar. Zo wil men de natuur gaan helpen. Dat laat alles bij het oude: het oude economische model. Sallaint is de zin van de Rabobank medewerker van der Vorst die pleit voor biodiversity credits die kunnen helpen om boeren op korte termijn financiële winst te laten behalen: Als ik mijn huis duurzamer maak, heb ik meteen financieeël voordeel: lagere energiekosten.

Je kunt ook redeneren: Als ik op korte temijn mijn boerderij/bedrijf duurzamer maak, heb ik direct voordeel van minder energiekosten (brandstof. diesel, CO2) , minder mineralen (kunstmest N, P en milieu) kosten en minder krachtvoer (N en CO2). Ik moet mijn bedrijf dan andere managen en andere keuzen maken. Mijn winst zie ik als de baten en kosten worden vastgesteld in de vorm van meer netto in de portmonee. We zullen het probleem bij de kern op het bedrijf moeten aanpakken om ooit duurzaam te worden. (HvP). Maar zulk een vergelijking maakt de Rabo-spreadsheet normaliter niet.

Wat is de waarde van de natuur dan?. Toen er nog geen landbouw was, was er alleen natuur. We stellen de waarde op X miljard Euro. En de landbouw op 0. Naarmate er meer landbouw kwam werd de natuur teruggedrongen of vernield en omgezet in landbouwgrond. De factor Arbeid en Kapitaal namen toe, en de factor Grond (bodem, lucht en water) bleven in absolute zin gelijk maar werden aangetast qua milieu zonder verandering in waarde in het model. De natuur stond als waarde niet op de balans, dus nul op de balans, en telde niet mee. In 2024 lijkt er bij de factor Grond vooral het gebruik van grond in de landbouw (en industrie en verkeer) in het geding, en niet de concurrerende waarde van natuur. De waarde van de landbouw noemen we Y miljard Euro. Inmiddels is de waarde van de natuur fors gedaald en misschien wel gedaald naar minder dan 0,5 X. Ergens tussen 1900 1950 was de waarde van de landbouw en van de natuur nog in een bepaald evenwicht. Stel brutaal dat Y en X toen gelijk waren. Inmiddels is de waarde van de economische activiteit van Y flink gegroeid en de waarde van de natuur en de waarde van het biodiverse systeem X is flink gekrompen. X concureert met Y om dezelfde grond (bodem, water, lucht) en zij vormen een balans of disbalans Beter geformuleerd: X is nooit vastgesteld en een waardevermindering doet er in de economiet niet toe. Het wordt tijd voor een beter economisch model inclusief de waarde van natuur en de waarde biologische systemen. De aanzet voor de notite over het Economisch model werd ingegeven door het artikel Biodiversiteit als handelswaar: helpt dat de natuur?, van redacteur Wouter van Noort in NRC van 13 en 14 januari 2024. Het artikel beschouwt de problematiek vanuit de handel en de banken in plaats vanuit de beslissingen die in bedrijven/boerderijen genomen moeten worden om een duurzame economie vorm te geven.

Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050

Volgens de voorzitter van de commissie Gematigde groei, Richard van Zwol, wordt de groei van de bevolking bepaald door het migratiesaldo, het verschil tussen immigratie en emigratie. De commissie adviseert om te kiezen voor een langjarig beleid met bandbreedtes voor verschillende soorten fruit: asielmigratie, arbeidsmigratie, gezinsmigratie en kennismigratie. Volgens de commissie is het land (de stedelijke gebieden) al behoorlijk vol maar dat is discutabel in vergelijking met andere EU-landen. Een groei van de bevolking tot 19 of 20 miljoen of meer inwoners leiden tot toenemende problemen. Sterkere bevolkingsgroei zal leiden tot schaarste (middelen, grond en huizen), hinder (verdraagzaamheid en integratieproblematiek) en ergernis (verstoren en invloed cultuurverschillen). Migranten moeten bijdragen leveren in het land zoals de kenniswerkers en de bouwvakkers, die wel of niet terugkeren naar hun land van herkomst. Met name migranten die hun taal niet kunnen lezen en schrijven en daarnaast een grote culturele afstand tot Nederland hebben, dragen weinig bij in de belastingen aan de Nederlands maatschappij maar liften wel mee in de zorg en de huisvesting. Het kleine en drukke land kan dat niet aan. (!,?) De groei van de bevolking komt sinds 2000 door de immigratie: Gezinsmigratie zoals gezinshereniging 33%, arbeidsmigratie 25%, studiemigratie 15%, en asielmigratie 12%. Een grotere groei van de bevolking en meer immigratie wordt afgeraden. Het stellen van bandbreedten voor immigratie-categoriën en een krachtiger verweer in de EU vanwege de bijzonder positie van Nederland wordt aangeraden , zeker nu er vorig jaar een Europees migratiepact is gesloten (over strengere grensprocedures en en gelijkmatiger verdeling van asielzoekers in de de lidstaten, redactie NRC). De kwaliteiten (en competenties) van de (arbeids)immigrant moet beter en sneller worden benut. Zo zullen de problemen in de zorg en in het onderwijs bij import van hoger opgeleiden echter nog niet worden opgelost. De tekorten op de arbeidsmarkt zullen voor uitvoerend werk niet worden opgelost met het invliegen van lager opgeleiden (of analfabeten). Verdienmodellen migranten kloppen niet. Werkgevers worden er rijk van maar de arbeidsmigrant zelf niet, zoals de ervaring heeft geleerd. Volgens de commissie zullen problemen met arbeidsmigranten blijven in de tuinbouw, in de distributiecentra en in de slachthuizen. Nieuwe arbeidsmigranten uit toekomstige EU-lidstaten zoals de Balkan, Oekraïne, Moldavië, Georgië of uit de kop van Afrika, kunnen dat soort werk beter in hun eigen land uitvoeren en niet hierheen hoeven komen. Dat zal alleen gebeuren als dat werk hier in Nederland wordt stopgezet: in de tuinbouw, de distributiecentra en in de slachthuizen. Die conclusies lijken kort door de bocht. Het kan alleen als er minder tuinbouw in Nederland komt (met knowhow en infrastructuur), en minder distributie en handel, gedreven wordt door de EU via de havens van Rotterdam in de open economie van Nederland, en er minder koeien, varkens en kippen in Nederland zijn. Dan zal het slachten voor de export afnemen. Het betreft werkzaamheden die al meer dan honderd jaar werden ingevuld met vakmensen en deels aangevuld met werkzoekende boerenzonen, dagloners, seizoensarbeiders en uiteindelijk ook arbeidsmigranten met een reguliere jaarlijkse arbeidsrelatie of in de klauwen van deels malafide uitzendburau’s, die in Nederland ondanks het rapport van Emiel Roemer nog worden ingezet. Zulk een infrastructuur voor veehouderij en tuinbouw resp. voor distributie ontstaat niet zomaar buiten de EU in derde landen. In het rapport blijft onduidelijk hoe Nederland tijdig voldoende vakbekwame mensen opleidt op MBO-niveau of helpt op te leiden (huidige bevolking en uit migranten in opvangcentra) om alle werk in de zorg, in de bouw, in de metaalindustrie, in het technisch onderhoud (monteurs) en de energietransitie te realiseren. Ook competente arbeidsmigranten op allerlei niveau, geduid als soorten migranten, kunnen worden toegelaten. (HvP). Nederland zal een flexibele ‘bouwcultuur’ moeten toepassen om voldoende huisvesting re realiseren vanwege de nijpende tekorten en de vergrijzing en de komst van de immigranten. Anders bouwen, sneller bouwen en tijdelijk bouwen komt te weinig van de grond. Dat we in Nederland te groot wonen is een losse flodder in veel stadswijken. Uit peilingen blijkt dat het overgrote deel van de bevolking niet voor verdere bevolkingsgroei kiest.

Thema’s waarover mensen zich druk maken zijn zorgen over bevolkingsdruk: wonen, maatschappelijke spanningen en ruimte voor natuurgebieden. De druk op landbouwgrond voor woningbouw, dijkverzwaring, wegenbouw, bos, natuur en groenvoorzieningen zal niet minder worden. De gewenste groei van de bevolking vraagt om het vrijmaken van grond, ook landbouwgrond. De Klimaatverandering met de benodigde aanpassingen van de woongebieden in het Westen aan zee en in de uiterwaarden van de rivieren wijzen op een mogelijke aanslag op bestaande landbouwgronden tot in Oost-Nederland. Bron NRC: Beperk migratie in belang welvaart, Voorpagina NRC, en het artikel: Nederland is al een van de kleinste en drukste landen, we kunnen zo niet doorgaan, Intervieuw met de voorzitter Staatscommissie, door redacteur Eppo König , NRC van dinsdag 16 januari 2024.


Stikstofdoelen halen

Dat Nederland de Stikstofdoelen niet op tijd gaat halen, blijkt uit een analyse van het RIVM. Nederland gaat de termijn van N-doelen in 2025 niet halen en dat betekent dat de rechter de overheid zal gaan dwingen stengere maatregelen te nemen. De formerende partijen voor een nieuw kabinet denken overwegend negatief over hardere N-maatregelen. Greenpeace en MOB zijn actief om de Staat aan te klagen vanwege falend milieu- en natuurbeleid. Ondanks de N-wet en de creatie van het N-fonds met miljarden Euro’s en de krachtsinspanningen van de provincies, is het kabinet er in 2023 niet in geslaagd om daadwerkelijke N-emisse bij de bronnen, en N-depositie in de natuur terug te dringen. Er zijn te weinig bedrijven gestopt (directe mindering N-emissie bij piekbelasters en stoppers: de kop van N-emissie eraf) en er zijn te weinig bedrijven die hun bedrijfsvoering op de boerderij zodanig hebben aangepast dat de N-emissie bewijsbaar is terug geschroefd (de mindering N-emissie op de lange termijn als gevolg van wijziging bedrijfsvoering wat de bulk aan mindering N-emissie moet opleveren). De maatregelen om de bedrijfsvoering te wijzigen, blijven uit zolang onduidelijkheid blijft bestaan over diervriendelijke veehouderij en de ethische eisen aan veehouderij resp. het weide- en graasbeleid/ varkens buitenbeleid, maximale veebezetting (max. GVE per ha), beperking gebruik import veevoer/krachtvoer, beperking gebruik N-kunstmest en de mogelijkheden van extensivering en natuurgebonden bedrijfsvoering, resp. innovatieregeling N-emissie op het bedrijf, grasland- en veevoermanagement als eigen produktie ruwvoer, en een verplaatsingsregeling bedrijf, die als staatsteun kan worden geïnterpreteerd in de EU.

Bron NRC, 23 januari 2024, Kabinet gaat stikstofdoel niet halen, redacteuren Milo van Bokkum en Martin Kuiper.

Commentaar HvP: De overheid kan bijvoorbeeld in de belangrijke tak van de melkveehouderij bedrijfsstijlen erkennen en stimuleren die het milieu en de natuur sparen in plaats van de schaalvergroting en de intensivering na te blijven jagen in over-de-top bedrijven. (grondstoffen/energie, veevoer, N-kunstmest, en grote afhankelijkheid van financiering en toeleveringsbedrijven). Tevens kan de overheid een overbruggingsregeling creëren die bedrijven in transitie naar milieu/natuur- en diervriendelijke bedrijfsvoering tijdelijk bijv. 2-3 jaar faciliteert.

Volgens de redacteuren Mike Muller en Eva Segaar van Telegraaf Binnenland 23-01-2024 gaat minister van der Wal van Stikstof en Natuur de provinciale plannen gebiedsgerichte aanpak groen licht geven. Het extensiveren van bedrijven kan doorgang vinden. Innoveren wacht nog op een regeling die maar moeizaam tot stand komt of helemaal niet. De regeling verplaatsen bedrijf zou nog maanden op zich laten wachten. Het totaal aan aanvragen van de diverse uitkoopregelingen staat op 1262 waarvan 528 varkensboeren, 338 melkveehouders, 189 pluimveehouders, 135 kalverhouders en 72 bedrijven met diverse diersoorten. Over de bulk van vermindering N-emissie die dan nog moet komen van aanpassing bedrijfsvoering en management eigen veevoerproductie met vermindering van de veestapel resp. vermindering import veevoer/krachtvoer en het gebruik van N-kunstmest, wordtmet geen woord gerept. Bron Telegraaf internet Binnenland, Nog geen regelingen voor agrariërs om te verduurzamen: boeren langer in onzekerheid, door de redacteuren Muller en Segaar, 23-01-2024.

Opvallend is dat het in Nederland na een onrustig 2022-2023 na het afbreken van het Landbouwakkoord door LTO, en de onbegrijpelijke kabinetsval veroorzaakt door de VVD, onder de boeren rustig blijft. Behalve het ontbreken van perspectief lijkt de enige zorg te zijn dat regelingen van LNV om te stoppen of te innoveren of bedrijven te verplaatsen uitblijven en dat er schijnbaar niks gebeurt. Het Landbouwfront lijkt ingedommeld en nieuwe initiatieven over Visie Landbouw en Voedsel, en Verdienmodel landbouw ontbreken nog steeds.

De schijnbare rust staat in schril contrast met de acties van de Duitse boeren en de felle Franse boeren waar boeren uit Vlaanderen en Nederland bij aansluiten. Behalve stakingen door boeren en hun aanhang en snelwegblokkades met landbouwvoertuigen, horen we via de media ongenoegen over afschaffen subsidie/belastingteruggave op landbouwdiesel, en dreigende invoering van wegenbelasting voor tractoren vooral klachten over toegenomen kosten en de toegenomen regelzucht. Ook beperkingen voor de bedrijfsvoering als gevolg van milieu- en natuurregels worden genoemd. Het betreft na-ijlende reacties op ontwikkelingen in het EU-beleid en het nationale landbouwbeleid waar die landen al jaren mee bezig zijn. De kern van de problematiek is echter dat na jaren van schaalvergroting en veranderde subsidieverstrekking in de EU (van ha-toeslag subsidie voor boeren naar gerealiseerde duurzame landbouwproductie) om een rendabel landbouwbedrijf te kunnen voeren doordringt dat de inkomens en de toekomst van boeren onder zware druk staan met de beperkte opbrengsten en de sterk gestegen kosten van de laatste jaren. Veel boeren dreigen af te haken en zijn gevoelog voor paniekverhalen. De dreiging van de uitbreiding van de EU komt daar nog bij als Oekraïne als groot landbouwland met granen, mais, plantaardige olie en kippenvlees, en Moldavië en van enkele Balkanlanden kunnen toetreden tot de EU en haar subsidiefondsen. Dat worden andere verhoudingen onderling in zulk een nieuwe EU waar de boeren in West-Europa met Duitsland, Polen, Frankrijk, Nederland, België en in Zuid- en Oost-Europa (Polen, Hongarije, Roemenië, Slowakije, Litouwen etc.) bang voor zijn.

De EU-voorzitter Ursula von der Leyen van de Duitse CDU, die als voorzitter Europese Unie herbenoemd wil worden, ziet die bui al hangen en zij pleit als voorzitter ervoor om voor de hele EU een nieuwe Landbouwvisie met nieuwe prioriteringen en nieuwe regels op te stellen. Dat raakt ook de import van (landbouw)producten van buiten de EU. Behalve een EU-klimaatbeleid is er dus ook behoefte aan een nieuw EU-Landbouwbeleid. AD Nieuws meldt op 24 januari 2024 dat Minister van der Wal in haar brief aan de Tweede Kamer mededeelt dat het kabinet ongeveer 3 miljard € wil vrijmaken om de plannen van de provincies (1,3 miljard €) en de verlenging van de vrijwillige opkoopregeling veehouderijbedrijven (1,45 miljard €) mogelijk te maken. Een apart besluit van het kabinet was nodig omdat de Tweede Kamer de invulling van het N-fonds controversieel had verklaard. Begin februari vergadert de Tweede Kamer over de Landbouwbegroting en het besluit is vanwege weerstand en vragen van BBB, NSC en PVV aangehouden omdat er in de kabinettsformatie voorlopig is afgesproken geen extra miljarden uit te geven.

De problemen in de EU met de landbouw vergen een herziening van het beleid. Zowel boeren, boerenorganisaties, natuurorganisaties, de EU-commissie, de Landbouwministers, de parlementen en het Eropese parlement moeten om. Ursula Von der Leyen dringt aan op een dialoog met de landen om de polarisatie te bedwingen. Zij nodigde 30 organisaties uit om ideeën over de toekomst van de landbouw te delen met de Europese Commissie. Veel politici vrezen bij de volgende verkiezingen in de EU en in hun land een ruk naar rechts als gevolg van bestaande onvrede en toenemende polarisatie. Bij de protesten in Duitsland en Frankrijk lijkt de landbouwdieselprijs (in Nederland lang geleden afgeschaft) een probleem maar de kosten-opbrengsten structuur voor de productie van voedsel is in veel EU-landen een probleem geworden. Het subisiegeld gaat naar de verkeerde boeren. Boeren zijn door de schaalvergroting en specialisatie steeds afhankelijker van banken en toeleveranciers, waarbij de schuldenlast is toegenomen, en de voorschriften voor duurzame landbouw worden steeds strenger. In de afgelopen 10 jaar tijd verdwenen er in Oost Europa 5 miljoen banen als boer terwijl dat in Frankrijk 100.000 boeren banen betrof.

De verschillen in de landbouw in de EU-landen zijn groot evenals de accenten (verschillen in sectoren en bedrijfstypen. De regels over droogte, water, natuur, stikstof, diesel, prijzen, bestrijdingsmiddelen, voorschriften, eisen diervriendelijkheid, biodiversiteit, economische ongelijkheid, kosten en opbrengsten, arbeidskrachten/immigranten) spelen een rol spelen bij de onvrede. De boeren in het Oosten van de EU voelen zich (historisch) achtergesteld t.o.v. van de Westerse boeren met hun schaalvergroting, moderne techniek en specialisaties, en voorzieningen, ondanks extra subsidies, en zij hebben een andere structuur van het geheel van bedrijven in landbouw dan in het Westen. Het zijn de naweeën van het communisme en de daarmee samenhangende (bedrijfs)cultuur en de opvattingen van hun ‘boeren’. De collectieve bedrijven met daarnaast nog veel kleine boeren zijn inmiddels agro-conglomeraten en oligarchen en kleine boeren geworden. Corruptie binnen de EU ligt ook in Oost- Europa op de loer. De goedbedoelde subsidies in de EU zijn sluimerend verworden tot een vloek die vernieuwingen blokkeert en schaalvergroting aanjaagt. Tijdelijke ondersteuning was het parool van subsidie. Inmiddels is het structurele steun en met name grote bedrijven profiteren daarvan via de ha-toeslag. Het ombouwen van het budget voor Landbouw naar tijdelijke subsidies door de EU voor duurzame landbouw en het behoud van de natuur, worden geblokkeerd door een aantal landen, de agro-industrie en door de boerenorganisaties. De boeren zitten in de val. Een aantal gevestigde partijen die zogenaamd de landbouw en de boeren dienen, zijn subsidieziek geworden. Die cultuur moet worden doorbroken. De grote bedrijven slurpen de bulk van de EU-subsidies op. In Polen gaat 70% van de EU-subsidie naar 20% van de bedrijven. Ook in de andere landen ontvangen de grote bedrijven ook de meeste subsidie. Dat is een slecht systeem als duurzame landbouw gewenst is en de natuur serieus wordt genomen. Alleen ha-toeslag voor de boeren met bijv. de eerste 50 ha, een halve toeslag bij 50-100 ha, en boven 100 ha nul toeslag, met steeds minder subsidie voor vergroting per landbouwbedrijf, is onbespreekbaar. Een doelsubsidie met milieu- en natuuurdoelen is bij GLB enigszins van de grond gekomen maar de ha-toeslag domineert nog waardoor schaalvergroting nog wordt aangejaagd. En het budget GLB schiet tekort omdat de ha-toeslag tevel geld kost. De boeren trekken aan het kortste einde. De genoemde onvrede in de EU en de landen vormt inmiddels een explosieve cocktail. De stakingen resp. de wegblokkades en de bedrigingen van politici getuigen van radicalisering. Er zijn naast behoudende Christen Democratische partijen in de EU, ook reactionaire boerengroepen in de landen actief, en veel boeren die willen veranderen, durven zich niet te uiten, bang dat zij niet als solidair worden gezien. De Agri-lobby rond de EU en de grote bedrijven, spelen een grote rol in de landbouwpolitiek. De boeren zijn een enorm krachtig cultureel symbool en zij verzetten zich nu tegen beknotting, tegen globalisering en tegen de overheid. Dat zijn precies de thema’s waar rechts radicale groepen het van moeten hebben, aldus Jan Douwe van der Ploeg, emeritus hoogleraar landbouwsociologie aan de WUR. Ook Caroline de Gruyter, schrijver over politiekk en Europa In NRC, waarschuwt voor de invloed van Agrilobby en het huidige landbouwbeleid met het zieke schaalvergrotende subsidiesysteem, en de invloed van rechtse en radicale stromingen op de politiek. In dat licht is het relevant om de groei van rechtse en deels onduidelijk partijen evenals enkele radicale bewegingen in de gaten te houden variërend van partijen BBB, PVV, tot PiS, RN, AfD, MCC Brussels, Slowaakse regeringspartij en Hongaarse bewegingen te volgen. Enkele partijen uiten tevens nationalistische of racistische slogans. Bron NRC, 27 en 28 januari 2024, Europees rechts heeft profijt van boerenprotest, door redacteur Mandula van den Berg. En NRC 3 en 4 februari 2024, en Benarde boer? Nee, agrilobby chenteert EU, van 04-02-2024 door Caroline de Gruyter.

Brussel komt boze boeren tegemoet, luidt het artikel van correspondent Clara van de Wiel vanuit Brussel, in NRC van 1 februari 2024. Als eerste argument voor onvrede noemt zij de regeldruk op de boeren. Het is moeilijk om vat te krijgen op dit argument omdat het een containerbegrip is en omdat het onderwerp dagelijks wordt genoemd. De solidariteit met Oekraïne zorgt voor ruzie met boeren in vele EU landen omdat het als oneerlijk wordt ervaren zonder een importheffing omdat de eigen boeren uit de markt worden gedrukt. De financiële nood van een aantal boeren kan niet worden ontkend maar kent vele oorzaken. Of het uitstellen van de braakleggingsregeling van 4% van het areaal grond verstikkend uitwerkt, zoals Frans boeren aangeven, een oplossing is, wordt betwijfeld. Frankrijk heeft erg veel landbouwgrond en krijgt als land de meeste subsidie. Het is duidelijk dat het Natuurherstel en het Vergroeningsplan dat Frans Timmermans in de EU bepleitte, tot de dag van vandaag wordt tegengewerkt door boeren en politieke partijen in de EU en in Nederland. Copa-Cogeca, de belangrijke boerenlobbyclub, probeert om de EU Commissie een vrijhandelsakkoord met Zuid- Amerikaanse Mercourlanden, te doen staken. Het blijft toch gissen waarom de boeren in de EU op dit moment precies staken en tot wegblokkades overgaan terwijl de genoemde bezwaren en de Klimaatdoelen en Energietransitie en Green Deal al sinds 2022- 2023 aan de orde zijn.

De stakingen en blokkades van snelwegen begin februari 2024 rond steden in Frankrijk, Duitsland, België en Nederland en bij grensovergangen op snelwegen, zijn onder andere door reactieve groepen boeren en landbouworganisaties georganiseerd, onder andere FDF. Agractie aarzelt nog met akties. De leider van FDF uit weer bedreigingen aan het adres van Minister Piet Adema en politici zoals Harm Holleman, voormalig veehouder, van NSC, die proberen oplossingen te vinden. Behalve Caroline van der Plas van BBB distanciëren de politici zich bijna unaniem van zulke bedreigingen.

Echte prijzen/True pricing voedsel in de winkel

In een moedig en complex experiment van Penny Grüner Weg, onderdeel van REWE, in 2150 winkels in de periode 31 juli t/m 5 augustus 2023, werden 9 producten voorzien van de prijzen gecorrigeerd op klimaat-, energie- en milieueffecten van het product. De prijzen waren berekend door medewerkers van de Universiteiten in Griefswald en in Augsburg/Neurenberg. Dr. Tobias Gaugler geeft aan dar de berekeningen complex zijn en steeds worden bijgesteld. Zoals verwacht waren de prijzen veel hoger bij gangbaar vlees en vis 63-170% resp. bij melk/yoghurt, mozzarella en oude kaas 31 tot 88%, en bij vegan schnitzel 5% en plantaardige producten tomaat 12, aardappel 12, en appel 8%. Het effect viel bij biologishe producten enigszins mee. De producten kon je alleen kopen tegen de berekende prijzen, of je kocht niet. Veel klanten kozen om de 9 anders geprijsde producten niet te kopen. De portemonne won het van de goede bedoelingen. Het effect was per product verschillend maar bij vlees en kaas het sterkste. Een aantal klanten besloot na uitleg toch te kopen. Een aantal klanten gaf aan dat biologische producten ook duurder zijn, dat went. In de voormalige DDR was afzien van aankoop met 70 % het sterkst. In West-Duitsland en Zuid-Duitsland was het effect 50%. In de voormalige DDR zijn de inkomens ook het laagste. De belangrijkste prijsopdrijvers in dit Penny Grüner Weg van het Rewe experiment blijkt de klimaat/energie en de N (kunstmest) te zijn. Overigens werd de meerprijs van de producten, groot 370.000 € besteed aan een project verduurzaming in de Beierse Alpen. Bron NRC van donderdag 25 januari 2024: Wat wint: de portemonnee of het klimaat? (en milieu?), van redacteur Joost Pijpker, en informatie van Penny REWE en de Universiteit Augsburg op internet.

Met de kop: In de winkel is plantaardig nu goedkoper dan vlees, doet Joost Pijper verslag in een NRC-artikel van 1 februari 2024, over de veranderingen in aanbiedingen in de supermarkten tussen plantaardige producten en dierlijke producten. Supermarkten hebben een enorme invloed op de keuzes die klanten maken in de winkel. Vleesvervangers zijn bij de meeste ketens goedkoper geworden. Bij de Biologische supermarktketen Ekoplaza zijn de verschillen het grootste. Soms scheelt dat wel 10% volgens de denktank Questionmark, de voortrekker in onderzoek naar verduurzaming voedselketen. Dan volgt Jumbo en pas daarna komt AH. Het geheel past in de trend van de transitie van dierlijk naar plantaardig eiwit in voedsel. De omslag is beïnvloed door verminderde inflatie en de (Oekraïne export crisis) voorheen dure graanprijzen 2 jaar geleden, en de ambities van de winkelketens om plantaardige producten te stimuleren onder andere in de vorm van huismerken.

WUR rapport over ontwerp NLPG

In het artikel in NRC van 26-01-2024: Verduurzamen voor boeren te duur, geven de redacteuren Milo van Bokkum en Marin Kuiper hun conclusies weer van het inzien van een nieuw WUR- rapport, dat inzicht geeft in de effecten van de stikstof-, water- en klimaatmaatregelen op de verduurzaming van de landbouw. Het onderzoek opgedragen door LNV, moet meer inzicht geven in de gevolgen van het Ontwerp NLPG, het Ontwerp Nationaal Programma Landelijk Gebied van minister Cristianne van der Wal, VVD, van Stikstof en Natuur. Het artikel in NRC ontbeert de kwaliteit van scherpe nieuwsgaring om op de voorpagina te staan in een kwaliteitskrant. Jammer dus. Dat inzicht wordt in het artikel niet gegeven omdat over de inhoud van het wetenschappelijk rapport nauwelijks concrete informatie wordt gegeven. Wel worden (half) open deuren ingetrapt met zinnen zoals: Maatregelen als minder mest uitrijden en minder houden, hebben zeer negatieve financiële gevolgen. Kritische noten van boeren over voorstellen voor een aangepaste bedrijfsvoering ontbreken. De rol van boeren lijk passief en de boer is de dupe?. Opmerkingen over groententeelt, resp. varkenshouderij en pluimveehouderij zijn niet onderbouwd in het artikel omdat het rapport niet over die landbouwsectoren gaat. Als kalvervlees duurder wordt vermindert de afzet, zeker in het buitenland. Daar hebben we de WUR niet bij nodig. Afwegingen over eigen ideeen van boeren over minder kosten maken en na vaststellen van de opbrengst meer netto winst maken in een aangepast bedrijfsmodel, ontbreken. Het lijkt Meer Meer of handhaving van bestaande bedrijfsmodellen maar of dat de conclusies van de WUR zijn, valt te betwijfelen. Dat de maatschappij en de consument meer moet gaan betalen voor duurzaam voedsel was bij de onderhandelingen en na het vastlopen van het Landbouwakkoord van Minster Piet Adema al duidelijk. De stakingen van Duitse en Franse boeren en de commentaren vanuit Vlaanderen spreken boekdelen. Dat geldt ook voor het experiment van Penny de winkelketen van REWE in Duitsland. Het vastlopen van het Landbouwakkoord wordt door Minister Piet Adema en veel buitenstaanders anders uitgelegd dan het artikel doet. Niet het verdienmodel maar de benodigde aanpassingen in de bedrijven met nieuw gekozen bedrijfstypen en beperkingen in import veevoer, minder krachtvoer/minder eiwitrijk voer, beter grasland/ruwvoer management, minder vee, minder mest en minder stikstofkunstmest op het bedrijf waren de aangrijpingspunten: Kort door de bocht: anders voeren, minder vee en minder mest. Of nog korter: max. aantal GVE per ha.

Rapport WUR uitwerking bedrijfstypen

Het rapport van de WUR, getiteld: Uitwerking bedrijfstypen voor duurzame landbouw: melkveehouderij en akkerbouw, met 12 bijlagen van Roel Jongeneel, Marcel van Asseldonk, Co Daatselaar, Auke Greidanus, John Helming en Luuk Vissers van januari 2024 is inmiddels gepubliceerd en door Ministers van LNV naar de Tweede Kamer gestuurd. De onderzoekers maakten gebruik van een uitgebreide klankbordgroep en een stevige expertgroep. Het Rapport maakt deel uit van een opdracht van het Ministerie van LNV om duurzaamheid van boeren bedrijven in alle sectoren te onderzoeken. Het tweede deel: Uitwerking bedrijfstypen andere sectoren, verschijnt eind 2024 onder leiding van dr. Marcel van Asseldonk van WUR.

Het rapport beschrijft hoe de doelstelling van het project Uitwerking bedrijfstypen voor duurzame landbouw inzicht biedt in de diverse aspecten en de gevolgen die dit op bedrijfsniveau biedt. Er worden een negental bedrijfstypen melkveehouderij van middelklein naar middelgroot onderscheiden, die zich niet 1 op 1 laten vergelijken met de bedrijfstypen melkveehouderij boeren van socioloog Jan Douwe van der Ploeg. Er zijn wel grote overeenkomsten over te trekken conclusies aangaande de bedrijfstypen melkveehouderij en akkerbouw en hun effecten op milieu en natuur. In de melkveehouderij worden door de WUR bedrijfstypen onderscheiden op zand-, klei en veengrond en verder op basis van high-tech (licht en zwaar in techniek, machines en lening) en extensivering (licht en zwaar in vee en hectares). Bij akkerbouw/vollegrond groententeelt zijn 5 bedrijfstypen onderscheiden afhankelijk van het teeltplan en de dominante teelten graan resp. aardappelen (poot- op klei, consumptie- op klei en industrie- op zand), granen of overig op zand. Boeren kunnen bedrijfsbeslissingen mede baseren op basis van de afwegingen hoe zij willen produceren en hoe zij omgaan met milieu en natuur. Het rapport bekijkt het effect van derogatie apart omdat het overschot mest op het bedrijf bij de veehouder toeneemt en bij de boer kosten veroorzaakt. Verder worden de effecten van N-emissiereductie doorgerekend en van broeikasgassen, en nitraat(richtlijnen). Dan volgt de reductie van eiwitrijk krachtvoer (eiwitarmer voeren), meer weidegang, mest verdunnen, toevoeging additieven aan voer en mest. De maatregelen kosten geld en hebben dus direct invloed op het inkomen. Omschakelen naar een extensiever bedrijfstype of een biologisch bedrijf kost geld en een forse aanpassing van het bedrijf. Investeringen in stalsystemen vanwege stikstof- of klimaateisen worden doorgerekend. Tot slot wordt gekeken naar de huidige subsidies voor duurzame landbouw met investeringen in agrarisch natuurbeheer, houtwallen, waterpoelen, bescherming weidevogels, en kruidenrijk grasland. Veel maatregelen van de overheid worden gefaseerd ingevoerd. Ook een verlaging van de vee-intensiteit per ha als GVE per ha, zal zo worden doorgevoerd. Melkveehouders met hun melkkoeien en het jongvee (omgerekend) zullen terug moeten van (meer dan) 3,5 GVE/ha inclusief jongvee, naar 2,5 GVE/ha en mogelijk regionaal en plaatselijk in de toekomst nog lager via 2.0 naar of 1.0. Ook het (verder nog te formuleren toekomstig) GLB biedt perspectief met doel-bekostiging evenals de projecten voor insecten-, vogel- en bloemenweiden voor herstel biodiversiteit zijn mogelijk, zeker omdat veehouders en akkerbouwers daar (zonder of met subsidie) aan mee willen werken of al initiatieven hebben genomen.

Verduurzaming van de landbouw kost de boeren en waarschijnlijk ook de overheid en dus ook de burgers veel geld. Daar hoort volgens Timmermans een sociaal plan bij. Verduurzaming pakt per bedrijfstype anders uit bij het type melkveehouderij bedrijven en bij het type akkerbouwbedrijf. Die bedrijven ontlopen elkaar sterk in vee en mest en gerichtheid op vee/dieren of op plantenteelt. De verschillende scenario’s van verduurzaming pakken in de melkveehouderij en in de akkerbouw financieel dus verschillend uit. Afschaffing derogatie,lichte verduurzaming en lichte extensivering met meer ha en minder vee kost inkomen (Kosten versus opbrengsten) maat het inrekenen van minder krachtvoer en het opvoeren van eigen ruwvoer met grasland management en samenwerking met akkerbouw voor ruwvoer) heeft naast het minderen van N-kunstmest ook invloed. Doorgaan op de oude voet van Groter Groter …en Meer Meer …. kan bij het doorrekenen van de toenemende milieu- en klimaat/energiekosten het failissement van het bedrijf naderbij brengen met de slogan: Meer Minder… De inkomenseffecten varieren op zand/klei/veen, en op intensiev en extensieve bedrijfstypen sterk. Er is gekeken naar omvang van het bedrijf , groot, midden of klein. Het ene type heeft een veel groter effect op inkomensverlies dan het ander type. Er wordt bijv. uitgegaan van een gemiddeld standaard inkomen van 80.000 Euro op zulk een bedrijf terwijl een ander bedrijfstype 120.000 Euro inkomen haalt. Daarna lezen we (in koppen en artikelen in de kranten en media) over effecten in %, die schrik aanjagen. Afhankelijk van wat allemaal werd ingerekend was het inkomensverlies in de modellen groot variërend van 28 via 60 tot extreem 200% bij melkveehouderij en 12, 16 en 20 % bij akkerbouw. De effecten van de afschaffing jaarlijks ha-subsidie voor de boer en de omzetting naar een nieuwe GLB-doelsubsidie-systeem-duurzaamheid in de EU zijn niet ingecalculeerd omdat dat beleid nog niet is vastgesteld en wordt tegengewerkt in grote landbouwlanden en enkele politieke partijen in de EU. Het oude subsidiesysteem van de EU maakt(e) de sectot landbouw subsidieziek, en stimuleert de verkeerde bedrijfstypen zoals de grote bedrijven en de collectieven in Oost Europa. (HvP)

Omdat de milieu- en klimaat/energiekosten en dierziektekosten voor de melkveehouderij zwaarder drukken op het inkomen van de melkveehouder, dan op dat van de akkerbouwer, zijn de effecten op het inkomen bij de melkveehouder vaak 2 tot 3 keer groter dan bij de akkerbouwer/vollegrond tuinbouw. Veehouders vervuilen met de N-emisssie en de overtollige mest als gevolg van import veevoer/krachtvoer en met N-kunstmest als producent van dierlijk eiwit met vlees en melk/kaas meer dan de akkerbouwer, die plantaardig eiwit produceert en moet letten op zijn energieverbruik en de reductie van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. De EU en de overheid in Nederland stuurt aan op minder dierlijk en meer plantaardig eiwit in het voedsel voor de burger. Dat raakt de vleesdiscussie en de voedselkeuze van de burger. Dat ligt gevoelig. Het is gezonder en is minder milieu- en klimaatschadelijk. De veehouderij en met name de intensieve veehouderij wordt in de toekomst in fasen beperkt. Omdat koeien, schapen en geiten etc. ook organische stoffen (vezels, lignine en cellulose in stromen reststoffen) kunnen verteren die mensen niet aankunnen, zal er in de toekomst toch een divers pallet van dierlijk en plantaardig voedsel ingezet worden. Het aantal aantrekkelijke plantaardige vleesvervangers in de winkel groeit en de aandacht voor smakelijke maaltijden met groenten en kruiden neemt toe. Bron WUR met het rapport Uitwerking bedrijfstypen WUR op internet.

.

Advies Ecologische Autoriteit

In het advies van de Ecologsiche Autoriteit van 26 januari 2024, aan Minister van de Wal van Stikstof en Natuur, wordt verslag uitgebracht van het onderzoek naar 70 van de 130 beschermde natuurgebieden. In Brabant gaat het niet goed met de Loonse en Drunese duinen, De druk van stikstof, slechte waterhuishouding en droogte en de druk van recreatie is hoog. Dat geldt ook voor het Vlijmense Ven, Moerputten en het Bossche Broek. De hoeveelheid stikstof is in de Deurnese Peel en in de Mariapeel drie keer hoger als wat hoogveen aan kan. Alleen in de Biesbosch gaat het iets beter met de natuur. De provincie zag de bui al hangen en besloot op 1 maart 2023 al om de vergunningverlening die zorgen voor extra N-depostie stil te leggen. Bron BN de Stem van 27 januari 2024, van redacteur Pim Dikkers.

Bij de presentatie van de EA aan minister van der Wal blijkt dat het slecht gaat met de stikstofgevoelige natuur in Nederland. Betere natuurlanalyses zijn noodzakelijk. Er moet ook gekeken worden naar de omgeving van natuurgebieden omdat veel problemen daar worden veroorzaakt. De Ecologische Autoriteit is ingesteld om te beoordelen of alle beschikbare en de juiste informatie gebruikt wordt om voor besluitvorming over beschermde natuur. Alle provincies moeten natuurdoelanalyses (NDA’s) opstellen waarin ze per Natura2000 gebied laten zien of de natuurdoelen worden gehaald. Veel natuurgebieden Natura2000 zijn de laatste 20 jaar verslechterd en of verwaarloosd. Dat is in strijd met de vigerende nationale en de Europese wetgeving. Extra maatregeln zijn dus nodig. In het rapport staan adviezen voor de verbetering van NDA’s. Verder geeft de EA vijf adviezen voor een effectieve samenwerking van natuurherstel. De werkgroep advies aan LNV van de EA bestaat uit Rien Aerts, Wilfried ten Brinke, Casper Cusell, Roy van Grunsven, Reinoud Kleijberg, Willemijn Smal, secretaris, en Harry Webers, voorzitter. Opvallend is het ontbreken van een lid namens de boeren/de landbouw omdat daar nogal discussie over was bij het ontstaan van de Ecologische Autoriteit. Het rapport van de Ecologische stat op internet Autoriteit.nl. De internetpagina biedt een goed inzicht in de actuele stand van zaken bij de natuurgebieden en meldt welke gebieden zijn bezocht en afgerond en welke gebieden nog onderwerp van beooordeling zijn. Het advies laat zien dat de Natuur er inderdaad niet goed voor staat in Natura2000 gebieden en ook de andere natuurgebieden en natuurverbindingsgebieden vragen om extra maatregelen. Dat wordt als opdracht een hele kluif voor een nieuw kabinet resp. de Tweede Kamer, de Eerste Kamer, en de boeren, burgers en natuurbeheerders en milieuorganisaties in Nederland.

Protesten boeren lopen uit de hand

De uit het buitenland overgeslagen protesten naar de boeren in Vlaanderen en in Nederland met bezettingen van snelwegen en grensovergangen lopen op dinsdag 06-02-2024 uit de hand als er vernielingen worden aangericht, hulpverleners worden bedreigd en enkele ernstige ongelukken en botsingen op de snelweg worden toegeschreven aan de boerenhinder. Metershoge vuren werden afgestoken op de A12. Boeren voeren op 15 plaatsen actie. Er waren protesten op de A12 en langs de A15. De politie moest op de A50 enkele boeren of sympatisanten arresteren die afval met asbest op de snelweg dumpten en van brandstichtng met hooibalen en afvalhout. Brandweerleiden moesten worden beschermd. De politie kondigde aan op te schalen met meer agenten en eenheden. Hoe reageert de politiek in deze turbulente tijd.

Het Openbaar Ministarrie, OM, neemt de zaak hoog op en start onderzoek omdat er sprake is van strafbare feiten zoals vernielingen en bedreigingen. Of Mark van den Oever van FDF wordt opgepakt vanwege zijn uitspraken/bedreigingen tegen Minister Adema en NSC-kamerlid Holman blijft onduidelijk. Van den Oever roept de boeren wel op te protesteren maar geeft aan geen directe bemoeienis te hebben met de huidige acties. Minister Yesilgöz heeft dinsdag overleg met de politie en met het OM. De boze Minister spreekt de Tweede Kamer toe tijdens het wekelijks vragenuurtje. Het blokkeren van de snelweg is een rage geworden. De politiek zou wegkijken volgens de politiebonden, die dit een complete waanzin noemen. In gevaar brengen van burgers, brandweerleiden en politiemensen is niet goed te praten zegt politie woordvoerder Nine Kooiman van de bond NPB. Ook de politiek roert zich. Derk Boswijk CDA pleit voor harde consequenties voor boeren raddraaiers en schadevergoeding. Jan Paternotte van D66 geeft aan de de Minister van Justitie Yesilgöz het overheidsgezag moet herstellen en malloten moet oppakken. Mirjam Bikker van CU doet een oproep aan de boeren om fatsoenlijk te demonstreren en strafbare feiten te voorkomen. Ingrid Michon-Derksen van VVD noemt de acties waanzin en ziet overeenkomsten met de acties van klimaatactivisten. Ook onder strafrechtadvocaten weerklinkt verbijstering zoals raadsman Sander Janssen verzucht. Dit zijn gewoon strafbare feiten. Bron AD: Boeren blokkeren afritten van A12, protesten langs A15, redacteur Sebastiaan Quekel, 6 februari 2024.

De protesten van de boeren zette de EU blijkbaar onder druk. De Green Deal met Farm to Fork en het sociale plan van Timmermans om boer aan een fatsoenlijk inkomen te helpen en de burgers van betaalbaar voedsel te voorzien, lijkt van de baan. De EVC (met EVC: CDU en CDA etc. die langdurig met o.a. Manfred Weber, Julia Glöckner en Wobke Hoekstra het ingrijpen voor milieu en natuur in de EU hebben vertraagd), zwicht in de EU dus voor rechtse partijen en protesten en bedrigingen met geweld van radicale boeren en hun aanhang. Vanuit de Europese Commissie is (hoogstuitzonderlijk) medegedeeld dat in verband met de tegemoetkoming van boerenprotesten, een drie- of viertal tal maatregelen worden heroverwogen door de Europese Commissie:

1. Het terugbrengen van het bestrijdingsmiddelengebruik met de helft. Dit raakt de volksgezondheid op langerre termijn en met name de gezondheid van de boeren zelf direct. Het voorstel wordt mogelijk in aangepaste versie onderwerp van overleg met de boeren en natuurorganisaties.

2, Het areaaal van 4% braaklegging wordt op dit poment ingetrokken. Een perspectief of alternatief plan is niet genoemd. Hoe staat het met het GLB?. Het herstelplan van Natura2000 gebieden wordt op dit moment ingetrokken. Een pesrpectief is niet genoemd ondanks de wettelijke verplichtingen Natura2000.

3. In her kader van de Klimaatdoelen moet Landbouw haar aandeel van 10% reductie leveren maar op dit moment wordt deze taakstelling opgeschort (tijdelijk geparkeerd voor nader overleg). Landbouw zou 30% minder N, CO2 en methaan mogen uitstoten maar dat voorstel is geschrapt of geparkeerd. Ook de oproep om minder vlees, kaas en eieren te eten en meer plantaardig eiwit te nuttigen is door Commissaris Wopke Hoekstra uit de tekst over klimaatdoelen gehaald.

(4) Bij de protesten wordt de regeldruk op boeren vaak genoemd. Behalve voorschriften, termijnen en gedetaillerrde administratieve plichten bedoelen de boeren ook regels zoals de ‘kalenderlandbouw’: de gedachte dat je in de jaarkalender biologisce en teeltkundige processen zoals oogst van aardappelen, bieten etc. precies kunt plannen als een kalender aangeeft i.p.v. het weer en het seizoen met dagen of weken vertraging levren in de praktijk. Akkerbouwers en vollegrond telers hebben last van die voorschiften als bijv. op 1 oktober de aardappels of de prei niet uit de grond moet ziijn. Ook het inzaaien van een vanggewas voor de winter en het uitrijden van drijfmest (februari-september) is niet altijd haalbaar mogelijk zonder dat precies rekening gehouden met het weer. De invloed van het weer kan weken verschil maken. De Minister van LNV moet dan formeel incidenteel uitstel geven maar die stap werkt met vertraging en zorgt voor probelmen en irritatie als je niet kunt oogsten. Snel reageren of enige souplesse bij de interactie werkt voor alle partijen.

De bedreigingen van politici en Ministers door radicale boeren ondergraaft de voortgang van overleg en het kanaliseren van emoties. Discussies over boeren, landbouw en voedsel worden al gauw emotioneel, en verzanden snel in een cultuuroorlog. Manfred Weber uit Beieren lid van CSU in Duitsland en partijleider van de christen-democratenfractie in de EU, zegt: Boeren hebben geen zin in linkse ideologieén, die hen van alles dicteren. Links is dan blijkbaar klimaat, voedselveiligheid en natuur. Weber behoort tot de rechtse en conservatieve flank van de CDU/CSU, die het in de EU blijven besteden van 60 miljard Euro als subsidies van hectarensteun voor boeren voorstaat, en de grootschaligheid van de landbouw aanjaagt. Na Frankrijk ontvangen de Duise boeren de meeste EU-subsidie. Zo breek je de Green Deal versneld af. Andere CDU-leden pleiten voor duurzame/volhoudbare en natuurvriendelijke of biologische landbouw en geven aan dat duurzame landbouw en gezonde natuur tot de kerndoelen van de christendemocratische politiek behoren. Die discussie is niet links en niet rechts. Echter Manfred Weber polariseert al jaren, zelfs tegen zijn opponent en CDU-collega von der Leyen, die de winnaarwas bij de vorige benoeming van voorzitter van de Europese Commissie. Bron NRC van 10 en 11 februari 2024, Brussel worstelt met groen beleid voor onwillige boeren, van redacteur Clara van de Wiel.

Minister Piet Adema heeft na de demonstarties in Nederland de boeren en de betrokken organisaties uitgenodigd voor overleg over de spanningen en de ontstane situatie. Vanwege het geweld wacht hij nog een week af.

Pieter Omtzigt deelde op 7 februari 2024 mede dat zijn partij NSC, het overleg om te komen tot een nieuw kabinet. heeft gestaakt. Zijn partij had in de Tweede Kamer aangegeven dat er te praten valt over minder vee om eem oplossing voor de Landbouw te vinden, Kamerlid Harm Holman, voormalig veehouder, werd al bedreigd en zegde afspraken af. De volgende overleggen de partijen op verzoek van de informateur over een formele verklaring, die de informateur in zijn verslag zal opnemen. In de media stelt men zich de vraag hoe nu verder?.

In een opwekkend artikel: De kiezer serieus nemen?. Dat kan ook met middenpartijen, schetst Menno Hurenkamp, politicoloog en hoogleraar Universiteit voor Humanistiek, een alternatief beeld voor een kabinetsvorming in NRC van 8-02-2024. De krampachtige houding om PVV-ers ‘tegemoet te komen met een rechts kabinet;’ is niet de enige oplossingsrichting, Een kabinet over het Midden kan de bestuurskarcht opleveren die nodig is om Nederland vlot te trekken. Na de klappen die CDA, D66 en PVDA en de CU hebben opgelopen bij het zich overleveren aan het neo-liberalisme, heeft ook de VVD schade opgelopen. Het kan een mooi moment zijn om samen te constateren dat het anders moet en kan. Er is voldoende denk- en doekracht onder de partijen met gamatigde opvattingen en hun achterbannen om de schouders onder een midenkabinet te zetten. Ook partijen zoals de SP en NSC kunen daarbij horen. De hardste stem in het Parlement, de eenmans partij PVV van Wilders, probeert het kompas van de publieke opinie te bepalen maar de overgrote gekwalificeerde meerderheid in ed Tweede Kamer kan zelf het voortouw nemen.

Een vergelijkbaar constructief artikel in NRC: Boer, natuur en dier hebben een eerlijke prijs nodig, schreef Dirk Schoenmaker, hoogleraar financiering aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, in de krant van 8-02-2024. De consument moet meer gaan betalen (een eerlijke prijs) voor melk, vlees (eieren en kaas), brood en boter/olie en groenten en ftuit. Alleen zo kan de boer de natuur ontzien. Hij stelt voor om via de consument (vraagkant) te benaderen. De boer krijgt een eerlijke prijs en de consument/burger krijgt voor zover nodig een flankerend sociaal plan voor compensatie duurder voedselprijzen. Zulk flankerend beleid heet in Brussels jargon ‘a just transition’. De overheid EU/NL) moet ook gaan kijken naar de wereldmarktprijs van voedsel en met de koolstofheffing is een goede oplossing gevonden. Grensheffing op niet milieu- of natuurvriendelijke goederen en produkten is noodzakelijk. De pauzeknop indrukken zoals de EU nu doet, bij invoering van milieuregels, biedt geen soelaas.

In het verfrissend intervieuw in NRC van 10- en 11-02-2024 met Esther de Snoo, hoofdredacteur Nieuwe Oogst, getiteld: Meerderheid boeren wil wel constructief zijn, schrijft redacteur Karel Smouter hoe Esther de Snoo de stand van zaken in de Landbouw inschat. Een foto van Merlijn Doomernik lardeert het artikel van 2 blz. in de krant. Esther de Snoo schetst wat er de laatse 5 jaar allemaal is gebeurd in dit dossier onder drie verschillende ministers. Onder de bedreigingen, demonstraties en het geweld, schuilt een enorme kracht van boeren (en jonge boeren) die wel willen veranderen maar die nog onvoldoende zelfvertrouwen hebben om door te breken. De dreiging van radicale boeren werkt verlammend. Ze zitten de vooruitgang in de weg die juist de boeren zo nodig hebben. Esther de Snoo is sinds 2019 hoofdredacteur van Nieuwe Oogst van de LTO en is een vooraanstaand landbouwjournalist.

De boeren moeten zelf eerst hun Visie op Landbouw en de landbouwsectoren formuleren en daarna vaststellen. De Minister moet het kader creëren om de boeren in Nederland (en de EU) met een af te ronden Landbouwakkoord en een dynamsich verdienmodel op weg te helpen. Klimaat- en milieuwetgeving kun je niet omzeilen als Landbouw in transitie gaat. Vanuit LTO en de NAJK kan een groep boeren worden benaderd die als kerngroep verandering de transitie op grote schaal gaan vormgeven. Met het succes van de LandbouwVisie en het vernieuwde Landbouwakkoord op zak, kan gevierd worden dat de uitweg is gevonden door Bedrijfsleven en de Overheid. Daarna is het uitrollen van de transitie aan de beurt als het Bedrijfsleven en de Overheid \samen optrekken en voldoende boeren hun schouders onder de transitie zetten. Het Landbouwakkoord heeft geleerd dat de Overheid in staat is om de Milieubeweging, de Dierenactivisten, de Natuurorganisaties, de Agro-industrie, de banken en de winkelbedrijven, constructief bij het proces te betrekken.

Het artikel in NRC is bemoedigend omdat het met kennis van zaken van binnenuit de landbouw is geformuleerd en de blokkades en aarzelingen binnen de landbouwwereld beschrijft. Mensen zullen in beweging komen om het eigen belang te gaan dienen. De oude groepscultuur zal doorbroken worden. De kansen zijn er nu. Pakken de gematigde boeren en de jonge boeren, onder aanmoediging van alle organisaties met burgers die de boeren steunen, de handschoen op?. Durven zij een de hand uit te steken in plaats van de vuist te tonen?. De Overheid bij monde van Minister Piet Adema, CU, en Christanne van der Wal, VVD, snakken ernaar evenals de politieke partijen, die koortsachtig een oplossing zoeken. In Vlaanderen en in Oost Europa worden de demonstraties voortgezet evenals het overleg van boerenorganisaties en de verschillende ministers van Landbouw en Milieu/Stikstof. Wetenschappers en de milieu- en natuurorganisaties in Vlaanderen en Nederland hebben al hun bezorgdheid geuit over de afbraak van de Green Deal en het intrekken van de maatregelen m.b.t. halvering gebruik bestrijdingsmiddelen voor 2030 en de achteruitgang van de natuur en de Natura2000 gebieden. In het akkoord van Vlaanderen met de boerenorganisaties van 15-02-2024 is afgesproken dat de overheid minder gronden van boeren opkoopt voor uitbreiding van natuurgebieden resp. dat de N-regels blijven zoals afgesproken en dat de kalenderlandbouw wordt. versoepeld evenals een aantal administratieve lasten en minder snel boetes, en nulbemesting in VEN-gebieden Vlaams Ecologisch Netwerk uit de milieueffectrapportage wordt gehaald. Volgens de Boerenbond wordt het gesprek met Vlaanderen in 2024 voortgezet onder andere over grondgebruik in Vlaanderen. De Natuurorganisaties zoals Natuurpunt en de Bond Beter Leefmilieu zijn minder blij dan Jan Janbon, de minister-president van Vlaanderen. en de boeren. Bron: HLN: Vlaams regering bereikt akkoord met boeren, 16-02-2024, IBB internet.

Begroting landbouw 2024

Op donderdag 15-02-2024 keurde de Tweede Kamer de begroting van Landbouw 2024 goed. Tevens werd het budget voor de uitkoopregeling van boeren LBV en LBV-plus tot 3 miljard Euro verhoogd zoals de Minister van der Wal van Stikstof en Natuur had gevraagd. Het budget voor jonge boeren om te starten werd met 20 miljoen Euro verhoogd evenals de gebiedsplannen en het budget voor landschapsbeheer Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer, ANLB, ook met 20 miljoen Euro. De regeling voor de verrijking van 1000 ha grasland met kruidenmixen vindt ook doorgang door subsidie op kruidenmix. Vijf miljoen wordt beschikbaar gesteld voor het herstel van de wadvogels. Minister Piet Adema van LNV stelde de volgende dag eco-regelingen en budgetten voor boeren veilig bij de EU. Bron Nieuwe Oogst, Rene Bouwmeester, 15-02-2024 op internet.

EU schrapt milieuregels

Dat Brussel mogelijk meer milieuregels gaat schrappen blijkt uit het artikel ‘Brussel schrapt meer milieuregels’ in NRC van 23-02-2024 van correspondent Clara van de Wiel. Naar aanleiding van de boerenprotesten zouden er versoepelingen kunnen komen op de volgende onderwerpen: verlichten administratieve lasten resp. halvering controles bij boeren op het bedrijf, intrekken regels biodiversiteit als braakregeling 4%, halvering pesticidengebruik, regels aanhouden voldoende permanent grasland, aanpassing voorschriften vanggewas in de winter, en versoepeling mestregels. In een verklaring van de EU-Commissie zegt voorzitet Ursula von der Leyen: Wij verlichten de administratieve lasten voor onze boeren om hen te helpen de voedselzekerheid voor de Europese burgers te garanderen. Dat klinkt alsof er hongernood of voedseltekort in de EU dreigt maar dat is niet aan de orde. Over duurzaamheid wordt niet gesproken. Het zijn sussende woorden uit de CDU/CSU-hoek om de onrust te beteugelen en de boeren te paaien. Volgens van de Wiel gebeurt de versoepeling omdat er EU verkiezingen voor de deur staan en omdat Ursula von der Leyen namens de christendemocraten herkozen wil worden als voorzitter van de EU-commisssie. De voorgeneomen versoepelingen worden maandag 26-02 met de 27 landbouw ministers o.l.v de Belgische minister Davis Vlarinval en Landbouwcommissaris Janusz Wojciechowski besproken in Brussel. Het brandende rubber en stro in Brussel vormt op deze dag het decor voor overleg nadat tractoren met schuif de simpele barricaden van de politie opzij schoven en toeterend op weg gaan naar de EU-gebouwen in de stad. De sfeer is blijkbaar grimmig onder de 900 boeren die demonsteren. Blokkades werden doorbroken en er werd gegegooid met attributen en met mest en sro. Waterkanonnen en traangas is ingezet. Er is veel schade in de straten van Brussel. De boeren vragen de EU zich terug te trekken uit de vrijhandelsoverenkomsten met Zuid-Amerikaanse landen Inmiddels zijn de boeren bij het Lexgebouw op de Wetstraat in Brussel weggestuurd maar zij beloven volgende week terug te komen. Het Schumanplein is rond 15.00 uur nog vol met tractoren. Minister Verlinden van Binnenlands Zaken heft de politie gevraagd relschoppende en politie-negerende boeren te indentificeren. De Belgische Boerenbond heeft zich via haar woordvoerder Elisabeth Mertens gedistancieerd van de manier van aktievoeren. We wachten het verder verloop van de akties en van het overleg van de ministers af. Het Europarlement heeft de Natuurherstelwet goedgekeurd. Met de wet worden lidstaten verplicht maatregelen te nemen die ertoe leiden dat in 2030 op 20% van het land- en zeegebied natuurherstel maatregelen worden genomen. Op dit moment verkeert in Europa 81% van de habitats (het leefgebied van een organisme) in slechte staat. In 2060 moeten ze allemaal hersteld zijn. De stemming is een opsteker voor de Green Deal omdat veel christendenocraten zich hebben verzet naar aanleiding van het boerenprotest. Het verslechteringsververbod is echter behoorlijk verwaterd. Landen moeten een inspannings verplichting doen. De verwachting is dat veel natuur- en milieuorganisaties rechtzaken gaan aanspannen tegen hun overheid als de herstelplannen onvoldoende resultaat opleveren. Dokters, Milieuorganisaties en Gezondheidorganisaties maakten zich sterk voor halvering van het gebruik van bestrijdingsmiddelen voor de gezondheid van de consument en voor de boer, maar zij zijn onvoldoende serieus genomen door de inzet en het verzet van de Christendemocraten in de EU.

De EU-wet die de hele voedselketen zou aanpakken is in de EU blijkbaar van de baan. Nadat de voorgenomen halvering bestrijdingsmiddelen was teruggedraaid, is de Wet Duurzame Voedselsystemen ook verdwenen. De Wet Voedselsystemen was bedoeld als ‘rugeggraat van de boer tot bord strategie’ met alsdoel een klimaatneutrale EU in 2050. De intentie was om in nieuwe wetten zoals pesticiden, dierenwelzijn en voedseletikettering breder te kijken dan alleen landbouw. Fabrikanten, supermarkten, banken, en consumenten zijn tevens onderdeel van het systeem. Lidstaten en de christen democraten gingen dwaarsliggen. De demonstraties van de boeren waren zichtbaar en concreet maar ietss vaags en complex zoals het voedselsysteem, waarin burgers, bedrijven en overheden moeten veranderen, was minder mediageniek.

In Nederland verloor de PvdD het initiatief bij de Wet dieren, toen bleek dar Minister Piet Adema van Landbouw er niet in slaagde om met het bedrijfsleven het amandement Vestering uit mei 2021 uit te voeren. Het bedrijfsleven kan die verandering ( de abrupte hervorming) niet aan en de Minister heeft niet de middelen om dit beleid af te dwingen. Meer ruimte voor de dieren, geen letsel voor de dieren, ruimte voor natuurlijk gedrag in de veehouderij zoals grazen in de wei, gravende konijnen, zwemmende eenden, wroetende varkens met staart. koeien met horens etc. zoals de kabinetten Balkenende 4 in 2007 en het Tweede paarse kabinet in 2002 al hadden vastgeteld. Te volle stallen bij alle diersoorten zouden taboe worden. Inmiddels liggen er voorstellen van resp. Minister Adema, de Groot D66 en de VVD, van Beckering SP en van Ouwehand PvdD om de plannen aan te passen of af te zwakken en meer tijd te nemen. Bekkering SP en GroenLinks zijn boos en BBB met PVV denken nog na. Bronnen NRC van 22-02-2024 en NOS Journaal en HLN internet van 26-02, NRC van 28-02 Europarlement keurt veelbesproken natuurherstelwet goed, van auteur Clara van de Wiel, en NRC van 5 maart 2024: Stilletjes verdween de belangrijkste wet van het toneel, van redacteur Martine Kamsma, NRC van 5 maart 2024: PvdD verliest het initiatief bij de wet dieren, van Eppo König.

Monitoring Stikstof-en Natuuraanpak toont vooruitgang richting 2023

De Stikstof-en Natuurmaatregelen die het kabinet sinds 2012 heeft ingezet, dragen naar verwachting positief bij aan de toekomstige kwaliteit van de natuur. De gemiddelde overschrijding van de KDW’s daalt met een derde tot 2030 als alle plannen worden uitgeveord, maar de wettelijke stikstofdoelen liggen ver buiten bereik. Zoals verwacht zijn er bij LNV en de provincies onvoldoende gegevens beschibaar voor een goede beoordeling van het herstel van de Natura2000 gebieden. Vanaf de implementatie van de Natura2000 gebieden loopt Nederland en de provincies achter met de realisatie van gestelde doelen en met de rapportages. De uitstoot van N gaat gewoon voort en de maatregelen voor schoner grondwater en oppervalkte water zoals braaklegging in stroken en beperking bemesting staan ter discussie. De reductie van de N-emissie is nog niet van de grond gekomen omdat het uitkoopbeleid van boeren in N-gevoelige gebieden en Natura2000 gebieden, en de andere te nemen milieu- en gezondheidsmaatregelen, jaren vertraging hebben opgelopen door gedoe in de politieke arena, en ook als gevolg van protesten van boeren. De Wet Stikstofreductie en Natuurverbetering is per 1 juli 2012 van kracht, maar er zijn nog geen doelen bereikt. Succesvol uitkopen van varkensboeren leidde afgelopen jaren niet tot minder varkens of minder N-emissie.

Het zogenaamde Syntheserapport (1e tussenrapportage in een reeks) wordt opgesteld door PBL, RIVM, WUR en soms andere deskundigen, bestaat uit een vijftal deel- of achtergrondrapporten:

1. Sociaal economische effecten van stikstofbronnen en natuurmaatregelen resp. 2. Verwachte effecten van voorgenomen natuur- en stikstofmaatregelen op de toestand van de natuur, 3. Voortgang stikstofbronmaaatregelen en verwachte effecten in 2030, 4. Voortgang en effecten van natuurmaatregelen, en 5. Analysekader doeltreffendheid en doelmatigheid van stikstof- en natuurbeleid.

Het rapport is onderdeel van de eerste ronde rapportages over de voortgang en (geschatte) effecten van het Programma Stikstofreductie en Natuurverbetering. Door de politieke vertraging in Nederland en in de EU en de boerendemonstraties, zijn effectieve N-maatregelen en natuur-, gezondheids- en milieumaatregelen nog niet ingegaan of zoals bij de Green Deal en GLB deels teruggedraaid. Het gedegen rapportagesysteem is er gelukkig wel al zijn de bereikte resultaten nog pover. De misleidende kop en het verwarrende artikel : Stikstofaanpak heeft amper effect, van redacteur Eppo König van NRC, op 29 februari 2024, draagt niet bij aan een beter inzicht in de de huidige situatie. (HvP).

EVP-manifest

De Europese Christen Democraten hebben een manifest van 24 blz. opgesteld met beleidsvoornemens om de EU-verkiezingen 2024 in te gaan. Er was in het verleden kritiek vanuit CDU/CSU op de Commissie von der Leyen m.b.t. Klimaat, Milieu en Landbouw. Von der Leyen zou te groen zijn en te weinig gericht op economie. Duitsland worstelt met de Begroting 2024 vanwege de eigen strenge begrotingsregels. Er zijn Coronafondsen maar die mogen door de ‘Ampelcoalitie’ niet worden gebruikt. Daar kan von der Leyen niet op worden aangesproken maar de CDU/CSU, haar eigen partij, doet dat toch bij monde van partijleider Friedrich Merz. Onder leiding van Manfred Weber, leider van de christendemocraten in de EU, wordt in Boekarest vastgesteld wie de “Spitzenkandidat’ is van de EVP zonder dat von der Leyen op een kandidatenlijst staat.

De beleidsvoornemens van de EVP zijn:

  1. Verharding migratievraagstuk en voortgang EU-akkoord ‘migratiepact’. Asielzoekers naar ‘veilige landen’ verplaatsen zou mogelijk moeten zijn.

  2. Klimaatmaatregelen en de Green Deal van Timmermans en het Landbouwbeleid zouden moeten worden afgezwakt. De partij wil af van ‘verboden en overregulering. maar ziet mogelijkheden in technologische oplossingen. Herziening van het Natura2000 wetgeving wordt bepleit mede op aandringen van het CDA.

  3. Versterking van een echte Europese strijdmacht (binnen de NAVO) en een Europees defensiebeleid met eigen defensieproductie en mogelijk een atoomschild, wordt voorgestaan.

    Von der Leyen werd gekozen met 400 van de 499 stemmen in de EVP. Om von der Leyen weer als voorzitter van de EU-commissie te kunnen benoemen moet er steun komen van bijv. de Sociaaldemocraten, de liberalen en de groenen.

    De Duitse ‘Ampel-regering’ heeft mij monde van minister Lemke Milieu en Özdemit van Landbouw ook versoepelingen in het beleid afgekondigd, Een kernpunt is het uitstel van de ‘Flächenstillegung’ : de maatregel op stroken grond langs wegen en sloten braak te laten liggen, voor biodiversiteit. De ministers kondigen aan in gesprek te blijven voor alternatieve oplossingen voor milieu en natuur en biodiversiteit. In Nederland is Minister Adema van Landbouw inmiddels weinig optimistisch over de positie van de boeren op korte termijn. Minister van der Wal van Stikstof en Natuur stemt als Tweede Kamerlid van de VVD tegen haar eigen Natuurherstelbeleid (?).

    De EU meldt voornemens om van de opgelegde braakregeling van 4% (zonder bestrijdingsmiddelen) een vrijwillige regeling te maken qua areaal. Verwacht wordt dat een aantal akkerbouwers en een deel van de melkveehouders en rundvleesveehouders die keuze toch zal maken in het kader van GLB, net zoals de biologische en de jonge boeren. Boeren met varkens en kippen hebben vaak minder grond maar wel meer mest. De regels voor gewasrotatie (vruchtwisseling) en voor de verplichte grondbedekking tegen nitraatuitspoeling met een gewas in de winter worden voorlopig opgeschort (en niet afgeschaft?) mede omdat het nitraatprobleem grondwater en oppervlaktewater niet is opgelost. Natuurorganisaties, Greenpeace, het Europees Milieuagentschap, en het Wereldnatuurfonds zijn tegen de voorgenomen plannen. Natuur- en milieuorganisaties, ecologen en juristen slijpen de messen omdat de overheid (landen en de EU) haar eigen wetten niet handhaaft. Dat de knellende regeling ‘kalenderlandbouw’ wordt aangepast is voor akkerbouwers en groentetelers een opluchting. Het voornemen om boeren met minder dan 10 ha grond (en hoeveel vee?) van groene verplichtingen uit te zonderen, betekent dat de vele kleine boeren, die in het Oosten en Zuiden van de EU nog voorkomen, worden ontzien met natuur- en milieuregels. Ook daar komen de natuur- en milieuproblemen regionaal voor als natuur wordt gesloopt en als nitraat in het grondwater een probleem wordt zoals in vele landen het geval is. De precieze bedragen subsidie die de boer jaarlijks per ha krijgt van de EU, zijn lager dan verwacht namelijk 213 Euro per ha, en de bedragen voor prestaties natuur en biodiversiteit in het GLB zijn nog niet duidelijk nu de vrijwilligheid geldt. Als je als boer niks doet aan de prestaties, krijg je ook niks extra aan subsidies, is de verwachting. Over Markt, marktmechanismen en prijzen voor landbouwprodukten en verdienmodel doet de EU-commssie nu geen uitspreken in haar voornemens. Ook het uitwerken van een nieuwe/aangepaste Visie op Landbouw in de EU wordt niet aangekondigd. Het aanpassen van het subsidiesysteem in de EU van uitkeringsautomaat naar toedeling naar prestaties Natuur en Milieu per bedrijf conform GLB wordt niet benoemd. Dat geldt ook voor maximale emissie van N per veehouderijbedrijf resp. mestregelen drijfmest en kunstmest, derogatie en het achterstallig herstel van Natura2000 gebieden of de maximale N-depositie op natuurgebieden.

    Afzwakking EU-beleid.

    Opvallend is dat de “Duurzameketenwet EU’ doorgang vindt maar dan in flink afgezwakte vorm. Deze wet wordt net als delen van de Klimaatwet, resp. de Green Deal en het GLB, en de Milieu- en Natuurwetten onder druk van de boerenprotesten en gebrek aan overtuigingskracht van het eigen beleid en de angst voor de EU-verkiezingen, afgezwakt. Na een jarenlange voorbereiding onder leiding van hoofdonderhandelaar Lara Wolters, Europarlementariër van de PvdA, zijn de voorgenomen regelingen met de boeren- en oorlogsonrust in Europa en de komende euroverkiezingen, onder druk van felle lobby onder andere de Duitse liberalen zodanig afgezwakt dat er nog maar 5000 grote bedrijven onder vallen i.p.v. de bedoelde 17.000 bedrijven. De Wet verplicht bedrijven misstanden zoals milieuvervuiling, of mensenrechten door toeleveranciers, in hun productieketen aan te pakken. In december was al afgesproken dat de regeling ging gelden voor bedrijven boven de 500 personeelsleden en of een omzet van 150 miljoen Euro. Na het dwarsliggen van de FDP in Duitsland en Italië en Hongarije, in het Europarlement is de grens voor bedrijven die onder de wet vallen verhoogd naar 1000 werknemers en 450 miljoen Euro. Zo zal slechts 0,1% van de bedrijven, alleen de hele grote, moeten deelnemen, en gaat de regeling later in en wel in 2029. De risicosectoren landbouw, De risicosectoren landbouw, de textielindustrie en de grondstoffenindustrie ontspringen de dans gedeeltelijk omdat de grens van 250 personeelsleden is verdwenen.

    Volgens Nieuwe Oogst van 22 maart 2024 wordt de Europese Natuurherstelwet voorlopig niet doorgezet, Er zijn te weinig EU-landen (waaronder Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Italië, Polen. Zweden en Finland etc.) die de wet nog steunen. Andere landen onthouden zich van stemming en tellen dan als tegen. Dat zorgde ervoor dat de huidige voorzitter de Croo van België van het EU-overleg, het afgezwakte voorstel Natuurherstelwet niet in stemming brengt. De wet die de aantasting van Europese natuur van 20 jaar moet stoppen, heeft teveel tegenstanders bij de boeren en tegenstanders uit de klimaat- en de natuur- en milieuhoek tegen zich. Onze eigen minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof, VVD, stemde in Nederland in de Tweede Kamer (na een amendement van de Kamer tegen) opportunistisch tegen haar eigen Wetsvoorstel. Hongarije liep naar de tegenstanders over en dat was de doodsteek. Een EU-overleg a.s. maandag om te beslissen met de ministers over de Natuurherstelwet, wordt afgeblazen. Het is wachten op een goed moment dat Natuurherstel weer op de agenda komt als de gepolitiseerde kwestie rond klimaat en milieubeleid en de transitie van de landbouw is afgekoeld na de EU-verkiezingen, aldus een diplomaat.

    Bronnen: NRC van 7 maart 2024: EVP slaat af naar rechts met manifest, van redacteur Clara van de Wiel, en Artikel van Christian Feld van ARD van 7-03-2024, en NRC van 16 en 17 maart 2024: Brussel schrapt nog meer groene landbouwregels, van redacteur Clara van de Wiel. En NRC 18 maart 2024; ‘Duurzameketenwet EU’ maar flink afgezwakt gaat door, door redacteur Clara van de Wiel. Nieuwe Oogst van 22 maart 2023: Nieuwe natuurherstelwet voorlopig de ijskast in, op internet.

Dierenwelzijn in de EU

Regels voor een beter leven van dieren in de veehouderij zijn sinds 2020 in ontwikkeling in Nederland (Overleg Tweede Kamer 19-03-2024) en in de EU. Aangepaste richtlijnen gaan gelden voor welzijn legkippen, vleeskuikens, varkens en kalveren in de veehouderij en bij het trensport van dieren. Het natuurlijk gedrag van dieren moet meer ruimte krijgen in de nieuwe systemen van veehouderij. Dat kost aanpassingen en veel geld en innovaties bij stalsystemen en het buitenverblijf. Als de consument vlees eet, is het fijn om te weten dat het dier niet onnodig heeft geleden. Het vlot niet echt in het overleg en het duurt langer dan gepland omdat de weerstand van boeren, boerenorgansisaties en andere belanghebbenden in de landbouwindustrie en de toelevering, botst met dierenbeschermers en de betrokken ethici. Volgens de Consumentenbond heeft de EU onderzoek laten doen door de overkoepelende consumentenorganisatie BEUC in acht Europese landen. De antwoorden (wensen) van 1000 ondervraagde Nederlanders is duidelijk: Laat maar komen die strengere regels (maar de bekostiging is onduidelijk). 85% van de consumenten is begaan met dierenwelzijn en tweederde is bereid daar wat meer voor te betalen. Op de vraag: Wil je extra betalen voor dierenwelzijn?, antwoordt: 32% niets extra, 37% tot 5 % extra en 31% meer betalen ( 20% of meer 4%, tot 20% extra 8%, en tot 10% 19%). Op de vraag: Hoe belangrijk zijn nieuwe wetten?, zegt 42%: Heel belangrijk en 44%: Redelijk belangrijk, en 10% Niet zo belangrijk of Niet belangrijk. Meer aandacht van winkels en de overheid voor een breder sortiment is nodig. De vraag: In hoeverre heeft dierenwelzijn invloed bij het kopen van de volgende producten?, antwoordt aflopend 27 tot 21 % Enige invloed, en 16-9% aflopend Veel invloed, bij de producten resp. Gevogelte, Eieren, Rundvlees, Varkensvlees, Zuivel, Vis, Bewerkt vlees en Bewerkte vis. De resultaten van het onderzoek gelden ook buiten Nederland, zelfs nog iets meer. De kennis van het huidige veehouderijsystem blijkt ook tekort te schieten bij de consumenten. Grondig onderzoek van de onafhankelijke authoriteit EFSA in de EU heeft in kaart gebracht wat er allemaal moet worden aangepast. Dat is een flinke lijst gewordsen. Meer ruimte voor dieren komt heel vaak terug evenals het niet beschadigen van dieren en hun lichaam (staarten, horens, snavels, eendagshaantjes doden) en het bieden van buitenruimte voor uitloop, beweiden en stof- en modderbaden. Of de oproep aan het Parlement om door te pakken resultaat oplevert, moeten we afwachten. De Minister van Landbouw Piet Adema, maakt ondanks eerdere amendementen, onder druk van het bedrijfsleven terugtrekkende bewegingen. Veel zal afhangen van de standpunten die PVV en NSC innemen. Op 19-03-2024 stemde de Tweede Kamet over de voornemens van het beleid dierenwelzijn. De PVV stemde met 36 stemmen tegen op Dion Graus na, die al geen landbouwwoordvoerder PVV meer was, sinds Jeanet Nijhof-Leeuw het boerengeluid namens PVV vertolkt. PVV hield rekening met de zorgen van BBB door tegen te stemmen. Het voorstel van minister Adema om te vertragen en af te zwakken wordt overgenomen door de Kamer. Het compromisvoorstel van VVD en D66 om een jaar meer de tijd te nemen voor hernieuwd overleg met het bedrijfsleven, werd met twee-derde meerderheid tevens aangenomen. De Eerste Kamer moet nog akkoord gaan. Dat betekent dat in 2040 wel in alle stellen moet worden voldaan aan de eisen van diervriendelijke veehouderij. Dat betekent dat in 2024 alle landbouwdieren zich vrij moeten kunnen bewegen en niet onnodig lijden door pijn, angst, dorst of honger. Onder voorwaarde dat de nodige bedrijfsinvestering door boeren niet meer tijd kost, wordt eraan toegevoegd. Een vreemde toevoeging omdat iedereen weet dat zulk een operatie diervriendelijkheid zowel betaald moet worden door de boeren, het agrobedijfsleven resp. de overheid en de consumenten en onderdeel is van het oude plan van de Minister. De Jumbo wacht niet af maar begint met het beëindigen van het in reclame stunten met vlees en kiloknallers met ingang van mei 2024. Bron; Consumentengids Nummer 3 van maart 2024: Regels voor een beter leven, Consumentenbond. Bron NRC van 20 maart 2024: Een PVV’er die nog stemt voor landbouwdieren, van redacteur Eppo König.

Benoeming voorzitter LTO Nederland Met de benoeming van de CDA-er Ger Koopmans tot voorzitter van LTO-Nederland, heeft LTO een bekend, goed gebekt, en ervaren politicus gekozen om de transitie van de Landbouw en het overleg met de Minister(s) van Landbouw en de Natuur- en Milieuorganisaties vorm te geven. Koopmans diende lange tijd de LLTB en het CDA in de Tweede Kamer voordat hij gedeputeerde in Limburg was. Hij trad af na beschuldigingen van belangenverstrengeling waar hij niet voor is veroordeeld. Hij werd wel gekritiseerd vanwege gebrek aan politieke sensitiviteit en eigenmachtig optreden omdat hij ‘meer met elkaar moest delen in het bestuur’.

Commentaar. Koopmans eigen Visie op Landbouw is nog niet vastgesteld maar als rechtse CDA-er zal een conservatieve inslag en het streven naar behoud van boerenbelangen op hem van toepassing zijn. Grootse bespiegelingen over Klimaat, Energie, Natuur, Stikstof en reductie van bestrijdingsmiddelen worden niet direct verwacht. Dat past bij de politiek en de houding van de inmiddels machtige Max Weber van CDU/CSU, de leider van de EU-fraktie van de christendemocraten, die zich tegenwoordig opwerpt als verdediger van de boeren en de bevrijder van regelgeving, en als tegenstrever van Klimaat en Milieu, en de ingrepen in het bestaande landbouwmodel. Na het vertrek van Frans Timmermans, PvdA, bij de EU is Klimaat en de Green Deal in handen van Wopke Hoekstra, CDA, en voorzitter Ursula von der Leyen CDU, die zonder eigen affiniteit voor Klimaat en Landbouw en Natuur, vrezen voor ontevredenheid van boeren en kiezers in de EU waar mogelijk een ruk naar rechts plaatsvinden zal. (HvP). Bron NRC van 23 en 24 maart 2024, persoon van de week Ger Koopmans, van redacteur Stephan Pronk.

Verkenning alternatieven KDW in de Wet

In een brief aan de Tweede Kamer doet minister Christianne van der Wal van Landbouw, Natuur en Stikstof, een poging om Kamerleden en burgers, naar aanleiding van het Advies Remkes, bij te praten over de verkenningen naar alternatieven voor de huidige omgevingswaarden in de Wet. En werkgroep heeft onderzocht of een bredere omgevingswaarde op te nemen in de Wet, die niet alleen op Stikstof stuurt en de daaraan gekoppelde kritische depositiewaarde (KDW) maar op de staat van de natuur. De huidige omgevingswaarden KDW zijn als reductie van de N-depositie vastgesteld voor 2025 resp. 2030 en 2035 met ten minste resp. 40, 50 en 74% N-reductie bij de depositie in Natura2000 gebieden. De minister overlegde met verschillende sectorpartijen (natuurorganisaties, agrarische partijen, het Rijk, en de Provincies) of er een alternatief is voor de huidige omgevingswaarden. Vooral de boeren blijven worstelen met de KDW. De verkenning voor alternatieven is gestart met de Essay van de hoogleraren Erisman, Backer en de Vries. Hun pleidooi is: stem het N-vraagstuk bij boeren af op uitstootnormen van N-emissie per (type) bedrijf, en stem het N-vraagstuk bij natuurorganisaties en beheerders bij Natura2000 gebieden en ander natuurgebieden af op handhaving van reductie N-depositie. Er zijn voor de werkgroep verder nog vragen te over om de actuele toestand van een natuurgebied te duiden in N-depositie resp. pH van de grond, organische stofgehalte, de minerale samenstelling, de buffercapaciteit kationen/CEC van de grond, waterbergend vermogen, het grondwater, regiem, het biologisch leven etc. Op dit moment zijn in de beheersplannen van natuurgebieden (162 Natura2000 gebieden) de meetbare instandhoudingsdoelen niet concreet bij de tijd of zijn niet vastgesteld. De haalbaarheid van alternatieve omgevingswaarden zijn dan onduidelijk. Als dit probleem na een omvangrijk en kostbaar traject is opgelost dan moer er een Wetswijziging worden doorgevoerd. Kortom: Minister van der Wal schuift die taak naar een nieuw kabinet. Volgens Pieter van Vollenhove leven de versnipperde Natura2000 gebieden in hun aantal en status bij de boer en burger niet echt, terwijl de voormalige Nationale Parken met mogelijke verbindingsgebieden beter inspeelden op de beleving van de burger. Na 2028 raakte de Ecologische Hoofdstuctuur en haar uitbreidingen en verbindingen uit beeld. Bron: Brief aan Tweede Kamer van 1 maart 2024: Kenmerk DGNV-NP/45320481 van Minister van der Wal: Eindverslag verkenning naar alternatieven voor de KDW in de wet. Bron: Artikel Pieter van Vollenhoven, Bescherm de Nationale Parken net zo goed als historische gebouwem, NRC van 02-4-2024.

Miljardenplan voor de mestcrisis

Op verzoek van de Tweede Kamer werkt minister Piet Adema aan een plan om boeren die worstelen met de overmaat aan mest op hun bedrijf tegemoet te komen. Minder mest (met N en P) produceren op het bedrijf met minder vee is de hoofdzaak volgens Adema. De mestcrisis bestaat al 40 jaar en leek politiek onoplosbaar. LTO dacht lange tijd dat versoepeling erin zat, en bleef bij de “struikel, struikel” tactiek van: Plan A moet helemaal afgerond zijn voordat we gaan nadenken over een plan B, aldus Mark Heijmans van LTO. Je kunt ook zeggen: niet bewegen en een gebed zonder einde. Volgens Kamerdebatten zouden juist kleinere familiebedrijven, die passen in het toekomstbeeld van schonere , dierwaardige veehouderij, de dupe zijn en terechtkomen in een harde sanering. Die mening strookt niet met andere analyses zoals vermeld in het mislukte Landbouwakkoord en de visie van Jan Douwe van der Ploeg, in het boek Gesloten vanwege stikstof, op verschillen in bedrijfstypen. Met de oplossingsrichtingen uit het mislukte Landbouwakkoord met extensivering, minder vee en meer grond, minder krachtvoer en meer eigen ruwvoer, etc. en versoepelingen bij vergunningen bij verbreding bedrijfsvoering, zijn er mogelijkheden om het bedrijf aan te passen. Alleen BBB gelooft dat Adema de mest kan wegtoveren. NSC zegt dat een inkrimping van de veestapel onomkoombaar is. VVD geeft aan dat het een wonder zou zijn als de EU de mestregels versoepelt zoals de nieuwe LTO-voorzitter denkt. De PVV was niet bereikbaar voor commentaar, volgens redacteur Eppo König van NRC. Een visie van PVV op Landbouw ontbreekt. De partijen van CDA, PvdA/GroenLinks, D66, CU, SP etc, gaan uit van een aanpassing van de Landbouw.

Het terugdraaien van de derogatie met het minderen van de N-gift tot 170 kg N per ha in plaats van 230 tot 250 kg, is een gepasseerd station in de EU. Mest afvoeren wordt alleen maar duurder in de toekomst. Modellen laten zien dat er aan de kostenkant van de bedrijfsvoering (inkoop krachtvoer en inkoop ruwvoer) gesleuteld kan worden. Aan de opbrengstenkant zal de eigen produktie van ruwvoer met mindering van krachtvoer en het opvoeren van het grasland- en kruidenmanagement, winst te behalen is. Dat is niet door gerekend in het model van Roel Jongeneel van de WUR die uitgaat van staand bedrijfsbeleid, gemiddeld. Het kan ook anders zoals ons bericht over Koeien en Kansen leerde en het boek van Jan Douwe van der Ploeg. Bron: Miljardenplan voor de mestcrisis, in NRC van 4 april 2024 door redacteur Eppo König.

Protesten Brussel

De protesten van de boeren uit Nederland bij de EU in Brussel waren vooral gericht tegen de afschaffing derogatie. Boeren uit andere EU-landen noemen andere elementen van protest zoals teveel regels en onuitvoerbare procedures en administraties resp. lage prijzen, hoge energiekosten, en bemoeizucht met bestijdingsmiddelen en mineralen. Met name milieubeleid en natuurbeleid is de boosdoener bij de protesterende jonge en vooral oude boeren met ook een enkele vrouw. De EU als regelgever is de oorzaak van dit protest, dat men thuis in eigen land ook de regering verwijt. Woorden als: ‘Ze’ (de EU, de regering, de burger, de natuur-en milieuorganisaties) willen ons kapot maken, tonen machteloosheid aan. Opvallend is het soort kritiek en protest dat in de media wordt geuit door de verschillende landen in Oost- en Zuid-Europa met veel kleine/keuterbedrijven en oude infrastructuur zoals in Roemenië. Bulgarije, Hongarije en in West-Europa, waar de schaalvergroting en intensivereing ver gevorderd is. Bij de eerste groep is de bedrijfsgrootte vaak te laag voor een goed gezinsinkomen terwijl in het Westen de bedrijven zuchten onder hoge leningen, dure toeleveringen en een opstapeling van regels. Overigens worden door een aantal boeren en hun aanhang de slechte staat van de natuur in hun land glashard ontkend zoals we zien bij grond- en oppervaktewater en bij de Natura2000 gebieden. Ook het hoge verbruik van bestrijdingsmiddelen en het hoge gebruik mineralen in concentratiegebieden worden ontkend in delen van landen zoals Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Italië, Spanje, en zelfs in Turkije (geen EU-land). Het is voor journalisten en wetenschappers blijkbaar moeilijk om inzicht te houden in de ontwikkelingen in de EU. Een van de handige bronnen om op de hoogte te blijven van de diversiteit vam de Landbouw en de ontwikkeling in de bedrijftypen, in de verschillende landen vinden we in de (jaarlijkse) EU-publicatie: Key Figures on The European Food Chain, 2023 edition van Eorostat. De Stikstof (en fosfaat) wetgeving verschilt per land evenals de aanpak van Natuurherstel.

De protesten van de boeren met 250 tractoren in Brussel op 16-04-2024 leverden weinig op. Behalve een gesprek met enkele EU-vertegenwoordigers (behalve de Milieucommissaris Sinkevicius) waren er toespraken en de opkomst uit Nederland was mager te noemen. Agractie en NMV zonder directe steun van LTO maar wel gesteund door allerlei kleinere vakorganisaties en ondersteuners, protesteerden luid maar de argumenten waren niet nieuw. De oproer van de boeren en aanhangers met vernielingen, met het storten van grond en mest, stro en gier, en de branden met banden en hout, gepaard gaande met vernielingen waren stuitend. Waterkanonnen werden door de politie ingezet. In een grimmige sfeer werden agenten bedreigd en raakten gewond tot woede van Minister Adema van Landbouw en de Belgische premier de Croo. De ME ontruimde het Luxemburgplein. Het was een grote bende en het belang van de Landbouw werd geschaad.

Evaluatie D66 na de nederlaag bij verkiezingen

In een evaluatie van de dramatisch verlopen verkiezingen van 22 november 2023 voor D66 lezen we dat de partij te elitair en te belerend is omgegaan met de kiezer. Er is teveel met het hoofd politiek bedreven en te weinig met het hart. Rob Jetten heeft het goed gedaan maar de partij niet. Onderzoek leert dat D66 zich verkeerd heeft gepositioneerd. We hebben goede mensen, een goed programma maar we brengen het verkeerd. Twee perioden met Rutte pakte na 6 jaar uiteindelijk verkeerd uit. Met Kaag en Jetten in de regering raakte de partij haar agenderende rol kwijt en werd de fractie tamelijk kleurloos. Volharden in eigen gelijk heeft bij de grote thema’s verschillend uitgepakt. Bij Onderwijs, Klimaat en Energie was het effect positief maar bij Landbouw, Natuurbeheer en Stikstof is er veel te weinig voortgang geboekt. Het lukte niet de polarisatie te keren. Het blijven wijzen op het eigen gelijk, en wijzen op gerechtelijke uitspraken of de wetenschap overtuigde de keizers niet. Het versterkte het imago van elitaire partij met hoog opgeleide mensen uit de Randstad die het allemaal beter weten. Wijfelaars, Populisten en rechtse partijen kregen wel veel stemmen. Volgens buitenstaanders wordt D66 ‘als woke’ gezien vanwege het streven naar gelijkwaardigheid en emancipatie. D66 is een taal gaan spreken die veel mensen ervaren als moralistich, vervreemdend en uitsluitend. Volgens Rob Jetten zal D66 zich als progressief blijven waarmaken door te strijden tegen populisme en zich constructief te blijven opstellen. Ik wil in elk geval niet de hele dag met een opgeheven vingertje chagrijnig aan de interruptiemicrofoon staan als er een regeringsakkoord op hoofdlijnen komt van de onderhandelende partijen. Commentaar: Wie de debatten in de Tweede Kamer jarenlang heeft gevolgd, en de inbreng en standpunten en overwegingen van de betrokken woordvoerders volgde, kreeg een genuanceerde indruk over de inbreng van de regeringspartijen voor een transitie van de Landbouw. De opstelling van de PvdA/GroenLinks resp. SP en SGP over het kabinetsbeleid was kritisch en opbouwend. Opvallend is dat enkele tegenstanders alleen tegen waren bij gebrek aan eigen beleid of het ontbreken een visie op het gebied van Landbouw en Natuur. Er werden geen alternatieven aandgedragen met name bij PVV, FvD. Ja 21 en zelfs bij BBB. De ongenuanceerde 50% vermindering veestapel van D66 werkte als een lap op een stier of als zwart gat en zoog alle energie op waardoor de discussie bevroor. Het probleem van de boeren werd bij oppervlakkige waarneming het probleem van D66, andere betrokken partijen verstijfden, en partijen en betrokkenen die geen inhoudelijke inbreng hadden, stonden te joelen.(HvP). Bron: NRC van 5 april 2024, D66 is te elitair, vindt D66 zelf, door redacteur Philip de Witt Wijnen.

Waterrichtlijn EU 2024

In 2027 moet elke sloot, rivier en beek in heel Europa voldoen aan de Europese KaderRichtlijn Water (KRW). Behalve voor Stikstof en Fosfaat zijn er normen voor bestrijdingsmiddelen resp. drugs- en medicijnengehalten en aan zware metalen vastgesteld. Verder is er onderzoek naar Informatiehuis Water beschikbaar over chemische stoffen in de categorie van polygebromeerde difenylethers met stoffen uit de industrie die dienst doen als vlamvertrager, en hulpstoffen antracenen, perylenen, pyrenen etc. Die stoffen vervuilen het water als individuele stof ( 230 keer) of als combinaties ervan met 2 tot 8 stoffen afnemend van 173 reps, 166, 66 en 38, 17, 11 en 13 keer tegelijk en de stof kwik (190 keer). Voldoet een van die stoffen niet aan de norm van KRW-lijst dan geldt de hele waterkwaliteit als onvoldoende volgens het one out , all out principe. Toezicht met dat streng klinkende principe heeft niet kunnen verhinderen dat het water in Nederland toch vervuild is. Er is dus nog veel werk aan de winkel voor boeren (N en P, bestrijdingsmiddelen), burgers (toilet met N en P, drugs en medicijnen), waterzuiveraars en industriële bedrijven om uitspoeling, industriële en individuele lozingen en lekkages te voorkomen. Voorkomen is beter dan zuiveren dus moet er ook veel veranderen in de riooltechniek en in het gedrag van de burgers en de bedrijven. Bron NRC, onder kopje waterkwaliteit: Teveel chemicaliën in het water, door redacteur Niels Maree, van 10 april 2024.

Vergroening/verduurzaming industrie en chemie

Zoals verwacht is de verduurzaming van de industrie vertraagd en kan behalve uit kosten- en subsidieeoogpunt worden verklaard uit weinig accuraat acteren van de Minister van Economsiche Zaken en de Industrie. Het succes van verduurzaaming blijft ook achter bij verkeer, scheepvaart en vliegverkeer om vergelijkbare redenen. De verduurzaming van Landbouw trok met de problematiek van Klimaat en Stikstof veel aandacht en inzet van de Ministers van Landbouw maar ook daar zijn de resultaten mager. De coördinerend rol van de Minister van Natuur en Stikstof namens het kabinet leverde onvoldoende effect op. De kosten van verduurzamening zijn gigantisch en het blijft de vraag wie dat betaalt?. De overheid die subsidie verstrekt of de bedrijven die betrokken zijn. Heeft de EU ongebreidelde potten subsidie voor innovatie zoals de VS en China?.

Uit een overleg van de Tweede Kamer met alle betrokkenen blijkt dat de afspraken van de hoofrolspelers te langzaaam tot stand komen. Alleen al de industrie en de chemie rekenden op 3 miljard Euro of meer terwijl de plannen en investeringen te traag tot stand komen. Alle grote uitstoters zoals Dow, Yara, Chemelot, Tata Steel, Schell en Esso etc. lopen vertraging op tot frustratie van de politiek en de burgers. De roep om een plan welke industrie en chemie Nederland over 10 jaar nog nodig hebben, wordt gehoord net als geldt voor de behoefte aan buitenlands handjes in distributiecentra, slachthuizen en in de land- en tuinbouw. Wie maakt zulk een plan of verkenning?. Een nieuw regering is nog niet in zicht maar er zijn wel denktanks genoeg in Nederland om zulk een klus te klaren.

In een rechtzaak van MOB over stikstofuistoot en de verlening van een natuurvergunning tegen de vliegvelden van Eindhoven en Rotterdam-Den Haag, bepaalt de rechter dat hetaantal vliegtuigen mogelijk naar nbeneden moet als gevolg van de stikstofuitstoot. Zoals bij Schiphol boerderijen met stikstofrechen (piekbelasters) opkopen voldoet niet omdat de plaats van uitstoten bepaalt waar en hoeveel die stikstof de natuur bedreigr conform de Habitatrichtlijn. MOB en vijf andere natuur- en milieuorganisaties hebben beroep aangetekend tegen de natuurvergunning van Schiphol. Schiphol rekent zich teveel stikstofrechte toe. Ook hekelen zij de maniet waarop de stikstofdepositie wordt berekend, aldsu de organsaties.

Bron: NRC 18 atril 2024, Verduurzamening industrie stagneert, tot frustratie van alle betrokkenen, redactuer Milo van Bokkum. Bron: NRC van 22-4-2024 :Rechter ;te veel stikstof, dus minder vluchten, door redacteur Jan Benjamin.

Een uitweg uit de mesthoop (?)

In het artikel van NRC van 20 en 21 april 2024 vraagt redactuer Marcel aan de Brugh zich af of een uitweg uit de mesthoop is gevonden. Mesthoop in de kop van het artikel staat hier voor het mestoverschot bij melkveehouderijbedrijven in Nederland. Nuttige stoffen/mineralen terugwinnen uit de mest zou een oplossing kunnen zijn. Dat maakt het complex. De afvoer van mest op het bedrijf is nodig en kostbaar. Het minderen van mineralen in het bedrijf door minder gebruik te maken van buitenlands veevoer en van kunstmest (N en P) blijft buiten beeld evenals het verbeteren van het graslandmanagement en het produceren van meer eigen veebvoer op het bedrijf of in samenwerking met een akkerbouwer (veevoer tegen mest). De door LNV aangewezen nutriëntverontreinigde gebieden stellen extra eisen aan het maximale gebruik van N en P uit mest en uit kunstmest. Het terugwinnen van mineralen psst bij de ternd van circulaire economie of hergebruik van grondstoffen, of mineralen. Menure is een afkorting van REcovered Nitrogen from manRE; terugwinning van N uit dierlijke mest. (Bij enkele waterzuiveringisinstallaties kan P/fosfaat worden teruggewonnen: REcovered P/fosphaat from human manURE; Repure, dat als struviet (MgNH4 PO4) wordt teruggewonen en als kunstmest of P-grondstof kan worden gebruikt (HvP).

Een mestcrisis is in de maak in Nederland en andere EU-landen aldus aan de Brugh. De mestcrisis bestaat als milieuprobleem echter al veel langer maar wordt nu financieel accuut als de bedrijfvoering niet wordt gewijzigd. Het verweer en verzet van boeren tegen de vermindering van het intensief gebruik van fosfaat en stikstof uit drijfmest en uit kunstmest in de melkveehouderij is al oud. Het is merkwaardig dat aan de Brugh na het noemen van de EU-maatregelen voor beperking dierlijke mest ( en de nitraatrichtlijn) schrijft: Het gevolg: mestoverschotten. Die waren er al lang en worden nu financieel dwingend. Ten tweede schrijft de auteur: Daarnaast zullen ze (de boeren) het wegvallende deel dierlijke mest moeten compenseren met meer kunstmest, alsof er geen alternatieve maatregelen zouden zijn voor aanpassing van de bedrijfsvoering in de melkveehouderij. Tot slot gaat de auteur in op de mogelijke toestemming van de EU om uit drijfmest na scheiding van de vaste en natte fractie stikstof terug te winnen als ammoniummesstof (ammoniumsulfaat) kunstmest en het fosfaat in vaste mest te gebruiken of af te voeren. De melkveehouder kan dan bepalen hoeveel menure N en fosfaat nog kan worden ingezet op de melkveehouderij en of bij de akkerbouwer, waar mee wordt samengewerkt, of in geval van nood moet worden afgevoer tegen hoge kosten. Uit onderzoek van Regelink en Velthof en andere onderzoekers weten we dat grasland meer N nodig heeft in de huidige bedrijfvoering van bedrijfstypen melkveehouderij en dus zwaarder wordt bemest, dan bij akkerbouw en dat de uitspoeling van nitraat relatief beperkt is mede afhanlijk van droge en natte jaren. In droge jatren spoelt s’winters meer nitraat uit en in de akkerbouwrelatief zobder vanggewas meer dan in grasland. Het maximaal terugwinenn van N en P uit mest van de melkveehouderij gebeurt met vergisting en winning van methaaangas. Bij het dagelijks afvoeren van de mest naar de vergister kan 30-60% van de N-emissie op het bedrijf worden vermeden. Het restant uit de vergister bevat wel nog fosfaat. Tijd is volgen Jan Roefs van Centrum Mestverwaarding thans de belemmerende factor om deze technologie uit te rollen bij bedrijven die niet kiezen voor andere aanpassingen van de bedijfsvoering op hun bedrijfstype.

Volgens Nieuwe Oogst blijkt uit een LTO-enquete onder 1400 veehouders dat 80% financiële problemen verwacht, die niet nader worden geduid of onderbouwd. Volgens veehouders is de prijs voor de afvoer van de drijfmest/mest gestegen van 11 Euro in 2022 naar 30 Euro in 2024. Boeren verwachten naast financiéle problemen (73%) dat ze geen afnemer mest kunnen vinden (42%) of dat de mest moet worden afgevoerd wanneer dat slecht uitkomt (22%), of dat er te weinig opslag is (22%) of dat afspraken niet worden nagekomen (18%). Het is moeilijk om een enquete gevoelsdonderzoek te wegen en te interpreteren mede omdat er geen vergelijkingen zijn met andere beroepsgroepen ondernemers MKB resp. maakbedrijven of te vergelijken met het beleefde gevoelsleven bij leraren en verplegers. Duidelijk is dat de emoties en gevoelens in de boerengemeenschap ernstig in de knel komen waaarbij de oorzaak gezocht wordt in overheidshandelen en of in de opstelling/houding van betrokkenen, LTO en de vakorganisaties. Met het gestrande Landbouwakkoord dat door LTO werd geblokkeerd, was een oplossing nabij. Van de melkveehouders voelt zich 39% machteloos, 35 % ervaart stress, en 52 % maakt zich zorgen over de toekomst van het bedrijf. Daarnaast geeft 24% aan de gevolgen niet goed te kunnen overzien, en 17% weet door de mestcrisis niet of het bedrijf nog kan worden overgedragen, en 8% overweegt te gaan stoppen. Slecht 6% ervaart geen gevolgen of was er op voorbereid. Als we dan kijken naar de oplossingen die de boeren als passend voor het bedrjf de komende jaren inschatten of afwijzen, blijkt de afstand tussen de gevoelens en emoties die die boeren uiten groot in vergelijking met de beleving en opstelling van de overheid, de politiek en de wetenschap in de EU en in Nederland. Commentaar Het steeds maar weer oprekken van de crisissituatie rond mest- en mineralenoverschot in de afgelopen jaren met het ontbreken van het urgentiebesef om te komen tot oplossingen, vermorzelt inmiddels de boeren/boerengezinnen en verpulvert de geloofwaardigheid van de overheid en de politiek. (HvP)

Bij Frank Vermeulen in Sint Hubert nam op zijn bedrijf de af te zetten hoeveelheid mest toe van 250 m3 naar 800 m3 in 2024. Hoeveel GVE melkkoe heeft hij per ha?. Zag Vermeulen dat niet op zijn bedrijf af komen?. De vraag is of de melkveehouder dat kan blijven betalen of dat hij ingrijpt op de bedrijfsvoering bij zijn type bedrijf door minder mineralen met veevoer en kunstmest aan te voeren en het grasland en kruidenmanagement te verbeteren en de import van krachtvoer te beperken, en de eigen productie van veevoer op te hogen en mest tegen veevoer te ruilen met een akkerbouwer. Extensivering is onomkoombaar.

Bron: NRC van 20 en 21 april 2024: Een uitweg uit de mesthoop, door redacteur Marcel aan de Brugh. Bron; Nieuwe Oogst, Marijn van Rossum: Vier op de vijf melkveehouders in problemen door mestcrisis.

Opslag energie

De Chinese accuproducent en inmiddels ook grootste autoproducent voor electrische auto’s BYD heeft in 2023 een modulaire en verwiselbare accu op de markt gebracht. Deze grote automodule maakt je minder afhankelijk van stekkeren en je kunt net als bij brandstof tanken bnnen enkel minuten van accu wisselen bij een BYD-station. Het systeem maakt ook minder afhankelijk van het bekabelde electriciteitsnet.

Bij TU/e heeft de afdeling Chemische tecnologie van Prof. Olaf Adan en zijn medewerkers Donkers en Huinink, een water zout accu ontworpen waarin water reageert met zout waarbij warmte vrijkomt. Het proces is reversibel. Het water bereikt via een pomp en schakeling het zout waarvoor K2CO3 (Kaliumcarbonaat0 is geselecteerd als favoriet zout. In een spinnof van TNO en TU/e is Cellclus met 1,3 miljoen Euro bezig met praktijkopstellingen waar de overheid nog eens een miljoen Euro als subsidie voor spendeert. De unit die op verschillenda schaal wordt getoetst, wordt geschikt gamaakt om warmte op te slaan (bij overtollige stroom van de zonnepanelen) en om te dienen als verwarming door het systeem op te starten en water met het zout in contact te brengen. Ook dit systeem is flexibel toe te passen en het is op maat te ontwerpen. De onwikkeling van echt grote accu’s om energie energie grootscaliger in op te slaan gaat gestaag voort. Het systeem is duur en vergt het uiterste van de huidige technologie. Het materiaalgebruik en de opschaling staat pas aan het begin van ontwikkeling van grootschalige accu;s. Op nog grotere schaal geldt warm water opslag in een ondergronds systeem (mijnschachten) en getijdenenergie, gebruikmaking van water hoogteverschillen in watersystemen. (dijken en eb-vloed sytemen achte dijken). Bron: Internet energiesystemen en mededelingen BYD en TU/e in 2024.

Tijdelijk koeien inleveren tegen vergoeding

Onder deze enigszins merkwaardige kop, meldt Nieuwe Oogst dat de organisaties LTO Nederland, NAJK, NZO en Natuurweide, een alternatief plan hebben gelanceerd om de mestafzetcrisis te beteugelen. De organsaties stellen (in navolging van de Minister van Landbouw Piet Adema, en het mislukte Landbouwakkoord) voor om het eiwitgehalte in koeienvoer te verlagen waardoor veel N in het syteem wordt voorkomen. Dat is effectief om het stikstofoverschot en de N-emissie te beperken waarbij tevens de kosten van krachtvoer worden beperkt. De melkveehouder kan dit monitoren en de industrie kan dat voer geborgd leveren. Over de produktie van groenvoer/ruwvoer wordt niet gerept evenals over afspraken over groenvoer/ruwvoer en mest met een akkerbouwer. Een tweede voorgestelde maatregel, die op korte termijn druk van de ketel, de mestmarkt, kan halen, is een tijdelijk versnelde daling van het aantal stuks melkkoeien op de bedrijven voor 2025 en 2026. Melkveehouders die meewerken, willen/krijgen dan volgens het plan een premie per dier (minder). Melkveehouders krijgen als inkomenssteun nu nog automatisch jaarlijks per ha subsidie van de EU, en dus via de vigerende berekening GVE melkkoe pet ha op het bedrijf, per melkkoe. Het subsidiesysteem dat meer meer … bevordert, komt op de schop in de EU tegen de zin van veel boeren. Een meer minder … systeem met duurzaam karakter wordt bepleit. Een korting op de fosfaatrechten in 2027 komt op de sektor af en vloeit voort uit de verlaging van de nationale mestplafonds ( P en N) per veesectot (conform de Meststoffenwet). De discussie over P- en N- rechten blijft als het zwaard van Damocles boven de landbouwmarkt hangen. Deze landelijke mineralenrechten vervuilen de discussie over duurzame en volhoudbare landbouw. Men gokt dan op het gebruik van Renure dat daling van de veestapel minder ingrijpend zou maken maar de tijd speelt ook nog jaren een rol om dat te realiseren op de bedrijven. Voor de biologsiche boeren, die ook recht hebben op inkomensteun, geldt dat zij met hun extensievere bedrijven minder mest en minder vee en minder bestrijdingsmiddelen, minder duurzaamheidsproblemen hebben omdat zij eerder te weinig dan teveel mest produceren met hun bedrijfsvoering en het aantal GVE melkkoeien per ha. Het voorstel om onbenutte mestverwerkingscapaciteit in te zetten door vergunde installaties te bouwen, lijkt op ouderwets subsidie slurpen. Afroming van fosfaatrechten met 30% bij overdracht buiten de familie, zou voor voldoende daling overschot zorgen, behalve bij de categorie jonge boeren.

We moeten van dat systeem van mineralenrechten af . Het afromen van mineralenrechten in Nederland moet worden vervangen door eisen aan de bedrijfsvoering avn landbouwbedrijven met een maximum in N-emissie per bedrijf per veesector, en een maximum in P-bemesting /drijfmest per ha van mest en kunstmest. Dan hebben de jonge boeren er ook geen last van. (HvP).

De noodzaak voor brede opkoop van de Minister van Landbouw om structuurversterking mogelijk te maken, wordt in de voorstellen ondersteund. De organisaties gokken erop dat de te nemen maatregelen voldoende zijn om te komen tot een overgangsregeling voor derogatie, om op grasland tot 2027 op grasland 230 kg N uit dierlijke mest te mogen gebruiken. Agractie ziet geen brood in dit plan en blijft de opschorting van de derogatie bepleiten. Bron: Nieuwe Oogst van 24-4-2024: Tijdelijk koeien inleveren tegen vergoeding, door redacteur John Lamers.

Legaliseren boeren verloopt zeer traag

Het legaliliseren van boeren zonder natuurvergunning die vallen onder de categorie PAS-melders, verloopt extreem traag. Ondanks toezeggingen van het Minister van Stikstof en Natuur en de Provincies zit er geen schot in de zaak. Slechts 6 boeren hebben inmiddels voldoende Stikstofruimte verkereg om te vergunnnen. In 2025 moet ruim 1800 boeren voldoende stikstofruimte hebben. Zogenaamade PAS-melders kunenn als ‘illegale boeren’ stikstofruimte krijgen van stoppende boeren in hun buurt. Onvergunde boeren zouden volgens minister van der Wal en deel van hun bedrijf kunnen sluiten tegen betaling door het Rijk. LTO Nederland reageert verbolgen. Een ander berekening van de N-emissie en de rekenkundige ondergrens waarin kleine N-emissie niet meetellen worden nog onderzocht. De 378 boern die niet voldoen aan de criteria van PAS-melder vanweg onduidelijkheden of onjuistheden en gebreken bij de melding, blijven als spookgevallen in de lucht hangen. Als er niks gebuert zullen zijn in 2025 moeten sluiten olgens de provincies en LNV. Bron: NRC van 24-04-2024, Legaliseren boeren verloopt zeer traag, door redacteur Martin Kuiper.

Voorzichtig groen licht mestplannen minister Piet Adema

In het overleg Landbouw met de Tweede Kamer heeft demissionair minister Adema, al maanden getergd vanwege het mislukken van het Landbouwakkoord waar hij in geloofde, en de hoge nood bij veehouders met mestoverschotten, de steun van de Tweede Kamer gekregen om maatschappelijk in te grijpen. De bodem en het grondwater kunnen het niet meer aan met zoveel mest. De fracties van NSC en VVD stemden in met de plannen omdat de mestproblemen te groot zijn om niks te doen. Zij houden een slag om de arm m.b.t. de kosten, en zij willen het definitieve plan nog kritisch bekijken. Om minder mest te produceren op de melkveehouderijen, wordt de veestapel ingekrompen tussen 2024 en 2029 los van de bestaande reglingen, en wordt de samenstelling van het veevoer (krachtvoer van de fabriek geïmporteerd) aangepast met een lager eiwitgehalte en dus een lagere N-emissie op het bedrijf. De minister komt nog met nadere richtlijnen en normen voor het aantal GrootVeeEenheden per ha op het melkveehouderijbedrijf etc. Er komt een extra fonds van 4 miljard Euro volgens Adema, om boeren in nood uit te kopen of een deel van het bedrijf uit te kopen. Minister Adema zal de EU niet kunnen overtuigen tot een vorm van verlengde derogatie. Een hernieuwde gang naar Canossa (de EU) wordt hem bespaard. Lapmiddelen zoals plastic zakken of havenfaciliteiten voor de tijdelijke opslag van drijfmest geopperd door BBB, kregen geen steun. Adema overlegt nog met de agrarische partners en komt over 3 weken met zijn definitief voorstel. Ook de ecoregelingen van 2023 worden opnieuw bezien omdat er nog budgettaire tekorten waren. Voor nog een rondje Landbouwakkoord is geen tijd. De formerende partijen VVD en NSC verschillen fors van inzicht met BBB en PVV over het landbouw resp. het stikstofdossier en klimaat. De JOVD doet een oproep aan de VVD te stoppen met populisme. Bij de start van de formatiebesprekingen plaatste de VVD het beschermen van de waarden van de rechtstaat voorop. Momenteel wordt de ‘schijnoplosing van migrantencrisis’ overwogen. De VVD wordt opgeroepn met echte oplossingen te komen. Bron: NOS van 25-4-2024, redacteur Xander van der Wulp. Bron: NRC van 2 mei 2024: VVD stop met populisme, door Mauk Bressen vz, en Pim Tolmeijer, bestuurslid van de JOVD.

Gedoe Schiphol stikstof

De mededeling dat Schiphol een natuurvergunning kreeg van Minister van Natuur en Stikstof van der Wal, deed de wenkbrouwen fronsen. Schiphol hoefde niet te krimpen in het aantal vluchten maar de boeren moeten wel dieren ruimen. Boze tongen beweren dat VVD ministers Schiphol en de Industrie/Chemie en Verkeer wel vaker proberen voor te trekken. Van der Wal heeft blijkbaar om tijd te rekken de procedure voor de beoordeling van de N-belasting aangepast. Dit gebeurt blijkbaar tegen het advies van eigen ambtenaren van LNV, het N-ministerie. Dit is in strijd met de PAS-uitspraak van het Hof van Justitie. Door N van opgekochte veehouderij bedrijven elders blind toe te rekenen aan de rechten van Schiphol, schendt de Minsters de formele toetsing aan de hand van de berekening N-emissie veehouderijbedrijf en toerekening N-depositie met het rekenprogramma voor vergunningen Aerius bij het nabijgelegen natuurgebied. Pas als een natuurgebied gezond is verklaard, mag en nieuwe natuurvergunning worden afgegeven. De principiële jurist/chemicus Johan Vollenbroek van MOB, zit de minister nu achter de broek nadat hij het Woo-verzoek de informatie beschikbaar kreeg. De vergunning houdt mogelijk geen stand bij de rechter volgens Johan Vollenbroek, en prof. Chris Backes van UU en Ralph Frins van Universiteit Tilburg, op basis van gelijke behandeling met andere vervuilers (boeren). De toets bij Schiphol zou niet door LNV zijn toegepast omdat: Van private partijen niet verwacht kan worden dat zij maatregelen treffen ten behoeve van natuurherstel. Met zulk een redenering kunnen de hele milieu- en N-regels in de prullenbak in Nederland en gaan private partijen vrijuit. Ongelofelijk. Bron: NRC van 30-04-2024 : Kabinet versoepelde exclusief voor Schiphol de bestaande stikstofregel, door redacteuren Karlijn Kuijpers en Marin Kuiper.

Uitweg mestcrisis en kringlooplandbouw

De uitweg uit de mestcrisis ligt niet in menure en de hogere kosten voor het afvoeren maar in de Kringlooplandbouw met evenwicht tussen input en output van mineralen op het veehouderijbedrijf. Vanwege de mestovermaat/mineralenoverschot mogen boeren steeds minder bemesten vanwege de kwaliteit van het grond- en het oppervlaktewater en vanwege de toestand van de bodem. Melkveehouders klampen zich momenteel vast aan menure; dure techniek en veel energie om uit drijfmest N-kunstmest te maken. De afvoer van drijfmest is drie keer zo duur geworden sinds de derogatie is afgeschaft: ook duur dus. Volgens Jelle Silvius, promovendus aan de WUR: een heilloze weg overall beschouwd. Energietechnisch levert dit onvoldoende op omdat dan N-mineralen (dure renure N) bij export verschuift van veehouderij in Nederland met transport naar akkerbouw in het buitenland, akkerbouw die dan minder andere kunstmest inkoopt.

De koe bij de horens vatten, betekent dat we de bij produktie van veevoer en krachtvoer uit behalve gras ook snijmais en soja, veel mineralen via de mest zien verdwijnen en niet bij de mens terecht komt. Omdat het produceren van eiwit via dieren relatief inefficiënt verloopt, zouden we pas echt kunstmest, landgebruik en emissie besparen als we onze consumptie verschuiven naar plantaardige eiwitten. Dat vergt een gewijzigd voedingspatroon bij de burger en de boer. En een ander menselijk gedrag bij de inkoop van voedsel. Renure draagt niet bij aan de Kringlooplandbouw. In echte Kringlooplandbouw worden dieren uitsluitend gevoed met produkten die voor mensen niet geschikt zijn. (Stel je voor dat de melkveehouderij en met name de varkens- en kippenhouderij morgen geen krachtvoer meer mag gebruiken, gemaakt uit granen en soya en andere toevoegingen). Dat leidt tot minder vee op hetzelfde aantal ha landbouwgrond. Het bouwen van mestfabrieken uit overheidsgeld zal (opnieuw) veel geld en inzet vragen zonder rendement. We zetten onszelf met renure nog verder klem in een onhoudbaar systeem, aldus Silvius. Renure is misschien voor individuele melkveehouders aantrekkelijk maar de uitweg uit de mestcrisis wordt niet bereikt met mestverwerking. Het overschot aan mest en de disbalens op de mestmarkt worden veroorzaakt door een te grote veestapel en de import van veevoer naast het gebruik van kunstmest. Bron: NRC woensdag 1 mei 2024; Geef de boeren een goede uitweg uit de mestcrisis, door Jelle Silvius, promovendus Duurzaamheid en Kringlooplandbouw aan de WUR.

Akkerbouw en klimaatcrisis

De Nederlandse akkerbouwers ondervinden veel gevolgen van de klimaatcrisis (net als akkerbouwers elders in de EU met name in Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië en Griekenland en andere landen zoals China, Kenia en Brazilië en rond de Middellandse Zee. Met name de grilligheid van de droogte en de hitte (en de branden bij slecht natuurbeheer) spelen volgens een enquete onder 500 akkerbouwers een grote rol (50%) evenals de onregelmatig geworden neerslag met zware en langaanhoudende buien met wateroverlast als gevolg. (60%). Dat was ook van toepassing op Curacao deze week waarbij overstromingen na slecht onderhoud van ‘rooien’, overstromingen van toeristenoorden veroorzaakten bij zware regen. Zes op de tien akkerbouwers in Nederland lijden verlies als gevolg van de klimaatverandering. Bijna 40% loopt 10-20% winst mis. Akkerbouwers elders in de EU lijden nog meer schade. Bron: Nieuwe oogst in NRC van 4 en 5 mei 2024. Bron: NRC van 7 -5-2024: Veel schade in westen van Curacao na overstromingen, redacteur Robert Slagt.

Dierenwelzijn België

In navolging van Duitsland, Oostenrijk, Italië, Slovenië en Luxemburg heeft België haar beleid dierenwelzijn verankerd in de grondwet. Eerder stemde de Senaat al in met tweederde meerderheid. De belofte is dat de Belgische overheid streeft naar bescherming en zorg voor dieren als wezens met gevoel. De Belgische dierenrechtenorgansiarie GAIA noemt het besluit een ‘historische doorbraak’.In tegenstelling tot België heeft de minister van Landbouw in Nederland zijn voornemens voor diervriendelijek veehouderij moeten terugschroeven omdat het bedrijfsleven en de Tweede Kamer de plannen te duur en onhaalbaar achten binnen het gestelde tijdpad.

Hoofdlijnenakkoord coalitiepartijen 2024-2028

Hoop, lef en trots

Dat is de titel van het hoofdlijnenakkoord 2024 -2028 van 26 blz. van PVV, VVD, NSC en BBB dat in een persconferentie door de partijleiders is gepresenteerd op 16-05-2024. Er is een bijlage Budgettaire Bijlage hoofdlijnenakkoord van 12 blz. aan toegevoegd.

Het akkoord kwam moeizaam tot stand en de tekst sprankelt niet met een gezamenlijk Visie op de komende jaren in Nederland, ondanks de poging om met enkele slogans vaart en betrokkenheid te etaleren. Met een zucht van opluchting kunnen de vermoeide partijen eindelijk laten zien wat in al die tijd in verschillende tekst-passages op papier is gezet. Het akkoord staat in de aanhef bol van goede voornemens en intenties en varieert: van resp. prachtig land, hard werken, vertrouwen van Nederlanders, steek laten vallen, nieuwe weg, en passages bestaanszekerheid, te hoge instroom van asielzoekers, veiligheid en strenger straffen criminaliteit, en een overheid die betrouwbaar is.

Van een nieuwe Visie op de economie, klimaat, energie, landbouw, stikstof, natuur of milieu en de werkgelegenheid in Nederland wordt niet echt gerept en dat is waarschijnlijk inherent aan de totaal verschillende invalshoeken en variërende betrokkenheid van de coalitiepartijen, die niet uitblinken in het uitbrengen van visiedocumenten maar die een behoudende conservatieve toon aanslaan met en hang naar het verleden en zich afzetten tegen een sociaal liberale cultuur met marktgericht denken. (HvP).

De tekst vervolgt: Daarom zetten de partijen in dit akkoord deze concrete stappen:

- Lastenverlichting vanaf 2025 gericht op hardwerkende Nederlanders etc.

- Het strengste toelatingsbeleid voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit,

- Een grote impuls woningbouw, infrastructuur, bereikbaarheid en energietransitie,

- Meer dan halveren van het eigen risico in de zorg tot het niveau van 165 Euro in 2027en investeren in de ouderenzorg,

- Baas in eigen bedrijf in de landbouw en visserij, een impuls voor de toekomst van deze sectoren en voor voedselzekerheid voor ons allemaal,

- Meer zeggenschap van burgers door een ander kiesstelsel en versterking door een constitutioneel hof,

- Nederlanders veilig houden door aanpak van criminaliteit en terreur.

Dan volgen passages over spanningen. We leven in tijden van grote spanningen zoals de Russische inval in Oekraïne. De wereldeconomie staat onder druk. Er zijn nieuwe ernstige bedreigingen voor de veiligheid van onze samenleving en de stabiliteit van de democratische rechtsorde vanuit verschillende statelijke en niet statelijke actoren etc. Adequate voorbereidingen, alertheid en weerbaarheid voor burgers en bedrijven is op zijn plaats aldus de coalitie.

In een volgende bladzijde wordt ingegaan op het programma van het hoofdlijnenakkoord met 10 hoofdpunten zijnde:

1. Bestaanszekerheid,

2. Grip op asiel en migratie,

3. Wonen en volkshuisvesting etc,

4. Een goede toekomst voor landbouw en visserij etc,

5. Energie, leveringszekerheid en klimaatadaptie,

6. Toegankelijkheid publieke voorzieningen,

7. Goed bestuur en sterke rechtstaat,

8. Nationale veiligheid,

9. Internationale veiligheid, en

10. Solide overheidsfinanciën, economie en vestigingsklimaat.

Het waarborg van de democratische rechtstaat en stabiele overheidsfinanciën vormen onmiskenbare randvoorwaarden. Het (nieuwe) kabinet verwerkt dit Hoofdlijnenakkoord in een regeringsprogramma.

Het lezen van de teksten van de coalitiepartijen van het akkoord op Hoofdlijnen wekt bij de lezer van alle partijen gevoelen die variëren van opluchting, blijdschap, verwondering, aanbidding, ontkenning, verbazing, koude rillingen, woede, verontwaardiging en diep afgrijzen. Omdat in dit Essay de transitie van de Landbouw en Natuur en haar problemen , centraal staat, beperken we ons puur tot de Landbouw en Stikstof. De vraag of de coalitie in de economie kiest voor de belangen en bestaanszekerheid van de werkende burger of voor de belangen van het bedrijfsleven en de handel, of een prioritering, wordt niet beantwoord, vanwege gebrek aan samenhang in de verschillende voorstellen of tegenstrijdige effecten.

We zoemen in het kader van ons Essay, primair in op de tekst van Hoofdlijn 4 over Landbouw. Daarna wordt gekeken hoe Landbouw en Stikstof mogelijk samenhangen met andere teksten hoofdlijnen. Tot slot kijken we naar de Budgettaire Bijlage hoofdlijnenakkoord, die gevolgen zal hebben voor de Begrotingen. Op verzoek van de meerderheid in de Tweede Kamer zullen de rekenmeesters van het CPB de financiële gevolgen doorrekenen en publiceren.

Algemeen deel/Aanhef

De aanhef van de eerste alinea tekst getuigt van trots, lef en hoop, over boeren en vissers, met een goede boterham, zoals Caroline van der Plas, dat zo mooi kan zeggen. De voedselvoorziening en het cultuurlandschap worden beschermd net als de hoogwaardige landbouwgrond. Toekomstperspectief voor jonge boeren is nodig. In Europa wordt met lef alles op alles gezet om Europese richtlijnen zo aan te passen dat ze werkbaar zijn en het verdienmodel ondersteunen. Een nieuwe regio specifieke derogatie wordt nagestreefd. Derogatievrije gebieden rond Natura2000 gebieden worden beperkt. De bufferstroken rond Natura2000-gebieden worden verkleind van 250 naar 100 m. De maximale hoeveelheid N uit dierlijke mest/drijfmest die door de EU wordt beperkt tot 170 kg N per ha per jaar, wordt geschrapt. Herijking Natura2000 gebieden wordt bepleit omdat ‘snippernatuur’ ongewenst is. Geen nieuwe koppen op Europees beleid in Nederland wordt voorgestaan. We willen niet importeren wat we in Nederland niet mogen produceren. Bij Afsluiten van internationale handelsverdragen staat gelijk spelveld voorop. Wet- en regelgeving moet aan de voorkant scherpe worden om rechtzaken te voorkomen.

Landbouw en tuinbouw

Boeren en tuinders zjjn professionals en behoeven doelsturing in plaats van middelsturing. Voor natuur, waterkwaliteit, klimaat en luchtverontreiniging worden bedrijfsspecifieke emissiedoelen geformuleerd. Een afrekenbare stoffenbalans (mineralen) wordt geformuleerd, De mestcrisis krijgt urgente aandacht. Nederland moet de aanwijzingen Natura2000 gebieden bij de EU herzien. Dat Nederland in het kader van de Nitraatrichtlijn kwetsbaar is, kan worden herzien. De afbouw van de derogatie moet worden teruggedraaid. Samenwerking tussen veehouders en akkerbouwers moet worden gestimuleerd.

Er wordt niet gestuurd op gedwongen krimp in de veehouderij. Er komt geen gedwongen onteigening. Innovatie wordt breed opgezet. Maatregelen voor een goede boterham worden opgetuigd bij agrarisch natuurbeheer resp. verdienmodellen voedselketen, en rode diesel komt terug voor boeren, tuinders en loonwerkers.

Het gebruik van (milieu en vergunning) modellen moet worden vervangen door normering en metingen. Stalsystemen moeten voor vergunningverlening in een stelsel worden gekeurd. Overleg in de keten is belangrijk.

Uitkoop van bedrijven wordt gericht op verouderde bedrijven. De opkoopregelingen LBV en LBVplus moeten voor de boer fiscaal vriendelijker worden. De sloopregeling moet worden afgestemd als de mestmarkt weer stabiel is. De overheid pakt de regie op de vergunningverlening voor mestverwerking op.

Dierwaardige veehouderij

Er worden concrete stappen gezet naar een toekomstbestendige meer dierwaardige veehouderij. Per diersoort wordt vastgelegd waar stallen aan moeten voldoen rekening houdend met verdienmodel en investeringen en afschrijving. Er wordt bezien hoe het vervoer van dieren voor lange afstand beëindigd moet worden.

Natuurherstelbeleid

Gebiedsgerichte aanpak geldt voor natuur. Daadwerkelijk gemeten staat van natuur is bindend. De KDW moet worden vervangen door een ander insrument. De nationale Flora- en Faunabank moet voor het publieke doelstellingen beschikbaar worden, De stikstofaanpak wordt gebaseerd op bedrijfsspecifieke emissiedoelen en gebiedsgerichte aanpak. Stikstofreductie vindt plaats waar dat aantoonbaar nodig is voor instandhouding van de natuur en andere drukfactoren worden aangepakt. Er komt een juridisch en wetenschappelijk verantwoorde rekenkundige ondergrens voor de depositie van N als drempelwaarde van 1 mol N per ha per jaar voor Natura2000 gebieden

Visserij

De Visserij moet een goede boterham kunnen verdienen. Het voortbestaan van een toekomst bestendige vloot is cruciaal van Nederland. Pulsvisserij moet weer op de EU-agenda. Een beter toegang tot de Noordzee en andere visgronden is nodig. Bodemvisserij en garnalenvisserij moeten voorrang krijgen.

Naam Ministerie LNV

Het Ministerie LNV wordt LVVN: Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.

Commentaar op de coalitieteksten en hoofdlijnen

Er wordt niet gesproken over het verdwenen cultuurlandschap in Nederland resp. Natuurbeleid en over herstel van Natura2000 natuurgebieden. Duurzaamheid is op de bon en de problematiek van Stikstof wordt weggedrukt. Er is bij Klimaat, Energie, Landbouw en Natuur door het oude kabinet al veel voorbereidend werk gedaan en oplossingen bedacht maar de doorbraak en normstelling voor bedrijfstypen is er nog niet. De kern in de transitie veehouderij is het regelen van het aantal GVE dier per ha (normering naar bedrijfstype) in de bedrijfsvoering en het groenvoermanagement op het bedrijf en de beperking van de import van krachtvoer. Het bepaalt de emissie van N op het veehouderijbedrijf pet bedrijfstype en veroorzaakt op afstand de N-depositie op Natura2000 gebieden (waar ook het verkeer, de scheepvaart, de luchtvaart, de industrie en het buitenland aan bijdragen). Dat weten de Ministers van Landbouw en dat wordt geblokkeerd door o.a. LTO en de vakorganisaties nu en vele jaren daarvoor. In meerdere teksten komt een glorieus en romantisch verleden naar voren waarin alles goed was. Dat we in de landbouw over het hoogtepunt heen zijn qua duurzaamheid en milieuvervuiling, wordt ontkend omdat trots overheerst. Duurzame of volhoudbare landbouw zijn net als Kringlooplandbouw blijkbaar ongewenste begrippen geworden. Natuurinclusieve landbouw verwordt tot landbouwinclusieve natuur. Het is alsof de conservatieve coalitie de Landbouw de tijd vijftig jaar wil terugdraaien en de ogen selectief sluit over problemen. De teksten met hoop, lef en trots dragen de emotie van veel boeren uit, en het stempel van BBB en PVV en de inbreng van zittende Tweede-Kamerleden en ministers van NSC en VVD ontbreekt.

De boeren zouden het zonder overheid en wetenschap wel geklaard hebben?. Boeren- en tuinder generaties werken al honderden jaren met bodem, dieren, omgeving en natuur. Wat bewijst dat behalve traditie?. Elke generatie heeft haar eigen kennis en kunde verworven en neemt een bepaalde tijdgebonden houding aan. Eigen verworvenheden gelden passend bij de intensiteit van de bedrijven resp. de milieuaspecten van de bedrijfsvoering en de maatschappelijke ontwikkelingen. De kennis en kunde en houding van nu is echter niet hetzelfde als ‘het historisch geweten’ suggereert. Nog nooit was de Landbouw zo complex, hightech en zo intensief en vervuilend. Teveel vee met krachtvoer en teveel bestrijdingsmiddelen zijn de oorzaak. Boeren bepalen zelf hoe ze aan doelen klimaat en stikstof voldoen (?) is het adagium alsof andere sectoren in de economie dat niet doen/kunnen. En hoe komen wij en zij aan objectieve doelen?. Lef is iets anders dan bewust opnieuw nee zeggen tegen beter weten in. Dan is het lomp en brutaal. Onderhandelen met kennis van zaken en durf om zelf beleid te formuleren is gedurfd, en ontbreekt tot nu toe. Uitbreiding van Natuurgebieden is taboe. Toekomst van jonge boeren wil iedereen. Een eigen visie op Stikstof en de wereld van het stikstofprobleem, ontbreekt. Bewust geen kennis nemen van wetenschappelijk onderzoek en agressief ontkennen is geen bewijs van lef maar is lomp en dom. Ook reactionaire reacties komen voor als onderzoek en regelgeving aan de orde is. De coalitiepartners gaan er blindelings van uit dat ze met de EU over zowel Migratie als over Landbouw en Natuur uitzonderingen op het beleid op het gebied van Milieu en Natuur, kunnen verkrijgen van de bestaande regelgeving in de EU en in Nederland en over de toepassing daarvan.

Regionale specifieke derogatie bestaat niet maar wel beperking in derogatie in de melkveehouderij in de buurt van Natura2000 gebieden. Naast Nederland, dat het zwaarste bemest, zijn er landen met een soort derogatie voor intensieve landbouwgebieden. Opvallend is dat de toon en inbreng van de (zittende bewindslieden en Kamerleden) van de VVD en van NSC) in de tekst niet doorklinkt. De tekst lijkt geschreven door BBB en PVV met een spreekverbod, wegkijkopdracht of lekker wegkijken voor VVD en NSC. (Bij de hoofdlijn rechtstatelijkheid hoor je vooral NSC).

Dat betekent dat Nederland afstevent op conflicten met de EU. Migratieregels gelden voor alle EU-partners en bij Landbouw vormde Nederland een uitzondering omdat het met derogatie in de melkveehouderij extra veel mest mocht gebruiken, meer dan andere landen. Dat werd vanwege grondwater- en oppervlaktewater vervuiling met nitraat, wat veel voorkomt in Nederland en andere landen, teruggedraaid. Het afschaffen van 170 kg N uit dierlijke mest per ha per jaar is een bom onder de Nitraatrichtlijn van de EU, is fantasie-beleid. Al schaf je de norm van 170 kg N uit dierlijke mest per ha per jaar af dan komt een maximum van N in dierlijke mest en kunstmest N samen voor terug.

Natuurherstelbeleid.

Over Natuurbeleid lezen we alleen minder minder. Alleen gemeten staat van natuur is leidend. De KDW verdwijnt maar een alternatief instrument. ontbreekt nog steeds. Bufferstroken in percelen voor mest en bestrijdingsmiddelen in verband met Natuurherstel en Biodiversiteit zijn al ingevoerd in het beleid van Nederland en de EU. De databank Flora en Fauna wordt openbaar. De stikstofaanpak wordr gebaseerd op op bedrijfsspecifieke emissiedoelen waarmee bedoeld wordt maximun uitstootnormen voor N per bedrijfstype veehouderij per jaar. Zo koppelt men N-emisie op veehouderijbedrijven juridisch en in de praktijk los van de natuurnormen voor N-depositie op Natura2000 gebieden, zoals deskundigen ( de profs) stikstof al langer bepleiten.

Er is een tijdelijke ontheffing van de EU met opschorting van de vergoeding GLB, in afwachting van nadere besluitvorming over Landbouw en Natuur. Ook een herijking Natura2000 gebieden verloopt via Europa als landen hun aanpassingen gemotiveerd in een rapportage voorleggen.

Verplicht stoppen van boeren en uitkopen van boeren die teveel N uitstoten is (blijkbaar) van de baan maar de N-regels en de milieuproblemen kun je niet zomaar wegtoveren. boeren die stoppen zouden behoren tot de categorie verouderde bedrijven terwijl de grootste vervuilers grote en zeer grote boeren(bedrijven) zijn met veel leningen en subsidies en soms dubieuze vergunningen. Boeren zonder natuurvergunning boeren gewoon door?. Er klinken stemmen dat het N-fonds wordt afgeschaft, en wat betekent dat voor de boeren: Alle geld wordt geschrapt?. Allerlei regels over N-emissie van veehouderijbedrijven en de N-depositie op Narure2000 gebieden gelden nog bij vergunningverlening en bij piekbelasters. Dat geldt ook voor de normering en de N-drempelwaarde bij N-deposite op Natura2000-gebieden. Die huidige drempelwaarde wordt (terecht) aangepast naar 1 mol N (14 gram N) per ha per jaar. Dat past beter bij de werkelijke probleemstelling en de normen in België, Duitsland en Denemarken. Boeren die stoppen maken gebruik van de huidige geldende LNV-regelingen. En wat moeten boeren die teveel N uitstoten en al piekbelaster zijn, en geen vergunning hebben of geen vergunning meer krijgen?

Visserij

De tekst Visserij straalt weemoed uit en nostalgie. De bijna verloren Nederlands zeevisvloot krijgt aandacht maar in alle landen van de EU en Engeland is de zeevisvaart enorm gesaneerd omdat de ze werd leeggevist. Er vond kaalslag plaats na onderzoek van de visserij op zee. Visteelt kwam enigszins van de grond en na het uittreden van Engeland uit de EU gingen visgronden voor Nederland verloren.

Stikstof

Het onderwerp Stikstof wordt in de tekst over Landbouw nauwelijks benoemd. We zullen met de N-bril op de andere teksten van de Hoofdlijnen doornemen om te kijken welke aspecten van milieu- en klimaat geraakt worden buiten Landbouw en buiten Natuut. Bestaanszekerheid bestaat niet alleen uit inkomen en bestuurlijke en juridische zekerheid maar en kent aspecten van voedsel, voedselgezondheid en wonen (vergunningen en Stikstof), die niet aan de orde komen. Grip op asiel en inzet migranten bepaalt mede het wel of niet voortbestaan van siezoenswerk in de landbouw resp. het werk in de distribiutiecentra en de slachthuizen. Waar blijft de visie op perssoneel voor dit werk en de keuzen in de toekomst in Nederland.

Extensivering in de Landbouw met reductie van het gebruik van mineralen (vooral in de veehouderij) en bestrijdingsmiddelen (vooral in aardappelteelt en de bloemen- en bollenteelt) komt niet aan de orde. De mestcrisis ktrijgt urgente aandacht opdat…. De oplosssing en voorkoming krijgt geen aandacht. De Visie op de Nederlands Landbouw voor de toekomst ontbreekt en een plan voor transitie wordt niet genoemd. Dat lijkt op veranderen door terug te kijken. Gedwongen krimp vanwege N incl. het N-fonds, wordt niet overwogen terwijl 30-40 % van de boeren op de huidige leest zullen afvallen of failliet gaan zonder vergunningen en zonder transitie. Een deel van die boeren stopt vanwege bedrijfsbeëindiging en jonge boeren kunnen hun bedrijfsplan niet financieren. De diversificatie en verbreding van de landbouwbedrijven in een veranderende markt en veranderende maatschappij komt niet aan de orde in het akkoord Hoofdlijnen terwijl 30 % van de huidige boeren en jonge boeren van die kansen gebruik zullen maken. Opvallend is dat oplossingen en oplossingsrichtingen voor N ontbreken bij wonen (vergunningen en bouwprojecten) resp. Piekbelasters en PAS-melders. Klimaattransitie, CO2, CH4 en energietransitie in de landbouw en veiligheid van stallen (ventilatie, electra/veiligheid en uitlaat dieren) krijgen geen aandacht.

(en vervolg N en Hoofdlijnen)

Het schrappen van ambtenaren (20%) bijv. kan betekenen dat de extra ambtenaren voor N en Natuur resp. voor Normering N-emissie naar type veehouderijbedrijven etc. en voor de toeslagenaffaire naar huis worden gestuurd?. De coalitieteksten stralen uit dat een nieuwe minister voor N en Natuur overbodig is.

Naam Ministerie

De naam Ministerie LNV, die ook vroeger werd gebruikt, bekt goed en de informstie-voorziening en huisstsijl met briefpapier was keurig op orde. Om politieke redenen wordt de naam van het Ministerie nu aangepast. Zo wordt Stikstof weggemoffeld. Het is ook kapitaalvernietiging. Critici beweren dat in de nieuwe naam van het Ministerie, Visserij en Natuur nog bestaan, en verder geen rol spelen. Termen als voedselzekerheid i.p.v. voedselkwaliteit duiden op een ruk terug in de tijd toen alleen productie en export telden bij Landbouw. Stikstof en duurzaamheid, zijn uit.

Commentaar op Bijlage bij Hooflijnenakkoord van 12 blz. genaamd Budgettaire Bijlage hoofdlijnenakkoord, gezien door een Landbouw en Stikstof invalshoek.

(Tekst volgt nog )

Auteur Essay Hub van Pol De auteur studeerde Landbouwscheikunde: Bodemkunde en Bemestingsleer, Fysische Chemie, Plantenteelt, en Pedagogiek en Didactiek aan de WUR in Wageningen. Hij werkte als leraar, auteur, directeur en secretaris van een grote MBO-school, en als collegebestuurder in het Landbouwonderwijs belast met bestuur en CAO, financïen en beheer, huisvesting en bouwzaken en ICT. Als interimmanager en verandermanager is gewerkt voor instellingen voor beroepsonderwijs zoals Agrarische Opleidings Centra en Regionale Opleidings Centra MBO aan Onderwijsontwerp en Examinering, Competentiemanagement met personeel en studenten in de kwalificatiestructuur van het beroepsonderwijs. Contact E-mail hvanpol@ziggo.nl Laatste aanvulling 19-5-2024.

Het Essay handelt over Geschiedenis van de Landbouw in Nederland van 1400-2024 met de grote successen van de landbouwontwikkeling tot en met de crisis in de Landbouw met de mineralenproblematiek leidend tot de N-crisis, en het inrichten van een nieuw landbouw-verdienmodel, en de benodigde transitie naar een duurzame en volhoudbare landbouw met het herstel van natuur, landschap en biodiversiteit. De Essay omvat een persoonlijke Visie op de benodigde transitie in de landbouw, om aan de imPASse van o.a. stikstof- en fosfaatvervuiling met stof en stank, en de verbreiding van bestrijdingsmiddelen en dierziekten te ontkomen. Tevens is een PowerPointpresentatie opgenomen om inzicht te geven in het schuiven met mineralen Stikstof N, Fosfaat P, Kalium K, Magnesium Mg en ‘soorten kalk of zuurbindende stoffen’ etc. in een gemengd landbouwbedrijf met vee en ha’s grond, tussen 1400, het einde van de Middeleeuwen, en nu (oorspronkelijk op een laag mineralenniveau), na het verdwijnen van het gemengde landbouwbedrijf. Toen nam de mineralenintensiteit op het bedrijf toe omdat er meer import van veevoer en produktie/gebruik van kunstmest plaatsvond. Verder komt het ontregelen/loskoppelen van de mineralencyclus door specialisatie met akkerbouw/tuinbouw en melkveeveehouderij en intensieve veehouderij in die sectoren aan de orde. Een is een overmaat aan mineralen in de landbouw, uit veevoer en kunstmest, die de overheid, de boeren, het verkeer en de industrie maar niet krijgen opgelost. De boeren op hun bedrijf omturnen op zoek naar naar een nieuwe bedrijfmodel, gevangen tussen bank en het agrarisch industrieel complex omvormen, blijkt een Sisyfus arbeid. De N-emissie bij bedrijven en de depositie van stikstof in Natura2000 gebieden en andere natuurgebieden (op o.a. een te hoog mineralenniveau) zijn een eigen leven gaan leiden, die de Natuur en het Natuurherstel en het vergunningenbeleid en de bouw verlammen. De auteur is voorstander van veranderingen in de Landbouw en in de Natuur, en Industrie en Verkeer van binnen uit en van buiten af. (Zie de tekst Visie) en hij vertrouwde lange tijd blijkbaar ten onrechte op voortschrijdend inzicht en een compromis van de boergerichte aanpak van het CDA en VVD (nadeel vasthouden aan subsidielandbouw, weinig eigen visie, zachte heelmeesters) en in de aanpak van D66, CU en PvdA/GroenLinks met de boer- en burgergerichte rationele analyse over Landbouw en Natuur (nadeel zwart-wit stelling zoals 50% vermindering veestapel, het drammen en de verkettering) maar ziet in Nederland en de EU de politieke stagnatie bij Klimaat en Landbouw en Natuur, mede door de rol van de vertragende belanghebbenden en de ontkenners van de Landbouw- en Natuurproblematiek en de opkomst van de populisten en rechtse politici, die geen echt landbouwbeleid, natuurbeleid of een onderbouwing voor klimaatbeleid en energiebeleid hebben. Een compromis was in Nederland bereikbaar zoals het concept Landbouwakkoord van Minister Piet Adema aangeeft met een nieuwe marktaanpak en aanpassingen van het verdienmodel en een evenwicht van ha’s grond, veevoer, import krachtvoer, hoeveelheid vee en de intensiteit van het gebruik van mineralen uit drijfmest en kunstmest, waar steun voor is bij veel partijen en een aantal boeren- en natuurorganisaties incl. de jonge boeren. De heilige graal van de politieke aanpassing van de Landbouw met een gezond verdienmodel en een duurzame voedselvoorziening is nog niet binnen bereik. Zolang de overheid de superintensieve grootschalige bedrijven (mineralen/investeringen) fors blijft stimuleren en subsidiëren verandert er niets en blijven de subsidieslurpers en de intensieve bedrijven met veel schuld en veel techniek, en met weinig grond, de grootste N-emissie uitstoten, en het meest vervuilen.

De tekst van het Essay is gedeeltelijk geschreven in samenwerking met Henk Kusters, landbouwkundige en bodemkundige.